No. 40.
Woensdag 17 Augustus 1010.
20e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
F. DIELEMAN.
de.
Buitenland.
FEUILLETON.
Hst vermiste kleinood.
chte
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
BELGIE.
Het internationale vrijhandelscongres
te Antwerpen is Vrijdag gesloten. In
zijn sluitingsrede zei de voorzitter
Strauss, dat de sprekers bewezen hebben
dat zoo men de inkomende rechten
verhoogt, men den uitvoer tegenhoudt
Uit de statistieken van Brentano, Tyska
en Broemel kan men zien dat de tol
rechten geklommen zijn en dat dit
tengevolge heeft gehad een duurder
worden van het leven. Zoo het pro-
Itectionnisme niet meer voert tot den
hongersnood, wat het geval was in het
begin van de 19e eeuw, het maakt een
groot gevaar uit voor de arbeiders. De
leiders van den vrijhandel zouden
steeds indachtig moeten wezen aan wat
Sir Robert Peel in 1846 zeide„De
I vrijhandel zal wellicht vervloekt worden
door eenige monopolisten, maar zal
gezegend worden door hen die hun
dagelijksch brood moeten verdienen."
Ten slotte heeft het congres bewezen
dat de mededinging, die het vrijhandels-
gezinde Engeland van de zijde van
|Duitschland en andere landen onder
vindt, minder erg is dan men het veelal
wil doen voorkomen. De Engelschen
zeiven hebben het bevestigd.
Nu volgden de dankbetuigingen der
verschillende afgevaardigden. De heer
A. Heringa sprak, na dank te hebben
gebracht aan de leiders van het congres,
over den sterken band tusschen België
en Holland. Het practische resultaat
van dit congres is vólgens spreker een
Voor den avond nog was het gerucht
'an Richard's verheffing in den adelstand
door de gansohe stad geloopen. Toen
de nieuwbakkene Von Saldorf in het
Casino verscheen, brak er een stortvloed
'an gelukwenschen over hem los. Hij
kon niet vaak genoeg verzekeren, dat
er enkel aan een wensch van zijn broeder
gevolg wa3 gegeven en dat hij zelf slechts
eene passieve rol had gespeeld. Er werd
opzijn welzijn gedronken. De champagne-
kurken knalden.
Ook Ulla was er bij. Zij lachte voort
durend, nerveus, trachtte de onverschil
lige te spelen. Maar hare oogen volgden
Richard overal.
Daar kwam hij uit de coulissen naar
baar toe. Zij voelde dat hij met den
blik, dien hij op haar richtte, revanche
oatn, en zij roerde zich niet van hare
plaats. Toen hij eindelijk voor haar
stond, hief zij haar glas op en zeide
»0p uw welzijn, mijnheer de assessor
>Dank u, freule, dank u
Opzettelijk had zij hem niet bij zijn
nieuwen naam aangesproken. Nu zeide
op haren onverschilligsten toon
,Ik had al gedacht dat ik u vanavond
adieu zou moeten zeggen.
internationaal pleidooi ten voordeele
van den vrijhandel, waarbij bewezen
wordt dat ook kleine natiën groot kunnen
zijn. De verlaging van de tarieven
zal leiden door de „liberté", gegrondvest
op de „fraternite", tot de „égalité" van
deze beide, zoo nauw verwante volkeren.
Durieux, met wien barones Vaughan,
de morganatische echtgenoote van wijlen
koning Leopold, gaat trouwen, is in
Brussel geen oubekende. Hy vervulde
in de woning van Barones Vaughan
te Laeken, bij Brussel, de rol van hof
meester. Op nadrukkelijk verzoek van
de Belgische politie keerde hij naar
Frankrijk terug, aangezien hij, in auto
mobielen van den koning rijdende enz.,
door zijn gedrag aanstoot gaf. Men
zegt, dat koning Leopold zeer jaloersch
op Durieux was en hem eens het huis
uit heeft gejaagd. Maar hij werd later
weer in genade opgenomen.
AMERIKA.
De New Yorksche correspondent van
de Daily Chronicle seint een verhaal,
dat stof voor een detective-roman op
levert. Drie speurders waren een
misdadiger op het spoor, die uit de
gevangenis was ontvlucht. Hij bevond
zich te New York, -in een huis van
twaalf verdiepingen. Op de achtste
verdieping klom de vluchteling, die
zich achtervolgd zag, uit het raam om
zich langs de brandladder te redden.
Juist was hij op de ladder, toen een
der speurders aan het raam verscheen.
Ziende dat er geen ontkomen aan was,
wilde de vluchteling zich op straat
»Hoe bedoelt u dat? Waarom?»
»Wel dat is toch gemakkelijk te
bogrijpen. AdieuHare vingers
speelden achteloos met haren waaier
maar haar blik gleed naar de plek waar
het Heidebloempje haar blonde kopje
tusschen de coulissen uitstak.
Richard beet zich op de lip. Bijna
had hij gelachen.
»Ja ja,» zeide hij ik begrijp't heel
goed. Men leert mettertijd, freule. Er
zijn zoo van die dingen, die zich moeilijk
laten begrijpen. Maar als men ze een
maal begrepen heeft, dan zitten zij des
te vaster.»
Werkelijk?" Hare raadselachtige
oogen blikten vroolijk in de zijne. »En
zijn er niet ook dingen, die zich moeilijk
laten vergeten, maar die, als zij eenmaal
vergeten zyn
„Wat?» vroeg hij haastig. Wat zijn
zij dan
»Nu vergeten 1»
»Er ontbreekt iets aan,» zeide hij met
bitteren spot.
»Zeer zeker ontbreekt er nog iets aan
en wel het gewichtigste,» glimlachte
zij, haar zakdoekje aan hare lippen
drukkend. »Iets, dat alle vergeten waar
deloos maakt, waar het ontbreekt. Het
vergeven
»Mag ik verzoeken het tooneel te ont
ruimen riep de stem van mevrouw
Gersten berg, terwijl in de zaal de kapel
meester den stok begon te zwaaien.
werpen, schoon de grond 25 M. diep
onder hem lag. Juist bijtijds greep de
speurder hem bij den pols. Er ontstond
nu een worsteling, die ook voor den
speurder gevaarlijk was, want de gevan
gene trachtte zijn vervolger mee omlaag
te trekken. De twee andere speurders
hadden geen ruimte om te helpen.
Snel begaven zij zich naar een ver
dieping lager, klommen daar uit het
raam, de brandladder op en zoo drongen
zij den spartelenden gevangene het
raam op de achtste verdieping binnen.
Vrijdag was Gaynor weer zeer opge
wekt en voelde hij zich krachtiger.
De plaats waar de kogel zit is nu met
zekerheid vastgesteld en de doktoren
meenen, dat het voorwerp betrekkelijk
gemakkelijk en zonder veel gevaar zal
kunnen worden verwijderd. Echter zal
de burgemeester nog verscheidene
weken in het hospitaal moeten bly ven.
De Londensche Times verneemt van
zijn New-Yorkschen correspondent, dat
de stemming, om Gaynor in 1912 te
candideeren voor het presidentschap,
toeneemt. Dikwyls hoort men reeds
de opmerking, dat de moordaanslag
Gaynor president van de Vereenigde
Staten zal maken. Nu, zoover zyn wij
nog niet. Maar het feit bly ft bestaan,
dat de kansen van Gaynor by eventueele
verkiezingen beslist gestegen zijn.
De dader schynt zich zelf voor een
„heelen kraan te houden. Het blykt nu
langzamerhand dat Gallagher een ij dele,
spilzieke sinjeur is, een bijlooper nu
eens van deze, dan weer van die poli
tieke partijdaarby een man die tame-
Richard was in eene zonderlinge span
ning. De macht, die dit slanke meisje
over hem oefende, was hem zelf iets
onbegrijpelijks en iets onvergefelijks, na
al de minachting toch, die zij en de
haren hadden aan den dag gelegd voor
zijn eigen ouder? naam.
Hij speelde zijne rol af, zonder te
weten hoe. Hy zag niet de gevaarlyke
nixen-oogen, die van achter de coulissen
hem gadesloegenmaar hij voelde ze.
Wat hadden zijne gedachten nog met
die van buiten geleerde phrasen te doen
Hij zeide ze op, hij sprak ze uit.
Maar in zijn binnenste gloeiden trots
en wrevel.
Toen na afloop der vertooning de dans
begonnen was, kwam Ulla naar hem toe.
Het was by de damespolka, terwijl enen
weinig acht sloeg op elkaar.
«Vergist u zich niet in den persoon
vroeg Richard spottend. Maar toch vatte
hij hare hand.
«Het is mogelijk, dat ik mij vergis,»
glimlachte zij, hare donkere wimpers
opslaande. «Ik weet 't niet zeker
maar u zult 't wel beter weten.»
Hij nam haar, zonder te antwoorden,
in den arm. Indien zij dan wilde dat
haar gedrag opzien wekte wat raakte
het hem
Zij danste als eene fee zoo licht. Maar
toch lag erin hare bewegingen ietskrinke-
lends, dat zich om Richard's wrevel wond
als eene bloem met bedwelmenden geur.
lijk veel gelezen heeft, maar wien juist
door die literatuur het hoofd op hol is
gebracht.
OOSTENRIJK HONGARIJE.
Een deel der Oostenryksche pers gaat
heftig tegen de regeering te keer, daar
zij hoegenaamd geen maatregelen neemt
tegen de onrustbarende stijging van
den vleeschprys in Weenen. De slagers
vorderen een verbod van vee-uitvoer,
daar er, in weerwil van het gebrek
aan vee op de binnenlandsche markt,
voortdurend een groote uitvoer naar
het buitenland plaats heeft. Ook willen
de slagers een verhooging van het con
tingent vee dat de Balkan-Staten wordt
ingevoerd. De regeering is niet van
zins tot deze maatregelen over te gaan,
om de eenvoudige reden dat de agrariërs
niet willen, met wie de regeering op
goeden voet wensoht te blijven. De
regeering wijst, ter verdediging van
haar standpunt, op de handelsverdragen,
maar daar tegenover wordt opgemerkt
dat dezelfde handelsverdragen toch in
het voorjaar geen beletsel waren voor
een verbod van vee-uitvoer. Toen ging
het echter om de nooden der landelijke
bevolking en ditmaal betreft het die
der stedelyke bevolking. Met bitterheid
merken de bladen op, dat op de eerst
genoemde heel wat meer gelet wordt
dan op laatstgenoemde.
JAPAN.
De overstroomingen in Japan hebben
blijkens nadere berichten ontzettende
verwoestingen aangericht. Heele steden
en dorpen zyn weggespoeldvele
«Ik heb mijn zakdoek laten liggen
daarginds bij de tafel.»
Richard wilde den zakdoek gaan
halen. Maar zij ging met hem mee,
naast hem.
In het kleine vertrek naast de eetzaal
was de tafel gedekt tot het koffiedrinken.
Ulla's zakdoek lag op het vensterkozijn
waar zij hem had neergelegd. En
zoodra Richard dit spel doorzag, pakte
hem weer de wrevel.
»U u hebt dat met opzet gedaan
zeide hij tot Ulla.
»Ja,« antwoordde zij kalm. »Ik wou
eens met u spreken.»
>U moet toch begrijpen, dat u ons
heiden in eene positie brengt, die niet
onbesproken zal blyven
»Dat wilde ik juist.»
»En is het u ook onverschillig, dat u
in mij de wonde, die aan het heelen
was, weer openscheurt
»Volmaakt onverschillig. Ik zet mijn
eigen gevoel daartegenover.»
»Uw eigen gevoel Hy lachte
schamper.
Ja, ja, mijn eigen gevoel.... Maar dat
kunnen we er buiten latenIk vraag
u is het niet beter, dat twee menschen
rond en open met elkaar spreken
Het moge ongewoon zijnmaar menig
geluk zou niet verwoest geworden zijn,
als
«Geluk Ja, er was een tijd, waarin
ik aan geluk nog geloofde.»