No. 44.
If oensdag 31 Augustus 1910.
ill1 .laar if.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. Dl EL EM Aft,
Buitenland.
FEUILLETON.
Hot vermists kleinood.
COURANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren.
tc
n. 5,
BELGIE.
Uit de Duitsche afdeeling op de
wereldtentoonstelling te Brussel zijn in
den nacht van Donderdag op Vrijdag
39 gouden horloges, Glashiitter fabri
kaat, ter waarde van 30,000 mk., ge
stolen. Men heeft geen spoor van de
daders.
Over de diefstallen tijdens den brand
raken steeds meer bijzonderheden be
kend. Edmond Geers, een gewezen
ambtenaar van het gerecht, die zijn
best heeft gedaan om uit de Pransche
afdeeling waar de juweelen lagen te
redden wat er te redden viel, heeft
verklaard, dat hij een paar kerels de
juweelen en gouden horloges met
handen vol uit de stukgeslagen glazen
kasten heeft zien grijpen, ophetoogen-
bli'k, dat de beambten bezig waren,
het prachtige gobelijn ter waarde van
400,000 frs. van den muur te halen.
Hij heeft ook wel een dief te pakken
gehad, maar in de verwarring is die
hem weer ontglipt.
Volgens een officieele mededeeling,
zijn de Pransche juweliers op de ten
toonstelling bij den brand voor ongeveer
50,000 frs. bestolen.
DUITSCHLAND.
Het eerste standbeeld van den Keizer
zal den 20sten September op de Rijnbrug
te Keulen onthuld worden. Het is een
bronzen ruiterstandbeeld, dat, naar het
ontwerp van prof. L. Tuaillon gegoten is.
De twee op Borkum in hechtenis
genomen Engelsche verspieders hebben
Nu kwamen de lauwe lentedagen. De
wilgentakjes liepen uitde knoppen aan
de kastanjes glommen en zwollen kin
deren plukten op de velden de eerste
»leutelbloempje8.
Het was op een goddelnken dag van
zonneschijn en verjonging, dat Ulla, met
krans en sluier getooid, wachtte op haren
bruidegom, opdat hij haar uit de afhan
kelijkheid eener dochter in het ouderhuis
zou wegvoeren in de vrijheid der vrouw.
Maar eerst nog niet in de eigene huis
lijkheid. Eerst nog ver weg, de grens
over, op de huwelijksreis, die de majoor
vrijgevig bekostigde, den vreemde in,
naar aardsche paradijzen, met den man,
dien zij tot dusver zoo gemakkelijk naar
haren wil had geleid.
Toen Richard binnentrad en haar zoo
in haren bruidstooi zag, kwam er over
zijn verheugde hart iets als eene be
klemming. En zijne stem klonk anders,
veel ernstiger dan gewoonlijk, toen hij
Ulla's hand vatte en vast in de zijne
drukte.
»Voor altijd, Ulla,» sprak hij, heel
warm, en toch schier plechtig. »Voor
eeuwig
'Natuurlijk, natuurlijk,» antwoordde
vergunning gekregen een Engelschman
als verdediger te kiezen. Deze is al
naar Eraden onder weg.
ENGELAND.
Er is uitzicht op vrede in de spoor
wegwereld. Men weet, dat de grief
van net personeel van eenige maat
schappijen was, dat de directie-twijfel
achtige punten in de uitspraak van den
scheidsrechter in geschillen tusschen
directie en personeel willekeurig naar
eigen opvatting toepaste. Het personeel
verlangde, dat die voor tweeërlei ver
klaring vatbare punten zouden onder
worpen worden aan het oordeel van
den verzoeningsraad, bestaande uit
afgevaardigden van directie en perso
neel, en zoo noodig verder aan het
oordeel van den scheidsrechter zelf.
Die kon zeggen, wat hij had bedoeld.
Ten slotte schijnen de directies het
billijke van dien wensch van het per
soneel te hebben ingezien. Zoo heeft
die van den Noord-Britschen spoorweg
besloten, het oordeel van den scheids
rechter in te roepen. En ook een paar
andere maatschappijen, zei een voorman
van het personeel aan een verslaggever,
zeilen by.
SPANJE.
De staking der mijnwerkers te Bilbao
duurt voort. In tegenspraak met al de
optimistische ambtelijke mededeelingen,
volgens welke de werkstaking weer
bijna geëindigd was, komt thans over
Madrid het bericht, dat de bond van
arbeidersvereenigingen te Bilbao met
ingang van Maandag de algemeene
zij glimlachend en in hare opwinding
bijzonder bekoorlijk. 'Wij moeten nu
maar zien, mijn jongen, dat wij 't met
elkaar vinden. Ik geloof, als we allebei
een beetje water in onzen wijn doen,
dat 't dan wel heel goed zal gaan.»
»Als jij dat gelooft,» zeide hij, haren
witten handschoen kussend »nu, dan
zal 't wel waar wezen. Ik heb 't al lang
geloofd".»
De ernstige stemming vervloog. Die
kon van aangezicht tot aangezicht met
Ulla nooit lang stand houden.
»Reken er toch maar niet al te vast
op!» waarschuwde zij. 'Dwalen is men-
schelijk en ik ken je nog maar half
eigenlijk enkel nog maar van je mooie
zijde.»
'Natuurlijk 1 Als heer en gemaal ken
je mij nog niet. Je weet nog heelemaal
niet wat voor een dwingeland er ia mij
schuilt
»0, daarvoor ben ik niet bang 1
Weet je, schat, een beetje kibbelen en
krakeelen is toch het halve genoegen.
Dat behoort er zoo bij. Ja, ik heb wei
eens hooren beweren dat het de pikante
saus van de liefde is. Denk inaar eens,
als men elkaar zoo in de haren gevlogen
is, aan de verzoening I Zou je niet
meenen dat die een beetje ergernis dui
zendmaal vergoedt
Hij wist nooit zoo recht, wanneer hij
haar in de schitterende oogen keek, of
zy in scherts sprak of in ernst. Hij wist
staking heeft afgekondigd. Alleen de
vertegenwoordigers in den bond van
de bakkers hebben de algeheèle vrijheid
van handelen voorbehouden voor de
vereenigingen, welker afgevaardigden
zij waren. De arbeiders hebben Zondag
verschillende vergaderingen gehouden,
welke een kalm verloop hadden.
OOSTENRIJK HONGARIJE.
Een bericht uit Weenen meldt, dat
op grond van een door de professoren
Ghon en Kraus verricht bacteriologisch
onderzoek bij twee uit Hongarije naar
Weenen gekomen vrouwen Aziatische
cholera is vastgesteld.
Een dier vrouwen is inmiddels ge
storven.
Totdusver zijn 20 personen te Weenen
onder bijzonder geneeskundig toezicht
gesteld.
De overheden nemeu alle maatregelen
die in hun bereik liggen, om uitbreiding
der ziekte tegen te gaan. Een bijzonder
geneeskundig toezicht is ingesteld voor
het reizigersverkeer uit Hongarije langs
den Donau.
MONTENEGRO.
Donderdagmiddag zijn grootvorst
Peter Nikolajewitsj, prins Frans Jozef
van Battenberg en nog eenige andere
vorstelijke personen te Cettinje aange
komen, om den Vorst en de Vorstin
van Montenegro hun gelukwenschen
aan te bieden.
Keizer Frans Jozef heeft aan Vorst
Nikolaas een bijzonder hartelijken»brief
geschreven. Hij spreekt daarin van
de warme gevoelens van vriendschap
slechts, dat ditzelfde schitteren en flik
keren, zooals hij het bij geen andere
vrouw ooit nog had gezien, hem onweer
staanbaar bekoorde.
»Als ik niet zoo waanzinnig gek op
je was, jou schelmpje,» zeide hij, haar
ondanks haar verzet in zijn armen slui
tend, >dan zou ik je eens op staanden
voet eene scène maken, om je een proefje
te geven van wat het is Je houdt
er aardige ideeën op na, dat moet ik
zeggen Krakeel en ruzie onze pikante
saus? Een genoeglijk vooruitzicht!
Is dat de garantie, die je mij geeft voor
mijn geluk?»
»Geen spoor van garaniie geef ik je!»
riep zij, in spijt van sluier en krans
hem om den hals vallend. »Wat denk
je wel Dat ik je iets zwart op wit
zal geveu Niets hoorJe hebt mij
maar te nemen zooals ik ben en stilletjes
af te wachten hoe ik 't met je stellen zal
Daar trad de heer Rittweg met Jiirgen
von Saldorf in de kamer.
Het snoer paarlen, dat Ulla om den
hals droeg, was een geschenk van haren
zwager.
»Wij hebben allebei reden om op dezen
dag blij te zijn, beste majoor,» zeide
president Von Rittweg, het jonge paar
met welgevallen gadeslaande. »Als wij
nu nog het bruidspaar onze beste geluk-
en zegènwenschen mee in het huwelijks
bootje geven, dan hebben wij wel alles
gedaan, wat in ons vermogen stond.»
die hij sinds lang voor den Vorst
koestert en de groote belangstelling
van Oostenrijk-Hongarije in de welvaart
van Montenegro. Ook wijst Frans Jozef
op den vooruitgang op economisch en
politiek gebied van Montenegro tijdens
het bewind van Vorst Nikolaas.
In Servië moet die vriendelijkheid
van Frans Jozef jegens Vorst Nikolaas
een minder prettigen indruk hebben
gemaakt.
DENEMARKEN.
Donderdagmiddag is er te Kopen
hagen, terwijl het internationaal congres
van transportarbeiders niet zat, een
afzonderlijke bijeenkomst gehouden van
de vertegenwoordigers van matrozen
en stokers, teneinde te spreken over
de vraag, of er een afzonderlijk ver
bond van zeevolk zou opgericht worden,
hetwelk dan in verbinding zou blijven
met het Internationaal Verbond van
Transportarbeiders. De beraadslaging
duurde vier uren en was zeer levendig.
Tot eenstemmigheid kwam men echter
niet.
Dies besloot men een commissie van
vijf man te benoemen, om de zaak
verder te behandelen. Onder die vijf
zijn de Duitscher Müller en de En
gelschman Wilson. Vrijdag zou de
uitslag van hun overleg aan de afdeeling
zeewezen van het congres worden
Toen stond er in de Engelsche bladen
een bericht, dat het congres eenstemmig
tot een internationale staking van zee
volk had besloten. Dit bericht moet
onjuist wezen.
Mevrouw Rittweg, die met haren zoon
nu eveneens was binnengetreden, sloot
Ulla met vochtige oogen in hare armen,
terwijl Jiirgen naar zijnen broer ging.
»Richard,« zeide hij, met een stevigen
handdruk »je zult zonder veel woorden
wel weten wat ik je te zeggen heb.»
»Ik weet 't, Jurgen en ik dank je.»
Hij kon zich niet goed heenzetten over
een gevoel van openhartigheid, omdat
hij voor den broeder de omstandigheid
had verzwegen, aan welke hij zijn geluk
van heden te danken had.
»Ik wil geen dank, Richard,» ant
woordde Jiirgen. »Dat danken is eene
slechte gewoonte van je. Ik hoop enkel
dat de toekomst mij nog zal vergunnen,
van uw beider geluk getuige te zijn.»
Hij zou er hebben kunnen bijvoegen,
dat hij zich de keus van zijnen broeder
anders had voorgesteld; dat hij, vreemd
genoeg, op ditzelfde oogenblik aan Renate
had gedacht en hare edele berusting had
vergeleken bij Ulla's onberekenbare gril
ligheid, en kortom, dat hij in het
diepste van zijn gemoed zich over het
geluk van Richard wel ietwat bezorgd
maakte.
Maar daarom niet minder hartelijk
voer hij voort
»De oude verhouding tusschen ons
blijft natuurlijk geheel onveranderd.
Dus, wat er ook wezen mocht je weet
hoe ik tot je sta en je begrijpt
mij, niet waar Het oude vertrouwen,