m ai IVo. 30. Woensdag 21 1909. 25e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch -Vlaanderen. F. BIELEMAN. Buitenland. F EU1 L LETON. - COURANT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor 'eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vry dagnamiddag TWEE uren. RUSLAND. Men schrijft uit Goor dd. 17 dezer aan de N. R. Crt. Dat het met de veiligheid in Rusland nog treurig gesteld is en dat daar dingen kunnen gebeuren, waarvan wij ons in Nederland geen begrip kunnen vormen, ondervond deze week een onzer ingeze tenen, de zoon van den heer J. ten Doeschate, paardenhandelaar alhier. We laten hier volgen, wat we daarover van hemzelf vernamen. 't Was omstreeks 5 uur 's morgens, toen hij zich in een wagen, bespannen met 2 paarden, in gezelschap van 5 Polen, van Augustovo (in Russisch Polen) op weg begaf naar de markt te Lipsky. Nadat ze ongeveer 15 K.M. hadden afgelegd, bevonden ze zich op den weg naar Grodno, die door een groot bosch leidt, 't Was toen 7 uur. Aan dien weg staat een z.g. boschwachterswoning en 't was op die hoogte, dat plotseling eenige mannen te voorschijn sprongen, de paarden naar het huis drongen, en dreigend de revolvers op de inzittenden richtten. Dat alles was zoo gauw in z'n werk gegaan, dat de reizigers al vastgehouden waren, vóór ze er aan dachten. Sommigen der aan vallers waren vermomd, anderen hadden I de uniformen der reeds vooraf geknevelde boschwachters aangetrokken. Een voor- loopige inspectie begon thans en een der reizigers, die zijn geld niet wilde afgeven, werd door een slag met een revolver op zijn hoofd wat handelbaarder gemaakt. De aangehoudenen werden vervolgens in act wachthuis gebracht, waar zich reeds 15) VI. »Zie zoo, kameraad U zei Aart, toen hij zijn bruintje had afgespannen, »zie zoo, loop jij nu maar even in huis en drink vast een schoteltje koffie bij de vrouwik ga even eenboodschap in het dorp doen en een pakje bezorgen maar ik ben in een ommezientje terug. »Loop je ook nog even bij onzen Hannes aan vroeg Albertje, de vrouw van Aart. »Ja, ja, dat 's wel mogelijk riep Aart eg liep inmiddels de straat reeds op. »Onze oudste zoon, moet je weten, is veldwachter U sprak Albertje, met moe derlijken trots, terwijl ze met Richter in huis ging. »Veldwachter eene mooie betrekking verzekerde Richter, hoewel hij op dat oogenblik geen akeliger betrekking kende, dan juist die van veldwachter. Wij zullen nu den voerman volgen terwijl hij met rassche schreden voortijlt om zijnen zoon, den veldwachter, te halen Hannes woonde een minuut of vijf buiten het dorp, op den weg die naar Kringe bosch en verder naar Roerkerk leidt. De volle maan bescheen veld en beemden meerdere slachtoffers bevonden, die al eerder waren aangerand. Hier volgde een tweede visitatie en nadat die was afgeloopen (de heer ten D. mocht alleen eenig zilvergeld en zijn boeken behouden), werd een gedeelte der gevangenen in een ander vertrek gebracht. Intusschen werden nu allen de handen op den rug gebonden. Overigens werd hun niets gedaan, maar de wachters in de deur stonden met geladen revolvers elke ver dachte beweging te bespieden, smakelijk rookende van de buitgemaakte sigaren, 't Getal slachtoffers werd ondertusschen nog grooter, want weer kwam een wagen aanrijden, die besprongen werd. De be stuurder, een Rus, scheen geen lust te hebben zich in zijn lot te schikken hij trachtte weg te komen, maar een vijftal hem nagezonden kogels deden hun werk. Zijn vrouw, die bij hem op den wagen zat, werd met anderen in 't huis gebracht. Terwijl de heer ten D. met zijn lot- genooten zoo een half uur in het vertrek had doorgebracht, steeds door revolvers in bedwang gehouden, werden allen naai den zolder getransporteerd, waar hun ook de beenen werden gebonden. De ploeg uit de andere kamer had dit lot reeds ondergaan, zoodat zich op den zolder pl. m. 40 personen bevonden. Een klein raampje werd dichtgespijkerd, het luik voor de trap dito en zoo lagen allen daar hulpeloos, in bange afwachting, wat de schurken verder in het schild zouden voeren. Die schenen echter van plan, hen daar aan li,un lot over te laten want op den zolder hoorde men hen in twee wagens wegrijden. Enkele bange uren werden doorgebracht. Daar wist een der gevangenen, een Rus (behalve de heer D. en een Duitscher waren allen Russen), zijn handen zoo te wringen, dat hij er een in zijn zak kreeg en gelukkig, daar vond hij zijn mes, dat em gelaten was. Nu was hij gauw vrij en met hem de anderen. Maar hoe u van den zolder te komen Door het dak breken giug niet en dus werd met ereende krachten het luik geforceerd, dat het eindelijk opgaf en een oogen blik later hadden allen hun gevangenis verlaten, dankbaar voor hun bevrijding. Het eerst werd nu naar den Rus gezocht, op wien geschoten was: op een 100 pas afstand vond men zijn lijk. Het hoofd was met 3 kogels doorboord. 't Spreekt van zelf, dat van marktbezoek nu niets kon komen. De terugtocht naar Augustovo werd aanvaard, waar men van het voorgevallene aangifte deed. De geheele rooversbende bestond uit twaalf personen, zooals een boer ver klaarde, die de heeren 's morgens gereden had en tot dank daarvoor ook gekneveld was. Of ze wel zullen worden gepakt PERZIE. De correspondenten te Teheran van de Londensche bladen seinen met vol doening over het feit dat de troonwisse ling in Perzië met zoo weinig boedstor ting is gepaard gegaan. De correspondent van de Daily Tele- raph seinde, dat de Perzische kozakken bij wijze van voorzorg hun kanonnen plaatsten om het gebouw der Russische legatie, teneinde voorbereid te zijn op een aanval van de nationalisten op die legatie. Maar de nationalisten dachten en bij haar helder licht kon Aart de voor bijgangers zeer goed herkennen. Menige avondgroet wisselde hij dan ook met de dorpelingen, die, met het mooie weer, den neus nog eens buiten de deur kwa men steken. Hij maakte echter ditmaal met niemand een praatje. Juist had Aart de eigenlijke kom van het dorp verlaten en zou hij eenen zijweg inslaan om naar de woning van zijnen zoon te gaan, toen hij eenen soldaat zag naderen. Nieuwsgierig wie dat mocht ziju, bleef Aart even staan. Wie weet,* dacht Aart, »of dat niet iemand is, die afgezonden werd om den deserteur op te sporen,* en reed§ was onze voerman dus bang, dat hem het gras voor de voeten zou worden weggemaaid. »Goeden avond, sergeant!* riep Aart, want hij had de strepen op de mouw reeds gezien. >Goeden avond hé, ben jij het Aart Hoe gaat het, man En hoe gaat het met de vrouw »Lieve tijd nu zie ik het pas Hen drik AbelsJongen, wat hebben wij elkaar in lang niet gezien En wat kom je hier in Kannen doen, toch niet om. »Nu waarom dacht je, dat ik hier zou komen »Och, ze praten van een deserteur, die van daag moét weggeloopen ziju, maar de menschen praten zoo veel .jij weet dus nergens van >Neen, ik kom van Roerkerk, van mijne ouders. Nu, maar het zal ook wel een praatje wezen. - Eu hoe was het met je vader met Jan Abels, is hij nog altijd g vlug Vader houdt zich best maar je hebt mij daar toch nieuwsgierig gemaakt, met van dien deserteur te beginnen Waar lag die man in garnizoen Kom, vertel eens alles, wat je er van gehoord hebt.* Eerst had Aart berouw gehad, dat hij zich zoo verpraatte, maar nu het bleek dat Hendrik Abels pas van huis kwam en van den^prins geen kwaad wist, nu bleef immers de eer der ontdekking ge heel aan hem, al nam hij den sergeant ook in 't vertrouwen. Ja, daar het mogelijk bleef, dat die verdachte persoon toch geen deserteur of misdadiger was (want dwalen is menschelijk) zoo was het zelfs heel goed, om Abels op de hoogte te brengen Die kon terechtwijzing, inlichting enz geven, en des vereischt een handje hel pen. Na dit een eu ander bij zich zeiven overlegd te hebben, besloot Aart om alles te vertellen, wat hij gehoord had, wat hij vermoedde, en wat hij van plan was. Hendrik Abels luisterdeaandachtignaar het verhaal van den voerman. Eensklaps schiet hem de gedachte door 't hoofd Als 't Ferdinand Richter eens was!* Met die gedachte vervuld, vroeg hij I >Je zeidet daar straks, dat die manschap daar in het geheel niet aan, wijl zij wisten dat zulks ernstige gevolgen voor hen kon hebben. De nationalisten hadden de vlucht van den Sjah binnen het ge bouw der Russische legatie voorzien. Zij beschouwen de daad van den Sjah als gelijkstaande met een afdanking. De Russische en de Britsche diplomatieke vertegenwoordigers zijn het eens met die opvatting. Iedereen prijst het gematigd optreden der nationalisten, van welke gematigdheid zij mede het bewijs lever den door de kozakken-brigade onder aan voering van Liakof, toen die zich had overgegeven, voorloopig te handhaven in het belang der orde, wijl het nieuwe Perzische bewind niet beschikt over een voldoend aantal geregelde troepen voor dat doel. SPANJE. De titel van infant is ontnomen aan prins Alphonso van Orleans wegens het zonder toestemming des konings huwen met prinses Beatrice van Saksen Coburg Gotha. [Prins Alphonso is een neef van den koning van Spanje; zijn moeder, prinses Eulalie, was een zuster van den vorigen Spaanschen koning. Zyn vader stamt uit het huis van Bourbon-Orleans. De bruigom is 23 jaar. Zijn bruid is 25 jaar en dochter van wijlen hertog Alfred, een broer van koning Eduard. Het huwelijk is Donderdag teKoburg burgerlijk gesloten. 's Middags had de kerkelijke inzegening plaats, eerst volgens de katholieke ritus, daarna volgens de evangelische of Luther- sche ritus. eenen onderofficier geslagen had, weet je ook soms den naam van dien sergeant, of den naam van den deserteur En weet je ook, of er vroeger iets tusschen die twee was voorgevallen >Neen,« antwoordde Aart, namen heb ik niet gehoord, maar één van de onder officieren die er b(j geweest is, is een neef van den herbergier Jan Krap, bij wien ik altijd stal, als ik in de stad kom. Nu, die neef kwam daar nog even in de herberg loopen, toea ik weg zou rijden, en vertelde het geval, en zei er bij, dat de -ruzie aangekomen was over eene peer, die de soldaat bij 't postkantoor gestolen had.* »Dan is er geen twijfel aan,* dacht Hendrik Abels, »of de deserteur is Richter, en de sergeant, die hem getergd heeft, niemand anders dan Knokers.* »'t Is Richter misschien is hij daar, op eenige schreden afstands in het dorp men staat gereed hem te vatten, en, wordt hij gevat, dan is hij levenslang ongelukkig: hij, de brave, edele Richter, de weldoener mijns vaders 1 Zou hij niet te redden zijn Ja, hij zal en hij moet gered worden Maar hoe hem te redden Wordt iemand ooit gewaar, dat ik, de sergeant Hendrik Abels, een deserteur behulpzaam ben geweest in zijne vlucht, dan zijn myne onderofficiersstrepen en mijne kans op promotie voor altijd naar de maan. Toch, hem te laten grijpen, zonder althans eene poging tot zijne

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1909 | | pagina 1