So. 31
Zaterdag 2i 1909.
25e JaaPii
J \w nit i i
m BI iLÜM,
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuw sell- Vlaanderen.
IHELEMAft,
Buitenhuid.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
FRANKRIJK.
De particuliere correspondent van de
Nieuwe Rott. Crt. seint het volgende over
den val van het Kabinet
Een historische avond en nachtDe
grootste verbazing en opwinding
heerschte tot na middernacht in Parijs
door den plotseling en nog onbegrepen
val van Cleraenceau, op het oogenblik
dat hij algemeen geacht werd weer
volkomen stevig te staan en aan den
vooravond van de sluiting der zitting.
Om half een 's nachts was nergens
eenig bepaald bericht of geloofwaardig
gerucht over een opvolger. Te een
uur 's nachts zaten wij bijeen, zes per
sonen in een Parijsch café, twee buiten-
landsche en twee Fransche journalisten,
twee Kamerleden, waarvan een oud
minister. De oud-minister zeide
Dit is geen gewone val, dit is nog niet
vertoond, met schromelijken overmoed
zich in den afgrond storten. Delcassé
L was uitstekend, glashelder, maar streng
voor Clemenceau geweest; had echter
Clemenceau het bij Picards goede,
sympathieke rede gelaten, dan zou hij
zeker de gewone meerderheid gehad
hebben en wie weet hoevele jaren nog
hebben kunnen duren De Senaal was
al saamgeroepen voor morgenochtend
om de kredieten te stemmen en het
sluitingsdecreet te hooren lezen. Maar
daar valt Clemenceau onbegrijpelijk
mistastend Delcassé aan, niet over diens
marine-rede maar op dat teere punt
van de Fransch-Duitsche incidenten
van 1905, waaromtrent sedert geruimen
tijd de meerderheid van de Kamer en
van het land oordeelen, dat Delcassé
de juiste, waardige houding gehad heeft
en dat zijn verwoede vijanden Clemen
ceau, Rouvier, Lannessan etc. ons ver
nederd hebben daar gaat Clemenceau
zeggen, dat Delcassé toen Frankrijk
vernederd heeftIn mijn lange
politieke carrière heb ik geen premier
zulk een onbesuisde onhandigheid zien
begaan, met dezelfde booze woede
waarmee hij als Kamerlid een minister
kon vernielen en dat tegenover een
man als Delcassé en nog wel op het
terrein der buitenlandsche politiek
Was dit een zelfmoord Nog nooit
heb ik iemand de Kamer zoo zien
pakken en als een vernielende orkaan
op een ministerie slingeren als Delcassé
vanavond deed. In October laatstleden
bij den val van Thomson zeide Delcassé
mijIk dacht een oogenblik dat.Cle-
menceaü mij persoonlijk wilde aan
pakken, dat zou hem duur te staan ge
komen zijn. Ik hield dit toen eenigs-
zins voor grootspraak, de feiten hebben
hem gelijk gegeven, maar dwazer on
handigheid dan Clemenceau's uitval
had Delcassé ook niet kunnen hopen.
Ik ben geen vijand van Clemenceau
en ben ontsteld over zijn pijnlijken en
droef-leelijken val. Ik heb medelijden
met den minister van buitenlandsche
zaken. Ik sprak hem na den val even
in de couloirs. Hij was doodsbleek en
geheel ontdaan over den onzinnigen
uitval van den premier. Briand en
Poincaré zijn goed geplaatst voor de
opvolging, maar laat mij niets zeggen,
het kan best een ander zijnhadde ik
16)
»Hoe zal ik het nu inrichten dat ik
dien persoon onder vier oogen te spreken
krijge?« vroeg Hendrik zich zei ven af,
terwijl hij met den meest mogelijken
spoed, langs eenen achterweg, zich naar
het huis van Aart begaf. »Ziet Albertje
mij,* dus vervolgde hij zijne alleenspraak,
»dan word ik verraden. Dus hij moet
naar buiten gelokt, zonder dat Albertje
bemerkt, wie haren gast roept. Maar
hoe dat aan te leggen FNa eenig pein
zen en overleggen, sprak Abels: »Ja, ja,
zoo zal het gaan U 't Werd ook tijd,
dat hij op dit punt tot een besluit
kwam, want hij stond reeds bij Aarts
woning.
Men kan den soldaat zijne kommando s
mededeelen op de gewone manier, door
middel van de menschelijke stem, maar
de krijgsman verstaat ook het kommando,
hem door middel van de trompet gege
ven. Dus sloop Hendrik onder het
venster van de kamer, waar de vluchteling
moest zitten, en deed fluitende het sein
van den trompetter na, dat zooveel be-
teekent als: geeft acht!
Na dit militaire sein gegeven te heb-
ben, maakte Abels gebruik van zijne
keunis der Fransche taal. Zooals zijn
vader in der tijd reeds op de stoomboot
had verteld, was Hendrik een zeer ijverige
scholier geweest, en had de meester
veel vreugde aan dezen jongen beleefd.
Dit had aanleiding gegeven, dat de goede
onderwijzer gedurende de lange winter
avonden onderricht in de Fransche taal
aan dezen vluggen leerling was beginnen
te geven. Later, in dienst, had Hendrik
kennis gemaakt met een ouden luitenant,
die den liendaagschen veldtocht had
meegemaakt en eenigen tijd in Frankrijk
als krijgsgevangene vertoefd had. Van
dezen oud-gediende, had onze vriend ook
nog wat geleerd, en zoo kwam het, dat
hij, behalve de taal van de trompet, nog
eene andere beschikbaar had, om zich
daarin uit te drukken, zonder gevaar
te loopen, dat Albertje hem zou verstaan
Ferdinand zat juist met Albertje te
praten over de boerderij en schoot weer
het eene bokje voor en het andere na,
toen die bekende tonen hem bijna deden
opspringen van zijnen stoel. Maar zijne
ontroering wer4 veel grooter en hij stond
werkelijk bevende van den stoel op, toen
eene stem riep: Votre ami Henri estici
pour vous sauver; venez vite derrière
l'église.* (Uw vriend Hendrik is hier,
om u te redden, kom gauw achter dekerk.)
Voordat Albertje van den schrik kon
bekomen, was Ferdinand reeds naar de
deur gesneld, want hij had met blijde
ontroering duidelijk de stem van zijnen
vriend herkend. »Ik kom zoo dadelijk
te zeggen, ik maakte Delcassé marine
minister en verving den onderstaats
secretaris Simyan door een bekwamen
minister der posterijen.
Bij het onderhoud, dat Clemenceau
met den president der republiek heeft
;ehad, dankte deze de leden der re
geering voor de diensten, gedurende de
drie jaren dat het Kabinet-Clemenceau
geduurd heeft, den lande bewezen.
De president heeft zich daarna vele
inlichtingen doen geven overdedebatten
eu inzonderheid over het incident
ClemenceauDelcassé.
DUITSCHLAXD.
Het ongeluk in de schacht Mansfet
in het Roergebied is het gevolg ge
weest van de ontploffing van een
mengsel van steenkoolstof en mijngas,
op het oogenblik, dat men bezig was,
op de vijfde galerij gesteente's door
middel van dynamietpatronen uit den
weg te ruimen. In de mijn waren op
het oogenblik van de ontploffing 400
delvers afgedaald. Van dezen zijn er
dadelijk 3 gedood en 5 zwaar gewond.
Het aantal mijnwerkers, die op de plaats
van het ongeluk waren op het oogen
blik, dat de ontploffing gebeurde, stond
gisteren nog niet vast. Het is daarom
mogeltfk, dat er nog meer slachtoffers
ge.vallen zijn.
ENGELAND.
In het parlement is medegedeeld, dat
in het eerstë kwartaal van het begroo-
tingsjaar ten naaste bij 24.552.000
aan pensioenen voor den ouden dag is
uitgekeerd, een gemiddeld bedrag van
1.888.615 in de week.
Donderdagochtend arriveerde Z. K. H.
de Prins der Nederlanden van hetLoo
aan het Centraalstation te Amsterdam,
vergezeld van Zijn adjudant den heer
Bijl de Vroe.
Per rijtuig van burgemeester Van
Leeuwen reed Z. K. H. naar de woning
van dr. C. B. Tilanus, aan de Heeren
gracht, waar de Prins den lunch ge
bruikte, en vervolgens eene vergadering
presideerde van het bestuur van den
Nationalen Bond voor Reddingswezen
en Eerste Hulp bij Ongelukken Het
Oranjekruis.
Z. K. H. dineerde ten huize van
burgemeester Van Leeuwen eu over
nachtte ten Paleize.
Heden bracht de Prins een bezoek
aan Alkmaar.
H. M. de Koningin heeft Woensdag
jhr. Van Citters als commissaris der
Koningin in Gelderland beëedigd.
H. M. de Koningin-Moeder heeft
bij haar bezoek aan de vierjaarlijksche
tentoonstelling te Arnhem hare groote
ingenomenheid betuigd met de indeeling.
H. M. vond die niet zoo vermoeiend
als dikwijls anders.
De voorzitter, de heer Van Es, leidde
de Koningin-Moeder rond
De heer Louis van Soest, schilder,
werd herhaaldelijk door H. M. geraad-
terug !c riep hij zijne verbaasde en beven
de gastvrouw toe, en sloot de deur
achter zich. Buiten komende zag hij
niemand, maar het spitse torentje, dat
boven de donkere eiken uitstak en
welks leien zoo helder blonken in het
maanlicht, wees hem den weg naar de
plaats, waar de redder hem wachtte.
Daar achter de kerk, in de schaduw
van een dichten treurwilg, daar stond
Hendrik.
»Dank, vurige dank,* stamelde Fer
dinand in hevige gemoedsbeweging,
»gij zijt voor mij als een engel, door
God mij toegezonden in de benauwd
heid
>Dank God dan, die mij zendt. Maar
er is geen tijd te verliezen. Gij zijt op
de vlucht. Waarheen? Weet ge niet
waarheen Goed. Luister dan naar 't geen
ik zeg. Dring eerst met mij door die
struiken heen, dan zal ik u den weg
wijzen, dien gij te volgen hebt.*
Nadat de vrienden door 't geboomte,
dat het kerkhof omringde, heen gedrou
gen waren, en het uitzicht over het
vrije veld hadden, voer Hendrik voort
»Ziet ge daar die witte leuning? Dat
is eene brug, die over een klein riviertje
ligt. Onder die brug is aan deze zijde
eeu droog plekje met distels en doornen.
Daar tusschen die doornen blijft ge, tot
dat de klok tien uur slaat. Ten tien
ure verlaat ge die schuilplaats, en loopt
voort, recht op die höoge populieren aau.
Bij het heengaan zeide de Koningin
het voor Arnhem van groot belang te
achten dat de vierjaarlijksche is kunnen
ingericht worden.
Daar aangekomen slaat ge eene laan in,
die u naar eene ruïne voeren zal. In
die ruïne vertoeft ge tot aan den morgen.
Morgen vroeg vaart mijn vader, uw
vriend, daar langs in een schuitje.
Vader gaat dan naar de kooi. Ge roept
hem, en hij zal u verder breugen 1
VaarwelGod zij met uhebt ge
geen schoenen wacht, ik heb er
nog een paar in den ranselEn nu,
voorwaartsAch, wat ik u bidden
mag verspil nu den kostbaren tijd
niet met dankbetuigingen haast u 1
Vaarwel
En nog eens drukten de vrienden
elkander de hand en Ferdinand spoedde
zich voort naar de aangewezen brug,
terwijl zijn redder weer door de struiken
drong en over het kerkhof voortsloop,
zonder door iemand opgemerkt te ziju.
Langs een kleinen omweg kwam hij
weldra weer b(j de wouing van Aart.
Nu klopte hij aan de deur, en trad binnen,
nog. voordat Albertje tijd had die voor
hem te openen. Het zenuwgestel van
de zwaarlijvige echtgenoot desvoermaus
had dien avond vrij wat te lijden. Nog
pas bekomen van den schok, daar
straks ontvangen, toen daar die vreemde
stem in haar voorhuis klonk, zonder dat
de man, die sprak, te voorschijn kwam,
werd ze nu op nieuw ontsteld, toen daar
in den laten avond plotseling een soldaat
in montering voor haar stond. Nu
echter werd ze spoedig gerust gesteld,