m de IVo. 55. Zaterdag 10 October ISMI!). 45'' Jaorir, Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, Buitenland. FEUI LLETON. 40) AXELSCHE COURANT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. BELGIË. De vliegwedstrijden te Antwerpen zullen worden gehouden van 23 Octo ber tot 2 November. SPANJE. Ferrer, die beklaagd werd de leider te zijn van de onlangs te Barcelona uitgebroken revolutie heeft Zaterdag terechtgestaan en is door den krijgsraad (niet door een gewone rechtbank) ter dood veroordeeld, welk vonnis Woens dagochtend om 9 uur is voltrokken. In zijn requisitoir hield het O. M. vol dat bekl. de revolutionnaire be weging aanstookte vooral de getuigen verklaringen over Ferrer's verblijf te Premia en zijn bezoek aan het Volks huis wogen bij het O. M. zwaar. De eisch luiddede doodstraf, eerloosver klaring en verbeurdverklaring van bekl. eigendommen ten bate van de slachtoffers der revolutie. De verde- l diger van Ferrer, kapitein Galcoran, hield een moedige pleitrede. Een- telegram in de Kölnische Ztg. bevestigde het bericht van het dood vonnis, uitgesproken door den krijgs raad, bevestigd door den ministerraad. Van een koninklijke beslissing werd niet gerept. Op den persoonlijken in vloed des Konings bleef de hoop ge vestigd. Helaas, de bevestiging van het doodvonnis door den ministerraad schijnt werkelijk beteekeud te hebben, dat alle hoop verloren was. Woensdagmorgen om 9 uur hebben ze hem doodgeschoten. Wat is het verbijsterende van dit bericht Is hier een onschuldige gevallen Vermoede lijk ja zegt de „N. R. Ct." Vermoede lijk zeggen wij. Want weten, welke rol Francisco Ferrer heeft vervuld ten aanzien van de Juli-onlusten, doen wij niet. Wy kunnen het niet weten. Zijn vrienden en hijzelf zeggen en zij staven deze bewering met krachtige argumenten dat hij met den op stand noch met de werkstaking ook maar het minste van doen gehad heeft. Zijn aanklagers zeggen, dat hij de aan stichter, de groote boosdoener is. Laten we ons nu maar op het standpunt stellen, dat Europa in 't onzekere ver keert omtrent de schuld van Ferrer in zake den opstand van Barcelona. Wij kunnen niet uitmaken, niet beoordeelen of Ferrer kwaad heeft gedaan of niet. Maar het afgrijselijke is, dat niet alleen Europa, dat niet alleen de menschheid buiten staat is, om over de schuld van dezen mensch te oordeelen, de krijgs raad heeft dat evenmin gekund, en de ministerraad heeft het heelemaal niet gekund. Zaterdagmorgen zat de krijgsraad bijeen. Daar zat een hoofdofficier, daar zaten vier kapiteins. Een ander officier leest een lang stuk voor, de akte van beschuldiging. In die akte van be schuldiging staat vermeld, dat vele personen Ferrer voor den aanstichter der onlusten aanzien. Na de voorlezing van het lange stuk verklaart de be klaagde, dat hetgeen er in dat stuk staat bijna alles onwaar is. Hij ver klaart, dat hij aan den opstand on schuldig ishij levert een betoog ten XVIII. Onder de aangename zaken, die het leven op eene kostschool oplevert, be hoort vooral het ontvangen van brieven van huis, en geen brief die met meer vreugde ontvangen en beantwoord wordt dan die, waarin gehandeld wordt over de reisgelegenheden, waarvan men best zal gebruik maken, als men metdevacantie t'huis zal komen. Zulk een brief ont ving Filip van Scherven in 't midden van de maand Maart. Filip was de oudste zoon van den burgemeester van Roerkerk, en daar hij nu met de Paaschvacantie t'huis zou komen, zoo schreef zijne moeder hem over eene diligence, die tweemaal in de week op de stad X. reed. Van X. kon hij dan met de kar van onzen vriend Aart naar Karmen rijden, terwijl er op den bepaalden dag iemand met een punter te Karmen zou komen om de reizigers af te halen. Maar die brief behelsde daarenboven eene tijding, waarmee onze Filip recht in zijn schik was. Zijne moeder meldde hem toch, dat zij aan de ouders van zijnen vriend Leonard geschreven had, en hun verzocht had, om hunnen zoon te vergunnen de Paaschvacantie te Roerkerk te komen doorbrengen. Onvermengd was wel de bewijze dat hij onmogelijk de aan stichter van den opstand kan zijn ge weest. Hij vraagt dat getuigen gehoord zullen worden, die de waarheid van zijn betoog zullen kunnen bevestigen. Dit verzoek wordt geweigerd. Dan treedt een officier op, die aangewezen is om Ferrer te verdedigen. Deze officier, overtuigd van de onschuld van den beklaagde, verdedigt den hem toe gewezen kliënt oprecht en dapper. Een verhoor van Ferrer heeft niet plaats. Een verhoor van getuigen heeft evenmin plaats. De terechtzitting is in eenige uren afgeloopen. Wat heeft de krijgsraad nu vernomen De krijgsraad heeft vernomen, dat er allerlei, afwezige, menschen zijn die kwaad van Ferrer zeggen. De krijgs raad heeft, ook vernomen uit den mond van Ferrer en diens verdediger, dat er zeer veel tegen de akte van beschul diging is in te brengen. Bewezen is er niets, heelemaal niets. Drie dagen lang verkeert de wereld in spanning over het lot van Ferrer. Het wordt onmogelijk geacht, dat een krijgsraad, na een dergelijke vertooning, een veroordeelend vonnis zou durven vellen. Maar terwijl de wereld nog verbaasd staat te kijken over de malle komedie van Zaterdag, over die be spotting van de rechtspraak, komt daar het bericht van Ferrer's dood, onher roepelijk Van Ferrer schrijft men dat in hem een man verdwijnt, die als geleerde en volksopvoeder zich een hooge repu tatie heeft weten te verwerven. Jammer is het dat zyne denkbeelden vreugde van onzen Filip niet over dit bericht, daar hij twijfelde, of de generaal vau Dorhoven, die voor Leonard, zijnen eenigen zoon, altijd zoo bezorgd was, de gewenschte toestemming zou geven, maar, daar zijne moeder zelve aan den generaal geschreven had, hoopte hy toch dat de zaak in orde zou komen. Zijne vrees in dezen was niet geheel ongegrond, want de heer van Dorhoven maakte inderdaad eerst bezwaar zijn eenig kind te laten gaan, maar eindelijk, toen ook de burgemeester nog een lettertje gezonden en er op aan gedrongen had, om Leonard mee te laten komen, was de bezorgde vader er toe gekomen om de uitnoodigiug aan te nemen. Het zal ter nauwernood behoe ven aangestipt te worden, dat Leonard's ouders in de stad woonden, waar de zoon van den Roerkerkschen burgemeester sctiool lag, zoodat onze Leonard onder de exterues behoordeeen eenig kind van een nog dienstdoenden generaal wordt gewoonlijk niet naar eene kost school gezonden. Wat voorts de misschien wat overdreven bezorgl^eid der ouders betreft voor den vijftienjarigen jongeling, zij zal alleszins verschoonbaar worden, wanneer men weet, dat de generaal nog een kind had gehad, 't welk, eenige jaren geleden, door 'tijs gezakt en jammerlijk om 't leven gekomen was. Zoo stapten dan Filip en zijn vriend Leonard Donderdags voor Paschen met een opgeruimd hart naar de diligence. De generaal bracht in persoon zijnen lieveling naar den wagen, en riep hem nog verscheidene malen achterna»Nu goed oppassen, jongen, en voorzichtig wezen, hoor Veel merkwaardigs was er te Roerkerk voor den logé niet te zien, maar toch wel iets, namelijk vooreerst de ruïne en dan vooral ook de kooi. Over die kooi had Leonard voor en na wel eens 't een en auder gehoord, genoeg om zijnenieuws gierigheid te prikkelen, maar niet genoeg om zijne weetgierigheid te dezer zake te bevredigen. Reeds Zaterdagsmorgens wandelden dan ook de beide vrienden naar het huis van Jan Abels, om hem vriendelijk te verzoeken, of zij eens mee naar de eendenkooi mochten. Johanna stond aan de karn, toen de jongelui door de lage achterdeur bin nentraden. »Is je vader ook bij de werken, Na?« vroeg Filip bij 't binnen treden. »Neen, vader is naar Karmen naar de verpachtingen, maar loop maar naar binnen moeder is in huis.« »Naar Karmen !c mompelde Filip, »dan komen wij geheel te vergeefs.* »Goeden morgen, vrouw Abels Hoe gaat 't tHeden mijn tijd, Filip, ben jij daar, jongen? Ben. je nog goed gezond? Wel vreeselijk, wat wordt je groot!* »Jau Abels, hoor ik, is naar Karmen dat spijt mij verschrikkelijk. Deze te zeer voorutstrevend waren, waardoor hij door het volk als anarchist werd beschouwd, ofschoon hij altijd met klem ontkende een anarchist van de daad te zijn. Zijn dochter heeft nog een poging gedaan door het volgende wanhopige telegram aan den koning te zenden: „Zeer Christelijke koning, die voor eeu ridderlijk volk de mildheid en de almacht zijt, verwerp de nederige en vurige bede niet der dochter van Ferrer. O, .koning, die evenals God kunt be schikken over leven en dood, verdrijf, door een opwelling van uw edel hart, de bitterheid mijner ziel en verhoor de nederige en vurige bede der dochter van Ferrer." DUITSCHLAND Ook te Mannheim zijn de sigarenfa brikanten, in verband met de belasting- verhooging, gedwongen, hun werklieden tijdelyk gedaan te geven. Maandag zijn er ruim 1800 bedankt. Voor de invoering van de belastingverhooging hebben de handelaars zoo groot moge lijke voorraden ingeslagen en omgezet, en zoodoende zijn de nieuwe voorraden zeer moeiUjk verkoopbaar. Het tijde lijk ontslag is in overleg met de werklui gegeven, die aan geheele stilzetting van het bedrijf boven het werken met halve dagen of halve weken de voorkeur gaven. AMERIKA. De Engelsche bladen bevatten nog nadere bijzonderheden over den wervel storm, die heeft gewoed over Westelijk Cuba en de kust van Florida. jongeheer heeft nooit eene eendenkooi gezien en nu kwamen wij, om Abels vriendelijk te verzoeken, of hy er niet eens met ons heen kon gaan.* »Zoo, ja, dat tref je niet best. En was 't nu niet net een Zaterdag en dus zoo druk, dan zou ik wel even meegaan, maar. »Och ja, vrouw Abels, toe, ga jij even met ons »Lieve jongens, 't is zoo druk met de feestdagen.* »Nu ja, maar met een uurtje zijn we immers terug, en we kunneu ook zeilen och toe, ga maar even mee >Ja, zie, ik zou je auders gaarne dat pleizier doen, maar waarlijk, het kan haast niet.* Haast niet, maar omdat je er ons zoo'n groote dienst mee kunt doen, niet waar, zal het toch nu maar gebeuren Zal ik het zeil maar in den punter brengen »In vredes naam, dan mompelde de goede vrouw, met een lachje, en Filip snelde henen om het zeil aan boord te brengen. >Waar zal dat naar toe?* vroeg Jo hanna, toen Filip haar voorbij stoof. »Naar de kooi »Naar de kooi?* herhaalde Johanna met schrik, want ze dacht aan dien jongeling, aan Richter, die daar ver borgen was en nu ontdekt zou worden, als hij daar op een ongewonen tijd

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1909 | | pagina 1