UIT DE OUDE DOOS.
\o. 72.
Woensdag 15 December 11)09.
25e Jaarg,
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
FEUI LLETON,
-
COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
De toestand van Zeppelin, die Woens
dag, te Stuttgart een kleine operatie in
de keel heeft ondergaan, is minder goed
geworden, zoodat de dokters, die hem
behandelen, hem geraden hebben, naar
een ziekenhuis te gaan. Sedert Donder
dagavond is hij nu in het Kathrijne-
gasthuis onder voortdurend geneeskun
dig toezicht.
Na de eerste operatie is a! gezegd,
dat Zeppelin geen goed heelvleesch had.
Ook dezen keer is de wond vurig en
ontstoken.
Van de mannen, die bij den brand
op het terrein van de Hamburgsche
gasfabriek gewond zijn, zijn er nog 2
bezweken. Het heele aantal dooden is
nu 18. Er wordt niemand meer vermist.
Te Heilbronn heeft de politieagent
Janus terechtgestaan, die beschuldigd
werd, als melkkeurmeester, de onder
zochte melk aangelengd en bij daaruit
voortgekomen processen meineeden be
gaan te hebben. Janus kreeg een pre
mie voor elk geval van vervalsching,
dat hij aanbracht. De gezworenen ver
klaarden, dat Janus zich in elf gevallen
aan vervalsching van de melk en in
negen gevallen aan meineed bezondigd
had. Het hof veroordeelde hem tot 10
jaar tuchthuisstraf.
In Beieren hebben aanhoudende
sneeuwbuien het verkeer ontredderd.
Verschillende treinen zijn ingesneeuwd,
buurtspoorwegen onberijdbaar, interna
tionale treinen met eenige uren ver-
7)
»Ik zat alzoo in arrest, en dewijl ik,
tot mijn groot verdriet, het droevige
kerkerhol met de schoonste beelden be
volkt had, en mij daarna zeer ongelukkig
gevoelde, trok ik de flesch met rum uit
mijne laars, ledigde haar tot het laatste
droppeltje, en viel weldra in eenen die
pen slaap. Bij mijn ontwaken was het
reeds helder dag, daarna werd het spoe
dig middag, twee, drie, vier uur, en
toen zich de duisternis andermaal over
mijne gevangenis verspreidde, opende
zich hare deur, en werd ik wederom
een vrij man. Nadat ik mij deu ratten
koning op het dringendst had aanbevolen,
ging ik naar de kazerne, om mijne
kleeding tegen eene andere te ver
wisselen.
Alleen ter wille van het contrast, heb
ik mij nooit met meer genoegen opge
smukt, dan na het doorstaan van eene
zoodanigb gevangenis. Het is een god
delijk gevoel, Tippel, als men zich eens
zoo recht goed gewasschen heeftmen
gevoelt zich dan zoo warm en behagelijk,
dat men meent de geheele wereld te
kunnen verhitten. Ik slenterde vervol
geus zoo wat heen en weer; het was
traging te Munchen aangekomen. In
Munchen zelf moest de tram haren
dienst inkrimpen.
ENGELAND.
Er wordt gemeld, dat er zich in de
Albert Hall kiesrechtvrouwen verstopt
hadden om Vrijdagavond de bijeenkomst
van liberalen, waar Asquith en Lloyd
George zouden spreken te verstoren.
Zij konden dat makkelijk doen, omdat
zij 's avonds tevoren in dezelfde zaal
een vergadering van hun eigen partij
hadden gehad. Zes vrouwen zijn Vrij
dag in den loop van den dag uit hun
schuilhoek te voorschijn gehaald. Een
had er zich in het orgel verstopt. Toe
vallig ontdekte haar daar een orgel-
stemmer. Zij lag op den grond, het
hoofd op een kussen, aan haar zijde
was volop leeftocht en een groote mega
foon, waarmede zij de liberale sprekers
wel overschreeuwd zou hebben. Zonder
schade voor 't orgel zou zy er niet met
geweld uit verwijderd kunnen worden.
Nu haar toeleg was mislukt, kwam zij
er gewillig uit. Een andere kiesrecht
vrouw achter een gordijn werd door
den hond van een brandweerman ver
raden. Twee vrouwen hadden zich
verdekt opgesteld onder de verhooging
van de sprekers.
RUSLAND.
De minister van handel heeft een
verzoekschrift ontvangen van vijf en
veertig Russische handelsfirma's, waarin
tot den minister het verzoek wordt
gericht den joden verlof te geven aan
de jaarmarkt te Charkof deel te nemen.
In het verzoekschrift wordt er op ge
wezen dat op de laatstgehouden jaar-
eene zeer aangename avond, dat wil
zeggen, voor mijn warm te-gevoel fel
koud, een fijne damp vervulde ter halver
hoogte der huizen de straten het was
een half bevroren mot, dien ik zeer
gaarne zie. Dan schijnen de menschen
reeds in de verte zoo groot, dan rollen
de rijtuigen zoo dof, en is de klank der
voetstappen zoo duidelijk; het is, alsof
alles een echo heeftdaarentegen bran
den dan de straatlantaarns zoo rood, en
worden zij steeds rooder en kleiner, hoe-
verder men zich van dezelve verwijdert.
Ik flaneerde dan rond, straat op straat
af, zonder een bepaald doel. Maar stil,
laat ik dit niet zeggen; ik ging een paar
malen haar venster voorbij, en ont-
waardde, dat er juist gezelschap was.
Zoodoende zal het zoo wat acht uur ge
worden zijn, toen de lucht een weinig
begon te betrekken, er eenige sneeuw
vlokken naar beneden vielen, en de koude
wat verminderde.
Dewijl ik geen mantel bij mij had,
wilde ik huiswaarts keeren, toen, eenige
schreden voor mij, iemand uit een zij
steegje trad, dien ik, zoodra hij naar
mijnen kant omsloeg, aan zijn mantel,
aan zijne witte vederbosch, en aan zijne
sabel, voor eenen officier herkende. Deze
ontdekking zoude mijne nieuwsgierigheid
niet verder opgewekt hebben, zoo de
gang van dien edelen krijgsman niet met
buitengewone verschijnselen gepaard ge
weest ware. Hij liep namelijk even zoo
markt geen joodsche handelaren werden
toegelaten, hetgeen een zeer nadeeligen
invloed oefende op den handel. Het
beurscomité te Charkof heeft een tele
grafisch verzoek gericht tot het Rijks
raadslid Afdakof, om het aan den min.
van haudel gezonden verzoekschrift te
steunen.
TURKIJE.
Na de aanneming door het parlement
van de wet op de vereenigingeu zijn
tal van clubs ontbonden. Albaneesche
clubs, Servische clubs, Grieksche clubs,
clubs van alle nationaliteiten hebben
hun matten opgerold, in naam ten
minste. Ook het centrale comité der
constitutioneele Bulgaarsche clubs te
Saloniki heeft thans aan den minister
van binnenlandsche zaken doen weten
dat alle constitutioneele Bulgaarsche
clubs gesloten zullen worden. Het heeft
aan deze mededeeling echter het ver
zoek toegevoegd de gerechtelijke ver
volgingen, welke tegen verschillende
clubs waren voorgekomen, te laten va
ren. Het centrale comité heeft aan
alle provinciale comité's een rondschrij
ven gestuurd, waarin zij worden uitge-
noodigd de verschillende clubs te ont
binden. De Turksche overheid had de
Bulgaarsche comité's altijd met een zeer
wantrouwend oog gadegeslagen en die
comité's steeds verdacht van in zekere
verstandhouding te staan tot de regee
ring te Sofia. Voor 't uiterlijk wordt
het nu een rustiger toestand, maar het
is zeer de vraag of de zoogenaamd ont
bonden comité's niet achter de schermen
hun werkzaamheid in denzelfden trant
zullen voortzetten.
als de eerste iugenieur by eene belege
ring, wanneer hij de loopgraven af
bakent, hij liep, zooals men zegt,
zig zag.
Aanvankelijk verbeeldde ik mij, dat
hy het nommer van het een of ander
huis zocht, en het niet recht met zich
zelven eens was, aan welke zijde van de
straat hij dit zoeken moest. Ik wilde
reeds toeschieten, en hem onderrichten,
dat zich de oneven nommers links, en
de even rechts bevonden, toen hij tegen
de paal van een gaslantaarn aanleunde,
en ik uit de zonderlinge bewegingen,
die hij daarbij maakte, het gevolg trok,
dat de hoopvolle jongeling eenigszins be
stoven was. Weet gij, beste Tippel, hij
strekte de beenen wijd voor zich uit,
liet het hoofd op de borst zakkeu, en
stiet eenige zonderlinge tonen uit. Reeds
wilde ik hem zachtjes voorbijsluipen,
toen hij zijn hoofd in de hoogte richtte,
en mij in het gezicht kreeg. De arme
jongen dacht waarschijnlijk, dat hij zich
op dit oogenblik op het exercitie-veld
bevond, met welk denkbeeld hij wellicht
den wensch vereenigde, om myne hulp
in te roepen; want met een' zwenk
richtte hij zich op, waarbij zijne knieën
zich naar voren bogen, even alsof hij
mij te voet wilde vallen, terwijl de punt
van zijnen gevederden hoed in eene
lichte aanraking stond met den lantaarn
paal. Wanneer nu ook zijn uniform mij
al niet bewezen had, dat hij tot het
SPANJE.
De Spaansche minister van buiten-
landsche zaken, Perez Caballero heeft
Donderdag te Madrid het Marokkaansche
gezantschap ontvangen en hij heeft aan
El Mokri het antwoord der regeering
medegedeeld op de laatste nota van het
Magzen betrekkelyk de positie van de
Spanjaarden in het Rif. De minister
heeft voorts het gezantschap gewezen
op de voordeelen, die Moelai Hafld
geniet door den goeden afloop van den
Spaanschen veldtocht. De Spanjaarden
hebben n.l. de stammen in het Rif, die
maar uiterst zelden de Marokkaansche
regeering erkend hebben, onderworpen.
Juist omdat het Magzen zijn gezag over
die streek erkend heeft, heeft Spanje
gemeend gewapenderhand tusschen-
beide te moeten komen. De onder
werping van de stammen in het Rif
sluit alle gevaar voor een minder aan
gename verhouding tusschen Spanje en
het Magzen uit.
Volgens de Heraldo heeft min. Cabal
lero verklaard, dat de onderhandelingen
tusschen zijn departement en het Marok
kaansche gezantschap tot overeenstem
ming geleid hebben. De Spaansche
regeering onderzoekt thans op welke
wijze zy het optreden der Marokkaan
sche afgezanten in het Rif kan steunen.
Volgens de plannen, die in studie zijn,
zou aan elk hunner een Spaansch officier
worden toegevoegd, die belast zou wor
den de inlandsche troepen samen te
stellen en te drillen en op hun soldy
te letten. Reeds zou er met officieren
onderhandeld zijn.
echte corps der artillerie behoorde, dan
toch zouden zijne woorden mij zulks wel
duidelijk gemaakt hebben.
Batterij, batterij, halt U prevelde hij
eerst zacht, terwijl hij daarna dit com
mando luid uitschreeuwde.
Dewijl ik echter geen lust had, my
met hem bezig te houden, wilde ik on
gemerkt mijn weg vervolgen.*
»Dat jullie de drommel met zijne
grootmoeder haalt,* begon hij verder uit
te schreeuwen, en dewijl hij er bijvoeg
de »Het is eene waanzinnige troep
wa-aan-ziu-nigzoo herkende ik in deze
uitdrukking al dadelijk onzen goeden
luitenant Schuier, en trad ik derhalve op
hem toe.
Hij zag mij een tijd lang stilzwijgend
aan, en had zooveel moeite zijne zware
oogleden te openen, dat men het dezen
wel aan kon zien, hoezeer zich dezelver
eigenaar te goed gedaan had. Eindelijk
scheen hij mij te herkennen, en trachtte
aan zijn gelaat eene plooi te geven, die
veel overeenkomst met lachen moest
hebben. Dewijl hem dit echter niet ge
lukken wilde, zoo beproefde hij zijne
wenkbrauwen te fronsen, en voegde mij
toe
»Gij waanzinnige domkop, waarom
volgt gij niet het bevel van
je superieur en laat het geschut
halt houden wauueer ik com
mandeer
»Op het gezicht van Schuier, en bij