No. 61 Zaterdag 29 October 1910. 26e J an nr. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAi\« Buitenland. FEUILLETON. Het vermiste kleinood. Binnenland. COURANT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vr^dagnamiddag TWEE uren. DUITSCHLAND. Het slechte wijnjaar noodzaakt de wijngaardeniers langs den Rijn en in de Palts de handen ineen te slaan, ten einde te overleggen, wat hun te doen staat. Te Königsbach, in de Palts, is een rergadering van wijnboeren bijeenge roepen, om te beraadslagen over een verzoek aan de Pruisische regeering nopens het verstrekken van rentelooze voorschotten aan de in nood verkee- rende wijngaardeniers. Het Westduit- tche verbond van wijnkoopers is van plan, den prijs van den wijn algemeen te verhoogen en zal den 5den November in een vergadering te Keulen dienaan gaande een besluit nemen. In het klein doet de wyn nu reeds 5 pf. het glas meer. BELG1IE. Dinsdag is het Duitsche Keizerpaar ongehinderd te Brussel aangekomen en door de bevolking hartelijk ontvangen. Men was na de socialistische dreige menten in spanning, hoe het publiek zich zou gedragen bij de inkomst van keizer Wilhelm. Dat is erg meege vallen. De Belgen laten zich daar door niet meeslepen. Het zeer talrijke publiek dat langs den weg stond van het Noorderstation naar het paleis, be toonde zich zeer hartelijk in het be groeten van de vreemde gasten. De voorzorgen waren zeer omvang rijk. Dat er elf duizend soldaten in Brussel waren saamgetrokken tot af zetting der wegen, zal daar ook wel »En wie belet je, dat ook nu te doen - Ik toch niet, zou ik denken IntegendeelIk preek je aanhoudend voorleef, geniet, profiteer van hetgeen je hebben kuntMaar dat wil je niet, om belachelijke gemoedsbezwaren. Wij hebben allebei dorst en jij wilt niet dat wij drinken Het zou toch waarachtig voor ons een zegen zijn, als liirgen met die Kleber nog een tweede millioen trouwde. Wij zouden wel sta pelgek zijn, als wy hem daarvan af hielden en niet veeleer alles in het werk «telden om >Ik verbied,* viel Richard in, en zijne «tem klonk heesch van ergernis »ik verbied je, nog met een enkel woord van die speculatie te reppen. Je vrou- welijke gevoel moest er van walgen, in plaats van er door te worden aangelokt >PahAls hij niet aan de eerste vrouw gestorven is,« riep Ulla lachend, >dan zal hij ook de tweede nog wel «verleven. Dat zijn allemaal phrasen, ik blijf bij hetgeen ik heb gezegd, laid stinkt niet. Al de weelde, die je hroer zich van het millioen zijner eerste kan veroorloven, smaakt hem niet bitter, aiaar zoet. En jij hebt toch ook van toe moeten worden gerekend, maar ook de politie-voorschriften waren streng. De Duitsche keizerin, de koningin van België en prinses Victoria hebben een lang bezoek gebracht aan de St. Gudule en zijn bij aankomst en vertrek zeer toegejuicht. Om 6 u. heeft Davig- non, de min. van Buitenlandsche Zaken alle hoofden van gezantschappen in de empirezaal van het paleis aan den keizer voorgesteld. Na de ontvangst van de diplomaten hebben de keizer en koning Albert in hun vertrekken een lang onderhoud gehad. De keizer heeft een groot aantal onderscheidingen toegekend. Aan het galadiner zaten 162 personen aan, onder wie behalve de Duitsche en Belgische souvereinen en prinses Victoria Louisa, de gravin van Vlaanderen, prinses Clementine, prins en prinses Karl van Hohenzollern, alle waardigheidsbekleeders, zoowel uit de keizerlijke omgeving als het paleis, het corps diplomatique, de ministers, burgerlijke en militaire autoriteiten, enz. werden opgemerkt. Koning Albert heeft aan het galadiner een toast gehouden, waarin hij den keizer en de keizerin dank zegde voor het bezoek, dat hij en de koningin be schouwen als een nieuw bewijs van de gevoelens van toegenegenheid, in het afgeloopen voorjaar bij het bezoek aan Potsdam gebleken. „Aan U. M. zoowel door vriendschap als door bloedverwantschap verbonden, waardeer ik de gevoelens, die zij der koningin en mij toedraagt ten volle". De koning gaf uiting aan de wenschen, die hij koestert, dat de Regeering van dat geld niet zuinig geprofiteerd. Waarom dan moeten jullie je zoo opblazen en zoo zedelijk verontwaardigd doen, wanneer de schoonzuster gaarne de tweede me vrouw Von Saldorf zou willen worden »Het is my nooit zwaar gevallen van mijn broeders gulheid te profiteeren,* zeide Richard. Jij brengt mij er toe, mij bezwaard er mee te voelen.* »Integendeel, myn besteIk breng je er toe, haar in het ware licht te be schouwen. Wat je eenmaal toebehooren moet, is nu reeds zoo goed als je eigen dom. Wanneer wij oud en grijs ge worden zijn, dan hebben we geen mil lioen meer noodig. Probeer maar eens, wat ik je zeg I Het zal de proef op de som wezen Ga maar eens in eene groote zaak en noem je naam, met het besef van je broers erfgenaam te zijn dan zal je eens zien, hoe alles aan je voeten wordt gelegd. Paarden en rij tuigen kan je houden voor niets. En dat, zie je,* zij keek hem aan met dien verleideHjken glimlach, die hem van den beginne af had behekst »zie je, dat wou ik nu zoo graag, zoo dol graag.... Neen, stil nuEn ik zou ook* zij sloeg hare armen om zijnen hals »ik zou dan ook altoos zoo heel lief voor je ziju en nooit meer een woord tegen Jürgen kikken. Wat zeg je .daar van Zullen wij. dan niet zalig wezen Richard kreeg 't benauwd. Hy voelde den keizer bij voortduring glorierijk en voorspoedig zal zijn en dat zijn edel streven moge bijdragen om den wereld vrede hechter te maken. De keizer antwoordde o. m. dat de schitterende ontvangst hem en de keizerin diep heeft geroerd en gevoelens van dankbaarheid wakker geroepen, die te levendiger zyn, omdat deze ont vangst een pand is van den nauwen band, die niet alleen de families, maar ook de volken verbindt. De keizer eindigde met een„Leve de koning en de koningin der Belgen, hoerah De keizer en de keizerin, vergezeld door den koning en de koningin, hebben Woensdagmiddag een bezoek gebracht aan het stadhuis te Brussel. Speciale korpsen van de burgerwacht brachten de eerbewijzen. 's Avonds hebben de vorstelijke per sonen een galavoorstelling bijgewoond. Donderdag hebben de keizerlijke gasten met den koning en de koningin der Belgen op de tentoonstelling de Belgische en de Duitsche afdeeling bezocht en daarna een uitstapje naar Tervueren gedaan. Op het kasteel te Laeken werd genoenmaald. AMERIKA. Dr. Albert Hart, een bekend hoog leeraar aan de Harvard-Universiteit, heeft in het openbaar een waarschuwend woord laten hooren tegen wat hij met den geykten term „den zeil moord van het ras" in de Vereenigde Staten noemt. Volgens Harts nasporingen verheugen de Amerikanen zich nog slechts in 1/6 van den kinderzegen, die in Amerika zich weer in de macht dezer liefde, die als een roes over hem kwam en als een roes ook verdampte. Hij sloeg den arm om Ulla's leest en trok haar naar zich toe. sja ja,* zeide hij »wij willen el kaar geen hatelijke dingen meer zeggen wij willen weer voor elkaar zyn wat wij waren in den beginne. Door geen bijzaken willen wij ons geluk ons weer laten verdonkeren.* En terwijl hij dit zeide, knaagde er weder iets in zijn binnenste. Hij zelf had immers geduld, dat zy zijne per soonlijke waarde op den achtergrond schoot voor een adellijken titel. Hij zelf had niet den trots gehad om hare toeschietelijkheid na zijne verheffing in den adelstand terug te wijzen. Dies mocht het hem niet verwonderen, dat zij ook thans nog voortging, met- zijne liefde te schacheren en zijne gevoeligheid te kwetsen. »Zoo hoor ik je graag,* zeide zij, en de dartele levenslust flikkerde weer in hare oogen. >Het is als een sprookje Maar hier in deze kille werkelijkheid zijn sprookjes onmogelijk. Laten wij eens naar het sprookjesland gaan naar het Zuiden 1 Is dat niet een kostelijke inval? Ik kan immers eene borstkwaal of een zenuwziekte hebben 1 Neem verlof en laten wij op reis gaan O, wat kan ik daarnaar hun keren Mogen wij niet eens leven leven? Volop niet enkel er aan te constateeren viel in het eerste tijd perk der kolonisatie. Het is hiermee al zoover gekomen, dat er volgens Hart gevaar bestaat, dat het aantal der geboorten geringer zal worden dan dat der sterfgevallen. Er zijn verschillende oorzaken voor dit verschijnsel. Hart noemt enkele der meest voor de hand liggende, zooals de gewoonte van laat te trouwen, de huidige dure opleidingskosten, en den hoogeren levensstandaard. Men weet dat ook Roosevelt her haaldelijk gewezen heeft op het gevaar, dat in den vorm van „ras-zelfmoord" de Amerikaansche natie bedreigt. TWEEDE KAMER. Dinsdag werden de beraadslagingen hervat over de Bakkerswet. De heer Elhorst (vroeger zelf bakker) hield een uitvoerig pleidooi voor af schaffing van den bakkersnachtarbeid. De heer De Klerk ofschoon dit be amend, had toch bezwaren tegen het wetsontwerp. Zoo ook de heer Ankermandeze hoewel ingrijpen van de overheid ge wettigd achtend, opperde verschillende bedenkingen. Verder werd het ontwerp nog be streden door de heeren Tydeman, Lohman en Kolkman. Woensdag was Minister Talma aan het woord. Hij dankte, niettegenstaande de bestrijding, uit de Kamer onder vonden, toch voor de bijna algeheele toejuiching van het beginsel. ruiken, niet enkel er ran proeven, maar eindelijk eens ons genoegen eten van hetgeen anderen hebben, van hetgeen toekomt aan onze jeugd Je bent mijn lieve schat, RichardMaar wees dan ook niet altoos de slaaf van prin cipes Reken niet altoos I Leef eens 1* Zij viel hem om den hals en kuste hem. »Maar,« zeide hij, haar tegen zich drukkend »je wilt toch een man van eer hebben, geen schulden maker 1 Je wilt toch ook zelf niet in de schulden zitten E«n man van eer Het was hem alaof hy zich zelf een slag in het gezicht gegeven had.... „Een man van eer en plichtgevoel,' had Jürgen gezegd Indien Jürgen alles wist »Ik wil je weer hebben zooals je waart verliefd!* riep Ulla lachend. Daarmee is alles gezegd. De rest zal mij geen zorg wezen.* »JawelEen rijken sul zou je willen hebben 1* Het was hem ontvallen voor hij het wist. Zij knipte heftig met de wimpers en trad terug. »Wat bedoel je? Wat beteekent dat riep zij. »Niets dan hetgeen je reeds weet,* zeide hij, en hij ging de kamer uit. Ulla keek hem woedend na. Daar zy voor dezen avond geeue uitnoodiging had en zich niet thuis alleen wilde ver velen, besloot zij naar den schouwburg

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1910 | | pagina 1