UIT DE OUDE DOOS.
No. 90.
Woensdag 9 Maart 1910.
25e Jaar^.
Ij IJ
al*
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaaiideren.
F. DIELEMAiX.
Buitenland.
FEUILLETON.
COURANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AÜVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
Het is altijd zeer de vraag, of men
iemand in Duitschland genoegen doet,
door hem wat eet- of drinkbaars te
zenden. Stuurt men iemand daar, uit
toegenegenheid, een Geldersche rook
worst dan wordt die in het tolkantoor
verbrand. En onder de nieuwe wijnwet
moet men ook maar geen wijn sturen.
Nu klaagt weer een teleurgestelde
in de Frankf. Ztg., dat een vriend hem
uit Hongarije een postpaket met vijf
flesschen Tokayer had gezonden, om
hem een genoegen te doen. De fiscus
legde dadelijk beslag op twee van de
vijf flesschen, om volgens de bepalingen
van de nieuwe wijnwet te onderzoeken,
of die wijn zuiver was. De kosten
van zulk een onderzoek bedragen
18—20 mk., door den ontvanger te
dragen. Voeg daarbij 1012 mk. in
voerrecht, dan komen de drie overge
bleven flesschen op een 30 mk. te staan.
De ontvanger heeft er daarom de voor
keur aan gegeven, het kistje te weigeren.
Te Mannheim woedt een melkoorlog
tusschen melkboeren en melkslijters,
die zoo hoog is geloopen, dat vele
melkboeren niets meer aanvoeren. De
gemeenteraad heeft nu in overleg met
de slijters besloten, melk van elders,
desnoods uit het buitenland, te ont
bieden.
FRANKRIJK.
De begrooting voor 1910, zooals die
thans door den minister van financiën
«Je zult me toch wel perremitteeren,
mijnheer de soldaat,* schreeuwde hij,»den
heer wachthebbenden commandant te
spreken, en dit kan ik, als koninklijk
onderdaan, die zijne belasting betaalt,
vorderen.*
»Sacrament! riep de lange Eduard,
terwijl alle aanwezigen opsprongen, «die
geschiedenis moeten wij eens aanhooren.
Kom mee naar buiten
En allen begaven zich voor de deur.
Voor den schildwacht stond een klein
en zwakkelijk mannetje. In spijt der
strenge koude, was het benedenste ge
deelte zijns lichaams in een ^nanking
kleedingstuk gewikkeld, terwijl de half
toegeknoopte langpandige zwarte rok
duidelijk liet zien, dat het vest aan zijne
uitmonstering ontbrak. Een oude vilten
hoed stond hem waggelende op het
achterhoofd, en, tetwijl hij met
rechterhand in de lucht schermde, hield
hij zich met de linker aan het schilder
huis vast, om niet tegen den grond te
vallen want hij voerde een buitengewoon
nat zeil.
»Heer luitenant van de wacht,* zeide
hij met eene bevende tong, »mijne ge-
bij den Senaat is ingediend, wijst 159
milljoen meer aan inkomsten aan,
waarvan er 146 opgebracht zullen
worden door nieuwe belastingen en
13 door het nieuwe tarief van invoer
rechten. Het jaar 1910 zal van deze
meerdere opbrengst, daar er met het
invoeren der nieuwe maatregelen eenige
maanden verloren zullen gaan, slechts
75 millioen genieten, waarbij 6 millioen
komen als stortingen der spoorweg
maatschappijen.
Een telegram uit Pointe k Pitre meldt,
dat de onlusten in Basse Terre op
Guadeloupe toenemen. Arbeiders heb
ben in een fabriek en in huizen inge
broken en geplunderd. De post is
aangehouden.
Te Toulon zijn vrijdag vier menschen
in hechtenis genomen, die op een of
andere wijze deel hebben gehad in de
knoeierijen aan de marinewerf.
De onder-staatssecretaris Chéron is
Vrijdag om een onderzoek in te stellen
te Toulon aangekomen. Bij een koop
man, die groote leveranties aan de
marine doet, is een huiszoeking gedaan
allerlei papieren zijn in beslag genomen.
ENGELAND.
Bij de beraadslaging over'Somaliland
zei de Ier DillonEr is wel gezegd,
dat waar de Engelsche vlag eenmaal
geplant is, zij altijd moet blijven...
Hier vielen de unionisten hem met
daverende toejuiching in de rede. En
Helgoland dan? vioeg spottend John
Ward, arbeidersafgevaardigde. Ja, Hel
goland, hernam Dillon, toen het gejuich
malih is mij ontloopen, en een onduide
lijk gerucht heeft mij gezegd, dat zij
zich in de koninklijke wachtkamer be
vindt. Ik ben een eerzaam en soliede
snijder, en kom hier om te vragen, of
mijne vrouw zich hier werkelijk ophoudt.
Mocht dit losse gerucht waarheid zeggen,
dan wilde ik wel eens weten, wat zij
heeft uitgericht, om naar de wachtgesleept
te worden.*
Wanneer gij,* antwoordde lachend de
commandant, «van een wijf spreekt, die
hier voor een half uur naar toe kwam
loopen, dewijl zij voor haren bezopen
echtgenoot vreesde, die haar bestendig
afrost, dan zijt gij hier terecht, en dan
raad ik u aan, u rustig naar huis te
begeven.*
«Zoo, heer luitenant van de wacht,
snikte de meester snijder, mijne vrouw
gemalin is derhalve op de wacht geper
suadeerd geworden. O Godo God
wat moet ik beleven. Wijf, wijt, gij
hebt mij bedrogen 1*
Bij deze woorden greep hij met beide
handen het schilderhuis aan, en begon
hij dit woedend heen en weer te schud
den. Spoedig echter herhaalde hij zich
weder, schoof zijnen hoed eenigzins op
zijde, en liep met waggelenden tred op
den officier der wacht toe.
»Heer luitenant,* zeide hij, »ik ver
lang het wijf terug, dat gij met geweld
in de wachtkamer houdt opgesloten.
Ik heb eene eerzame vrouw, en eene
der ministerieelen had opgehouden, dat
is nog heel wat meer waard dan So-
maliland.
Dat was een klein maar niet onbe-
teekenend tusschenspel. Toen in 1890
het ministerie Salisbury Helgoland, in
t begin der 19e eeuw door Engeland
bezet en eenige jaren later door Dene
marken afgestaan, aan Duitschland had
overgedaan in ruil voor het Witoege-
bied en het protectoraat over Zanzibar
was het algemeene gevoelen, dat
Duitschland een slechten koop had
gesloten. Nu, oeconomisch was 'tdat
zeker. Maar sedert het tusschen Enge
land en Duitschland is gaan spannen
en men in vele kringen een oorlog
tusschen Engeland en Duitschland, zoo
al niet onvermijdelijk dan toch waar
schijnlijk of zeer wel mogelijk is gaan
achten, bekijkt men de zaak van een
ander standpunt.
In Engeland is. men den ruil meer
en meer gaan betreuren. Het bezit
van dat eiland voor den mond van
Weser en Elbe en voor de westelijke
uitvaart van het Keizer-Wilhelmkanaal
kan van onschatbaar belang blijken.
Het gejuich van de ministerieelen na
Ward's tusschenwerpsel wilde zeggen
gij unionisten moogt wel zwijgen van
gebiedsafstandgij hebt de Engelsche
vlag op Helgoland gestreken. Op
Helgoland
AMERIKA.
Om 12 uur in den nacht van Vrijdag
op Zaterdag is de algemeene staking
in Philadelphia, ter ondersteuning van
de actie der stakende tramwegmannen,
In elk geval schijnt het, dat de toe
stand in Philadelphia aanleiding geeft
tot ernstige bezorgdheid. Donderdag
althans, is het hek er weer aardig van
den dam geweest. Een menigte van
duizenden, bestaande uit maDnen en
opgeschoten jongens, pleegde wanorde
lijkheden in de wijk Bridesburg. Een
wachthuis van de tram werd er tot
den grond toe afgebroken. Daarmee
niet tevreden, koelde de menigte haar
wrok aan een paar tramwagens, die
vernield werden, terwijl voorts de lyn
over een aanzienlijke uitgestrektheid
werd opgebroken en de seintoestellen
en borden onklaar werden gemaakt.
De politie in de Bridesburgwyk waren
niet bij machte, de menigte baas te
worden. Een poging om de raddraaiers
in handen te krijgen, mislukte smadelijk,
en de politie moest voor het geweld
van steenen en knuppels der bande-
looze menigte de wyk nemen.
Het initiatief voor een poging tot
bij legging van het geschil tusschen
tramdirectie en employés is uitgegaan
van den burgemeester van Philadelphia.
BELG1E.
Van alle kanten in België komen,
zegt het H. v. Autw., geruststellende
tijdingenHet water zakt, het weer
is droog en schoon, de wind is naar
het Oosten gekeerd. Het eenige kwaad
ligt nu nog in de vele achterblijvende
plassen, die niet wegloopen kunnen en
dus onder den invloed van het weer
moeten opdrogen. Overal wordtnu
geschrobd en gekuischt en gereinigd en
ontsmet, en binnen eenige dagen zal
eerzame vrouw mag door de soldaten
niet gewelddadig in de wachtkamer wor
den opgesloten. O God o God Maar
er is nog recht in het land.*
«Hoor eene,* zeide de wachthebbende
wrevelig, «maak handig dat je met je
gezwets wegkomt, en neem jou wijf
mede naar huis, vervloekt degene,
die zich met zulk tuig inlaat.*
»Zoo, zoo, heer luitenant,* lachte de
snyder honend, «thans zoude ik de vrouw
nog mede naar huis nemen, nadat zij
eerst een half uur bij het soldatenvolk
op de wacht geweest is. O, neen, ik
laat mij van haar scheiden.*
Hierbij begon hij te weenen en luid
te snikken.
»Gij moet niet denken, heer luitenant,
dat ik de zaak zoo laat passeeren. O
neen, er is nog recht in het land. Lieve
hemel, eene eerzame vrouw geweld aan
te doen O Louise, Louise, waarom hebt
gij mij dit aangedaan Maar het heeft
zoo moeten zijn
De luitenant der wacht stond bij dit
tooneel op heete kolenwant door het
gekerm was de halve wacht naar buiten
gekomen, die den bedroefden snijder
nieuwsgierig omringde.
«Dat komt er nu van,* zeide de wacht
hebbende zachtjes, »wanneer men toe
gevend is. Jaag het wijf uit de wacht
kamer, en dan pak je allen spoedig weg.*
Op dit bevel werd Louise naar buiten
gébracht, en aan haren gemaal uitgele
verd, die aanvankelijk niets van haar
wilde weten, maar in zijne vordering
volhardde, van zich van haar te laten
scheiden, en het recht zijnen loop te
laten. Waarschijnlijk zoude de zaak
echter nog gelukkig bijgelegd zijn, in
dien niet in de straat, waar de wacht
zich bevond, eene gestalte verschenen
was, die met vasten tred nader kwam.
»Halt, werda riep de schildwacht.
«Ronde,* was het antwoord.
Welke ronde?*
Hoofdronde.*
Wacht in 't geweer!*
Allen grepen naar de geweren, terwijl
de snijder in klimmende woede voort
raasde.
»Richt u! Schouder't geweer Presen
teer 't geweer Een vice-korporaal met
twee man van dun linkervleugel voor,
om de ronde te examineeren. Marsch
»Halt, werda zeide de vice-korporaal,
die met twee man voorgetreden is.
Hoofdronde.*
»Wie heeft de hoofdronde
»Majoor Z...«
Parool
«Stockholm.*
»De ronde is richtig, heer luitenant,*
riep de vice korporaal, waarop deluitenant
vervolgde
«Ronde avanceer!*
De majoor Z. was als ronde niet zeer
bemind. Zijne accuratesse was tot in
het kleingeestige, en meestal had hij