X;>. 68 Woensdag 23 November 1910. 26e Jaar^. Hst vermists klsinood. voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Nieuws- en Advertentieblad F. IHELEH V\ Provinciale Staten van Zeeland. FEUILLETON. COURANT. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en VrHdagnamiddag TWEE uren. D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. Zooals we meldden is in de Vrijdag gehouden zitting tot lid der Eerste Kamer gekozen de heer mr. C. Lucasse, oud-lid der Tweede Kamer te Goes, tevens lid der Provinciale Staten. De heer Lucasse a.-r. verkreeg 27 stemmen tegen 14 voor den heer J. H. C. Heijse, lib., eveneens Statenlid. Er ontstaat dus voor het district Goes weder een vacature. Na deze verkiezing werd overgegaan tot de behandeling van het voorstel van Gedeputeerde Staten tot oprichting Van een waterschap tot instandhouding van den oever voor de polders Noord, Ser Lippens en Nieuw Othene. Te dezer dagen is nog een adres ingekomen van de afdeeling Axel der Zeeuwsche landbouwmaatschappij, hou dende verzoek het voorstel niet aan te nemen. Blijkens het algemeen verslag der aldeelingen verklaarden zich in eeue afdeeling onderscheidene leden tegen het voorstel van Ged. Staten. Deze leden vonden het voorstel hoogst on billijk tegenover de achterliggende poldersdeze polders toch, die enkel belang hebben bij de uitwatering door het rijksafwateringskanaal in de polders Noord en Ser Lippens zijn bereid en hebben zich daartoe bij contract ver bonden, om de dijken van de eerste linie der aangrenzende polders in zee- werenden staat te brengen, waardoor, mochten onverhoopt de polders Nieuw Othene en Ser Lippens inloopen, hunne belangen verzekerd zijn. Een lid, dat overigens verklaarde wel iets te gevoelen voor het voorstel van Ged. Staten, wees er met nadruk op, dat de bijdrage in de.kosten der voorliggende polders, gesteld op het dubbele van de achterliggende, zijns inziens veel te gering was. Twee leden in die afdeeling ver klaarden zich voor het voorstel van Ged. Staten. In een andere afdeeling verklaarde zich een lid in gelijken zin. In stemming gebracht verklaarden zich zeven leden tegen, drie voor het voorstel van Ged. Staten, terwijl vier zich hun stem voorbehielden. In een andere afdeeling gaf het voorstel mede aanleiding tot uitvoerige discussies2 leden verklaarden zich ervoor, 6 daartégen, terwijl 5 zich hun stem voorbehielden. In een andere afdeeling verklaarden zich vele leden tegen het voorstel van Ged. Staten. Een viertal leden ver klaarden zich met de hoofdgedachte van het voorstel van Ged. Staten wel te kunnen vereenigen, doch wenschten zich alsnog hunne stem voor te be houden 9 leden verklaarden zich tegen het voorstel van Ged. Staten schrijft de verslaggever van de Midd. Crt. Blijkens mededeeling van den voor zitter vinden Ged. Staten in dit verslag geen aanleiding om wijziging té brengen in hun voorstel. De heer Ysebaert wijst er op dat eenige jaren geleden groote ontroering ontstond toen bekend werd dat Ged. Staten voornemens waren dit voorstel te doen. Die ontroering is niet verminderd nu na zeven jaren het voorstel is gedaan. Noch het bijzonder belang van Neder land, noch dat van de provincie is er bij betrokken en spreker zal dan ook zijn stem er niet aan geven. De achterliggende polders zijn bereid hun dijken in zeewerenden staat te Is het gevaar zoo groot en de nood ter voorziening zoo dringend Dat zal spreker als leek niet beantwoorden, maar wel kon hij zeggen dat de toestand van deh vooroever weinig vooruit gaande is. De heer Vorsterman van Oyen begint met den tegenwoordigen toestand te consulteeren. Er bestaat reden tot bezorgdheid maar geen dadelijk gevaar. Mochten mettertijd de dijken van Ser Lippens en Nieuw Othene bezwijken dan zouden de achterliggende polders vloeien. Het voorstel berust op medelijden met de achterliggende polders, die echter calamiteus verklaard kunnen worden. Dat medelijden wordt door de achter liggende polders niet gedeeld. Zij zijn bereid een zeewerenden dijk te maken en dien desnoods met steen glooiing te bezetten, wat indertijd door Ged. Staten is goedgekeurd. De vereenigde polders wenschten dat wanneer zij hun dijken maakten het rijk ook het rijksafwateringskanaal De terugweg naar zijne woning was voor majoor Jiirgen als eene lente- Vandeling, hoewel de sneeuw onder zijne Voeten kraakte en de oostenwind hem snijdend in het gezicht blies. Van blijde spanning kon hij dien nacht niet slapen. Den volgenden, morgen vroeg hij een dtiédaagsch verlof aan, en om twee uur 't middags stapte hij in den sneltrein naar Dresden. Het gevoel van ongeduld, hem anders zoo vreemd, liet hem ook in den trein nauwelijks tot adem komen. Te Dresden uitgestapt, spoedde hij zich naar het Victoria-hotel, bestelde daar eene kamer, sprong in de eerste de beste droschke en reed, een gelukkige man, naar Litta von Stadelburg's winter kwartier. Met veerkrachtige schreden snelde hij de trap op naar de eerste verdieping. Hij schelde wachtte luisterde aan de deur en eindelijk naderde een lichte tred, dien hij terstond herkende, naderde Renate. »Wie is daar?» vroeg zij, zonder den veiligheidsketting van de deur te nemen. »Ik zeide hij lachend en zachter liet hij er op volgen: »Jiirgen Saldorf U Zij schreeuwde niet van verrassing en geluk; maar haar hart, na een oogen- blik te hebben stilgestaan, bonsde zoo, dat zij hare handen tegen hare borbt moest drukken. »Renateriep hij, binnentredende, en hij nam hare hand in de zijne. Zij onttrok ze hem en bedekte hare oogen. »Ben je vergetenc >Niets En allerminst jou L »De gravin is nog niet thuis.» »Maar ik mag toch wel hier blijven Hij legde haren arm in den zijnen en leidde haar de kamer in. »Ben je dan bang voor mij, Renate vroeg hij, hare hand aan zijne lippen drukkend. Zij schudde haar hoofd. Hare oogen stonden vol tranen. »Je vraagt niet eens waarom ik ge komen ben,» zeide hij, haar gebogene hoofd oprichtend en haar in de oogen blikkend.... Renate, er is nu niets meer, dat ons scheiden kan. Al wat er tus- schen ons stond, is leugen en onzin gebleken. De oorknop is gevonden voor mijn eigene oogen, en voor de oogen van haar, die je zoo schandelijk verdacht en belasterd hebben.» Zij stond daar met gevouwen handen en staarde hem aan. De jubelboodschap kwam te snel, te plotseling. Zij vatte pe niet terstond. Maar eindelijk brak er een kreet uit haar binnenste, een kreet van vreugde en van leed en van liefde tegelijk: »Mijne moeder! Mijne moeder Hij drukte haar tegen zich aan en kuste haar de tranen van de wimpers. »Niet schreien nu, Renate,» fluisterde hij. »Je moogt nu aan niets anders denken, dan aan mijne liefde. Hebben wij onder die ellendige vergissing niet genoeg al geleden Zij knikte, maar luisterde niet eens. Plotseling begonnen hare oogen te schit teren. »Gevonden, zeg je En je hebt 't gezien En de anderen ook Welke anderen? Zij allen hebben 't gezien, allen opeens, dat mijn geweten en mijne handen rein zijn Is 't werkelijk waar? Ik kan 't haast niet geloovenHet is tnij als een sprookje I Als ik jou niet zag je lieve, lieve gezicht Zij drukte zijne handen aan hare wangen, aan hare lippen. Wat een gezegend oogenblik was dit!.... »Ik kan 't nog maar niet gelooven riep zij. »Het is toch wel de goede steen geweest Het is toch geen ver gissing? O, ik zou hem na honderd jaar nog herkennen Eu je zegt dat die vrouw, aan wie hij toebehoorde, er bij aanwezig was?.... »Spreek toch 1 Vertel toch!.... Ik ben je weet niet hoe gelukkig ik beo Een zalige glimlach gleed over haar gelaat. Eu samen zaten zij op de sofa, hand in hand, na lange scheiding weer vereenigd. En Saldarf vertelde, terwijl Renate zou verdedigen. Dit is evenwel door Minister Kraus geweigerd. Spreker meent dat het rijk daartoe verplicht is op grond van een tractaat met België. Wanneer de Staten niet meegaan met het voorstel van Ged. Staten en de achterliggende polders beginnen spoedig hun dijken te versterken, dan zal een gedeelte van Ser Lippens be schermd zijn. Spreker wijst op de financieele ge volgen van calamiteus-verklaring der polders NoordSer Lippens en Nieuw Othene. Die zullen niet van dien aard zyn dat de belangen der eigenaars geschaad worden. Naar het inzien van spreker dreigt Ser Lippens en Nieuw Othene in den eersten tijd geen gevaar, daarom kan het voorstel van Gedeputeerde Staten gei ust worden verworpen, mits de zee- werende dyken worden verdedigd. Wordt de toestand dreigender dan zullen de ingelanden liever calamiteus- verklaring aanvragen dan hunne eigen dommen te zien verloren gaan. Bij calamiteusverklaring zullen de op te leggen lasten een drietal eigenaren zwaar drukken. Maar zou in het reglement daarin niet kunnen worden voorzien Om tot een zuiveren toestand te komen, dient het voorstel thans ver worpen te worden. De heer Dieleman brengt hulde aan Ged. Staten, die sedert jaren getracht hebben den toestand te verbeteren en daardoor bewezen hebben wakker en op hun post te zyu. met gloeiende wangen luisterde. Vluchtig raakte hij het mislukte huwelijk zijns broeders aan, en den omgang van Ulla met Lotte Kleber. Hy vertelde ook van het diner en schilderde het kleed van mevrouw Grützig. »Ik zie het voor mij riep Renate met vliegenden adem. »Ik stond naast haar toen eerst de oorknop en daarna de broche mij gegeven werd. Ik gaf beide aan haar door. Zij greep er naar en daarbij moet zij wel den oorknop hebben laten vallen. Anders is het niet mogelijk. Hij moet door een scheurtje tusschen stof en voering zijn geraakt en daar al dien tyd zijn blijven zitten. En ik en mijne moeder »Stil, stilDat nu nietAnders kan ik niet verder vertellen.» »Neen neen Ik ben zoo zalig,» fluis terde zij, het hoofd op zijn schouder leggend. »Meer dan ik zeggen kan Eu ik dank je, ik dank je voor je goede geloof in mij. Dat zal levenslang mijn hoogste goed, mijn heerlijkste trots blijven, waardoor alleen ik mij jou waardig voel. Anders wie en wat ben ik, dat je mij zoo lief hebt »Je bent de verwezenlijking van mijne jongelingsdroomen,» zeide Jiirgen diep bewogen. »Je bent de vergoeding, de schadeloosstelling, op welke ik niet meer durfde hopen. Je bent het ideaal van datgene, wat ik in eene vrouw liefheb en vereer.»

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1910 | | pagina 1