I Ao. 42. Woensdag I September 1909. m ©i 2oe Jaurg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, Buitenland. FEUILLETON. D»t blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DUITSCHLAND. Bij de aanstaande manoeuvres van het Duitsche leger zal voor het eerst ook het bestuurbare luchtschip een werkzaam aandeel in de oefeningen nemen. De Gross II zal er toe dienen. Er is een bizondere tent ter opneming van het luchtschip vervaardigd. Een luchtscheepskorps zal zich met gas- vullingen in wagens overal heen kunnen begeven, waar zijn hulp noodig is. Eindelijk heeft ook August Euler, de Frankforter vlieger, een succes kunnen boeken. Op het vliegterrein der I. L. A. heeft hij dan zijn eerste vlucht van beteekenis gedaan. Bij een windsterkte van 6 M. in de seconde ging hij naar boven. Hij vloog tweemaal het terrein rond, een afstand van ruim 3000 M. en kwam na 2 minuten en 32 seconden weer beneden, omdat hij geen water in het afkoelingsreservoir 5 van zijn moter had. Zijn toestel, zijn eigengemaakte Duitsehe vliegtuig, be langrijk lichter dan zijn Voisin-vliegtuig, kwam tot bijna 10 M. hoog. Euler heeft een nieuw middel van afkoeling gevonden, stoomconcentratie, zooals hij het noemde, waarvan hij veel verwacht. Binnenkort krijgt hij Amerikaansche mededinging. Orville Wright komt waarschijnlijk in Frankfort. Er zweven onderhandelingen. Als alles goed gaat komt Zeppelin weer in Frankfort; thans voor ruim twee wekenmisschien begin Septem ber. Jammer genoeg moest het oor- 37) XI. De familie Richter was in diepen rouw gedompeld. In de anders zoo vroolijke huiskamer, van waar u, als ge den smallen gang waart ingetreden, reeds van vérre het geluid van vroolijke stemmen placht tegemoet te klinken, werden nu slechts bittere klachten ontboezemd en bange zuchten geslaakt. Het heldere, blozende gelaat van den vader was verbleekt en vervallen, zijn anders zoo levendig, geestvol oog stond dof. De moeder ligt boven de schok was voor de teergevoelige vrouw te groot geweest, zij was ziek van over spanning en smarte. O, 't was ook zoo vreeselyk! Een kind te verliezen, het is pijnlijk, grievend. Maar den zoon van hunne hope zoo te moeten missen, zulke tijdingen te moeten ontvangen aangaande hunnen eerstgeborene, neen, neen, dat was voor 't ouderhart niet te dragen Beiden, zoowel vader als moeder, leden diep, maar zij uitten de smart, die 't hart vervulde, op eene zeer uiteenloo- pende wijze. Terwijl de vader als ver suft neerzat, en weinig sprak, barstte zijne echtgeuoote telkens in tranen en klachten los. Voor troost schenen beiden onvatbaar. Toen eeu der predikanten, spronkelijke plan om passagiersvaarten met den luchtkruiser te ondernemen, vervallen. Wel vinden er oefenvaarten met uitgenoodigden plaats, maar een regelmatige personendienst, zooals er nu met de Parseval isingericht, vindt in geen geval plaats. De volgende week stijgt de Ruthen- berg, een ballon der firma Ruthenberg uit BerlijnWeissensee op, een half slap, bestuurbaar luchtschip, dat evenals de Clouth op de Ila zijn proeftochten begint. Professor Fessier, van Munchen, maakt in een geneeskundig tijdschrijft den uitslag openbaar van zijn onderzoek naar de uitwerking van den nieuwen kogel (model S), thans bij het Duitsche leger in gebruik, op het dierlijke lichaam. Prof. Fessier heeft maanden lang proeven genomen op uil de zieken huizen afkomstige lijken en op levende paarden. Hij heeft niet minder dan 28,000 geweerschoten gedeeltelyk zelf gelost, gedeeltelijk door anderen laten lossen, waardoor hij een 400 verschil lende verwondingen'.met het nieuwe projectiel heeft verzameld. De zuiver geneeskundige waarne mingen ter zijde gelaten, valt te ver melden de dubbele conclusie, waartoe de Munchenscbe geleerde is gekomen. De S-kogel dan heeft een zeer sterke neiging gijn as te verplaatsen. Hij schommelt op zyn baan, en in meer dan de helft der gevallen treft hij het doel niet met de punt maar in schuine richting of volgens een zijner be schrijvende lijnen. Dit is uiteraard een nadeelige factor zoowel voor de indringing als voor de juistheid van het schot. Daarenboven veroorzaakt een zóó treffende projectiel afgrijselijke wonden. Bij het binnendringen in een lichaam worden de weefsels verscheurd of verwoestde beenderen springen uit elkaar als onder de werking van een ontplofbare stof. In de diep liggende deelen der weefsels veroorzaakt die kogel zulke ernstige verwoestingen, dat een volledige genezing uitgesloten schijnt of althans een buitengewoon langen tijd zal vorderen. De Munchensche professor is van meening, dat zoowel uit een militair als uit een menschlievend oogpunt de S-kogel een wijziging moet ondergaan, waarbij hij een regelmatiger schot geeft en alle nuttelooze wreedheid wordt vermeden. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Als afzender van de helsche machine, door welker ontploffing dezer dagen de auditeur-militair Matvassy te Kaschau zwaar gewond werd, is thans een kapi tein bij de landweer gepakt. De aanslag schijnt een daad van wraakneming geweest te zijn. Het pakket met de machine was door den zoon van den kapitein afgegeven. MAROKKO. Op 24 Augustus, tegen den middag, is de rogi Fes binnengekomen. Om roepers hadden zyn komst aangekondigd. Stroomen volks liepen den gevangen pretendent tegemoet. De Sultan keek den heelen morgen met een verrekijker sinds jaren huisvriend der familie, daar straks bij het ledikant der ongelukkige moeder was toegelaten, en onder zijne troostredenen ook sprak van de mogelijk heid, dat Ferdinand nog leefde, toen antwoordde de oude heer Richter, op somberen, hopeloozen toon »Neen, mijn zoon zal tot mij niet wederkeereu, 't eenige wat mij rest, is de hoop, dat ik eens tot hem zal gaan o, miju kind Maar de moeder rees halverwege op hare legerstede overeiud en, den grijzen leeraar met strakkeu, wilden blik aan ziende, riep zij hartstochtelijk»Eü meent ge dan, dat die gedachte: 'tis mogelijk dat hij leeft, meent ge dat die gedachte mij opbeurt? O mijn God, neen want die tijding hij leeft de man, die ze mij brengt, zal er in eenen adem moeten bijvoegen maar hij ;s gevangen, geschandvlektzijn leven zal hem voortaan een vloek zijn.Neen, laat mij 3preken. Zoo men zijn lijk bij ons ter deure had ingedragen, ik zou zwijgenindien hij ter zee varende ge storven, was, en zijn dierbaar overschot op den bodem van den Oceaan rustte, ik zou berusten zoo ik slechts zeker heid had, al was het dan ook van zijn dood, ik zou slil wezen maar die slin gering 1en niet eenmaal te durveu hopen, dat mijn lieveling leeft, te moeten bidden, dat hij reeds weg, voor altijd I weg moge zijn myn God, bewaar mij, dat ik uw doen niet bedille, en niet tegen U in opstand kome Op hartelijken, zachtmoedigen toon trachtte de leeraar de'wanhopige moeder tot bedaren te brengen, en dit mocht hem althans in zoo verre gelukken, dat zij minder onstuimig begon te worden in de openbaring van haar harteleed. Terwijl de predikant boven op de slaapkamer met de ongelukkige ouders sprak, had Kramer, de provisor, beneden in de apotheek, vrij wat te stellen met een boertje, die met alle geweid »deu baas* zeiven wilde spreken. Kramer was een knap kereltje, en, voor zijn leeftijd althans, zeer bekwaam in zijn vak. Maar hij leed aan een euvel waaraan, helaas, zoo vele knappe jongelui mank gaan hij was ten hoogste met zich zeiven ingenomen, of, om 't maar bij den waren naam te noemen, hij was onuitstaanbaar pedant, en bij gevolg soma zeer lastig, onbeleefd, ja onhandelbaar, »Goeden avond, meneer,* had het boertje gezegd, terwijl hy beleefd zijn pet afnam, »hoe vaart meneer, nog wel »Dag, vriendje,wat is er van je dienst »Is de oude heer Richter ook 't huis »Neeu ja, meneer is wel t'huis, maar zeg m ij maar, wat heb je »Ik moet meneer zeiven even spreken over een gebrek weet je, een kwaal waarvoor ze zeiden, dat de oude heer naar de kim, of de stoet nog niet naderde. Soldaten hielden den weg voor den rogi open, muziekkorpsen maakten den intocht tot een feestelijke plechtigheid. De vertoogen, door de vertegenwoor digers van vreemde mogendheden tot den Sultan gericht over het doodmar telen van politieke gevangen zyllen den rogi misschien behoeden voor het lot dat vele zijner getrouwen ten deel is gevallen, maar het genoegen van den intocht in de kooi heeft de Sultan zich en zijn onderdanen toch niet willen ontzeggen. De rogi zat in een ijzeren kooi opgesloten, en die was geheschen op een kameel. Van den rug van den kameel keek de gevangen pretendent naar de joelende menigte. Volgens den berichtgever van de Temps zag de rogi er bedaard uit. Hij antwoordde nu en dan op het spottend geroep van het volk. De Sultan heeft den rogi vijf minuten verhoord. RUSLAND. Zoodra er in Rusland een commissie wordt benoemd om een onderzoek in te stellen naar handelingen van ambte naren, kan men met zekerheid voor spellen, dat er allerlei schandalen aan het licht komen. Maar alles op dat gebied wordt overtroffen door de feiten, welke gebleken zijn uit het onderzoek door kolonel Sjerebhof te Warschau ingesteld naar verduisteringen, gepleegd door stedelijke ambtenaren. Er waren groote hinderpalen aan die commissie in den weg gelegdhooggeplaatste Richter zoo'n bijster best middel had.* ►Nu, zeg mij maar: wat mankeert er aan ►Neem 't mij niet kwalijk, meneer, maar ik moet sekuur gaan, ik moet den baas zeiven spreken.* »Nu goed, maar of je mij spreekt over zaken van de apotheek of den patroon, dat 's precies hetzelfde.* »Wat blief je?* vroeg het boertje, in wien de lezer natuurlijk vriend Abels reeds herkend heeft. »Wat mij blieft? Dat jij je boodschap zegt, en anders heen gaat. Mijnheer is op dit oogenblik niet te spreken.* »Heel goed, meneer, dan zal ik heen gaan. Maar zou ik dan over een uurtje terug mogen komen?* »Dat moet je weten, maar dan krijg je hetzelfde bescheid.* »Dat zou mij spijten, want ik heb eene verre reis gedaan om meneer te spreken.* »Maar zeg 't mij dan miju hemel, meent ge dan, dat i k je niet kan helpen »Ik geloof gaarne, meneer, dat je ge leerd en bekwaam bent, maar de zieke, voor wie ik kom, heeft me zoo op 't hart gedrukt, dat ik den ouden heer zei ven moest spreken.* >Goed, dan zeg je bij je tehuiskomst, dat je den patroon gesproken hebt. De zaak is toch niet van wien je het middel hebt, maar of het helpt, en ik verzeker

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1909 | | pagina 1