No. M.
Zaterdag 20 Augustus 1910.
26e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. IHELEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
Het vermiste kleinood.
AXEESCHEffi COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
BELGIE.
Brand op de tentoonstelling
te Brussel.
Na den gehallucineerden nacht van
Zondag, na den pijnlijken Maandag
morgen bij de verwoesting en voor het
treurige schouwspel der puinen, had
men gedacht en gezeidhet is met de
tentoonstelling gedaanHemel neen,
de expositie gaat voort, herbegint zou
men haast zeggen. Nooit was er meer
volk dan Maandagnamiddag en Dinsdag
morgen, aldus seint de particuliere
correspondent van de N. Rott. Crt.
Men voelt zich omgeven door eene
vroolijke menigte, die wel gretig luistert
naar de uitleggingen en verhalen der
ooggetuigen die niet zonder verbazing
naar de puinen ziet, maar toch gauw
den rug keert naar de vernieling langs
tuinen en gebouwen kuiert, de gespaarde
afdeelingen bezoekt, de koffiehuizen
vult, waar Tyrolus en Wiener Madchen
weer luidkeels aan 't zingen zijn. Het
is alsot er niets gebeurd was, alsof die
brand niets is geweest dan een monster
nummer der feestelijkheden, wat bar-
baarsch geweldig en heel vluchtig als
elke expositie-feestelijkheid, hetgeen
niet belet, dat wie in de overblijfselen
van Brussel-Kermis mag dringen, er
niet uitkomt dan met een benauwenden
indruk van uiterste desolatie. Ik zei
j u reeds, dat de ingang ervan nagenoeg
geheel ongedeerd bleef; binnen echter
is het alsof men dwaalde door een ver
woeste stad, waarvan bij 't naderen van
den vijand de bevolking op de vlucht
is gegaan en waar de overwinnaar het
dolste leven heeft geleid. Aan deze
half verkoolde tafel, vol flesschen en
glazen, heeft hij zijne victorie gevierd.
Langs deze ingestampte deur heeft hij
de huizen geplunderd, waarna hij de
stad in brand heeft gestoken en zijn
rooftocht heeft voortgezet.
In de Belgische en in de Engelsche
atdeeling wroetten de tentoonstellers
door de puinen. Gelukkig heeft men
de zekerheid, dat kostbare stukken
juweelen en edelgesteenten, die in
brandkasten geborgen werden, zoodra
de deuren werden gesloten 's avonds
om zes uur, gered zijn. Maar daaren
tegen wordt er veel vermist, werd mis
schien wel gestolen. Belangrijke ver
zamelingen kwamen trouwens in de
vlammen om. De collecties van South
Kensington zijn geheel verloren. Slechts
zestien vond men terug van de zeld
zame schatten door den Engelschen
staat ingezonden. Bekommerd loopen
tentoonstellers en verkoopers rond. Wat
zal er van deze laatsten, meestal ver
tegenwoordigers van groote huizen, ge
worden
Het publiek bekommert zich vooral
om twee zakenwas het tentoonge
stelde verzekerd en zal het opgebrande
deel weer worden opgetrokken Ge
noemde correspondent heeft daarover
een klein onderzoek ingesteld en kan
op beide vragen het volgende antwoor
den. De Belgische verzekeringsmaat
schappijen hebben in de tentoonstelling
geene zeer bijzondere zaken gedaan.
»En als ik bedenk,* fluisterde hij
«wat ik eenmaal geloofde en hoopte, en
wat zich daar tusschen schoof
»Dan weet u zoo goed als ik, wat dit
oogenblik meebrengt, en wat het be
teekent,* zeide zij, en hare oogen keken
hem wonderbaar glinsterend aan.
Zijn hart klopte zoo heftig, dat hij
zijne rrije hand ertegenaan moestdrukken.
Nog klampte zijn trots om het laatste
woord. Maar de hartstocht van zijn
verlangen deed al het andere zwijgen.
«Het is waar,* zeide hij gejaagd
«Tegenover dat eene, wat ons het hoogst
gaat, is al wat er gebeurde nietsO.
Ulla, je hebt grooter gedacht dan ik 1
Je hebt beter geweten wat er in mij
omging, dan ik zelf het wistGeloof
ook niet dat ik die dwaasheid, waarop
je doelde, zou hebben begaanNeen
neen Een blik van je oogen zou mij
te allen tijde daarvoor behoed hebben.
I «En toch ben ik dag en nacht er bang
voor geweest,* glimlachte zij.
Hij drukte zijne lippen op hare hand,
«Ik geloof 't,« fluisterde hij. «Ja ja,
nu geloof ik 'tl*
«Het geluk,* zeide zij, zich tot hem
nijgend, alsof zij hem een geheim toever
De vreemde, vooral Engelsche maat
schappijen, hebben zich daarentegen
voor zeer groote sommen verbonden.
Brussel-Kermis werd aldus door eene
Engelsche vennootschap verzekerd.
Goede zaken zullen die maatschappijen
aan de Brusselsche expositie niet maken,
hetgeen niet belet, dat er de meeste
tentoonstellers toch wel het slechtst
aan toe zijn. Heel veel exposanten,
zij vooral, die geene zeer belangrijke
stands hebben en deze, die hunne
produkten aan de bezoekers verkoopen,
hadden verwaarloosd eene assurantie
aan te gaan. Anderen hadden hunne
waren slechts voor de helft der waarde
laten verzekeren, zoodat de brand
duizenden en duizenden inslikken zal,
vooral van de mindere tentoonstellers,
die hoopten in de expositie wat geld
te verdienen en daarvoor eene duur
betaalde standplaats hadden gehuurd.
De groote tentoonstellers komen ér beter
af. Geld zullen zij niet verliezen, alleen
vaak zeldzame of unieke stukken, die
moeilijk te vervangen zijn.
Voor wat het heropbouwen aangaat,
daar kan natuurlijk geen spraak van
zijn, maar uit goede bron wordt gemeld,
dat van nu af aan een ontwerp van
bouwmeester Acker goedgekeurd werd
en zal uitgevoerd worden, waarbij een
valsche gevel de plaats van den afge-
branden innemen zal en verder eene
versierde palisade de puinen omringen
en verduiken zal.
Voor wie weet hoe vlug zoo'n werk
in de tentoonstelling kan uitgevoerd
worden lijdt het geen twijfel of binnen
weinige dagen zal niets zichtbaars nog
trouwde «het geluk wilde niet van
zelf tot ons komen. Daarom heb ik het
bij een oor gevat en het gedwongen
Dat is minder alledaagsch, dan wanneer
men het zoo op de straat vindt liggen.
Zeg zelf is 't niet interessanter zoo,
en beter
Door de wimpersluiers blonken hare
oogen als twee glanzende sterren.
«Het is goed, het is goed h o e 't ook
gekomen is fluisterde hij hartstochtelijk.
Elke weg, die er toe heeft geleid, is de
besteO, je weet niet hoe ik je lief
heb je weet niet hoe ik naar je heb
verlangd Ulla, mijne eenig geliefde
Hij omvatte hare schouders en trok
haar naar zich toe, zoodat zij aan zijne
borst zonk.
«Mijn hemel mijne zaligheid
fluisterde hij, den geur inademend van
haar donkere haar.
Daar naderden schreden van uit de
zaal. Haastig maakte het meisje zich los.
«Morgen zeide hij, hare handen
drukkend.
Maai terwijl hij dit zeide, vloog hem
eene pijnlijke herinnering door het hoofd
Eene spiegelende ijsbaan en een
lachend blauwe winterhemel hadden
eens reeds diezelfde belofte van hem
gehoord.
XIV.
In de danszaal dwarrelde alles door
een. Misschien waren Richard en Ulla
aan de ramp herinneren. Wat van
het tentoongestelde kon worden gered,
zal trouwens niet geheel verloren zijn
voor het publiek. Het zal gedeeltelijk
onder dak worden gebracht in andere
paviljoenen. Zoo zal het Paleis der
Stad Brussel de Belgische goudsmederij
herbergen.
Gelukkig heeft men in den brand
geen menschenlevens te betreuren, al
worden een paar bedienden bij Bostock
tot hiertoe vermist. Zij zijn waar-
schünlijk op de vlucht gegaan, hun
spoor heeft men niet teruggevonden.
Onder de talrijke gekneusden en ge
kwetsten vermeldt men slechts één
gevaarlijk geval.
Nu men de uitgestrektheid der ramp
geheel kan overzien, kan men niets
dan lof over hebben voor den moed
en de gevatheid van brandweer en
ordedienst. Het is aan nunne koel
bloedigheid en hun doorzicht te danken,
dat de brand zich niet verder heeft
uitgebreid. Het beleid en de schrandere
krachtdadigheid van leiders als van
manschappen kan in eene verwarring
als deze niet genoeg geprezen worden.
Omtrent de oorzaak van den brand
verkeert men nog in het onzekere. Er
wordt van kortsluiting gesproken, maar
volgens den correspondent te Brussel
van het Berliner Tageblatt wordt ook
beweerd, dat in een brand in een keuken
van het gebouw van België de oorzaak
gezocht moet worden. De waarheid
zal echter wel niet meer aan het licht
komen.
gemist geworden misschien ook niet.
Mevrouw Von Rittweg, die zichzelf
wel een weinig verweet dat zij hare
dochter eene goede partij had doen mis-
loopen, voelde zich door de gekke situatie
tamelijk gedrukt. Daarom verstijfde zij
letterlek, toen Ulla thuis, bij het uitdoen
van haren avondmantel, zoo vluchtig zich
ontvallen liet: «Morgen in den voor
middag komt Richard von Saldorf.*
«Hoe zoo? Waarom?*
«Dat zult u wel hoorenGoeden
nacht, mama!*
Zij lag tot vroeg in den morgen wak
kei en bouwde hare toekomst op de
millioenen der overleden mevrouw Von
Saldorf, zich verkneukelend over de
teleurstelling van het Heidebloempje.
En kort voor den middag kwam het
oogenblik, waarop Richard von Saldorf-
Lepsius op de minzaamste wijze door
den heer Von Rittweg, wien daarmede
eene groote zorg van het hart viel, als
schoonzoon welkom werd geheeten.
«Nu wil ik nog mijne vrouw roepen
beste Saldorf
Mevrouw Rittweg, moederlijk bewo
gen en gelukkig met de schitterende
partij harer dochter, gaf eveneens haren
Daarna verscheen Ulla. Zij zag er
met hare droomerige oogen uit als een
raadsel, waarvan de oplossing niemand
gegeven was.
Toen Richard hare hand nam, keek
zij onverschillig naar hem op. En toen
hij haar zijne bruid noemde, glimlachte
zij hem teeder toe.
Luitenant Jürgen, toen hij het bericht
van de verloving zijns broeders ontving,
toonde zijne ingenomenheid door het
aannemen van de uitnoodiging voor de
Kerstdagen, die president Von Rittweg
niet verzuimde hem te doen toekomen.
Bij deze gelegenheid werd de bruiloft
bepaald in de maand Maart, en de toe
lage werd vastgesteld in dier voege, dat
het jonge paar een aangenaam en onbe
zorgd leventje zou kunnen leiden.
Richard was van de goedheid zijns
broeders diep doordrongen. Anders met
Ulla, die altoos aan millioenen dacht, en
de hun toegewezene som bekeek door
een sterk verkleinglas.
«Zeg eens, Richard,* vroeg zij, toen
zy beiden alleen aan den haard zaten
en pijnappels in het vuur wierpen
«waarom stel je aan je broer niet voor,
dat hij zijn groote vermogen tusschen
jullie verdeelt, zoodat je niet langer af
hankelijk van hem zoudt wezen
«O, die afhankelijkheid bezwaart mij
niet,* antwoordde hij met warmte.
«Maar mij welHet heeft zoo iets
van een gepensioneerde, aan wien men
een maandgeld overmaakt.*
«Dunkt je? Dat is het laatste waar
aan Jürgen denkt.*
Zij keek hem aan met loerenden blik.
«Zoo Maar toch zal hij eeuwig