Axelsche Courant
BIJVOEGSEL
Zaterdag 25 December 1909, No. 75.
Binnenland.
Landbouw.
Gemengd Nieuws.
VAN DE
VAN
De Tel. weet thans met beslistheid
te melden, dat mr. W. F. van Leeuwen
als burgemeester van Amsterdam heen
gaat, niettegenstaande de „krachtige
pogingen", door de Reg. aangewend om
hem te behouden. Alleen zal hij niet
1 Januari maar 1 Mei a. s. ontslag
nemen. Omtrent zijn eventueelen op
volger weet men nog niets.
In dit jaar werden in Zeeland door
111 aldaar gestationneerde hengsten
gedekt 11903 merries, zijnde wederom
295 meer dan het vorig jaar.
Daaruit blijkt, dat de paardenfokkerij,
waarbij onze provincie reeds eenige
jaren de eerste plaats inneemt, nog
voortdurend toeneemt.
In 1902 bedroeg het aantal gedekte
merries 8315. In den tijd van 8 jaar
dus een vermeerdering met 3588, een
vermeerdering die wel aanwijst hoe
groote waarde door den Zeeuwschen
landbouwer gehecht wordt aan de
paardenfokkerij. M. Crt.
AXEL, 24 December 1909
Woensdag j.l. had ten overstaan
van notaris Dregmans te Axel bij D.
Moerdijk te Zuiddorpe de veiling plaats
van 2 woningen, staande te Zuiddorpe.
Het eene van de erven B. de Block-
Stuer werd verkocht aan P. F. Slock
te Zuiddorpe voor 425, en het andere
van de wed. en erven L. Seghers aan
Jules Noët, aldaar voor f 180.
By de administratie der directe
belastingen enz. zijn met ingang van
15 Januari 1910 in of uit Zeeland ver
plaatst de kommiezen 2e klasse J.
Visser van Middelburg naar Axel, A.
Verdouw van Axel naar Middelburg,
J. F. de Kousemaeker van Sas van
Gent naar Neuzen, C. Kok van Nieuw
Namen naar Heinkenszand, J. J. Geluk
van St. Maartensdijk naar Zundert, H.
van den Berge van Hansweert naar St.
Maartensdijk, E. J. Ruijmbeke van
Rucphen naar Sas van Gent, die der
3e klasse K. Vos van Koewacht naar
Nieuw Namen, J. Boersma van Bergen
op Zoom (tijd.) naar Zuiddorpe, en de
kommies te water le klasse D. van
Poelje van Neuzen naar Hansweert.
Woensdag brandde te Kruiningen
het midden in het dorp staande pak
huis van den heer J. Timmermans af.
Twee hitten, die er in gestald waren,
zijn beide verbrand. De bi and weer
slaagde er in den brand tot dit perceel
te beperken, hoewel de belendende ge
bouwen er vlak naast staan. De oor
zaak van den brand is onbekend.
M. Crt.
Diefstal uit een postbox. Op het
hoofdpostkantoor te Amsterdam is met
behulp van een valsch sleuteltje een
box gelicht. Er zijn uit de postbus van
de firma B. W. de Jong Co., O. Z.
Voorburgwal 318 aldaar, twee kennis
gevingen van aangeteekende stukken
ontvreemd. De dief is na het in bezit
nemen der kennisgevingen en het zetten
van een valsche handteekening aan
het loket .Aangeteekende brieven" de
stukken gaan halen.
Het eene bevatte geen geldswaardige
papieren, het andere daarentegen wel.
Er zat een chéque in, groot ƒ213.17,
op de Twentsche Bank. De dief had
blijkbaar niet goed geteekend, want de
bank verklaarde niet dadelijk te willen
uitbetalen. Eerst moest de man blijk
baar nog eens even met het papier
naar het kantoor teruggaan.
Dit was eeü geluk voor de betrokken
firma. De bedrijver van den diefstal
durfde niet voor een tweede maal naar
de Bank en hij kwam tot het besef,
dat zijn geheele postbox-operatie hem
nihil zou opleveren. Daarom besloot
hij zeker maar om heel .eerlijk" de ge
stolen chéque naar de firma de Jong
Co. te retourneeren, en verstuurde
het toen per post. De firma vond de
chéque netjes in haar box.
Bij een ingesteld onderzoek aan de
Twentsche Bank bleek, dat de onbe
voegde aanbieder van de chéque een
ongeveer 30-jarig persoon is.
(N. v. d. D.)
De uitvaart van Leopold II.
Geen huis bijna, of de driekleur hangt
er halftop. Heel Brussel is in grooten
rouw. Huiveringwekkend is het uitzicht
der straten. De killige regen heeft de
straten slijkerig, glibberig, bijna onbe
gaanbaar gemaakt. Duizenden reizigers
komen gedurig aan, officieele personen
en eenvoudige nieuwsgierigen.
Geen woorden zijn sterk genoeg, om
het gedrang te beschrijven dat zich in
die straten voordoet, waar de stoet
voorbij zal gaan. Tot op de daken zijn
stellingen gemaakt, waar de kykgragen
zich in evenwicht houden op een wijze,
die aan een mirakel grenst.
De vaderlandslievende maatschap
pijen van Brussel en van het binnenland
nemen plaats op de Troonplaats en op
de Regentlaan.
Sinds Maandagavond is het getal
kronen bij dozijnen toegenomen.
In het Paleis zijn zalen voorbehouden
voor de verschillende vertegenwoordi
gers van vreemde vorsten en staats
hoofden die het lijk alleen volgen.
Prins Albrecht komt om 10 uren in
het Paleis aan. Hij is in groote uniform
van generaal en draagt het grootlint
der Orde van Leopold. Hij ontvangt
opvolgenlijk de leden der koninklijke
familie, den hertog van Schlesswin-
Holstein, graaf Lonyay, den hertog van
Vendome, prins Karei van Hohenzollern,
prins Windisch-Graetz en de prinsen
gezonden door vreemde vorsten. Prins
Albrecht buigt voor de lijkkist, die
bedekt is met het vaandel van het regi
ment der grenadiers.
De aartsbisschop Mercier, al de bis
schoppen en minstens twee honderd
geestelijken komen aan om het lijk te
lichten.
De geestelijkheid, geleid door Mgr.
Mercier, aartsbisschop van Mechelen,
komt het lijk aflezen. De kardinaal
is in groote kleedij. Zoodra het lijk
afgelezen is, verlaten de gezanten de
zalen, zoodat de stoet in goede orde
vertrekken zal.
Op de lijkkist ligt een groote palm,
met het opschrift„Hommage suprème
Louise Marie" alsook een kruis van
viooltjes. De kist wordt naar beneden,
de witmarmeren trap afgedragen door
onderofficieren. Dit gaat niet zonder
moeite, want de kist is buitengewoon
zwaar. Achter het lijk gaat, geheel
alleen, prins Albrecht. De prins ziet
zeer bleek; op zijn gelaat merkt men
de sporen der droefheid, der vermoeienis
van deze laatste dagen.
't Is klok elf als het lijk buitenkomt.
De stoet wordt in goede orde gevormd.
Als het lijk op de Paleizenplaats ver
schijnt bieden de troepen de wapens
klaroenen schetteren, honderd en een
kanonschoten bulderen. Het schouw
spel heeft een indrukwekkende groot
heid en op dit oogenblik althans is
de ontzagelijke menigte, daareven nog
woelig en tuchteloos, ingetogen, diep
geroerd. Maar dit duurt slechts één
oogenblik, want onmiddellijk daarna
ontstaan verschrikkelijke woelingen.
De kist. wordt in den lykwagen ge
schoven.
Op de kist ligt de mantel in rood
fluweel met hermelijn gevoerd, de
Koninklijke Kroon en de andere ken-'
teekenen der Koninklijke macht.
Kort na elf uren komt de stoet in
beweging. Officieren te paard zorgden
voor de orde van den stoet. Al de
vlaggen zijn van rouwkrip voorzien,
evenals de trommen.
Daar grommen de kanonnenHon
derd en een schoten worden gelost.
Het oogenblik is plechtig, en 'tis den
nieuwsgierigen zoo prangend om 't hart,
dat geen woord uitgesproken wordt.
De wagen wordt voortgetrokken door
acht met rouw bekleede paarden. De
koetsiers en de voetknechten zijn in
grooten rouw.
Op de lijkkist liggen de bloemen en
de kronen van 's Konings dochters.
Achter den lijkwageh stapt prins
Albrecht, gevolgd door de vertegen
woordigers der vreemde landen.
Vooraf gaat een groote stoet militairen
met muziek.
Volgen, voorafgegaan door de vaan
dels, de afvaardigingen der burger
wachten van 't koninkrijk en der re
gimenten van het legerde algemeene
staf van het leger en de officierende
algemeene stat van de burgerwacht.
Daarna stappen in den stoet de leden
van Kamer en Senaat en de staats
ministers, de ministerraad en de geeste
lijkheid.
Rond den wagen, het huis van den
Koning.
In de hoofdkerk wordt het lijk ont
vangen door kardinaal Mercier. Het
orgel speelt een doodsmarsch. De leden
der koninklijke familie nemen plaats
onder den dom, op den voor hen op-
gestelden troon.
Onder de leiding van den heer Mari-
voet wordt de Gregoriaansche dooden-
mis gezongen. Om half een is de plech
tigheid ten einde.
Men stapte in en de treurige stoet
rijdt naar Laeken.
Te Laeken heeft de begrafenis in de
crypta plaats.
België heeft zijn tweeden Koning een
onvergetelijke, roerende, grootsche, laat
ste hulde gebracht.
De barones Vaughan heeft het land
verlaten. Maandagochtend is ze naar
Parijs gespoord.
Over haar persoon en haar afkomst
loopen de meedeelingen van de bladen
nog zeer uiteen. Volgens de eenen is
zij geboren te Boecharest, volgens an
deren te Leuven, volgens derden te
Parijs. Men weet enkel dat zij geboren
werd op 16 Maart 1883.
Het is in 1900 dat de koning haar
leerde kennen te Parijs.
Uit hun echtverbintenis zijn twee
kinderen gesproten, waarvan het eerste
geboren werd op 8 Februari 1906 en
den titel kreeg van graaf van Tervu-
eren. Sedert dien is nog een andere
zoon geboren, die, zegt men, den titel
kreeg van .graaf van Ravenstein.
Er wordt in sommige bladen op ge
wezen dat de koning haar wel niet ge
trouwd zou hebben, als zy werkelijk
de lichte vrouw was geweest die velen
van haar maken.
Alle leden der koninklyke familie
zijn nu in Brussel, en zijn nu verzoend,
wat in langen tijd niet het geval was.
Dit schijnt het werk te zijn van den
aanstaanden koning. Hij heeft zich
gehaast alle familietwisten de wereld
uit te helpen.
De kroning te Brussel.
Gisteren had de plechtigheid der eeds
aflegging plaats voor den nieuwen
koning.
Om 10 uur begon klokgelui en kanon
gebulder.
De straten zijn tegen dien tijd opge
propt met menschen, welke in bedwang
worden gehouden door troepen en
ruiterij.
Prins Albert verschijnt te paard ge
zeten, in de generaalsuniform, groot
tenue, dragende het grootcordon der
Leopoldsorde en rijdt voorafgegaan door
prinses Elizabeth in gezelschap van de
gravin van Vlaanderen en de beide
prinsjes (alles in diepen rouw) naar het
paleis der natie, gevolgd door een in
drukwekkende stoet.
Om 11 uur komt de koning de ver-
eenigde vergadering der beide Kamers
binnen te midden van een uitbarsting
van toejuichingen, die niet eindigen wil.
Iedereen staat. Het schouwspel is on
vergetelijk en het gejuich verstomt niet.
De rede van den Koning werd lang
durig en stormachtig toegejuicht.
Te half drie was de plechtigheid af-
geloopen.
Aan Straitsbladen outléent de
Java Bode verhalen over het vergaan
van de Seyne in Straat Riouw.
Volgens een van de geredde Engelsche
matrozen had de aanvaring plaats on
geveer 26 mijlen afstands van Singapore
in Straat Riouw. Een hunner kon niet
slapen en was naar dek gegaan. Het
was helder weer en de zee was slechts
eenigszins ruw. Hij hoorde de stoom
fluit van een schip en het volgende
oogenblik begop de La Seyne te zinken.
Ik riep mijn kameraden toe, dat het
schip zonk en we liepen allen naar het
achterdek. „Het is met ons gedaan,"
riep ik. Het schip zonk snel, binnen
enkele minuten. De stoomketels spron
gen. (Volgens een ander verhaal ver
brandden eenige menschen door den
stoom.) Na de aanvaring kwam de
Onda langszij, doch we konden niet
aan boord komen, omdat ze te hoog
was en de Seyne zoo snel zonk. Men
gooide lijnen uit en trok op die manier
eenige drenkelingen aan boord.
De Seyne werd aan den voorsteven,
aan bakboordzijde getroffen, maar daar
zij onmiddellijk zonk, konden wij niet
zien hoe groot het gat was. Daarop
sprongen de stoomketels. Sommige op
varenden sprongen in zee en anderen
werden door den schok in zee geworpen
velen werden door de zuiging naar de
diepte getrokken. Ik werd ook naar
beneden getrokken en kreeg veel water
binnen. Er stond een sterke strooming
en we klemden ons vast aan wrakhout.
Er was geen tijd om de sloepen uit te
zetten. De O, da liet 3 booten te water
en redde vele drenkelingen. Ik dreef
l1/2 uur rond, voor ik gered werd.
We namen ook nog een Armenische
vrouw op, doch zij stierf en werd in
zee begraven. Er was geen tyd, om
eenig commando te geven op de Seyne.
De opvarenden liepen verward rond,
gillende om hulp. Het was afgrijselijk
en in het water was het nog erger.
Europeesche vrouwen en kinderen
riepen de booten aan om hen op te
nemen. Van de Onda werden reddings
gordels uitgeworpen, doch de sterke
strooming voerde die buiten ons bereik.
Haaien vielen de drenkelingen aan.
Wij, 4 matrozen, hebben ons ternauwer
nood kunnen redden 2 onzer kamera
den zijn verdronken.
De 3de machinist van de Onda was
in de sloep, die ons opnam. Een haai
viel een Chinees aan en ik zag hem
zich verdedigen met een haak, doch
het monster kwam terug en nam de
helft van den voet van dien Chinees
mee, vele geredden zijn gekwetst en 3
Europeesche dames en 4 kinderen zijn
verdronken. Men zegt, dat de kapitein
van de Seyne op het oogenblik van de
aanvaring in het stuurhuis was. Wy
vreesden, dat de Onda ook zou zinken,
daar zij zware lekkage had. Er stond
10 voet water in haar voorruim.
De heer Maxwell sliep, doch werd
door den schok wakker. Toen nij aan
boord kwam, begon de Seyne al te
zinken. Hij zag dat 2 menschen door
haaien werden verminkt. Drie Maleiers
hadden zich aan hem vastgeklemd en
hij had de grootste moeite, zich te be
vrijden. Vele van de geredden hadden
geen kleeren aan.
Straat Riouw is slechts 2 mijlen breed
en is 16 vaam diep, doch de diepte is
zoowat overal gelijk. Er staat steeds
een sterke stroom.