Rechtszaken.
Gemeenteraad van Axel.
AXEL, 24 Februari 1911
Woensdagavond gaf de rederijkers
kamer De Herleving alhier hare tweede
uitvoering in dit seizoen. Zooals ge
woonlijk was het bezoek niet zoo druk
als voor de eerste uitvoering, maar toch
mag het lokaal van den beer J. E.
Blansaart, waar de tooneeluitvoering
gegeven werd, goed bézet heeten.
Door de opvoering van het eerste
stukje, een dramatische schets in één
bedryf, getiteld De militaire Willemsorde
was het succes van den avond reeds
zoo goed als verzekerd. Het sloeg in
en verwierf een algemeen applaus.
Voorts werden nog een paar leuke
stukjes opgevoerd, plus de voordracht
Sport, Kunsten en Wetenschap, van Abr.
de Winter, om te besluiten met het
kluchtspel Voor geld kan men alles koppen,
waarin de hoofdrollen meesterlijk wer
den gespeeld. Ook de jeugdige speler
Willem Blansaart, wist zich als een
type van een echte straatjongen voor
te doen.
De heeren Goudstikker en Vermeersch
uit Gent gaven goede muziek te hooren,
terwijl de heer Vincent uit St. Nicolaas
zorgde voor grimeering.
Het doet ons genoegen, dat de uit
voering naar wensch is geslaagd, te
meer nog, daar zeer kort vóór dezen
datum twee leden zich wegens sterf
geval genoodzaakt zagen hunne mede
werking op te zeggen.
De Herleving heeft haren alouden naam
weer hoog gehouden.
Een geanimeerd bal amuseerde nog
tal van jonge lieden.
Op 23 Febr. j.l. is aangesteld tot
brigadier der kon. marechausseé dhr.
C. Hoogerheide, thans marechausseé
te Axel.
Te Ossenisse is een man met hef
hoofd in den modder gestikt gevonden.
Drankmisbruik schijnt niet vreemd
te zijn.
Arrond. Rechtbank te Middelburg.
Zitting van 24 Februari 1911.
F. A. D., 32 j., commies te water te
Ter Neuzen, is wegens mishandeling
veroordeeld tot ƒ10 of 10 dagen hecht.
H. R. d. J., 34 j., schipper te Har-
dinxveld en P. J. d. H., 35 j., schipper
te Ter Neuzen, zijn wegens alsvoren
veroord. tot f 7 of 7 dagen hecht.
A. S., 36 j., arbeider te Clinge (B.),
is wegens diefstal veroord. tot 3 of
3 dagen hecht.
E. B., 43 j., arbeider te' Zuiddorpe,
is wegens bedreiging met eenig misdrijf
tegen het leven veroord. tot 3 dagen
gevangenisstraf.
J. F. A. M. v. W., 37 j., kassier te
Hulst, beklaagd van eenvoudige belee-
diging, is vrijgesproken.
Het Hoog militair gerechtshof te
Utrecht deed Dinsdag uitspraak in
hooger beroep in de zaak tegen A. D.,
20 jaar, geboren te Zaamslag, milicien
bij het 3e regiment infanterie, die in
den nacht van 31 Aug. j.l. Jan van
Wallenburg met z\jn bajonet in het
hart heeft gestoken, waardoor deze on
middellijk gedood werd.
Door den krijgsraad te 's Gravenhage
tot vijfjaar gevangenisstraf veroordeeld,
had de advokaat-fiscaal tegen beklaagde
zeven jaar gevangenisstraf geöischt,
met vervallenverklaring van den mili
tairen stand. Het hoog militair ge
rechtshof heeft beklaagde nu tot vier
jaar gevangenisstraf veroordeeld en'
hem van den militairen stand vervallen
verklaard.
daar tusschen door dronk de oude heer
eens, en dan weer lachte hij zijn luiden,
ietwat op de zenuwen staauden lach.
Wordt vervolgd^
Zitting van 23 Februari 1911.
Tegenwoordig de hh. Lamaitre, Van
Driel, Kruijsse, Oggel, Dregmans, F.
Dekker, W. Dieleman, P. Dekker en
de Feijter.
Voorzitter dhr. J. Huizinga, secretaris
dhr. J. A. van Vessem.
De notuleD der vorige vergadering
worden gelezen en onveranderd goed
gekeurd.
I. Mededeeling ingekomen stukken.
a. Kennisgeving van dhr. Wolfert
dat hij de vergadering wegens onge
steldheid niet kan bijwonen.
b. Idem van dhr. Smies, dat hij
wegens treurige familieomstandigheden
verhinderd is.
c. Missive van Ged. Staten houdende
goedkeuring van het raadsbesluit be
treffende aankoop grond voor de te
bouwen gasfabriek.
dIdem houdende terugzending van
het door hen goedgekeurde kohier der
schoolgelden over het le kwartaal
van 1911.
e. Idem houdende goedkeuring eener
af- en overschrijving.
f. Verslag Nieuwjaarscommissie.
Namens de commissie wordt door
dhr. J. K. Vink medegedeeld dat de
collecte heeft opgebracht eene som van
ƒ429.65. Dat is uitgedeeld aan brood
1570 kilogram of voor 204.10, aan
contanten 223 en aan advertentie-
kosten 2.55-
g. Brief van den Ingepieur der Tele-
graphie, dat genoegen wordt genomen
met de door den Raad gestelde voor
waarden, met betrekking tot het her
stellen van de eventueele schade aan
het schoolgebouw veroorzaakt door het
plaatsen van eene dakstelling tot het
geleiden der telefoondraden.
Worden alle voor kennisgeving aan
genomen.
h. Verslag van de commissie tot
wering van schoolverzuim. Dit wordt
voor de leden op de secretarie ter visie
II. Aanbieding beredeneerd verslag
ingevolge art. 52 der woningwet.
De Voorz. zegt, dat dit verslag tér
visie heeft gelegen en vraagt of iemand
er het woord over verlangt. Daar nie
mand zulks wenscht, wordt z. h. s. be
sloten het verslag goed te keuren.
III. Algemeene Politieverordening.
De Voorz. vraagt of een der leden
een algemeene beschouwing wenscht
te houden. Niemand zulks verlangende
wordt overgegaan tot artikelsgewijze
behandeling der verordening.
Bij art. 4, hoofdstuk I, betreffende de
verdeeling der gemeente in wijken,
werd besloten de begin en eindpunten
der straten niet te noemen met den
naam der bewoners van die punten,
maar met kadastrale letter en sectie
nummer.
Art. 16, hoofdstuk II, afd. 2, luidende
als volgt
Gebruikers van gebouwen, erven, landerijen
en tuinen in de bebouwde kom der gemeente,
en wanneer die niet gebruikt worden, de
eigenaren daarvan, zijn verplicht op die straten,
en bijvakken éénmaal 's weeks, en wel vóór
Zaterdagmorgen 10 ure, de vuilnis behoorlijk
bijeen te vegen en te verwijderen.
Dhr. Kruijsse vindt de redactie van
dit artikel niet goed, want zooals het
er nu staat, dan mag de straat ook
geveegd worden 's Maandags b.v., dat
is immers ook vóór den Zaterdag. Hij
zou beter achten dat: het woordje vóór
achter Zaterdagmorgen werd geplaatst,
dan stond er dus „en wel op den Zater
dagmorgen vóór 10 ure."
Dhr. Oggel vraagt of dat een verzoek
is aan de gemeentenaren of een gebod.
Hij denkt dat het moeilijk uitvoerbaar
zal zijn.
De Voorzitter zegt dat het in zooverre
een gebod is, omdat hij gaarne wilde
zien dat hierin eenige orde en eenheid
kwam, dat b. v. Hottinga wanneer hij
's morgens (Zaterdags) om half elf het
vuil begint op te halen, alles ter oplading
gereed vindt. Hij wTeet wel de heeren
diensten zijn afgeschaft, alleen is de
bedoeling orde in de zaak te brengen.
Dhr. Kruijsse zegt dat het maar lastig
zal zijn voor de eigenaars van de in
de verordening bedoelde bijvakken.
Daar is bijv. Groothaert, die heeft
daar aan Kerk B een ingang naar zijn
wei, moet die nu daar ook vóór 10 ure
's Zaterdagsmorgens de straat aanvegen?
En wanneer men het uitstrekt tot aan
den Armendijk, dan zouden de eigenaars
van de daar liggende landerijen ook
wel verplicht zijn de daarvoor liggende
straat aan te vegen.
Dhr. de Feijter meent dat op uit
zonderingen niet moet worden gelet,
maar meer de algemeene strekking in
het oog moet gehouden worden. Hij
acht behoud van het artikel gewenscht.
Dhr. Kruijsse zegt dat de politie toch
dient te weten waar ze zich aan te
houden heeft.
De Voorz. zegt dat het niet zoo erg
is de menschen, waar de vuilnisman
driemaal per week rondkomt, éénmaal
per week te verplichten om klaar te
zijn vóórdat hij rondkomt.
Ten slotte wordt met de voorgestelde
wijziging het artikel behouden.
Wordt ingelascht een nieuw artikel
34a genoemd, luidendeHet is ver
boden langs den openbaren weg te
bouwen zonder het plaatsen van sta
ketsels.
Art. 39, alinea 1. Het is op den openbaren
weg in de bebouwde kom verboden met een
motorrijtuig, rij- of voertuig en handkar
snelleT te rijden dan in gematigden draf.
Dhr. Dieleman vraagt wat wordt
verstaan onder gematigden draf. Wat
de een snel noemt noemt de ander
langzaam.
De Voorz. zegt met deze bepaling
altijd het recht in handen te houden
om, wanneer er wat al te woest wordt
gèreden, het te kunnen verbieden.
Besloten wordt art. 15 van de motor-
wet in te lasschen.
Art. 43, al. 1. Het is verboden met een
rijwiel te rijden op de uitsluitend voor voet
gangers bestemde kleine steenen, trottoirs,
zandpaden en de aarden zijbanen van de met
keien of klinkers verharde wegen. Hiervan
zijn uitgezonderd al die paden en wegen, die
met een bord „rijwielpad" zijn aangeduid.
Dhr. Oggel zegt dat hier verboden
wordt wat reeds is toegestaan.
Dhr. Kruijsse zegt dat dit gerust kan
vervallen, omdat er gesproken wordt
van „uitsluitend" bestemd voor voet
gangers en zulke paden bestaan hier
niet.
De Voorz. zegt dat hij na informatie
bij den A. N. W. B. bericht heeft ont
vangen dat deze niet ongenegen is,
wanneer de gemeente rijwielpaden wil
doen aanleggen, daarvoor subsidie te
verleenen.
Dhr. de Feijter zou dat geen over
bodige weelde achten, omdat het wiel-
rijden thans zoo'n groote vlucht ge
nomen heeft dat zelfs de Kaffers in
Zuid-Afrika er zich mede bezighouden.
Echter wil hij wijzèn op alinea 3 van
art. 43 bepalende
Het is verboden op het stuur of het fraam
een of meer kinderen beneden den leeftijd
van 12 jaren te vervoeren.
Hij vraagt waarom hier de leeftijd
is aangegeven, een fiets zal toch eerder
breken wanneer er een persoon van
30 jaar op zit dan van een jongen van
beneden 12 jaar.
De Voorz. zegt hieromtrent advies te
hebben ingewonnen bij den wacht
meester der marechaussee en deze zei de
dat er een leeftijd moest worden bepaald.
Dhr. Kruijsse acht het niet noodig
om al. 4 te behouden, omdat de motor-
wet hierin voorziet.
Art. 51. Het is verboden: 2. in de hekel
huizen of plaatsen waar vlas, hooi of stroo
voorhanden is, sigaren of tabak in pijpen te
rooken, en kunstlicht te gebruiken anders dan
in een gesloten lantaarn.
Dhr. Oggel geeft in overweging om
ook het woord cigaretten op te nemen,
omdat deze tegenwoordig ook veel
worden gebruikt.
Dhr. Kruijsse zegt dat het beter was
om enkel te bepalen „het is verboden
te rooken" enz., want als men al die
dingen op gaat noemen, komt men niet
aau een einde, er worden parapluie-l
baleinen ook gerookt.
De Voorz. meent dat zulks wat al te
dwaas zou zijn.
Wordt besloten de woorden „in
pijpen" te doen vervallen.
Art. 56. Onverminderd de bepalingen der
wet van 2 Juni 1875, Stbl. no. 9 mag binnen
de kom der gemeente buiten den door Burge
meester en Wethouders aangewezen plaats,
geen grootere hoeveelheid benzine dan van
een hectoliter en petroleum dan van twee
vaten in hetzelfde gebouw met aanhoorig of
open terrein aanwezig zijn.
Dhr. Oggel zegt dat petroleum niet
met benzine mag gelijk gesteld worden,
daar het laatste meer gevaar oplevert
dan het eerste.
De Voorz. zegt dat in dit artikel
slechts de bedoeling is gelegd steeds
de voorzichtigheid te betrachten. Het
art. wordt behouden.
Art. 61. De herbergiers, tappers, slijters,
bierhuis- en koffiehuishouders moeten hunne
inrichtingen waarvoor door Burgemeester en
Wethouders een vergunning is verleend of
verlof is gegeven, des avonds te half elf uur
sluiten, en gesloten houden tot des morgens
vijf uur. Dit gebod is niet van toepassing op
logementhouders ten opzichte van hen die in
het logement tegen betaling, nachtverblijf
zullen genieten. Het staat den BurgemeesterI
vrij voor het houden van een vergadering of
het geven van een uitvoering, het uur van
sluiting later te stellen.
Dhr. de Feijter stelt voor ter bevor
dering van de Zondagsrust van den
gemeenteveldwachter en de Rijks
politie de herbergen des Zondags een
uur vroeger te doen sluiten, dus om
half tien. Dhr. Dregmans steunt dit
voorstel.
Dhr. Kruijsse vraagt of er Zondags
al eens ongeregeldheden zijn voorge
komen.
De Voorz. zegt dat tijdens hij in de
gemeente vertoeft dit eenmaal is voor
gekomen. Van het standpunt Zondags
rust beschouwd is hij er ook voor, en
het staat den Raad natuurlijk vrij een
besluit te nemen, hij zal dat ten uit
voer brengen. Echter zegt spreker zou
het kunnen gebeuren dat later, tenge
volge van een adres, de toestand weer
tot de oude wordt teruggebracht. En
daarom moet het voorstel goed in over
weging genomen worden.
Dhr. Dieleman zou het sluitingsuur
op 10 uur des Zondags willen bepalen.
Dhr. Lamaitre zegt, dat half tien te
vroeg- is. In den zomer b.v. rijden er
pleziertreinen, die over 9 uur hier pas
aankomen en dan zouden die herber
giers aan 't station al moeten sluiten,
dat kan toch niet.
Dhr. de Feijter zegt het alleen voor
te stellen met het oog op uitbreiding
der Zondagsrust, en wat die plezier
treinen betreft, ze kunnen ze wel laten
rijden tot 's nachts 12 ure. Hij heeft
ook gezten, dat men in de Tweede
Kamer bezig is het doen rijden van
die pleziertreinen zachtjes aan te tem
peren. Wat het voorstel van dhr.
Dieleman betreft, hij kan daar niet
mede accoord gaan, want dan wordt
het verschil zoo miniem, dat het eigen
lijk geen verschil meer is. Het voor
stel van dhr. de Feijter wordt nu in
omvraag gebracht en verworpen met
5 tegen 4 stemmen. Voor stemden de
hh. de Feijter, Oggel, Dieleman en
Dregmans, tegen dhr. Van Driel, F.
Dekker, Lamaitre, Kruijsse en P. Dekker.
Thans wordt in stemming gebracht het
voorstel van dhr. Dieleman. Dit wordt
aangenomen met 5 tegen 4 stemmen.
Voor stemden de hh. F. Dekker, de
Feijter, Oggel, Dieleman en Dregmans.
Tegen de hh. Lamaitre, Kruijsse, P.
Dekker en Van Driel.
Art. 62. Gedurende de Kermisdagen wordt
het sluitingsuur in afwijking van het bepaalde
bij art. 61 bepaald op één uur te middernacht.
Hiertegen had niemand bezwaar.
Art. 6 al. 2. De in art. 61 genoemde per
sonen mogen in hunne inrichtingen geen ge
legenheid geven tot het dansen op muziek.
Dit v
passii
wann
2 Jai
lijksc
veem
De
draai'
Dl
en 3
Dl
om i
op SI
wore
gaar
naar
H<
gebr
stem
Feijt
tege
Lam
Dl
stuk
voeg
D<
Dl
te v
in
men
Spr.
tege;
Die
leve
herb
gooit
klaa
ik h
Dl
dan
D<
verk
natu
Dl
culit
staal
je, c
wort
huiz
Als
moe
op z
D;
scha
toch