Hi mai &mL Woensdag 7 Juli 1909. Jaarg. !V O. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. MELKMAN. AXEL. Buitenland. FEUILLETON JU& D»t blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AÜVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maai. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. BELGIE. Iu België zijn groote overstroomin gen. Het Handelsblad van Antwerpen meldt ln het Walenland, langs de Maas en hare bijrivieren, is de toestand, door de overvloedige regens veroorzaakt, zeer erg. Donderdag is er twee-en- twintig millimeters water gevallen te Hastière, negen-en-twintig te Riviere, negentien te Namen, een-en-twintig te Andenette, negentien te Ben-Ahin, een- en-twintig te Hoei, even zooveel te Ampsin, drie-en-twintig te Amay, vier- en-twintig te Chokier, een-en-twintig te Argenteau en negentien te Visé. Als men van de kom der Maas over gaat tot die der Amblève, vindt men vier-en-dertig millimeters te Stavelot in de kom der Vesdre, twee-en-dertig te La Reid en vijf-en-vijftig te Hockai in de kom der Becq, dertig te Hamois in de kom der Semois, zeven en-veertig te Poncel, twee-en-veertig te Bouillon en acht-en-vijf tig te Longlier. In de kommen der Vilroin, der Ourthe, Lessen en Samber is eveneens eene groote hoeveelheid water gevallen. Er zijn in die streken erge over stroomingen te vreezen, die op dit tijd stip van het jaar eene echte ramp zouden veroorzaken. In de provincie Luxemburg is het niet minder erg gesteld. Gedurende twaalf dagen regende het daar onop houdend. In de omstreken der ge meenten Messancy, Athus en Aubange Ferdinand stond daar, half ontkleed op een twintigtal schreden afstands van de rivier, met saamgenepen lippen en fonkelende oogen. Er lag iu dieoogen, op dat bleeke gelaat eene uitdrukking van smart en vertwijfeling. Tusschen hem en .de rivier stonden Knokers en zijne metgezellen. »Naar Leiden achter de traliën, eerloos* die woor den sneden den jongeling door de ziel. Ofschoon in geene stemming om geregeld na te denken en gevolgen en uitkomsten te berekenen, kon hij toch met één en kelen blik zijn hachelijken toestand over zien, en nagaan, dat gevangenisstraf met al de daaruit voortvloeiende ellende waarschijnlijk zijn deel zou worden. De afgrond, die aan zijne voeten gaapte, trachtte hij te peilen en duizeling en afgrijzen beving den rampzalige. Eens klaps vliegt hem met bliksemsnelheid eene gedachte -door de ziel. Hij grijpt die gedachte aan, hij heeft zyn besluit genomen. >Uit den weg D schreeuwt hij en ijlt met geweldige vaart op den stroom toe. Onwillekeurig wijken die mannen eene schrede terug, en, eer zij het verhinderen kunnen, heeft Richter zich van den steilen oeverrand en in staan de velden gansch onder water. De eerste hooioppers drijven op het water rond. Er zijn zelfs eenige wegen overstroomd en het water is in de kelders der huizen geloopen. De landbouwers hebben hun vee op plaatsen moeten stellen, die door de overstrooming niet bedreigd, worden. De Semois, tusschen Etalle en Aarlen, is op verschillende plaatsen buiten hare oevers geloopen, en de Amblève en de Ourthe dreigen met hetzelfde onheil. Te Aarlen alleen is er Dinsdag drie-en-tachtig millimeters water ge vallen Alhoewel Aarlen op eene hoogte van 416 meters gebouwd is, zal deze stad overstroomd worden, indien de regen aanhoudt. Ook te Luik wordt de toestand erg. Sedert Donderdag staat de Maas 1 m. 77 boven het normaal peil. Een ge deelte der kaaien staat onder water. ENGELAND. Donderdagavond heeft een Indisch student in het Imperial Institute te Londen kolonel Sir William Curzon Wyllie, den politieken adjudant van den staatssecretaris voor Indië, en een geneesheer uit Sjanghai, genaamd Ca- waslalcaca, doodgeschoten. De student is in hechtenis genomen. Men vond twee geladen revolvers en een dolkmes in zijn bezit. Kolonel Curzon Wyllie kwam van een ontvangst van eenige honderden Indische studenten door de Indian Association, toen de moordenaar hem op de trap aansprak. De Indiër vuurde den woelenden stroom geworpen. Het water spat en schuimt en sluit zich weer boven zijn hoofd. Toch, schoon hij niet weer komt opduiken, blijft daar beroe ring in het water. Eenmaal nog mee- nen de toeschouwers aan den oever rand eene hand boven het water te zien uitsteken, die echter spoedig weer ver dween. Hij is weg, hij heeft zich verdronken 1* stamelden de mannen, en zagen elkander onthutst aan. »Maar dat mag niet wij moeten hem zien te redden !c riep Gijsbert, »kom aan, te water! En hij wierp zijn jas uit en hurkte haastig neer om zijne laarzen uit te trekken, maar, eer hij daarmee gereed was, zag hij aan den overkant, een eind stroom-opwaarts, tus schen het oeverriet iets opduiken. On middellijk springt hij op, en roept »zie, zie daar En zoo sprekende wijst hij in de tegenovergestelde richting van de plaats waar hij den vluchteling gezien had, zoodat Knokers eu zijne vrienden den rug keerden naar de plek, waar Richter, die onder water doorgezwommen was, den oeverrand weer beklom en tusschen het kreupelhout verdween. „Ziet ge,« zoo roept Gijsbert, daar stak hij de handen weer op Daar moeten we dus zoeken Dit zeggende ging hij te water, en zwom in de straks door hem aangewezene richting voort. Zijn voorbeeld werd gevolgd door den oud snel zes schoten af. Wyllie was op slag dood. De zesde kogel trof een Parsee dokter uit Sjanghai, die tege lijkertijd de trap afging als Wyllie, en wondde hem doodelyk. De moordenaar heet Nadar Lal en komt uit Dhinagri. Hij is 22 jaar en een Hindoe. Hij is Vrijdag voor den politie-rechter gebracht. Zijne zaak is daarna een week verdaagd. De moordenaar nam een ongevoelige houding aan en schudde het hoofd, toen men hem vroeg, of hij iets te zeggen had. Alleen zeide hij, dat hij buiten zijn wil den Parsee dokter ver moord had. Hij zag hem op hem toe komen en vuurde toen uit zelfverweer. De twee moorden baren geweldig opzien. Men brengt den politieken moord op Wyllie rechtstreeks in ver band met de lezingen van Krisjna Varma. Krisjna Varma staat aan het hoofd van het tehuis voor Indische studenten, dat een bekend middelpunt van de Indische omwentelingsgezinden daar ter stede is. Krisjna Varma redi geert ook het maandblad Indian Socio logist waarin hij herhaaldelijk de leer heeft verkondigd, dat een politieke moord geen gewone strafbare doodslag is, wanneer hij gepleegd wordt op Engelschen in Britsch-Indië, die de Indische nationalisten allen als boos wichten en bandieten hebben te be schouwen. Dhingra, de moordenaar van Sir W. Curzon Wyllie, kwam drie jaar geleden uit Amritsar, waar zijn vader dokter sten der onderofficieren. Knokers bleef echter met den jongsten zijner makkers op den oeverrand zitten. *Ik wou,< mompelde Knokers, »dat ze er hem weer levende uithalen, want liever nog dan zijn lijk, zag ik hem transporteeren, dien naren vent!» »Waarheen vroeg zijn makker. »Naar Leiden!» luidde 'tantwoord. V. Aan den overkant van de Ganzenkolk lag, zooals wij reeds aanstipten, niet ver van de rivier, eene kleine boerderq. Tijdens de tooneelen, in-dit verhaaltje geschetst, woonden op die boerderij een paar jongelui, die dit >spulletje< voor- loopig gepacht hadden, in de hoop er later eens als eigenaars te blijven wonen, üp het oogenblik, dat daar aan de overzij zulke heftige woorden gewisseld werden en zulke vreeselijke tooneelen plaats grepen, was 't hier, in de keuken van Harm Sok, zeer vreedzaam. Harm zelf was nog niet thuis, maar zijne Sientje kon hem ieder-oogenblik verwachten, en, in afwachtig dat de baas zou komen, had ze dan ook vast den boel aan kant ge maakt, en het keteltje koffie stond reeds op een groen steenen komfoor te .pruttelen. Zoo'n boerenkeuken, ofschoon het uitzicht biedende op lachende velden, is daarom toch lang niet altijd een vroolijk en helder vertrek. Helder is 'thier althans niet. Wel heel zindelijk is, te Londen en heeft sinds dien aan University College voor ingenieur ge studeerd. Zijn ouders, die tot aanzien lijke geslachten behooren, schreven kort geleden aan Wyllie, die veelal toezicht hield op Indische studenten in Engeland en onder hen om zijn vriendelijkheid en hulpvaardigheid een goeden naam had, om hun zoon eens onder handen te nemen, want hij was in slecht gezelschap geraakt, d. w. z. in gezelschap van revolutionaire Indiërs. Wyllie had eerst moeite Dhingra's adres uit te vinden, want negen maanden geleden was hij uit Krisjna Varma's Indische tehuis vertrokken. (In dit tehuis is er nu nog slechts een bewoner, en weldra zal het gesloten worden, zei deze aan een verslaggever.) Eenige dagen geleden had Wyllie een gesprek met Dhingra en hij zei hem, dat zij elkaar op het feest in het Imperial Institute wel meer zouden spreken. Heeft Dhingra, vraagt men, het Wyllie kwalijk genomen, dat deze zich met zijn politieke meeningen bemoeide? En is toen in zijn overspannen brein het plan opgekomen om dan dezen Engelschman alvast voor „de onder drukking van Indië" te laten boeten? Er zijn er die meenen, dat Dhingra den avond van den moord een Indisch opwekkend middel heelt ingenomen bhang, dat een gelijksoortige uitwerking heet te hebben als opium. Onder zijn mede-Indiërs te Londen stond Dhingra bekend als de Stille Poel. Hij was afge trokken en bemoeide zich met weinigen. Die mede-studenten uit Indië pbptestee- ren op alle manieren tegen den moord. en net, o ja, in dien zin is 't hier bij Sok zeer helder het huisraad, de scho tels en de kanuen, tot de ijzeren vuur plaat toe, het blinkt alles als een spiegelmaar buiten voor de vensters staat een oude, breed getakte lindeboom, en alsof door dat dichte voorhaug van bladeren het licht nog niet genoeg onder schept werd, hingen er voor de vensters twee soorten van gordijnen, vooreerst een bovenste verdieping van wit katoen, welker franjes op de tweede verdieping, een gordijntje van geruit neteldoek, ne- derhangeu. Dat ondergordijntje zou men kuunen opschuiven, maar dat gebeurt zelden dat bovengordijn kan niet opge trokken worden, maar, als 't heel donker wordt in de keuken, dan zet men den stok. schuin tegen de glazen. Daarvoor is 't echter nu nog niet donker genoeg, of Sientje oordeelde, geloof ik, dat ze 't met dat schemerachtige licht wel stellen kon. De kleine Harm slaapt en bij 't miuste geluid, dat het jongske geeft, trekt Sientje onverwijld aan het wiegetouw. De brijpot geeft gestadige afleiding, zoodat het vrouwtje uog aan zitten niet is toegekomen. Daar hoort ze de klink van de achterdeur gaan, en een oogenblik daarna wordt de deur van de keuken geopend. >Zoo, beu je d wil Sientje zeg gen, vast geloovende, dat het niemand anders dau haar Harm kan zijn, die daar binnentreedt. Maar ze bracht den

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1909 | | pagina 1