Ill IB IBM BO li
Nieuwjaars-advertentien
So. 70.
Woensdag 29 December 1909.
25e Jaarg.
J
Nieuws- en Advertentieblad At-voor Z e e u w s c li -Vlaanderen.
F. IMELEMAA,
BERICHT.
Buitenland.
F III L L E TON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AOVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën 'worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
In het Nieuwjaarsnummer dat
p 1 Januari 's morgens verschijnt
jkunnen
[worden geplaatst a 30 cent. Men
Iwordt beleefd verzocht hiervan zoo
[spoedig mogelijk opgave te doen.
DE UITGEVER.
FRANKRIJK.
Een paar dagen geleden kwam een
Fransch blad met een bericht, dat er
in het bosch van Orleans een tijger
gezien was. Thans komt de Temps
vertellen dat meneer Beaulande, van
Nevoy, Vrijdag j.l. het beest gezien en
daar als volgt van verteld heeft: mijn
aandacht werd getrokken door ge
schreeuw, naar ik dacht van een varken
of een jong wild zwijn, dat in een
strik zou geraakt zijn. Ik ging op het
geluid af, toen ik plotseling in de vrij
dichte heide eentijger zag naderen,
die in een cirkel rond mij liep. Ik
bleef uit zijn buurt en de tijger keerde
terug naar de plaats waar hij blijkbaar
zijn prooi had neergelegd. Volgens de
beschrijving van Beaulande moet het
een nog jonge tijger zijn. Ook Dinsdag
moet het dier weer in het bosch gezien
zijn. Men begrijpt welk een schrik er
Het was zeer goed, dat ik op hetzelf
de oogenblik reeds de schaduw der hoo
rnen bereikt had; want het teedere paar
naderde reeds weder het rijtuig, en uit
menig teeken van verbazing van de zijde
des jongen heers meende ik te kunnen
opmaken, dat de geheimvolle sluier
die mijn persoon bedekte, opgelicht was
»Foeifoei! ik bid u al mijn dagen, c>
zeide de minnaar, »neen, dat is te erg,
zulk een mensch.c Daarop riep hij
luidGeorgeGeorgézoo heette
misschien een zijner vrienden, en wel
licht dacht hij, dat ik mijne rol nog
voortzetten, en, op zijne stem, mij in
zijne armen werpen zou. Doch mis-
gerekend, ik was reeds veilig, drukte
mij vast tegen eenen boom aan, en hield
mijn rechterarm onder den mantel uit,
om, in tijd van nood, eene krachtige
oorveeg te kunnen uitdeelen. De brave
nochthans stelde nochthans geen onder
zoek naar mij in, hielp de parel in het
rijtuig en wenschte haar, met de teederste
uitdrukkingen, een zoeten en goeden
nacht, waarbij hij tevens dè hoop te ken
nen gaf, om haar morgen weder te
zien. Vervolgens sloot hij het portier
de streek heerscht. Er gaat geen
kind meer naar school 1
Ook uit Frankrijk komen berichten
over hevige stormen, die groote schade
hebben aangericht.
Te Lyon is een vrou w door een neer
vallenden schoorsteen gedood en zijn
verscheidene menschen gewond. Bij
Brest zijn op dezelfde manier drie
menschen omgekomen.
De stormen gingen gepaard met een
warmtegolf, die een ongewone stijging
in de temperatuur veroorzaakte.
In de Vogeezen is het lente. De
sneeuw van de meeste bergtoppen is
gesmolten.
Volgens het oude gezegdeEen
groene Kerstmis, een witte Paschen,
belooft dit een koud voorjaar.
SPANJE.
Over het noodweer in Spanje meldt
de Madrileensche correspondent van de
Daily Telegraph Stortregens zijn over
heel Spanje neergekomen. De wind
woei tegelijk met buitengewone kracht.
Het meerendeel van de telegraaflijnen
zijn gestoord. Op vele spoorwegen is
de dienst geheel ontredderd. De ri
vieren treden buiten hun oevers. Ver
scheidene huizen zijn ingevallen, vele
runderen zijn door het hoogwater wegge
voerd. Madrid is geisoleerd, ten minste
wat de verzending van telegrammen
betreft. Ik doe u dit bericht per telefoon
over Bilbao toekomen.
De orkaan is zoo hevig geweest, dat
een trein met vier rytuigen van het
spoor is geworpen. Zes reizigers werden
gewond. De zee ging zeer hoog, vele
kleine visschersvaartuigen zijn aan de
kust vergaan en een aantal visschers
zyn verdronken. De schade, die de
overstrooming teweeg heeft gebracht,
is zeer groot.
Het juiste aantal slachtoffers is nog
niet te schatten.
BELG1E.
Dat de Koning den eed ook in het
Nederlandsch atlei, danken de Vlamin
gen aan Julius Hoste. Hij was het, die
den Kroonprins wees op de wettelijkheid,
voldoening te geven aan het grootste
deel der Belgen. De prins, thans
Koning, die blijkbaar de rechten der
Vlamingen genegen erkent, liet 's nachts
voor de kroning, om twee uur berichten
dat de wensch der bevolking gaarne
ingewilligd zou worden.
Dé Kamer en de Senaat zullen nu
heel de week moeten beraadslagen.
De civiele lijst moet goedgekeurd wor
den het contingent en de dotatiën ook.
Men gelooft dat het parlement het
heffen van ontvangsten in Kongo voor
6 maanden zal toelaten, zoodat de be
handeling der begrooting zal kunnen
worden uitgesteld
Vermoedelijk zal de Kamer van
Maandag af 's morgens en 's midd u
vergaderen, de Senaat van Dinsdag at.
Men hoopt dat de oppositie, in deze
omstandigheden, het parlementaire werk
zal vergemakkelijken.
Nu alles goed is afgeloopen, mogen
we wel zegt het Handelsblad van
Antwerpen -- het volgende melden
Eenige dagen vóór het afsterven van
en maakte hij zich ijlings uit de voeten.
Thans nam het rijtuig den terugtocht
aan, en ik behoef u niet te zeggen, dat
ik mij in dezelfde richting met de
equipage voortbewoog; want ik wilde
ten minste weten, waar de kleine blon
dine gedomicilieerd was. In weinig
oogenblikken hadden wij het oude slot
plein achter ons, en namen de paarden
eenen snelleren draf aan waardoor ik
wel inzag, dat het mij onmogelijk was,
met de koets gelnken tred te houden.
Toen welden eensklaps de oude herin
neringen aan mijne kindschheid. in mij
op, hoe ik dikwijls achter op een rijtuig
geklommen, en hiermede voortgereden
was. Het is goed, dat men in zijne
jeugd iets geleerd heeft, of, voegde
de verhaler met eenen zijdeliugschen
blik op zijn collega er bij, dat men
niet zoo zwaarlijvig is, als zekere lieden.
Want voor u, lieve Tippel, was de
ruimte te nauw geweest, waarin ik mij
in het volgende oogenblik moest bewe
gen. Zoo rolden wij dan langs de
stratenterwijl ik de plaats van joli
coeur, die ik een half uur geleden nog
bekleedde, tegen die van eenen elleudigen
bediende verwisseld had. De paarden
liepen goed, en weldra draaiden wij eene
hoofdstraat in, waar de gaslantaarns zoo
helder brandden, dat ik mijn mantelkraag
en de blinkende haken zooveel zulks
mogelijk was, bedekken moest.
Daarenboven hadden eenige straat-
Leopold II is de koning het slachtoffer
geweest van een ongeluk, waarvan de
gevolgen zeer erg hadden kunnen
zijn. In een automobiel langsheen de
Willebroeksche vaart rijdend, deed de
auto plots eene geweldige zwenking
en kwam, ei zoo naterecht in de
vaart. Dank aan zijne koelbloedigheid
kan onze tegenwoordige vorst, door een
meesterlijken ruk aan den volant, zijn
rijtuig op de baan houden.
Het feit werd zoo geheim mogelijk
gehouden maar kau men nu een geval
verzwijgen, dat enkel de warme ge
negenheid voor onzen koning kan doen
toenemen
De Moniteur bevat het volgend ko
ninklijk besluit:
ALBERT, koning der Belgen,
Aan allen, tegenwoordigen en toe
komenden, heil.
Willende, door blijken van goeder
tierenheid, onze troonsbeklimming hul
digen
Gezien artikel 73 der grondwet;
Op voorstel van onze ministers van
binnenlandsche zaken en landbouw,
van justitie, van buitenlandsche zaken,
van wetenschappen en kunsten, van
nijverheid en arbeid, van openbare
werken, van spoorwegen, posterijen en
telegrafen, van oorlog en van koloniën,
Wij hebben besloten en wij besluiten
Art. 1. Kwijtschelding van ééne
maand hunner straf en van 100 fr.
geldboete is verleend aan de veroor
deelden tot een hoofdgevangenisstraf
van ten hoogste zes maanden en tot
eene geldboete van ten hoogste 1000 fr.,
jongens den ongelukkigen inval, om den
koetsier toe te roepen achter op achter
op waarop deze de zweep eenige malen
om het rijtuig slingerde, gelukkigerwijze
zonder mij te raken.
Weldra kwamen wij wederom in eene
donkere straat, vervolgens op het plein
bij de Pieterskerk, alwaar wij voor een
aanzienlijk huis aan de deur stond
nommer tien hetwelk ik op mijne
ontdekkingsreizen door de stad, dikwijls
gepasseerd was, stilhielden. Ik verliet
thans mijne zitplaats, en, nadat ik ge
zien had, dat de beide dames deze wo
ning binnenstapten, en de koetsier de
poort inreed, verwijderde ik mij, aan
niets anders denkende dan aan de kleine
blondine, wier beeldtenis van dezen
avond af aan, onuitwischbaar in mijn
hart gegrift staat.
Hier zweeg de verhaler, terwijl hij de
waterkruik opnam, om, meteen frisschen
dronk, zijne droog gewordene tong te
bevochtigen. Tippel had het laatste ge
deelte des verhaals niet met zooveel
welgevallen en zichtbaar genoegen aan
gehoord, als het eerste. Tevens verze
kerde hij zijnen lichtzinnigen kameraad,
dat hij zich eenen geheel anderen uit
slag voorgesteld had, b.v. eene solide
kloppartij met den genoemden domme
kerel, of eenen even zoo soliden avond
maaltijd met de beide dames. De drie
kanonniers, die, ofschoon zij mede het
verhaal aangehoord, er nogthan3 weinig
van verstaan hadden, zaten om de kachel
neergehurkt, terwijl Scholteh hun onder
wees, hoe zij de korst van het kommies
brood, door haar te roosteren, meer
smakelijk konden maken. Daarop gin
gen zij tot het nuttigen van het gemeen
schappelijk toebereide avondbrood over,
waarna Seholten opstond, de vier onderste
knoopen van zijné uniform losmaakte,
en eene lange strik uit zijn pantalon te
voorschijn haalde, waaraan een lederen
zak van eene tamelijke grootte bevestigd
was.
Nadat hij het foedraal geopend had,
trok »hij er een horloge uit, dat, naar
.deszelfs omvang te oordeelen, ten min
ste in vier kasten besloten was. Hij
moest dan ook werkelijk zijne knol, zoo
als hij het horloge noemde, van een
hoornen, koperen en zilveren kast ont
doen, eer hij eenen onderzoekenden blik
op de wijzerplaat werpen kon. Toen
hem dit eindelijk gelukte, posteerde hij
zich voor den wachtcommandant, en
zeide: Bombardier, seks, ohr, wie
meuten ableusen U
Nadat de bombardier Tippel, door
eenen blik op zijn eigen zakuurwerk te
slaan, zich overtuigd had, dat hem nog
anderhalve minuut overschoot, om de
klok van zessen te hooren, maakte hij
van dezen tusschentijd gebruik, om door
eene sterke uitrekking zijner ledematen,
zich tot het oogenblik van opstaan voor
te bereiden. Uit loutere luiheid draaide