No. 47. Zaterdag 10 September 1910. 2Ge Jaoi*^. Het vermiste kleinood. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli-Vlaanderen. F. DIELEMAN, Buitenland. FEUILLETON. AXELSCHEI AMI ISAM. D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yrydagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiön worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren. DUITSCHLAND. In een groote vergadering van vleesch- houwers, van wege het Hanze-verbond te Berlijn belegd, is men eenparig tot de slotsom gekomen, dat de eenige middelen, om aan de duurte van het vleesch een einde te maken, bestonden in de openstelling van de grens en verlaging van de invoerrechten. In de Frankf. Ztg. geeft Jenny Apo- lant een overzicht van de werkzaam heid van vrouwelijke assistenten van de politie in Duitschland. Stuttgart en Hannover zijn zes jaar geleden met de aanstelling van zulke assistenten begonnen. Daarna volgden Cottbus (1906), Bielefeld, Munchen (1907), Dresden, Frankfurt a/d M., Leip zig (1908), Berlijn, Bremen, Dantzig, Freiburg, Koningsbergen, Neurenberg, Wiirzburg (1909), Maintz (1910). Breslau heeft eenige maanden geleden ook een vrouwelijke politie-assistente gevraagd, maar het is niet bekend, of de post al bezet is. In het buitenland werken Kristiania, Helsingfors, Stockholm, Göte- borg, Weenen en Zurich met vrouwe lijke assistenten. De bezoldigingen wisselen tusschen 900 en 2400 mk., de jaarlijksche ver loven tusschen een week en een maand. De assistenten zijn uit verschillende be roepen voortgekomen, voor het grootste gedeelte zijn zij vroeger ziekenver pleegster ot iets dergelijks geweest. Alleen de assistente te Zurich heeft Den volgenden dag, toen Saldorf de gravin alleen aantrof, noodde hij haar tot een namiddagtoertje naar Zoetwald. Waarde majoor,* zeidezij, hare voeten bekijkend »als die onderdanen van mij maar mee wilden, dan met alle ge noegen. Maar u zult mij toch zeker niet graag op uw rug willen dragen. Als 't u echter om gezelschap bij de wande ling te doen is, dan kan ik mijne juf frouw als hardloopster ten zeerste aan- bevelen. Daarmee doet u dan meteen een goed werk aan haar.c „Ik heb er niets tegen, mits juffrouw Mildner mijn gezelschap voor lief neemt. Daarvan ben ik echter nog zoo zeker niet, want zij lijkt mij een buitengewoon selfstandig peisoontje.* Hij zeide dit met geen andere bedoe ling, dan om voorzichtig de verhouding tusschen de gravin en hare onderge schikte eens te polsen. I >0ch wat smaalde Litta Stadelburg »wat beteekent zelfstandigheid bij I menschen in hare positieWie loon trekt, die doet 't best met zijne zelfstan digheid maar thuis te laten. Overigens kan ik u verzekeren dat zij, wat tact en ^gevoel van betamelijkheid betreft, aan een academische opleiding gehad en den titel van doctor in de philisophie, zij is voornamelijk aangesteld om toe zicht te houden op de werksters in fabrieken. De taak van de vrouwelijke assisten ten is met plaatselijke behoeften in overeenstemming gebracht. In kleine steden als Cottbus en Freiburg kan haar werkkring natuurlijk ruimer zijn, in de groote steden bepaalt hij zich meest tot toezicht op vrouwelijke ge vangenen, op vrouwen die in zedelijk opzicht gevaar loopen en op kinderen. Te Maintz en Koningsbergen moeten de vrouwelijke assistenten ook het oog houden op de gezinnen waarvan de kostwinner opgesloten is, en vooral op zwangere vrouwen, zieken en kleine kinderen. Te Berlijn, Weenen en Stockholm zijn de vrouwelijke assis tenten ook in het byzonder met de zorg voor de jeugd belast. Jenny Apolant hoopt, dat dit korte overzicht vele gemeentebesturen zoo in Duitschland als daarbuiten zal op wekken de proef na te volgen. Dan zal men erkennen, dat de vrouwelijke politie-assistenten voor de armsten onder de armen, voor de werkelijk vermoeiden en belasten een zegen zijn. FRANKRIJK. De minister van oorlog is van plan tegen het einde van het jaar vlieg terreinen in te richten ter opleiding van militaire vliegers te Clermont- Ferrand, Reims, Pontarlier en in het kamp van Courtine, zooals er reeds bestaan te Mourmelon, Vincennis en menigeen van adel een lesje zou kunnen geven.* »Geen geringe lof uit zulk een mond vleide Saldorf. Zij gluurde hem met knippende oogjes aan. Papperlapap, maak nu maar geen komplimentjes, majoor.... Ik meen 't werkelijk, op mijn woord, ik stel het meisje zeer op prijs.* »Heeft u haar al lang in uw huis?* ♦Ongeveer anderhalf jaar. Bij de eerste ontmoeting dacht ik dat er een geest voor mij verscheen, en ik begon al een kruis te slaan. Maar ik ben toch blij dat ik het bezweringsformulier niet heb uitgesproken.* »Zag zij er zoo ellendig uit Waarom vroeg Saldorf, zoo onverschillig weg. »Wat weet ik 't? Door gebrek waarsehijnlyk. Uit liefhebberij heeft zij mij zeker hare diensten niet gepresen teerd.* »Zij verkeerde dus in bekrompene omstandigheden ♦Akelig bekrompen. En dat, ziet u, dat kleeft een mensch zijn leven lang aan. Dat blijft hem altoos neerdrukken en hangt hem als een blok aan 't been Maar neem u haar toch maar eens «ïee uit wandelen, majoor, om mij een plezier te doen.* Hij boog zich zwijgend. De zon gaf al wat zij aan glau» en warmte te geven had, toen lienate woor Satory. Men bestudeert den overtocht van den Sahara per vliegmachine. Het noorder-station te Parijs is de schouwplaats geweest van een schok- kenden moord. Voor de eerste klas wachtkamer wachtte 's middags, toen de drukte der reizigers het grootst was, een met zorg gekleed man van een goede veertig jaar. Toen hij een jongen man met een jonge vrouw zag aankomen en naar het loket gaan om kaartjes te nemen, naderde hij het paar, schoot eerst den jongen man met een revolver een kogel in de borst, daarna de vrouw, die vluchten wilde, een kogel in den rug. Toen bleef hij als verdwaasd staan tusschen zijn beide slachtoffers, die zonder een enkelen kreet op den grond gevallen waren. Een politie-agent ont wapende gemakkelijk den moordenaar en bracht hem naar het bureau. De in den rug getroffen jonge vrouw ver keerde in ernstigen toestand, de jonge man was onmiddellyk overleden. De man, die dezen gruwelijken aan slag pleegde, is een te Glasgow wonend koopman, Italiaan vaD afkomst, Fac- cenda geheeten. Zijn slachtoffers waren zijn eigen vrouw en zyn vriend Vacca, eveneens een Italiaan, haar minnaar. Mevrouw Faccenda was naar Parys gegaan om ebn poos by haar moeder te vertoeven. Er was tusschen haar en haar man reeds veel te doen geweest over haar verhouding tot Vacca, die zij echter steeds ontkende. Toen nu kort na het vertrek van mevrouw Faccenda, die zeer koket was, ook Vacca uit Glasgow verdween, was de het hotel tusschen de rozen al wachtend heen en weet stapte. Hadde het aan haar zelf gestaan, dan zou zij zich tot deze wandeling niet hebben laten vin den, want er was in haar iets, dat haar voor Saldorfs nabijheid bang maakte. Maar eene weigering zou ook tegenover de gravin, beslist eene onbeleefdheid zijn geweest. Dus schikte zQ zich in het onvermijdelijke. Daar kwam de majoor met veerkrach- tigen stap het hiiis uit. Zijn eerste woord was eene verontschuldiging. ♦Neem mij niet kwalijk, juffrouw Mildner, dat ik u heb laten wachten!* Hij riep het reeds van verre, en zijne klankvolle stem deed haar schrikken door de gelijkheid die er in was met de stem van Richard. »0,« antwoordde Renate »ik heb van wachten niets gemerkt. Het is hier zoo groen en zoo lief en zoo geurig tusschen de bloemen, dat men van tyd of uur niet meer afweet.* Zy gingen nu samen het pad op, en zoo kwamen zij aan de eerste brug, onder welke de Giessbach over de rotsen dondert, eeuwig eene wolk van waterdeeltjes opjagend. Saldorf wees op het doekje over Re- nate's arm. Dat wilt u hier zeker wel omdoen niet waar Hij wilde haar behulpzaam zijn maar zij was reeds klaar. Nu stonden zij daar en keken omlaag argwaan van Faccenda gewekt. Mem raadt het verdere verloop. Faccenda ging eveneens naar Parys, waar hij de gangen zijner vrouw bespionneerde, tot hy haar in het station met Vacca aantrof. ENGELAND. Het geding tegen Crippen en juffrouw Le Neve is te Londen hervat. Daarbij bleek, dat de beschuldiging tegen Crippen, als zou hij zijne vrouw vermoord hebben, op de volgende aan wijzingen steunt lo. In de ingewanden van het lijk, dat men als dat van mevrouw Crippeh beschouwt, is meer dan een halve grein van het vergif hyoscyamine gevonden, welke hoeveelheid meer dan voldoende is, om een mensch te dooden2o. den I9den Januari heeft Crippen 5 grein hydrobromide, een middel dat hyos cyamine in verbinding bevat, gekocht 3o. een gedeelte van een nachtgewaad van een man, waarvan het buis met het lyk begraven was, is in het bezit van Crippen gevonden4o. aan het lyk was te zien, dat op een bepaalde plaats een operatie verricht was, en mevrouw Crippen had op diezelfde plaats een operatie ondergaan5o. haarspelden eu strengen haar van 2 d.M. lang zijn een aanwyzing, dat het gevonden overschot dat van een vrouw is, ook lagen er vrouwekleeren bij 6o. op 2 Februari, den dag, nadat mevrouw Crippen verdwenen was, en ook op 9 Februari heeft Crippen ju- weelen beleend, die naar het zeggen van kennissen het eigendom van me vrouw Crippen waren. in het bruisende gewoel, dat de zonne stralen met regen hoogkleuren omspeelden. Hoe nietig is toch de mensch,* zeide Renate, door den geweldigen aanblik betooverd. »Hoe machtig is hij,* glimlachte Sal dorf, »dat hij deze domme kracht kan heenleiden waar hij wil en aan zich dienstbaar maakt.* Nu viel hem in, dat hij het meisje nog nooit had zien lachen, zelfs niet glimlachenen hij was benieuwd, of deze spierbeweging haar aanschijn meer of minder aantrekkelijk maken zou. Hier was onlangs uw plaatsje,* zeide hij, naar de bank onder de dennen wy- zend, langs welke zij heengingen. ♦Toen droomde ik nog niet, zoo'n aangenamen namiddag in 't vooruitzicht te hebben. 'Trouwens, ik verkeer nog altijd in het onzekere, of het aangenaam is voor beide partijen. Zou u mij daaromtrent niet, eens op de hoogte willen brengen heel oprecht Eeue beklemmende aarzeling deed Renate eveu verstommen. Toen zeide zij, met moeite hare woorden vindend ♦Als ik het ook niet zoo toonen kan, toch behoeft u niet er aan te twijfelen, dat dat uwe vriendelijkheid mij ge noegen doet* Meer behoeft u niet te zeggen,* ant woordde hij. Toen kwam er in haar een gevoel

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1910 | | pagina 1