EjVo. 82.
Zaterdag 1Januari 1911.
26e
rs
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. ÜIIXEMA\,
Buitenland.
FEUILLETON.
Hst vsrmists kleinood-
AUIMIII
COURANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiön worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
FRANKRIJK.
Te Rijsel is Woensdag Favier, die,
wals men zich herinneren zal, ver-
iden jaar een kantoorlooper vermoord
eett, onthoofd.
In het schoone Bretagne ligt een
lein plaatsje, Plougastel geheeten, waar
steeds een oude, aardige gewoonte
zwang gebleven is. Het plaatsje is
laar klein, telt slechts even zeven-
aizend inwoners en hoewel Brest er
Huwelijks enkele kilometers van ver-
rijderd is, heeft het zijn oude ge-
ruiken heel zuinig weten te bewaren.
der aardigste is de huwelijksin-
ïgening in de eerste dagen van Januari
ran al de paren, die zich in het afge
lopen jaar verloofd hebben. De jongelui
leeden zich zorgvuldig in de mooie
Iretonsche dracht en de priester zegent
aet één gebaar alle verbintenissen, als
I den tijd, waarin de jongemannen
roor jaren aaneen ter vischvangst of
oorlog togen. Maandag heeft te
Plougastel de algemeene huwelijksin-
legening plaats gehad er waren zeven-
m dertig paren. Met de genoodigden
waren er driehonderd menschen,
in hun kleurige kleederdrachten in
iptocht naar het oude Christusbeeld
jetrokkeu zyn, dat reeds in 1P98 is
ipgericht uit dankbaarheid voor het
iphouden van de pest, die gansch
Bretagne geteisterd had. Gewoonlijk
i de bruiloftspret, die na de in-
legening volgt, in de open lucht plaats.
het slechte weer was ditmaal het
leest binnenshuis.
54)
XXXIV.
Het was een onstuimige voorjaarsdag,
toen mevrouw de weduwe Vou Rittweg
tegenover hare dochter zat in de avond-
Khemering. Bleek en ingevallen stond
t. De slag, die haar beroofde
fan haren echtgenoot, had haar diep ge
troffen en hare gezondheid geknakt.
Ik heb mijn besluit genomen,* sprak
Êj zacht. »Als ik aan Felix eene maan-
delijksche toelage uitkeeren moet, dan
ik geen huishouding meer bekosti-
Ik ben ook lichamelijk niet meer
n staat. Ik moest wat rust
hebben.*
Rustriep Ulla, zonder hare donkere
oogen van hare moeder af te wenden
>Rust is het laatste dat men noodig heelt
te vergeten. Bezigheid, werk moet
men zoeken. En waar ook zou u die
rust vinden
»In een pension. Tn den Harz mis-
tohien of in eene voorstad van Ber
lijn. De meubels en al het ontbeerlijke
'erkoop ik.«
»Ed ik? Waar moet ik dan blijven
De weduwe legde sussend hare hand
op Ulla's knie. Jij gaat naar je man
terug.*
ENGELAND.
Onder den indruk van den moord
u Houndsditch eu het gevecht iu
Sidney-street, alsook van den moord
op Leon Beron, een Russischen Jood
van afkomst en, naar men vermoedt,
door een landgenoot vermoord, is de
haat tegen den vreemdeling fel opge
vlamd onder het Engelsche volk. En
aangezien een groot deel van Londen's
vreemdelingenbevolking Joden uit Rus
land zijn heeft het antisemitisme er
voedsel door gekregen. De unionisten
trachten ook politieke munt uit de op
winding te slaan en verwijten de liberale
regeering, dat zij de vreemdelingenwet
niet behoorlijk heeft toegepast. Was
die Honndsditch-geschiedenis maar vóór
de verkiezing voorgevallen schrijft
iemand in een unionistisch blad we
hadden er een veertig zetels door kunnen
winnen Misschien heeft de man zoo'n
ongelijk niet, hoewel veertig allicht
overdreven is.
Uit allerlei teekenen blijkt, dat de
gebeurtenissen der laatste weken het
Engelsche volk zeer prikkelbaar ten
opzichte van de vreemdelingen hebben
gemaakt. Woensdag zei een rechter
te Londen, toen hij het geval behan
delde van een jongen Spanjaard, die
een diefstal had gepleegdwij willen
dergelijke vreemdelingen niet meer in
ons land hebben. Begrijpelijk, maar
was 't noodig dat te zeggen Van
eiken misdadiger kan de rechter wel
getuigenwij verlangen dergelijke
menschen niet in ons land te hebben.
Te Liverpool is een beweging gaande
tegen de godsdienstige propaganda van
de Mormonen. Er zijn van de week
op een avond twee talrijke openbare
bijeenkomsten gehouden, waarin be
sloten werd den minister van binnen-
landsche zaken te verzoeken er paal
en perk aan te stellen. De bisschop
van Liverpool en vele andere Angli-
kaansche geestelijken doen ijverig aan
de bestrijding van de Mormonen mede.
In een brief, op een der vergaderingen
voorgelezen, noemde de bisschop de
Mormoonsche propaganda een be
driegerij. Een ander Anglikaansch
geestelijke, een aartsdeken, zei op de
vergadering, dat als men optreedt tegen
vreemdelingen, die politieagenten doo-
den, ook de (deze godsdienstige vreem
delingen buiten de gemeenschap van
een zedelijk en Christelijk volk gesloten
moeten worden.
Na zulke taal doet het goed kennis
te nemen van een rede van den aarts
bisschop van York, die in een vereeni-
ging van Anglikanen sprekende, heeft
gezegd: Vrienden, wees niet zoo dwaas
te denken, dat de vreemdelingenbe
volking in Oost-Londen van hetzelfde
slag is als de twee mannen, die in de
Sidney-straat om het leven zijn gekomen.
Ik ken geen bedaarder, fatsoenlijker,
naastiger volk dan de Joodsche vreem
delingen in Oost-Londen.
De eigenaar van het verbrande huis
in de Sidney-straat gaat de regeering
om schadevergoeding aanspreken, als
de brandassurancie niet alle schade
dekt. De kleermaker Fleischman, de
huurder van het huis, heett naar
wij lezen een klant, die zijn rekening
Nooit!* riep Ulla heftig. >Nooit weer
onder dat juk, in die slavernij terug
Zooveel trots moest u toch ook nog heb
ben, om dat niet van mij te vergen.*
Waarvan wil je dan leven, kind?
Dat is toch de hoofdvraag, waarvoor
alles wijken moet.*
>Eer spring ik in het water, voor ik
doe wat u wiltWanneer zij komt
misschien i s zij er reeds de dienst
bare geest van tante Litta, die zich aan
matigt onze gelijke te zijn, als zy
komt en my dwingt haar in hare betere
positie te erkennen, misschien door ge
huichelde bescheidenheid mij dubbel te
krenken.
»Ik begrijp je, mijn arme kind,* zeide
mevrouw Von Rittweg droevig »maar
veranderen kan ik het niet. De paar
duizend mark levensverzekering en mijn
weduwepensioen zijn al wat ik heb.
De begrafeniskosten waren zeer hoog.
Er zijn ook nog rekeningen te betalen.
Wat dus kan ik je geven
Ulla drukte hare handen tegen hare
oogen. >0, hoe wreed is het noodlot
Hoe wreed en hoe valsch
»Je hebt toch je man wel liefgehad,
vergoelijkte de moeder.
»Jawel maar niet als een nuchter
kalf. Met voorbehoud en inzicht, als
een denkend menschMama, wat u
vergeten schijnt te hebben, dat heb ik
niet vergeten. Ik ben nog niet vergeten
hoe wij hem eerst hebben versmaad, en
naderhand, na zijne verheffing in den
adelstand, weer hebben aangehaald. Ja,
aangehaald dat heb ik hem En hij
was laf en zwak genoeg om zich te
laten vangen I Niet hij heeft mij, maar
ik heb hem gevraagd! Nu weet u 'tl
Destijds had hij trots genoeg moeten
bezitten om mij af te wijzen. Nu lach
ik wat om zijne gepretendeerde waar
digheid.*
Mevrouw Von Rittweg wrong hare
handen. »0, had ik dat kunnen
gissenIk was zoo blij zoo blij
voor jou
»Lieg uzelf niets voor, mama!* viel
Ulla heftig in. >Dat zegt u nu. Maar
destijds had u beter kunnen weten. U
denkt toch niet dat ik aan een gebroken
hart zou gestorven zijn Pah Wat
heeft men van liefde en trouw eu dulden
en al die mooie dingen Wat hebt u
zelf van uwe trouw en uwe liefde?
Verdriet, teleurstelling en een schamel
weduwpensioentjeNu kunt u metal
uwe huislijke deugden in een hofje
trekken of op eene gemeubileerde kamer
gaan zitten, in uw vijf-en-veertigste jaar,
terwijl de wereld u nog volop leven en
genot zou hebben kunnen bieden.*
»Je bezondigt je, Ulla!*
Bezondigen O, mama, hoe kan
het hunkeren naar het leven zonde
wezen riep de jonge vrouw met
gloeiende wangen. »Wij hebben toch
niets beters dan datAls u mij dat
weigerde te betalen, er op rekenende
dat Fleisehman's boeken verbrand
waren, voor den rechter gedaagd.
Deze veroordeelde den man tot tien
dagen gevangenisstrat.
PORTUGAL.
Het lijkt meer en meer, dat de toestand
op Madeira voor het voorloopige bewind
verre van gunstig is. Niet alleen dat
de cholera daar hevig en steeds heviger
blijft woeden, maar ook de anti-repu-
blikeinsche onlusten nemen dag aan
dag toe.
Eenige weken geleden vertrok het
oorlogsschip Almirante Reis daarheen
en zette troepen aan land, maar het
blijkt nu, dat deze niet voldoende zijn.
Daarom zyn vertrokken per stoomschip
Peninsular 300 kisten met 140,000 ge
weerpatronen en 80,000 patronen voor
mitrailleuses.
Binnen enkele dagen vertrekken
tevens 700 man troepen met 4 mitrail
leuses naar Funchal. Indertijd heette
het dat de Almirante Reis vertrok met
smettingsmiddelen, en in plaats daarvan
ontscheepte het troepen. De vier mi
trailleuses en 220,000 patronen zullen
dus vermoedelijk ook wel dienen ter
beschieting van de ehplera
Met dat pl schijnt het op Madeira
verre van rustig te zijn; maar de voor
loopige regeering laat geen veront
rustende berichten door.
AMERIKA.
De schatters van de belastingen te
New York hebben als het resultaat van
hun werkzaamheid bekend gemaakt,
verbieden wilt, dan won ik dat u mij
nooit het leven hadt gegeven.... Neen
neen L zoo onderbrak zij zichzelf, aan
hare moeders voeten knielend en haar
de van tranen vochtige handen drukkend,
»geloof het niet mama Ik dank u
er voor van harte dank ik u I Want
ik heb het leven lief boven alles en
ik wil leven volop, volop leven
Zie mij toch aan Ben ik tot verdriet
en zorg geschapen Tot sloven en zwoe'
gen in eene huishouding Tot sparen
en knibbelen Ach, mama,* riep zij,
in hare opwinding stralend van schoon
heid »nog beh ik jong nog bloeien
voor mij de rozen
Ondanks al hare zórgen blikte me
vrouw Von Rittweg met moederlijken
trots hare dochter aan.
»Als je met het weinigje dat ik je
bieden kan tevreden wilt zijn, blijf dan,*
zeide zij. »Ik ben bereid, m(ju armoedje
met je te deelen. Maar laat mij later
geen verwij tingen hooren -- want dat
zou ik niet verdragen.*
»Goed Goed 1 Los van hem I Los
van het huwelijksjuk, dat mij verplettert!
Dat is 'teerste!* riep Ulla, zich rekkend.
»A1 het andere is mij bijzaak. Ik heb
hem gevangen ik laat hem weer
vrij. Ik heru niet hij mij. Nu mag
zij triomfeeren, die glorieuse Renate'!
Maar ik zal haar niet welkom LiCC^sA I
»Dat kan ik met je voelen,* zeide de
moeder.