UIT SS OUDE DOOS.
V». iVi
Woensdag 17 November 11)09. Jü»«'
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAiV,
Buitenland.
F E U1LLETCN
i r
D>t blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
Op een besmette boerenhoeve te
Andreischken, in den kreits Niederung,
is weer een geval van cholera voor
gekomen.
Voor de rechtbank te Straatsburg
hebben drie opgeschoten knapen terecht
gestaan, allen leden van de bende van
de Roode Hand.
Een goede maand geleden, werd er
's avonds gescheld aan het huis van
den eerzamen rentenier Wernert en
bood een jonge man een telegram aan.
Wernert opende de huisdeur en liet
den telegrambesteller in zijn kantoortje.
Maar meteen drong een tweede jonge
man in huis, werden de loopen van
twee revolvers op hem gericht en haal
den de twee indringers een stuk voor
den dag, waarbij zij de onmiddellijke
betaling van 25,000 mark eischten.
Mevrouw Wernert, die er by was ge
komen, zette een keel van geweld op
en de twee afdreigers zetten het ver
schrikt op een loopen. Den volgenden
dag werden zij opgepakt en met hen
een medeplichtige, die op uitkijk had
Zoo kwamen Müller, Holzwarth en
Meyer, jongelieden van 18 en 19 jaar,
die vele misdadigersromans verslonden
hadden, voor het hof der gezworenen.
Meyer is een achterneef van Wernert.
Zij bekenden een vereeniging „de
Roode Hand" opgericht te hebben, waar
van de statuten als volgt luidden1°.
Dood en verderf aan de rijken2
verdediging van weduwen, weezen en
alle ongelukkigen3n. elk lid verbindt
zich met lichaam en ziel aan de Roode
Hand 4". alle inbreuk op dit reglement
wordt met den dood gestraft.
De drie knapen hadden deze statuten
met hun bloed onderteekend, en elk
hunner droeg het doodvonnis van de
twee anderen in den zak.
Het stuk, dat zij Wernert in de hand
hadden geduwd, luidde„New-York,
1 October. Aangeboden te Straatsburg,
in den Elzas. Wernert. De Roode
Hand gelast u, aan brenger dezes de
som van 25,000 mk. in contant geld
mee te geven, op straffe van onmid
dellijke terdoodbrenging. Dit om een
einde aan uw woekeraarsbestaan te
maken. (Was geteekend). De hoofd
man Rigoletto".
De gezworenen vatten het geval als
een kwajongensstreek op en beant
woordden de gestelde vragen ontken
nend, waarop vrijspraak volgde.
Te Berlijn is Vrijdagochtend de eerste
sneeuw in dezen winter gevallen.
In Thuringen hebben zware sneeuw
buien reeds het spoorwegverkeer in het
Woud ontredderd.
ENGELAND.
De schade, die een werkstaking te
weeg brengt, wordt gewoonlijk slechts
in beperkten kring gevoeld, maar die
in de kolenmijnen van Nieuw-Zuid-
Wales berokkenen, naar alle berichten,
al dadelijk nadeel in wijden kring. De
prijs van den steenkool is er buiten
sporig hoog gerezen. Wij weten niet,
hoe hoog die er gewoonlijk is in een
Engelsch marktbericht over de authra-
ciet van Wales lezen wij van prijzen,
loopende van 13 tot een 20 shilling de
ton maar 80 shilling de ton, die een
stoomschip te Sydney heeft moeten
betalen om zijn kolenruimen aan te
vullen, is toch wel heel hoog. Het
postbestuur tracht kolen te koopen voor
60 sh. Donderdag waren er te Sydney
op de markt steenkolen noch gaskolen
te koop. Brandhout, we zeiden het
reeds, was er ook zeer duur geworden.
Arme huishoudens doen al samen en
hangen beurtelings den pot over het
zelfde vuur. Een veerdienst staakte er,
in Newcastle varen de veerbooten met
beperkten dienst en branden hout, in
Victoria is de spoorwegdienst beperkt,
vele fabrieken zetten daar het werk
stop. En men vreest erger dingen.
Er zal steenkQol ingevoerd worden,
maar de vakvereeniging van de ijzer
smelterijen te Newcastle heeft reeds
besloten tot staken, als er van dien
steenkool wordt gebruikt. En dat voor
beeld zal wel navolging vinden. De
regeering van den staat heeft te kennen
gegeven, dat zij strikt onpartijdig zal
blijven. De bestuurderen der mijnen
weigeren een samenkomst met de sta
kers. Eerst het werk hervatten zeggen
zij. Ook ontkennen zij, dat er grieven
zijn. De stakers hebben daarentegen
een lange lijst van grieven openbaar
gemaaktzeer ingewikkeld en technisch
van aard, zegt een telegram.
AMERIKA.
De Londensche bladen geven nog
nadere bijzonderheden over het lynch
schandaal in Cairo, een plaats in den
slaat Illinois, waarvan een Reutertele-
gram ons reeds had op de hoogte ge
bracht.
Will James, de beschuldigde neger,
was beticht van aanranding en moord,
gepleegd op een blank winkelmeisje.
De man was gevat en in de gevangenis
opgeslotenmaar toen dat onder de
inwoners bekend werd, stroomde een
talrijke menigte naar het huis van be
waring en maakte zich van den neger
meester. Eerst werd een poging gedaan
om den man op te knoopen maar de
strop brak en Will James viel op den
grond. De ongelukkige werd toen met
buks- en revolverkogels als doorzeefd
en het lijk werd een paar kilometer
ver meegesleept en toen op een vuur
stapel geworpen en tot asch verbrand.
Inmiddels had een gerucht de ronde
gedaan dat de man bekend had, een
medeplichtige te hebben gehad, die
Alexander heette. Met den strop om
den nek zou James hebben verklaard
dat hij het meisje had vermoord, maar
dat Alexander de aanstichter en hoofd
dader was geweest. Maar de verwoede
menigte gilde: „Wij hebben met zijn
praatjes niet te maken, knoopt hem op,
verbrandt hem."
Als griezelige bijzonderheid kan nog
worden gemeld, dat het vrouwen waren
die het koord vasthielden waaraan
James bengelde, en dat het alweer
vrouwen waren, die het lijk op den
brandstapel wierpen.
Het feit ,dat James een medeplichtige
had genoemd, deed de menigte naar
de gevangenis terugkeeren doch Alex-
I.
Wanneer men de verborgenheden eener
wachtkamer wil leeren kennen, dan
moet men hiertoe niet den zomer kie
zen, als daar buiten alles groeit en bloeit,
als de reuk van den frisschen berk of
de wasem van het mollige gras de ven
sters binnen warrelt, om door de zware
dampen, die in het binnenste des ver
treks hangen, iu één oogenblik verstikt
en vernietigd te worden. Men moet er
evenmin naar streven, naar deze plaats
eenen nieuwsgierigen blik te slaau, in
het voormiddags uur, wanneer de oude
wacht zich onledig houdt, het lokaal eu
de gereedschappen, voor de, des middags
optrekkende, nieuwe wacht, in de best
mogelijke orde te brengen. In dit oogen
blik zoude de stof', die uit den bedrij-
vigen bezem opstijgt, in vereeniging met
hare meer fijnere soort, die geweldadig
uit de uniformen en mantels der soldaten
geklopt wordt, zelfs dengenen, die aan
zoodanige zaken niet vreemd is, den
adem benemen. Zelfs wanneer alles,
naar militaire begrippen, behoorlijk ge
poetst en gezuiverd is, wanneer van de
banken de kleine, overgeblevene hoopjes
van tabaksasch zijn afgeblazen, wanneer
het vuur, met vulkanischen gloed op
flikkerende, niet meer tusscheu asch-
bergen ligt begraven, die, als uitgebrande
kraters, de kolk omgeven, dan nog is
de wachtkamer op een welvoegelijk be
zoek nog geenszins voorbereid.
De nieuwe wacht is juist binnen ge
rukt, en begint zich te ordenen. De
commandant schrijft zijn rapport of be
reidt zijne koffie, in welke bezigheid hij
telkens, door rapporteerende soldaten en
visiteerende officieren, gestoord wordt.
Door zijne posten te bezoeken, en de
verschillende lokaliteiten op te nemen,
die tot zijue wacht behooren, brengt hij
den winterschen namiddag te zoek. Wij
nemen aan, dat zich het lokaal, waarover
wij de eer hebben te spreken, tot een
gedetacheerd fort behoort, hetwelk op
een klein kwartier afstands van de stad
geplaatst is. De wachtkamer is een
bomvrij gewelf, welks eenige, venster
achtige opening in een eng schietgat be
staat, dat bovendien nog door een groen
en nevelig glas gesloten is. Dewijl de
koude het niet toelaat, om, evenals op
een zomeravond, de deur open te zetten,
zoo heeft hier de Dacht reeds eenen aan
vang genomen, als de zon daar buiten
hare stralen nog over de verwijderde
bergen schiet. De geheele omtrek ligt
vol sneeuw, en de schildwacht, die voor
het fort op post staat, wikkelt zich
dichtei en dichter in zijn mantel, en
versnelt, omdat hij geen ander verwar
mingsmiddel bezit, al meer en meer
zijne schreden. Daarbij was het, op
deze plaats, niet noodig, met turende
opmerkzaamheid op af- en aantrekkende
patrouilles en ronden acht te geven
want de eersten hebben iu deze buurt
niets te doen, en de officier, die de
laatste maken moest, trad hedenmiddag,
op de paradeplaats, op den wacht-com-
mandant toe, en zeide hem, zoo vrien
delijk mogelijk »Gij, sergeant, zult
uwe wacht in behoorlijke orde houden
het is vervl... koudik kom wellicht
uwen post bezoeken, zonder mij in de
wachtkamer te laten zien ik ben er in
allen gevalle, zoo wat tusscheu één en
twee uur, geweest.»
De officier, die zoodanig tot zijnen
ondergeschikte sprak, heeft misschien
nog zeer onlangs de epauletten veritre-
gen, en, dewijl op de militaire school
onderofficieren zijne kameraden waren,
heeft bij zich misschien nog niet genoeg
aan het kolossale onderscheid der stan
den gewend, of gedenkt nog den tijd
dat hem een officier der ronde hetzelfde
zeide. »Gij hebt mij immers verstaan
sergeant tusschen één eu twee uur
»Om u te dienen, heer luitenant!
Op het bewustziju, van niet verrast te
zullen worden, bouwen zich, in de wacht
kamer van het gedetacheerde fort, eene
volkomene gerustheid en zorgeloosheid.
De ruimte tusscheu deze dikke muren
wordt, sinds het koude weder is inge
treden, dagelijks op eene gruwzame
wijze verhit; want hout en kolen krijgt
de wacht rijkelijk genoeg, en hiervan
iets over te houdeo, zoude zich een
nauwgezet commandant als zonde toe
rekenen. Integendeel vindt hier vaak
eene wezenlijke verkwisting der brand
stoffen plaats. Men stookt het somtijds
zoo warm, dat de vliegen van hitte van
den wand rollen, en de deur moet open
gezet worden, opdat de koude buiten
lucht er ook haar deel van bemachtige.
Dewijl echter, door zoodanige handel
wijze, de voorraad van hout en kolen,
vroeger dan noodig is, verteerd wordt,
zoo neemt men tot allerhande ongeoor
loofde aanvoeren den toevlucht, waarover
wij nader spreken zullen.
Het is zes ure des avonds de nienwe
posten zijn zoo even opgetrokken, en de
oude, van koude tamelijk stijf gewor
den, treden het gewelf binnen en zetten
zich op de houten bank neder, om de
ijsdeelen van hunne geweren eu sabels,
die van de hitte aanslaau, met den mantel
af te wisschen, opdat zij niet zouden
roesten. De kachel piept en' bromt, en
verspreidt eene tamelijke warmte om
zich heen. Voor dezelve is eene bank
geplaatst, waarop zich de wachtcom
mandant, zoo reciit mogelijk, 'uitgestrekt
heeft. Hij heeft de c laoot zot een hoofd
kussen, onder zijo achterhoofd getrok-
keu, zich van het legetgoed ontdaan,en