26e Jaarg.
Xo. 62
Woensdag 2 November 1910.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F.
hlËLEMW,
Buitenland.
FEUILLETON.
Het vermiste kleinood.
AXELSCHE
COERANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tol
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
In den loop van den nacht van
Donderdag op Vrijdag werden te Keulen
telegrammen ontvangen, die meldden
de keizer, de keizerin en hun
dochter op hun terugreis uit België
Dom zouden komen bezichtigen.
Alles kwam in den vroegen ochtend
in de weer, en toen de trein tegen
sevenen het station binnenliep, stonden
de autoriteiten op het perron op post.
De keizer was in een bijzonder op
gewekte stemming en begaf zich met
ttouw en dochter door den regen te
voet naar den Dom, waar zij in de
eerste ochtendschemering en in den
van het electrische licht de
"schatkamers, het groote koor en ver
schillende schilderijen bekeken. De
keizerin zeide, dat zij als meisje van
sestien jaar den Dom ook eens in de
ochtendschemering bezichtigd en daar
zulk een onvergetelijken indruk van
mee genomen had, dat zy er ook hare
dochter van had willen laten genieten.
In de gauwigheid hield Hertel, de
bouwmeester van den Dom, voor den
keizer in de wachtkamer van het station
een korte verhandeling over de
rerweêring van den Dom.
Daarna stapte het gezelschap weer
lks in den trein en zette het de reis
naar Berlijn voort.
In Duitschland waar men, evenals
ia ons land, altijd veel te stellen heeft
ld met de Spaansche schatgravers,
gt men dat de oplichters tegen-
Op hetzelfde oogenblik zag Ulla de
gezelschapsjuffer met het kostbare thee
goed binnentreden, en hare nieuwsgierig
heid hield haar geboeid, terwijl ook
Lotte Kleber haar reeds naar de sofa
troonde.
U weet niet, lieve mevrouw Von
Saldorf, hoe ik dit oogenblik zegen
begon Lotte Kleber, na op de sofa naast
Ulla te hebben plaats genomen. >Ja,
waarachtig, de zegen komt ook hier van
boven Och, lief mevrouwtje, ik kan
o niet zeggen hoe allerliefst ik u vind
En als u iets mocht noodig hebben, dan
bid ik u alles is hier tot uwe be-
ichikking.»
Daarbij overlegde zij sluw, of zij
Riohard's bezoek en voorspraak in Re
flate Mildner's aangelegenheid aan Ulla
verraden zou, of niet. Voorloopig be-
«loot zij nog te wachten.
Wat Ulla betrof, zij vond de vrouw
fecht ordinair. Maar met het oog op
tekere erfeniskansen verlangde zij niets
liever, dan zwager Jürgen met dezen
volgairen geldzak, die immers reeds zijne
schoonzuster was, nog naar den burger
lijken stand te zien rijden. Zoodoende bleef
immers het goede geld in de familie.
woordig hunne taktiek gewijzigd hebben.
De voor de oplichterij uitgekozen slacht
offers krijgen nu geen brief meer van
iemand, die in de gevangenis zit en
een koffer vol schatten ergens heeft
staan of iets dergelijks, maar van een
Spanjaard, die hen met allerlei valsche
stukken als verklaringen van overlijden,
afschriften van testamenten enz. mede
deelt, dat er een verre bloedverwant
van hem is gestorven, die een som
gelds aau hen vermaakt heeft, onder
beding dat zij de zorg voor zijn eenig
achtergebleven kind op zich zullen
nemen. Dat kind zal hun toegezonden
worden, mits vooraf de reiskosten ver
goed worden.
Wie geld stuurt, is dit, als altijd, kwijt.
De Duitsche regeering heeft hemel
en aarde bewogen, om van de Spaansche
regeering gedaan te krijgen, dat er aan
de praktijken der Spaansche oplichters
bende een einde kwam. Alles om niet
de lagere politiebeambten, die de boos
wichten zouden moeten pakken schijnen
met hen twee handen op een buik
te zijn.
ENGELAND.
Er is in den laatsten tijd onder deze
rubriek misschien al te veel van moor
den sprake geweest. Maar het waren
werkelijk bizondere gevallen en op
politiek gebied is er nog niet veel te
doen. Vrijdag is voor den politierechter
weer een eigenaardige moord behandeld.
De moordenaar is van huis uit een
Duitsche Jood, 59 jaar, met name Noach
Wolf. Te Londen werd hij tot het
Christendom bekeerd en opgenomen in
Lotte Kleber las haar deze gedachteD
van het voorhoofd.
»Want niet waar,» teemde zij
»ik kan 't in mijn graf toch niet mee
nemen en ik ben toch ook sterfelijk.
»Kom kom, u ziet er nog zoo bloeiend
uit,» meende Ulla.
»Kerkhofrozen, mevrouwtje Mijn hart
heeft een knauw gekregen, waarvan het
nooit meer opkomt. En wat men zoo
heeft, daar wil men toch een erfgenaam
voor hebben. Daar staat en ligt het nu
alles. Wie zal 't krijgen Dat knaagt
mij aan mijn hart, meerdan ik zeggen kan.
>Hebt u dan anders geen verwanten
meer vroeg Ulla levendig.
»Geen ziel. Dat is juist de ellende,
lieve mevrouw. En ik ben toch zoo op
familie en familieleven. Dat gaat mij
boven alles. En nu ziet u hoe ik in
den hoek gestooten word ik, de eenige
zuster
Zij drukte haar geparfumeerde kanten
zakdoekje tegen hare droge oogen, en
vatte weer Ulla's hand.
»Ja dat begrijp ik niet,» zeide
Ulla, om iets te zeggen. Het thema
begon haar pijnlijk te worden.
»Dat kunt u ook niet u, door uw
man beminde en aangebedene vrouw,»
zuchtte Lotte Kleber, niet aanwezige
tranen afwisschend. »Hoe kunt u be
grijpen wat er brandt in het gemoed
eener eenzame, eener verstootene,
het hunkeren naar tegemoetkoming, naar
een gesticht voor oude Hebreeuwsche
Christenen. Na drie jaar tijds kreeg
hij, een maand of vier geleden, aan
zegging, dat hij weg moest. Voor twee
of drie maanden keerde het bestuur
der stichting hem nog drie gulden in
de week uit. Toen dat ophield begon
het gebrek lijden. Vergeefs deed hij
moeite om weer in het gesticht opge
nomen te worden. Hij schreef zijn
uitbanning toe aan een der andere
ouden, een zekeren Simon, die aan het
bestuur had gezegd, dat Wolf de voor
spellingen van den Bijbel niet geloofde.
En voor zoo'n ongeloovige was er in
het gesticht geen plaats. Wolf ging
nu naar Simon toe en trachtte dezen
te overreden, die leugenachtige ver
klaring aangaande hem in te trekken,
maar Simon weigerde. Toen begaf
Wolf zich met een scherp mes weer
naar Simon. Nog eens trachtte hij
hem te belezen, zyn getuigenis te her
roepen, maar Simon bleef weigeren.
Toen kookte mijn bloed, zei Wolf, en
ik stak hem in den hals, in de borst
en hier en daar. Na zich vergewist te
hebben, dat Simon goed dood was, begaf
Wolf zich naar de politie en gaf zich aan.
TURKIJE.
Van verschillende kanten wordt
thans bevestigd, dat de verhouding
tusschen Turkye en Griekenland aan
merkelijk beter is geworden in den
laatsten tijd. Welke invloeden hier in
het spel zijn, is nog niet duidelykof
er wellicht druk is geoefend van de
zijde der Kreta-beschermende mogend
heden, is nog een open vraagmaar
sympathie, naar een beetje liefde 1....
Ziet u, lieve mevrouw, als ik iets mis
daan heb, of als ik mij jaloersch en
nijdig had aangesteld, goed, dan zou de
majoor in zijn recht zyn geweest. Maar
nooit op mijn woord, nooitIntegen
deel
»Ik geloof u gaarne,» begon Ulla.
»Mijn man
»0, uw goede man natuurlijk uitge
zonderd riep Lotte Kleber. »Ik ken
de omstandigheden en dus wiens
brood met eet, wiens woorden men
spreekt.»
Ulla, bij deze plompe insinuatie kleu
reUd, schoof mevrouw Kleber's vingers
van haren schoot, om op te rijzen.
Maar op hetzelfde oogenblik had de
sluwe bezoekster opnieuw hare hand
gegrepen en aan haar hart gedrukt.
»Wat beteekent al het goud van de
wereld tegen den schat, dien hy in u
bezit? U betoovert immers alle
harten: ik voel 't zelf, hoe ik in uwe
nabijheid zoo week word als wasU
zult mij de zorg voor mijn onbeheerde
goed eenmaal afnemen, niet waar
Och, zou ik u een klein aandenken aan
dit lieve uur mogen geven Wij zijn
toch zoo goed als zusters I»
Reeds liep zij naar eene chiffonnière
en kwam met een étui terug. Het viel
haar niet licht, dit kapitaal te storten.
Maar om den interest, dien het zou af
werpen, dwong zy zich er toe.
zeker wordt 't genoemd, dat na de
langdurige periode van spanning thans
een merkbare ontspanning is ingetreden,
die haar invloed op den ganschen
politieken toestand op het Balkan-schier
eiland zal doen gelden. De ontspanning
toonde zich o.a. zeer bij het afscheid
van den tot Grieksch minister van
buitenlandsche zaken benoemden gezant
Gryparis. By diens afscheidsbezoeken
aan den Sultan en de leidende staats
lieden werd hij met bijzondere onder
scheiding bejegend en het afscheid was
zeer hartelijk. Trouwens is de Porte
juist met die benoeming van Gryparis
byzonder ingenomen, daar Gryparis een
zeer bezadigd man is met rijpe ervaring
en groote kennis van de Oostersche
politieke verhoudingen. Van hem is
geen avontuurlyke staatkunde te wach
ten. Ook in jong-Turksche kringen,
waar men eerst eenigszins terughoudend
was ten opzichte van het streven naar
toenadering tot Griekenland, moet men
zich thans bereid verklaard hebben die
richting uit te gaan, in geval het
Veniselos ernst blykt te zyn met diens
program van verwijdering van oude
geschillen en vermijding van nieuwe.
Zooals we zeiden, is een betere ver
houding tusschen Griekenland en Tur
kije van veel belang voor den alge-
meenen politieken toestand op den
Balkan. De wryving tusschen beide
landen vormde een voortdurend gevaar
voor den vrede en zij was voor de
Kreta-beschermende mogendheden, die
niets liever wenschen dan de hand
having van den vrede op den Balkan,
een voortdurende bron van onrust.
»U zult my toch niet willeu krenken,
door het te weigeren Zy opende
het étui en liet eene ster in briljanten
flonkeren. »Ik verlang naar een klein
ziertje liefde, beste mevrouw U kunt
dit ding in uw haar dragen, in uw
mooie, donkere haar. Och, als ik u eens
zoo bewonderen mochtJa, dat mag
ik, nielj waar Even gauw naar
boven loopen, ale u aan uw toilet bent
Ulla hield het fonkelende kleinood
gretig in hare vingers.
Hoe zou zij zoo dwaas en dom kunnen
wezen, dit onderpand van deemoedige
vereering af te wijzen om een vooroor
deel van anderen Indien zy Richard
om zulk een sieraad verzocht, welk ant
woord kon zij dan met zekerheid ver
wachten
»Ik dank u,< zeide zij, ietwat uit de
hoogte. »Eigenlijk moest ik het niet
aannemen. Maar aangezien u van den
kant der familie niet veel vriendelijks
ondervonden hebt, zoo wil ik u niet voor
het hoofd stooten.»
Daaraan ken ik uwe nobele denk
wijze!» riep Lotte Kleber, de bittere pil
doorslikkend en met zachten drang het
jonge vrouwtje dwingend weer op de
sofa plaats te nemen.
»U hebt,» zeide Ulla, al den rijkdom
om haar heen reeds half als haar eigen
dom beschouwend, >u hebt uzelf in de
oogen van mijn zwager en mijn man
erg benadeeld door uwe harde bejegening