Landbouw.
Gemengd Nieuws.
De Februarikeuringen van dekheng
sten en van tweejarige hengsten en
merriën in Zeeland zyn gehouden van
10 tot 23 Februari.
Aangewezen om deel te nemen aan
de centrale keuring te Goes, die den
4en Maart e. k. gehouden wordt, werden
8 driejarige en 19 vier- tot zesjarige
hengsten.
Bekroond werden met een aanhou-
dingsbijdrage van 100 en zilveren
medaille voor stamboekouders o. m. de
volgende hengstenAvenir van B. C.
Puylaert, Zuiddorpe, en Gamin van
Wed. Jos. Daelman, Westdorpe.
Verder met een aanhoudingsbijdrage
van j 80 en zilveren medaille voor
stamboekouders o. m. de volgende mer
riën geboren in 1908 Sjora van Ph. J.
van Dixhoorn, Axel, Blondine van B. C.
Ysebaert, Axel, Mirza van G. de Feijter
Jz., Neuzen, Mina van Ch. L. Wauters,
Sas van Gent, Cora van Louis Coene,
Sas van Geut, Marianne II van Ph. J.
van Dixhoorn, Axel, Kate van K. de
Koeyer, Zaamslag, Fanny van Ph. J.
van Dixhoorn, Axel, Merveille van Wed.
Jos. Daelman, Westdorpe. M. Ct.
Donderdag hield de beetenbond
van Aardenburg en omstreken in de zaal
van den heer Ch. Mabesoone te Oostburg
een vergadering, teneinde een beslissing
te nemen over den verkoop der beet
wortelen van de leden, aangesloten by
dien bond.
De voorzitter, E. Martens, deelde
mede dat de bond ongeveer 800 ge
meten beeten ten verkoop kon aan
bieden. Het vorige jaar had de Bond
van Aardenburg maar 140 gemeten te
verkoopen. Wel een bewijs dus dat
de beetenverbouwers beginnen in te
zien dat door aansluiting en gezamen-
lyken verkoop de voordeeligste prijs
kan verkregen worden.
Wel waren eenige aanbiedingen in
gekomen voor den aankoop der beeten,
maar aangezien bijgaande contracten
verschilden met het door den Bond
vastgesteld contract, werd besloten den
verkoop aan te houden en niet van
het door den Bond opgemaakt contract
at te wijken. M. Ct.
AXEL, 1 Maart 1910
Zooals onze ingezetenen bekend is
werden alhier reeds sedert eenige dagen
eenige cinema-vertooningen tegemoet
gezien. Telkens werd het uur aange-
slaat, of by het opzitten den kerel in de
derde positie laat verblijven tot hij zwart
wordt.»
»Ik heb een onderofficier gekend,*
zeide de lange Eduard, »dat was een
infame kerelhy had aan al zijn kor
poraals het tabak pruimen ontzegd, en
wanneer hy bij de exercitie iemand aan
trof, die zich aan dit onschuldig vermaak
overgaf, waarmede denkt gij wel, dat
hy dezen strafte
»Wel,« meende de cavallerieofficier,
»dan zullen zij de lekkernij uit den mond
hebben moeten leggen.*
>Glad mis,* antwoordde de lange
Eduard, terwijl een welgevallig lachje
om zijne lippen speelde, »dan gebood hij
den overtreder om de kanasser-pruim
door te slikken.*
»Foei, foei!* zeide de wachthebbende,
>en zelfs den onverschilligen bombardier
Tippel ging eene rilling'door de leden.a
„De waarlijk immense grofheid, om
met respect te spreken, van onzen ouden
van T...« zeide Tippel »had bij het on
weer, dat van boven naar beneden kwam,
in de brigade dit voordeel, dat de straffen
zachter werden, naarmate zy meer in de
laagste kringen aanlandden.*
Hetwelk anders omgekeerd plaats
heeft,* viel de lange Eduard in.
»Zeer zeker,* ging Tippel voort, »de
oude van T. kon voor eenen ontbreken-
den knoop zes weken arrest opschrijven.
De majoor kondigde deze straf met de
kondigd, maar ook telkens werd het
weer uitgesteld.
Zoo had men op Zaterdag 19 Februari
gewerkt, maar de machine was nog
nog niet gearriveerd. Dinsdags daarna
kwam de machine aan en 's avonds
zou men, aldus werd officieel rondge
zegd, voorstellingen geven. De zaal
was reeds gevuld en het publiek zat
met ongeduld te wachten tot men een
der mannen boven zag komen die
aankondigde datde machine kapot
was en men weer moest uitstellen.
Na eenige dagen werken, via Brussel
heen en weer reizen, soldeeren, kloppen
en draaien, zou het eindelijk lukken
en zoo ging het gerucht jl. Zaterdag
weer, dat zoo niet 's avonds, dan toch
a. s. Maandag (gisteren) ons een voor
stelling wachtte. Zooals iederen dag
ging ook gisteren de jeugd weer naar
den wagen, waarop het gevalletje stond,
om zoo mogelijk informatie's in te
winnen maar de wagen was weg
Eerlijk gezegd waren we maar blij,
want we kregen gegronde vermoedens,
dat het zaakje niet betrouwbaar was
en we dan nog liever de jeugd eenige
malen teleurgesteld zagen dan ja,
wie weet het
Door het hoofdbestuur der schip
pers vereeniging Schuttevaer is aan de
bevoegde autoriteiten het verzoek ge
richt te willen bevorden, dat vaartuigen,
van tegenovergestelde richting de brug
van Sluiskil naderende, deze brug
gelijktijdig mogen passeeren.
Na in den voormiddag bevestigd
te zijn door Ds. R. Hamming van
Zaamslag, die eene rede hield naar
aanleiding van Hebreën 1717, deed
Ds. J. F. van Hulsteijn van Waarde
(Z.-H.) Zondagnamiddag zijne intrede
als predikant bij de Geref. kerk te
Ter Neuzen, die tot tekst gekozen had
2 Corinthen 519 en 20.
Bij beide gelegenheden was het
kerkgebouw overvol.
Tot lid van den gemeenteraad
van Sas van Gent is gekozen de heer
E. Buysse met 140 van de 213 uitge
brachte geldige stemmen. De heer D.
van den Berg verkreeg er 73.
Gisteren had ten overstaan van
Burg. en Weth. van Hoek de aanbe
steding plaats van het verbouwen der
openbare lagere school in de kom dier
gemeente.
Ingeschreven werd als volgt
Vooi de massa doorG. J. Balken-
stein J. van der Velden te Ter
Neuzen voor 6073, C. H. H. Wisse
te Zaamslag voor 6073 en G. Verlinde
te Ter Neuzen voor 5264.
Voor het metselwerk door Jac. Meer-
tens voor 1838 en Gebr. Nieuwelink
voor 1694, beiden te Hoek.
woorden aan dat zij, bij de bekende
vergevensgezindheid van den overste
misschien tct acht dagen zoude kunnen
verminderd worden, terwijl de kapitein
meende, dat de delinquent, ofschoon een
ongehoorde sakkerloots-kerel zijnde, wan
neer alles goed ging, er ditmaal wellicht
met drie dagen af zoude komen, waarop
de sectie-commandant, voordat de troep
uit elkander ging, liet volgen Wanneer
de overste, zooals zich laat aanzien, u
het arrest kwijtscheldt, zoo kunt gij u
echter van mijnen kant op eene straf-
wacht voorbereiden. En dit was dan
ook in de meeste gevallen de afloop.*
»Ja,* lachte de officier met den stomp
neus, »hiervan zal ik u eene zonderlinge
historie verhalen, waarvan de lange
Eduard misschien zeggen zal, dat zij
eene Enkhuizer is maar dit doet niets
ter zake.*
„Het is eigenlijk geene geschiedenis
die gy wilt verhalen,* meende de vaan
drig, »ik ken haar zeer goed men
kan haar eerder eenen algemeenen maat
regel noemendoch als gij het goed
vertelt dan is het niet onaardig.*
Wordt vervolgd.)
Voor het timmerwerk door G. Ver
linde te Ter Neuzen voor 1841 en
I. P. Casteleijn te Ter Neuzen voor
1574.
Voor het zinkwerk door wed. D. J.
Guequierre te Ter Neuzen voor 250
en J. Knijff te Zaamslag voor ƒ232.
Voor het ijzerwerk door J. Verhage
te Hoek voor j 728.
Voor het verf werk door A. van der
Welle te Hoek voor 280 en L. Kiel
te Hoek voor f 254.
In perceelen gegund aan de minste
inschrij vers.
De uitslag van de aanbesteding
eener te verbouwen openbare school te
Boschkapelle is alsvolgt
G. Stoffels en J. v. d. Velde, Zaam
slag f 11786, P. F. Duerinck, Graauw
11600, W. Galle en D. Galle, Zaam
slag 11386, C. Wisse en Lensen, Zaam
slag 11280, P. Duyvestein-Lambert,
Zaamslag J' 10526, J. B. Verstraeten,
Kxeldrecht f 10314, J. Schopman, Hulst
10090, B. H. Reuling, Hulst 10075,
A. v. d. Walle, Hulst f 10050, J. Boeij-
kens, Lamswaarde 10000, P. Wisse en
J. Kayser, Zaamslag ƒ9950, J. Bleyen-
bergh, St. Jansteen 9850, L. J. Col-
sen, Ter Hole j 9706, P. Voet, Kloos-
teizande ƒ9597.
Het werk is aan den laagsten in
schrijver geguud. Hbld.
Bij kon. besluit is de heer F. van
Vessem, gemeente-secretaris van Zuid-
zande benoemd tot burgemeester dier
gemeente.
Te Middelburg, waar in 1905 op
Koninginneverjaardag onder leiding van
den kapelmeester den heer Jan Morks
door 1400 kinderen de Marcia Castagnolo
(kleppermarsch), in 1907 tot groot ge
noegen van Koningin en Prins de
Trommelmarscli werd uitgevoerd, heeft
de yverige heer Morks weer wat
nieuws bedacht voor 31 Augustus, een
Trompelinenmarsch. Deze marsch zal
worden uitgevoerd door een honderdtal
jongens op daarvoor speciaal vervaar
digde, viertonige trompetten, met bege
leiding van het Middelburgsche Muziek
korps.
Kwartjesvinder gesnapt. Óp aanwij
zing van een conducteur en eenige
passagiers werd te Rotterdam aan het
station Delftsche Poort een berucht
Amsterdamsch kwartjesvinder door de
politie gearresteerd en geboeid naar
het politiebureau overgebracht. In den
trein tusschen Dordrecht en Rotterdam
had hij met nog eenige collega's van
een remmer en een tweetal passagiers
op de bekende wijze een som van f 29
gewonnen.
De vermiste jongen.
Sedert 11 Februari wordt een 14-
jarige knaap vermist, genaamd Jan van
der Wiel, wonende onder de gemeente
Zeist.
Reeds is door 30 rijksveldwachters
en 3 politiehonden naar hem gezocht,
doch zonder resultaat.
Natuurlijk loopen er vele geruchten
omtrent den verdwenen knaap. Het
éénige wat men voor mogelijk houdt
op dit oogenblik, is, dat de knaap is
meegelokt door een vreemdeling met
zeer slechte bedoelingen en op een
eenzame plaats in hei of boscn van
het leven is beroofd.
Ook hebben pl.m. 50 personen af
gravingen gedaan voor de mogelijkheid,
dat de jongen bedolven kon zijn.
Die 50 mannen hebben in de bosschen
gezocht tusschen Amersfoort, Zeist en
Baarn en gespeurd met schoppen, peil-
ijzers, op handen en voeten gekropen,
in één woord gewerkt van 's morgens
tot 's avonds.
De heer V. der Wiel zelf kan ook
geen enkele inlichting geven. Het ver
moeden dat zijn zoon door een ont
slagen werkman zou zijn aangerand,
gelooft hij niet. Hij heeft als uitvoerder
van groote werken o.m. bouwt hy ook
de nieuwe genie-kazerne te Utrecht
zooveel werklieden aangenomen en
ontslagen, dat hij geen enkele aanwijzing
in deze richting zou kunnen doen.
By de politie is, waar de jongen zoo
lang weg is, het vreeselijk vermoeden
opgekomen, dat de jongen gevallen is
als slachtoffer vaneenz.g. „Lustmord",
dat hij in handen van een ellendeling
gevallen is, die hem van het leven
beroofd en zijn lijk verborgen heeft.
Het U. D. deelt mede, dat ten huize
van de ouders van den knaap een
brief was ontvangen uit Hilversum,
waarin bericht werd dat aldaar in een
pension geruimen tijd een vreemde
mijnheer had vertoefd, die sedert was
afgereisd en wiens signalement veel
overeenkomst had met den „mijnheer
met de gryze jas en den haviksneus",
die aan den Dolderschen weg was ge
zien en wiens aanhouding werd verzocht.
De politie zoekt thans naar dezen per
soon, die zich ook op andere plaatsen
blijkt te hebben opgehouden.
Nog verneemt het blad, dat de bur
gemeester van Apeldoorn telegrafisch
heeft bericht, dat hem kennis is ge
geven, dat tusschen Barneveld en Apel
doorn een jongen op den weg is gezien,
die in vele opzichten overeenkwam met
het signalement van Jan van der Wiel.
Deze jongen had aan den bestuurder
van een passeerenden hondenwagen om
eten gevraagd en was daarna verder
gedwaald, den weg op. Thans wordt
van uit twee richtingen, zoowel van
uit Apeldoorn als van uit Barneveld
naar dien knaap gezocht.
Uit Zeist wordt echter aan het Hbld.
gemeld, dat een dadelijk ingesteld on
derzoek in de omstreken van Apeldoorn
niet de minste resultaten heeft opge
leverd.
De „Prins Willem II".
Hoewel de directie van den Kon.
West-lnd. Maildienst te Amsterdam nog
immer zonder bericht is omtrent de
Prins Willem II, blijft zij alsnog het
waarschijnlijk achten, dat het vaartuig
hulpeloos op zee ronddrijft met delect
aan machines of schroefen er zijn
nog voor vele maanden voldoende
levensmiddelen aan boord.
Er zijn twee mogelijkheden, schrijft
men aan het Hbld.de eerste is, wat
wij allen hopen en gelooven dat niet
gebeurd isdat het schip door het
stoomen tegen een wrak, door een
ketelontploffing, door groote schade door
een orkaan aangericht of door eenige
andere onbekende oorzaak, vergaan is.
Dan had niets en niemand hulp kunnen
verleenen. De tweede mogelijkheid doet
nog de hoop in aller harten leven een
schade aan de machine of de voort
stuwers maakt dat het schip geen voort
gang heeft. Is het schip dan echter
op het traject HavreAzoren, dan is
het haast ondenkbaar dat het niet binnen
enkele weken, lang voordat tot zoeken
uitgezonden schepen het hadden kunnen
vinden, door een ander schip sou zijn
opgemerkt. Bevindt het schip zich in
dien toestand op het weinig bevaren
traject Azoren—Paramaribo, dan is de
toestand geheel anders, vooral nadat
het onbestuurde schip door wind en
stroom uit den gewonen koers gevoerdis.
In dat laatste geval, waarin het seinen
met de Azoren thans geen nut zou
hebben gehad, zal echter een zoekend
schip al bijzonder weinig kans hebben
de dryvende stoomboot te vinden.
Groot gevaar is er dan nietna weken
en weken zal wel een schip gezien
worden en ten slotte zal het schip wel
veilig ergens binnen komen.
Maar een schip dat het gaat zoeken
Van af een schip ziet men een cirkel
vormig zeeoppervlak met een middellyn
van ongeveer 30 K.M. Een schip van
Paramaribo naar de Azoren stoomende,
verkent dus een 30 K.M. breede strook
zee. De strook, waarop het schip zich,
na enkele weken te hebben rondgedre
ven, kan bevinden, is echter verschei
dene honderden kilometers breed 1 Dat