No. 36.
Woensdag 3 Augustus 1910.
26e Jaorij;.
Het vermiste kleinood.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. Dl EL EM AN,
Buitenland.
FEUILLETON.
!er J
AXELSCHEffi COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Gentfranco per post 60 Cent
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
Uit de Radbod-mijn zijn sedert den
llden Juli, toen de laatste begrafenis
geweest was, weer dertien lijken boven
gebracht, van welke er tien in een
algemeen graf te Hövel begraven zijn.
Onder de lijken is er een stellig herkend,
het werd Zondagochtend bijgezet. In
het geheel zijn er totnutoe 191 lijken
bovengebracht.
ENGELAND.
In het Lagerhuis hebben verscheiden
sprekers de regeering aangespoord, iets
te doen tegen de martelingen, die de
sultan van Marokko nog altijd gevan
genen laat ondergaan, o. a. onlangs de
vrouw van den vorigen gouverneur
van Fes. McKinnon Wood zei, dat
ministers Grey het bewijsmateriaal
voor die pijniging van de vrouw aan
de Fransche regeering had voorgelegd
en deze ervoor gewonnen had, gezamen
lijk er ten sterkste bij den sultan op
aan te dringen, dat er aan die gruwelen
een eind komt.
De Jewish Chronicle deelt mede, dat
de regeering van West-Australië een
aanbod van Israel Zangwill overweegt
om land te koopen .voor een neder
zetting van Joden. Het blad had ge
hoord, dat het 400,000 H.A. zou wezen,
maar Zangwill, wien zij er om vroeg,
zei dat dat voor zijn plan niet voldoende
zou wezen. Hij voegde erbij, dat de
onderhandelingen met West-Australië
geen plannen voor andere deelen der
wereld uitsluiten.
Den volgenden morgen trokken de
gasten van graaf Hetten bach uit ter jacht.
De weersgesteldheid was zoo gunstig
mogelijk. Om negen uur werd aangezeten
tot een stevig warm ontbijt, terwijl even
wel het noodige proviand tot versterking
onderweg niet werd vergeten. Koud
gebraad van allerlei aard werd ingepakt,
benevens gansche batterijen van flesschen
met wijn en likeuren. De paarden trap
pelden voor den jachtwagen, die straks
het vroolijke gezelschap wegvoerde naai
de slagvelden van Sint Hubertus. En
de zon steeg al hooger in de windstille
lucht. Het zou een uitgezocht schoone
herfstdag worden.
Nog zateD in het slot de dames bij
de morgenthee, toen Renate met de haar
toevertrouwde dochters des huizes den
weg insloeg naar het park, dat prijkte
in al de kleurenpracht van October.
Onder het zware geboomte, dat zijne
goudeD blaren liet uederfladderen, ging
Renate eenzaam. De jonge meisjes speel
den tusschen de stammen, eikels en eet
bare paddestoelen zoekend.
Het zou nu weldra een jaar geleden
zijn, zoo peinsde Renate, dat zij Richard
Depsius voor 'teerst had gezien. En
De Jewish Chronicle is zeer inge
nomen met het denkbeeld. Hoe heerlijk
zou 't wezen, als een millioen Joden
of zelfs minder uit de Russische
verdrukking weg koudeu komen en
vrijheid vinden onder de Engelsche
vlagMaar het plan is nog in zijn
eerste ontwerp, voegde het blad erbij.
Een deputatie van Iersche onder
wijzers is, door John Redmond en
andere Parlementsleden begeleid, bij
minister Lloyd George geweest. Zij
kwamen klagen over hun bezoldiging.
Zij krijgen minder dan Schotsche en
Engelsche onderwijzers. Verscheiden
hulponderwijzers krijgen minder dan
een Engelsch poldergast. Voor de
ouden en zwakken wordt zoo slecht
gezorgd, dat er 111 in het armhuis
zitten. De hulponderwijzeressen, die
70 jaar worden, hebben dan zoo weinig,
dat zij voor algemeeue ouderdomspen
sioen in aanmerking komen.
Lloyd George verklaarde zich, als
de zoon vau een schoolmeester, teu
zeerste met het lot der Iersche onder
wijzers begaan. Hij noemde het eeu
schande voor een rijk land als Engeland,
dat er voor hen van wie zooveel van
's lands toekomst afhangt, zoo slecht
wordt gezorgd. Hij beloofde, dat Iersche
onderwijzers, wat de staat betreft, op
gelijken voet behandeld zouden worden,
als Engelsche en Schotsche. En als
hij zich met het wetsontwerp tot ver
zekering van werklieden tegen invali
diteit bezig houdt, zal hij zien of ook
het onderwijzersfonds niet door den
staat geholpen kan worden.
steeds nog voelde zij den steek, dien
zijne laffe zelfzucht haar iu het hart ge
geven had steeds nog brandde de wonde
van den smaad, dien hij haar had aan
En sedert was zij wel rijk aan erva
ring geworden, en zoo doodarm aan
geluk. Haar trotsche levensmoed lag
begraven. En al die droomen, in welke
hare phantasie zich verlustigd had en
die haar hadden opgeheven boven de
engheid van haar bestaan, waar waren
zij gebleven
Gravin Litta von Stadelburg, hare
patronesse, stond haar hart thans nog
even ver als op dien eersten dag, toen
zij bleek van wanhoop in de kamer was
getreden en in al wat er van haar ver
langd werd had berust. Tusschen haar
beiden stond het eeuwige vooroordeel
van de betalende tegenover de dienende.
Renate's fijne gevoel proefde ook in elk
vriendelijk woord Dog, dat deze dame
haar gaf, den bijsmaak der genadigheid.
Zich voor te stellen, dat Litta Stadel-
burg's origineele minzaamheid voort
kwam uit zoo iets als gelijkheidsbesef,
ware waanzin geweest. Men had hier,
in het slot Markwitz, Renate ook niet
uitgenoodiga om aan de familiemaaltijden
deel te nemen. O neen 1 Zij werd in
hare eigene kamer an berispelijk fijn be
diend, zij kreeg haar deel van alle ge-
recflien, maar voor haar tegenwoor
digheid bedankte men. Men liet haar
BELGIE.
In het groothertogdom Luxemburg
heerscht op het oogenblik een merk
waardige eenstemmigheid. Waarom
wij dit vermelden in deze rubriek?
Omdat de Luxemburgers hunne eens
gezindheid aan België hebben te danken.
Want die harmonie der Luxemburgers,
is verkregen op Brussel's World's Fair.
Het is mogelijk, dat over de tentoon
stelling zelve alle Luxemburgers niet
hetzelfde denken. Maar eens zijn allen,
die Brussel bezochten en wie deden
dat niet het hierover, dat Luxemburg,
hun eigen Luxemburg zich met zijn
„afdeeling" ter wereldkennis onsterfelijk
geblameerd heeft. Plan- en smakeloos,
kinderachtig, mal, ziedaar de kenschet
sende woorden, voor „Luxemburg",
gelijk het op de tentoonstelling er uitziet,
gebruikt. Middelmatig, slecht, „niets
laan." Nochthans was er iets van
waarde. Een kunstnijvere had er
werkstukken met edele metalen, ringen,
vazen, gebruiksvoorwerpen, Die waren
zoowat 14,000 francs waard. Verleden
week zijn die gestolen Een ongeluk
komt nooit alleen. De dief is nog niet
gevonden.
Maar wel heeft zich de douane bij
den exposant vervoegd en betaling
verlangd van het invoerrecht over
14,000 francs. Van dit recht toch was
de kunstnij verheidsheer vrygesteld,
omdat zijn waar uit België terug zou
keeren, gelijk ze er in gekomen was.
Nu ze niet meer naar Luxemburg
terugkeert, is ze in België ingevoerd
dus is er zoo-en-zooveel invoerrecht
verschuldigd.
vriendelyk verzoeken te verschijnen, zoo
dra men haar noodig had, en men ver
wachtte van haar tactgevoel, dat zij uit
eigen beweging op het gepaste oogenblik
ook weer zich uit de voeten maken zou.
Hoe zwaar viel haar deze bejegening
Hoe verlangend kon zy terugdenken aan
de bescheidene kleine kamer, waar zij
gezeten had met hare moeder
Achter het park lag het vrye veld met!
zijne stoppels en reeds omgeploegde
akkers.
»Naar buiten, Fraulein smeekten de
freuletjes, en zij openden reeds het hek.
Daar kwam in de verte het jachtgezel
schap teruggereden, met hoorngetoeter
en hondengeblaf. De jacht was voor
treffelijk uitgevallen, en de goede luim
liet dus niets te wenschen over.
Vlug werd in de aangenaam verwarm
de logeerkamers toilet gemaakt voor het
diner, en toen kwam men bijeen in de
wijd geopende salons, waar gravin Hetten-
bach in den kring van de middelerwijl
aangekomen vrouwen en dochters de
heeren in groot gala ontving.
Daar flonkerde aan blanke halzen en
armen menig kostbaar kleinood. Daar
ruisehten de zijden gewaden. Daar geur
den de fijne parfumerieën. Daar sna
terden en gonsden en lachten de stemmen,
in aangename verbeiding van een koste-
lijk jachtdiner.
»Ik had mij voorgenomen, u den
ganschen avond het hof te maken, gravin
ITALIË.
Er heeft Donderdag in de buurt van
Milaan een cycloon gewoed, waardoor
groote schade is aangericht. Vele
menschen zijn gewond en eenige
vrouwen zijn krankzinnig geworden.
In de stad is sneeuw gevallen.
De geheele Po-vlakte is zwaar ge
teisterd door stormen. In de bergen
zijn vele lawines naar beneden ge
komen. De treinenloop is vertraagd.
OOSTENRIJK HONGARIJE.
Naar uit Trente gemeld wordt is
tijdens een onweer iu het Sextendal
een groote bergweide naar beneden
geschoven, een hut met zich meeslee-
pend waarin verscheiden personen een
toevlucht gezocht hadden. Een meisje
is gedood, terwijl verscheidene anderen
gewond werden.
AMERIKA.
Het schijnt inderdaad al gedaan te
zijn met de operette-opstand op Cuba.
De leider van deze onbekookte onder
neming was zekere „generaal" Miniet,
die geholpen werd door „generaal"
Nicolaas Salazar. Nu is blijkens de
berichten, ingekomen van regeerings-
patrouilles, die ter vervolging van de
opstandelingen waren uitgezonden,
generadl" Salazar gedood. Hij sneu
velde by een aanvdl op een hoeve,
een 80 K.M. van Santiago. En „generaal"
Miniet, de hoofdman der opstandelingen
is met zijn volgelingen gevangen ge
nomen. Hij werd in zyn kamp verrast
door de mannen van luitenant Castillo,
die een regeeringspatrouille aanvoerde.
Jitta,* zeide Hetten bach, aan de zijde
der kleine, kogelronde dame tredend.
>Maar mijne betere natuur drijft boven,
en ik wil dus mijn Riekje het genoegen
niet bederven.t
»Aan uw vrouw behoorde u het hof
te maken. Kom mij niet te na, lichtmis
Denkt u dat alle bloemen enkel voor a
bloeien
Hij lachte zoo hartelijk, dat zy hem
een tik met den waaier gaf.
»Graaf Hettenbach, u bent een godde
loos meDsch Als ik den volgenden keer
naar Markwitz kom
»I)an is de bloem nog een beetje
weelderiger ontloken.*
»Ga weg van mij, gevaarlijke
man
»Niets liever,* gaf hij ten antwoord
»waüt 'ik heb een verscheurënden
honger*.
Juist openden de knechts de dubbele
deur naar de eetzaal.
Van al het stemmengedwarrel en gla-
zengerinkel hoorde Renate niets. Zij
zat namelijk alleen in hare kamer. De
dochters des huizes sliepen daarnaast.
In de breede vensternis zat zij, verzon
ken in zwaarmoedige gepeinzen. Zij
wandelde in gedachten weder door de
popellaan naar de begraafplaats, door de
zwarte poort, waar de avondwind over
de besneeuwde graven streek
Daar werd aan hare deur geklopt.
Zij schrok.