No. 35.
Zaterdag 30 Juli 1910.
«laar^.
lel Hst vermists klsinood.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
E. DIELEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tol
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
ENGELAND.
Er zijn menschen, die gelooven, dat
Jack the Ripper, Jaap de Snijder, de
man van de atgrijselijke moorden op
vrouwen in Londen's Oosteinde, nog
leett. Trouwens, men heeft nooit kun
nen vaststellen wie het geweest is en
mogelijk is 't zeker dat hij nog rondloopt
bl misschien ergens in een krankzin
nigengesticht zit.
De kwestie van die moorden wordt
tegenwoordig weer in de Engelsche
pers behandeld, en wel naar aanleiding
van het optreden van dr. Forbes Wins-
low. Deze vroeg den politierechter in
Bow-street of die iets doen kon voor
den man William Grant. In Februari
1895 werd die Grant voor dien me
disch student wegens het verwonden
van een vrouw in Whitechapel, in dat
Oosteinde van Londen, tot tien jaar
tuchthuisstraf veroordeeld. Terwijl hij
in de gevangenis was voordat misdrijf,
waaraan hij zich onschuldig bekende,
zei men, dat hij Jaap de Snijder was.
De politie deed onderzoek en kwam
tot de slotsom, dat hij het niet was.
Nu hij op vrije voeten is, zijn er brieven
in de krant verschenen, waarin het
heet, dat hij het wel was en in de
gevangenis is overleden.
Dr. Winslow, die beter weet, trekt
zich het lot van den man aan. Een
paar dagen geleden kreeg hij een brief
vau een dame in Australië, die hem
schreef dat zij den armen Grant, be
schuldigd van Jack's moorden, wilde
20)
XI.
i, nul
Jürgen von Saldorf vond aan het station
Markwitz niet alleen het rijtuig van
graaf Hettenbach, maar ook den graaf
zelf, die persoonlijk was gekomen om
hem af te halen.
»Dat is tegen de afspraak zeide
Saldorf, hem de hand schuddend.
»Ik stond er op, u onmiddellijk op
Markwitzer gebied te begroeten,* ant
woordde Hettenbach. »Is alles aan
boord zoo wendde hij zich tot den lakei.
Alles in orde, mijnheer de graaf.*
>Is dit reeds Markwitzer grond en
bodem vroeg Saldorf, toen hij naast
den graaf in het rijtuig was gestapt.
»Ja jaIk hoop dat u aangename
dagen in ons midden slijten zult. Mijne
vrouw heeft een verbazend talent om
'tieder naar den zin te maken.*
De heeren reden in den maneschijn
naar het slot, dat tot in de bovenste
verdieping verlicht was een oud gebouw
met twee breede zijvleugels.
»We zijn er,« zeide de graaf, uit het
rijtuig springend. »Ik geloof dat het
heele gezelschap nog bijeen is.«
»Jawel, mijuheer de graaf. De heer
schappen zyn allemaal nog present,*
helpen. In 1889, in welk jaar de laatste
moord werd gepleegd, verloofde zij zich
te Melbourne met iemand, van wien
zij, door eenige dingen die zij te weten
kwam, de overtuiging kreeg, dat hij
Jack the Ripper was. Zij beschreef in
haar brief voorts, hoe de moorden waren
uitgevoerd en de gewoonten van den
man, o. a. hoe hij steeds een mes bij
zich droeg. Zij gaf hem aan bij de
politie. Hoe het hem verder in Australië
verging, deelde zij (of deelde dr. Wins
low) niet mede; wel dat "hij nuinZuid-
Afrika werkt. Dr. Winslow kent zijn
naam en adres.
Grant vervolgde dr. Winslow
is nu te Marylebone (Londen) in het
werkhuis. Wat kan er gedaan worden,
vroeg de dokter om de brieven uit de
krant te houden, waarin Grant voor
Jack the Ripper wordt uitgemaakt?
De politierechter zei: Laat hij een
aanklacht indienen tegen de schryvers
van de brieven.
Daarop ging dr. Winslow, die van
Grant vergezeld was, heen.
SPANJE.
De gouverneur van Bilbao heeft op
nieuw stappen gedaan bij de werk
gevers om een schikking met de stakers
te bewerken. De patroons willen echter
niet toegeven. De stakers blijven hun
nerzijds staan op den eisch van een
werkdag van negen uren.
Daar de middelen der stakers allengs
uitgeput raken, vreest men dat het tot
ongeregeldheden zal komen. Canalejas
gaat met 't oog op den toestand binnens
lands niet met verlof. De regeering
berichtte eeu oude, witharige dienaar.
»Jy, oude, moet maken dat je naar
bed komt!* riep de graaf. »Weet u,<
zoo wendde hij zich glimlachend tot
Saldorf »deze grijskop heeft mij loopen
geleerd, en daarom doet hij hier nu wat
hij wil en speelt den tiran over mij.*
Saldorf reikte den oude vriendelijk de
hand en volgde toen zijnen gastheer
door de hooge vestibule naar de trap.
»Hoort u al het gegiegel van dames
Zeker heeft die goede Litta Stadel
burg weer eene ui gedebiteerdI
ik u maar eens voorgaan
Hij opende zelf de deur van het salon
»Hier heb je hem, Riekie, gezond en
heelhuids,* riep hij zijne vrouw toe.
Daarop volgden de begroetingen. De
graaf stelde voor
Eerste luitenant Von Saldorf. Gravin
Litta Stadelburg, kostschoolvriendin van
mijne vrouw. Gravin Finkenstein, gravin
Sternbach, met respectieve echtgenooten.
Baron en baronesse Van Gartingen
Zijn er nog meer
»Neen riep men lachend. »'tIsook
genoeg zoo
„Nu, geef dan maar gauw den luite
nant iets te eten, Riekje. Hij moet wel
honger hebben En waar zitten onze
deernen Ik heb namelijk twee
absoluut overbodige exemplaren van
dochters, luitenant
Het echtpaar had met den gast aan
eene kleine gedekte tafel plaats genomen,
gaat voort troepen samen te trekken
op zekere punten, om op alle gebeur
lijkheden voorbereid te zyn.
Het gerucht loopt dat de leider der
stakers, Perezaga, door arbeiders, die
tegen de .staking zijn, gewond zou zijn.
In Barcelona hebben de kolenlossers
den arbeid neergelegd. Zij hebben ge
zegd dat zij de orde niet zullen ver
storen. Er heerscht dan ook volkomen
rust in Barcelona en er wordt in alle
fabrieken gewerkt.
De bewering van Roca, den man die
te Barcelona op Maura, den gewezen
eersten minister van Spanje, heeft ge
schoten, dat hij uit eigen aandrift had
gehandeld, geen medeplichtige had en
geen lid van een geheim genootschap
is, schijnt bevestigd te zijn. In ieder
geval zijn zijn vader en broer weer
losgelaten.
Onder het verhoor trachtte Roca
zelfmoord te plegen, door zich met een
schaar, die op de tafel van den rechter
van instructie lag, in de keel te steken.
Het pistool waarmee Roca geschoten
heeft blijkt een oud en ondeugdelijk
schietwapen te wezen.
ITALIË.
In de Parijsche „Matin" deelt de
Fransche senator Gervais mee, dat
koning Victor Emanuel van Italië een
plan heeft ontworpen ten beperking van
de vernietigende kracht der oorlog
schepen. De grondgedachte daarvoor
zou zijn algemeene voorschriften op te
stellen betreffende tonnemaat, snelheid
en bewapening van iedere klasse van
oorlogschip, waarna de mogendheden
zouden overeenkomen de aldus vast
gestelde grenzen niet te overschrijden.
Ieder land zou, overeenkomstig zijn
nationale hulpmiddelen zooveel schepen
kunnen bouwen van ieder type, als het
wenschelijk achtmaar de wedstrijd
om het grootste, vlugste en krachtigste
schip te verkrygen, zou ophouden.
Naar beweerd wordt zou de koning
in verband met dit plan gezegd hebben
,lk heb het voorgelegd aan hem, die
wegens de door hem ingenomen positie,
naar mijn meening er zijn vollen steun
aan zou kunnen gevenmaar ik werd
niet begrepen."
Gervais voegt hier aan toe, dat als
de koning niet begrepen is in Londen
of Berlijn, hij „er zeker van kan wezen
zijn denkbeeld in overeenstemming te
vinden met de opinies van een demo
cratie."
AMERIKA.
Dat er een burgeroorlog woedt in
Nicaragua is bekendmaar ook in een
naburige republiek van Centraal-Ame-
rika, in Honduras, bestaan partijschap
pen, die met de wapenen worden be
slecht. Te Washington is aan het dep.
van Staat bericht ontvangen, dat op
standelingen een aanval hebben gedaan
op een kazerne van de regeerings-
troepen te Puerto Cortes.
In dat gevecht is een der bekendste
leiders van de insurgenten, generaal
Martin, gesneuveld.
Te New-York zijn berichten ontvan
gen uit Santiago (Cuba), waarin sprake
is van groote opwinding, die op dat
terwijl de knecht van het buffet het
noodige aandroeg.
»Verbeeld je eens, Anton,* gaf de
gravin ten antwoord. »De gouvernante
is opeens ziek geworden, juist toen je
wegreed.*
»En wat heb je gedaan
Litta heeft mij hare gezelschapsjuffer
ter beschikking gesteld. Die slaapt nu
bij de meisjes en past op haar. Ik ben
Litta zoo dankbaar.*
»En ik ben het gezelschapsjuffertje
nog veel dankbaarder Hoor eens
wat je ook van Litta zeggen moogt, ijdel
is zij niet; anders zou zij zoo'n mooi
jong persoontje niet in haar dienst hebben
genomen, om zich daardoor te laten
eclipseeren. Want my dunkt, als men
dat lieve snoetje heeft gezien
De gravin sloeg hem schertsend op de
hand »Wil je nu wel die arme Litta
met vrede laten Tast u niet toe,
mijnheer Saldorf?*
»Dank u, mevrouw.*
Zij rezen op en keerden in het salon
terug. Daar troffen zij de bewuste gravin
Litta, eene kleine, ronde dame, die juist
bezig was goeden nacht te wenschen en
met slaperige oogen op haar rheumatieke
voeteu de kamer uitwaggelde.
Een half uur later lag het slot als
uitgestorven in den maneschijn.
Jürgen Von Saldorf voelde, toen hij
zijne kamer in den rechtervleugel be
treden had, nog niet de geringste be
hoefte aan slaap. Het gesprek met zijnen
broeder Richard en het vooruitzicht van
eenen lievelingswensch vervuld te zien,
namen zijne gedachten geheel in beslag.
Binnen vier weken zou deze aangelegen
heid beklonken kunnen Wezen.
Terwijl hij zich dit alles zoo door het
hoofd liet gaan, warmde zich zyn hart
al meer en meer voor den jongeren,
veelbelovenden broeder, wien hij met
zooveel hartelijkheid een vader en ver
zorger was geweest. Afgezien toch v#n
zijnen eigen dienstplicht als officier, was
de zorg voor Richard het eenige doel
zijns levens. En toch mengde zich iets
bitters in zijne overpeinzingen. Zijn hart
was in zijn ongelukkig huwelijk zoo oud
geworden oud door wantrouwen en
twijfel. Hij had zin en oog verloren
voor jeugd en schoonheid, zoodat hy
koud voorbijging aan hetgeen anderen
bekoorde, zonder te bedenken dat een
man van drie-en-veertig jaar, in de vol
heid zijner kracht en werkzaamheid,
toch nog niet van alle levensvreugde
kan hebben afstand gedaan, veeleer in
zekeren zin nog jong mag he.eten.
Saldorf ging naar het venster, trok
het gordijn weg en keek uit over het
slotplein, waar eene fontein klaterde in
een bekken, versierd met eene marmer-
groep van Najaden, nu blinkend wit in
den maneschijn. Daar bleef eensklaps
zijn blik gevestigd op een venster in
den tegenovergelegen vleugel. Achter