26'
No. 65.
Zaterdag 12 November 1016.
♦laar'.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch -Vlaanderen.
F. DIELEMAX,
Buitenland.
FEUILLETON.
Het vermiste kleinood.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
B|) deze courant behoort een bijvoegsel.
BELGrIE.
Koning Albert opende Dinsdag het
Belgische Parlement met een troonrede,
waarin herinnerd wordt aan het verlies
van Leopold II en aan de bezoeken
van het koninklijke echtpaar aan de
vreemde hoven. De troonrede rept
voorts van de warme ontvangst van
de hartelijke verhouding met andere
landen.
Ook werd herinnerd aan het succes
der Brusselsche tentoonstelling.
Om het peil van het onderwijs op
te heffen moet het land niet terugdeinzen
voor welk offer ook. Ten aanzien van
de twee talen spreekt de koning den
wensch uit, dat men door wederkeerige
eerbiediging van eikaars rechten het
middel zal vinden om onaangenamen
taal- ot rassenstrijd te voorkomen. De
koning constateerf den vooruitgang van
het lager onderwijs. Het lot der minder
bedeelden moet het voorwerp van
voortdurende zorg blij ven, zegt Z. M.
verder.
De financieele toestand van het land
bljjft uitstekend. Talrijke besluiten en
decreten betreffende den Congo getui
gen van de krachtige pogingen der
Regeering om in de Afrikaansche be
zettingen een normale ontwikkeling te
verzekeren van den vooruitgang van
den handel en het welzijn der inlan
ders die maatregelen worden nog ver
meerderd.
DUITSCHLAND.
De regeering van Elzas-Lotharingen
heeft, met instemming van de ryks-
regeering. besloten, den invoer van vee
uit Frankrijk toe te laten. Over den
omvang dien de invoer zal mogen heb
ben, zijn nog onderhandelingen gaande..
ENGELAND.
De correspondent van de Times te
Cardiff gaf Maandag een levendige
schildering van het begin der troebelen
aan de mijnen van de Cambrische
Steenkool-trust in het Rhonddadal.
's Ochtends even voor vieren gaf een
hoornblazer te Clydach Vale het sein
voor de stakers. Het was woest weer,
doch snel waren alle toegangen tot de
mijnen bewaakt. Alleen de mannen,
die beneden de paarden moesten voeden
werden tot de mijnen toegelaten.
's Middags haalden zij" de vuren uit
en dus werden de machines stop gezet.
Bedenkelijker nog was het, dat de
stakers de electrische-krachtfabriek
trachtten te vermeesteren, want hield
die op te werken dan zou de mijn vol
water loopen.
Dat de toestand ernstig is blijkt wel
hieruit, dat de regeeriug een 300 man
waarvan 100 man bereden politie
naar het Rhondda-dal heeft gezonden.
Verder werden een bataljon huzaren
en 200 man voetvolk verwacht.
FRANKRIJK.
Briand las Dinsdag in de Kamer de
regeeringsverklaring voor. De Regee
ring zal trouw blijven aan de politiek
van het vorige ministerie. Zij zal uit-
Toen Richard het met bloemenpracht
uitgedoste salon betrad, terwijl voor de
huisdeur het eerste rijtuig stilhield, zag
hij, met een verlammend gevoel van
vervreemding, ongeloovig naar den aan
blik, dien zijne vrouw hem bood. Deze
opschik, deze verkwisting ging inderdaad
alle grenzen tebuiten Hoe had hij
'tooit zoo ver kunnen laten komen
Hoe had hij zoo zwak, zulk een lafaard,
zulk een lammeling kunnen zijn
Maar het geluid van stemmen in den
corridor Wet hem tot dergelijke over
peinzingen geen tijd meer. Hij ging in
de aangrenzende kamer, om zijne gasten
te verwelkomen en zijne vrouw in het
salon te geleiden.
En nu rolde het eene rijtuig na het
andere aan, onafgebroken. Het diner
hjj de Saldorf s stond op het programma
san den dag. Mevrouw Grützig, die op
de eerste en op de tweede étage kwam,
had niet verzuimd de bazuin te blazen
yan de fabelachtige heerlijkheden, die
daar te verwachten waren. Een aantal
oicieren van Jürgen's bataljon mengden
hunne uniformen tusschen de zwarte
rokken, die de vrouw des huizes om-
awermden. Het was een bont tafereel,
telkens weer in beweging gezet door de
begroeting van nieuwe gasten.
Daar verscheen de opperhoutvester
met familie. Camilla Grützig was als
een sneeuwklokje, hare zuinige mama
in het onverslijtbaar zwart kanten ge
waad, dat zij indertijd bij het noodlot
tige damestheetje ten huize van mevrouw
Von Testarp reeds had gedragen.
Door hare vriendin Lotte Kleber in
al de omstandigheden van het familie
leven der broeders Saldorf ingewijd, liet
mevrouw Grützig hare oogen onderzoe
kend over de aanwezigen rondgaan.
Neen de benedenste verdieping was
nog niet vertegenwoordigd. Daarentegen
trad juist de majoor binnen. Zijne ver-
schijuing en houding verzekerden hem
overal de aandacht. Zijnen broeder de
hand drukkend, naderde hij Ulla, die
met eene eigenaardige mengeling van
overmoed, voldoening en antipathie hem
een paar vingers toestak.
En op hetzelfde oogenblik, terwijl
Jürgen zich over Ulla's hand boog, om
even zijne lippen er op te drukken, ging
de deur nogmaals open en Lotte
Kleber verscheen.
Zoo ooit, dan had zij voor deze gele
genheid zich in toilet gestoken. Zij droeg
een kleed van matblauw goudbrokaat,
met een langen sleep en rijke kanten
garnituur. Zoo eng mogelijk geregen,
bereikte hare leest eene ounatuurlijke
dunheid tegenover de vleeschmassa's van
sluitend steun zoeken bij een republi-
keinsche meerderheid en daarby de
van vroeger bekende denkbeelden van
leekenwetgeving, rechtvaardigheid en
vrijheid betrachten.
De billijke verdeeling van de fiscale
lasteu maakt het spoedig afhandelen
van de inkomstenbelasting noodzakelijk.
De arbeiders moeten uitsluitend een
beroep op de wet doen om tot ver
betering hunner economische omstan
digheden te geraken, maar niet over
gaan tot wanordelijkheden en geweld.
Daden van sabotage en anarchie zyn
ondragelijk het is noodig de wet zoo
danig te wijzigen dat zij die zich daaraan
overgeven, gestraft kunnen worden.
Het land zal bevrijd worden van een
benauwende ongerustheid en de Re
publiek krachtig door haar bondge
nootschap en haar vriendschappelijke
verhoudingen, waaraan zij onwankel
baar trouw zal blijven, zal in staat zijn
haar standpunt in de ry der natiën
hoog te houden en haar stem ook naar
buiten te doen vernemen.
DENEMARKEN.
Cook is ontmaskerd, zoo seint men
uit Kopenhagen
De Groenlandreiziger Knud Rasmus
sen, die op het oogenblik te New-York
vertoeft heeft bericht gezonden, dat de
predikant Gustav Olsau (een geboren
Eskimo) hem heeft medegedeeld, dat hij
(de predikant) berichten heeft ontvangen
over den tocht van Cook van de Eskimos
Zsukusak en Apilek.
Volgens deze berichten had Cook een
kaart geteekend, waarop Apilek hem
armen en hals, aan welke een schat van
paarlen en edelgesteenten prijkte. Bij
zonder opvallend boven het gepoederde
gezicht was een soort van diadeem, die,
als kroning van het geheel, de grove
trekken nog onschooner deed uitkomen.
Onder eene algemeene verbazing, die
zich binnen een discreet zwijgen hield,
stevende de dame naar de huisvrouw
toe, voor Richard tijd had gehad om
haar tegemoet te treden.
Hij stond een oogenblik als verbluft,
verbijsterd door deze drieste overrom
peling in zijn eigen huis, door zijne
eigen vrouw. Zijn blik zocht dien van
Jürgen vragend, verontschuldigend,
smeekend.
De majoor had zich reeds beheerscht,
Ulla's glimlach opgemerkt en van Lotte
Kleber's aanwezigheid met eene buiging
nota genomen.
Wat Ulla betrof, zij voelde wel het
vulgaire van deze opgedirkte verschij
ning, en bij al haar leedvermaak kon
zij, toen zij den overmatig lieven groet
van Lotte beantwoordde, eene kleine
verlegenheid niet van zich af zetten.
Maar het vertrouwen, dat zij alles wat
er aan die vrouw glinsterde en flonkerde
eenmaal het hare zou mogen noemen,
gaf haar frisscheu moed om door deu
zuren appel heen te bijten, nadat haar
man met nauwelijks bedwongen ergernis
een paar woorden had geuit, die 'voor
hem als gastheer onvermijdelijk waren.
vroeg, wiens reisroute hem daarop aan
duidde. Cook antwoordde „mijn eigen
route". Dat was een leugen. De ge-
teekende route was ver in zee aange
geven, waar wij nooit waren geweest.
Cook had gedurende al den tijd, dat
hij met de Eskimo's samen was geweest,
er nooit melding van gemaakt, dat hij
aan de Noordpool zou' zijn geweest.
Integendeelhij sprak enkel van een
lange moeilijke reis. Eerst nadat hij
zijn beide begeleiders op den tocht had
verlaten, begon de bedriegerij. De latere
begeleiders van Cook konden zich niet
de mogelijkheid voorstellen, dat een
blanke zou liegen. Van Eskimos, die
Peary hadden vergezeld, heeft Rasmus
sen ook, via denzelfden weg, inlichtin
gen ontvangen. Die mededeelingen
behelsden, dat Peary verscheidene zons-
waarnemingen had gedaan. Toen de
Eskimos met Peary waren achterge
bleven, herhaalde deze die waarnemin
gen nog zeer dikwyls. „Wij waren
zoover naar het noorden gedrongen, dat
de zon ook 's nachts hoog aan den hemel
stond en zich in kringen aan den hemel
bewoog zonder te rijzen of te dalen.
Nadat Peary ons last had gegeven om
halt te houden, zette hij zelf van dat
haltepunt met twee man de reis voort.
Hij kwam nog denzelfden dag terug.
Peary zeide bij zijn terugkeer, dat einde-
lyk bereikt was, wat hij had nagestreefd.
Toen wij het schip weer hadden be
reikt namen wij een zonsverduistering
waar. Aan de Noordpool zelf hebben
wij niets bemerkt vau Peary's groote
vreugde. Pas by terugkeer op het schip
gaf hij een groot feest.
Het was genoeg, dat Ulla en naast
haar mevrouw Grützig de »zuster van
de overledene mevrouw Von Saldorf'
op den voorgrond stelden, om iedereen
het verschiinen dier dame als iets van
zelfsprekends te doen beschouwen. Bo
vendien miste de roep van haren rijk
dom ook hier niet zijne werking.
In de nevenkamer, waarheen de majoor
zich had teruggetrokken, trad Richard
haastig naar hem toe.
»Op mijn woord als ik je dat nog
verzekeren moet
Jürgen schudde hem warm de hand.
»Onzin Spreek er niet van. Het
is niet waard, zich er over op te winden
Richard durfde geen woord tot Ulla's
verontschuldiging inbrengen. Het bloed
steeg hem uaar het hoofd, als hij aan
hare houding dacht.
»Weet je ook wie haar tafelbuur zal
moeten wezen?» vroeg de majoor snel.
»Zij zal toch niet
Jürgen weerhield hem. »Neen neen
Laat nu alles zooals het is. Wij beiden
alleen weten er alles van, en wij zullen
ons goed houden.»
Richard vatte zijne hand, alsof hij
greep naar redding.
»Ik dank je, Jürgen,» zeide hij. >Je
tegenwoordigheid behoedt mij alweer
voor een valschen stap. Ik wou dat je
altoos in mijn nabijheid waart geweekt.
Ja, waarachtig, dat wou ik
»Houd je kalm, Richard. Kom L