^5e Jauric m li mi !Xo. Zaterdag 3 1900. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. MKI FHYV Buitenland. FEUILLETON. Binnenland. AXELSCHE COURANT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DUITSCHLAND. De Kölnische Zeitung zegt het nu ronduit, dat de tegenwoordige kanse- lisrscrisis alleen een gevolg is van de zwenking van de verbonden regeerin gen, die, nadat zij Bülow aldoor gerug steund en verklaard hadden dat er geen andere belasting op het bezit mogelijk was dan de erfdeelbelasting, plotseling, na de verwerping van de laatste, den steven omgooiden en zich tot het sluiten van een vergelijk bereid verklaarden. De Kölnische Zeitung logenstraft het bericht, dat de Keizer wegens de crisis zijne reis zou opgegeven hebben. Maar wel zal de Keizer haar niet eerder aanvaarden, voor de crisis haar scherpe karakter heeft verloren. FRANKRIJK. De Petite République schrijft over i de terechtstelling van drie Arabieren te Algiers. Wat vooral de verontwaardiging wekt in deze drievoudige terechtstelling is niet zoozeer de straf op zich zelf als de toebereidselen er van. Gewoonlijk, tenminste in Frankrijk, worden deze tot een strikt minimum beperkt. Maar voor de drie Arabieren in kwestie schijnt men ze integendeel zoo lang mogelijk te hebben gemaakt, alsof het een pleiziertje gold. Men heeft de ver oordeelden een tocht van 24 uren laten maken door de provincie Oran, een ware begrafenis-stoet van Sidi bel Abbes 10) De kleine rivier, waai aan de garnizoens plaats X. gelegen is, maakt, op ruim een kwartier uurs van de stad, een aan merkelijke bocht. Daar, in die bocht, was de stroom tamelijk breed, en deze plaats heette de Ganzen kolk. Terwijl elders de rivier zeer ondiep was, en slechts voor kleinere schepen bevaar baar, stond de Ganzenkolk als zeer diep bekend. Sommige liefhebbers van zwem men plachten daarom deze plaats nu en dan met een bezoek te vereeren. Voor 't overige was echter de weg, die naar dit plekje voerde, zeer eenzaam. Aan den overkant stonden een paar kleine boerderijen tusschen dicht geboomte, maar aan deze zijde, aan den weg, die naar de stad voert, stond nergens eene menschelijke woning. Die weg naar de stad, de Ganzenweg genaamd, was tame lijk smal en met afgeknotte wilgen om zoomd. Op het oogenblik dat Gijsbert, met Knokers en de beide andere onder officieren, dien weg opging, was daar niemand te zien, maar toen zij dicht bij de plek gekomen waren, alwaar men te water placht te gaan, zagen zij een jongen man staan, die, schoon hij bezig was zich te outkleeden, toch aan de blauwe naar Bossuet. Op een kar zyn ze ver volgens met soldaten-geleide over een afstand van zeventien kilometer ver voerd, terwijl de guillotine achter hen aan werd gereden. Als dit is geschied om een voorbeeld te stellen, des te erger, 't Is te vreezen dat die uit stalling van wreedheid juist het tegen overgestelde gevolg zal hebben van wat men er zich van had voorgesteld. Uit Lorient wordt aan verschillende bladen gemeld, dat er een zeer onte vreden stemming heerscht onder de bemanning van de schepen van het Noordereskader, daar op enkele schepen aan de manschappen onvoldoende en zelfs gedeeltelijk bedorven rantsoenen zijn gegeven. De bemanning van het pantserschip Marseillaise moet 24 uren lang geweigerd hebben te eten. De opperbevelhebber van het gansche eskader heeft een onderzoek bevolen. Keizer Frans Jozef heeft aan presi dent Fallières het grootkruis van de Stefanusorde verleend. Naar van ambte lijke zijde medegedeeld wordt, is de verleening van deze hoogste Oosten- rij ksche orde aan den Franschen presi dent een blijk van erkenning van de bemoeiingen van Fallières in het belang van den vrede. BELGIË. Te Gent zijn eigenaardige gevallen van afdreiging voorgekomen. Een reeder kreeg een brief, waarin hij en familie leden met den dood bedreigd werden als hij niet 430 frank in een beurs aan een touw met een kurk op een broek aanstonds als een militair herkend werd. Toen hij schreden hoorde naderen, wendde de jongeling het hoofd om. 'tWas Ferdinand Richter. Knokers herkende hem op't eerste ge zicht en slaakte een verschrikkelijken vloek. »Daar heb je hem riep hij, met gedempte stem. »Wie?« vroegen de anderen. »Die ellendeling Richter »Mooi!c riep Gijsbert, »maakhemdan nu een standje en laat het daarbij blijven.* Bij blijven laten,* gromde Knokers, »neen, ik zal wel wijzer wezen.* Richter was inmiddels gaan zitten en had zijne schoenen en ook dat kleeding- stuk uitgetogen, waaraan hij nog als soldaat kenbaar was. Toen de aankomen den in zijne onmiddellijke nabijheid waren, stond hij op, en groette op mili taire wijze. »Wat doe jij hier, zeg vroeg Knokers. k Wilde sergeant »Zoo nu, je rukt maar zoo gauw mogelijk uitallez, pak je boel bij mekaar, en scheer je weg!* »Met uw verlof, sergeant, ik ben nog niet te water geweest!* »Nu, geen praatjes meer, en maak dat je onmiddellijk uit mijne oogen komt Richter aarzelde een oogenblik, maar eens gaan zwemmen. aangegeven plek van een water neerliet. De bedreigde deed alzoo en zei er niets van aan de politie, vreezende blijkbaar voor anarchistische wraak neming. Daarna kreeg hij aanmaning om meer te geven en verscheiden andere menschen ontvingen zulke brievenprof. Vercouillie o. a. Een hunner verwittigde de politie. In de Leie bij het Heilig Huizeken werd op de aangegeven manier het geëischte geld te water gelaten, en drie dagen en twee nachten hield de politie er bedektelijk bij de wacht. Maar of de schuldigen lont hadden geroken, de buit werd niet opgehaald. Vervolgens kreeg een advokaat een dreigbriefhij moest het geld aan de Nieuwe Wan deling bij een bruggetje te water brengen. Weer stelde de politie zich verdekt op, een nacht ging ongestoord voorbij, maar 's anderen ochtends om trent half zeven dat was Zondag kwam er een bootje aan, bemand met drie personen, twee roeiers en een roerhouder. Nabij de .plaats, waar de beurs was neergelaten, werd wat ver traagd, dan een eindje voorbij geroeid en dan weer terug, waarbij de roer houder de kurk vastgreep om het beursje op te halen. Op hetzelfde oogenblik echter blies de aanvoerder der brigade politie op een hoornvan alle kanten schoten gendarmen toe en de bootjesvaarders werden aangehou den. Op hen werd geen enkel wapen gevonden. De dreigbrieven waren geschreven zoo meldt de Nieuwe Gazet verder als men het zoo mag heeten, met bukte zich toch om zijne kleederen bijeen te rapen. Terwijl hij dat deed, wendde Knokers zich weer tot hem en sprak, op den toon der diepste verachting»Jè bent toch eigenlijk een gemeene vent, niet waard datje Zij-ne Majesteitswapenen Richter gaf geen antwoord. »Ik zeg dat je een gemeene kerel bent, heel gemeen Hoor je niet, wat ik zeg »Ja wel, sergeant »Nu, wat antwoord je daar dan op Niets, sergeant!» »Er is ook niets tegen in te brengeu laat die kleeren liggen, zoolang ik met je spreek, en zie mij aan met je gluiperige oogen een gemeene tronie heb je toch 1 zeg, heb jij verleden Woensdagavond tusschen zeven en acht op post gestaan bij 't postkantoor »Verleden Woendag? Om u te dienen, sergeant!* »Om mij te dienen Neen, om te stelen toen heb je daar peren gestolen, schobbejak Richter werd hoe langer zoo bleeker hij beefde aan alle zijne leden, maar antwoordde niet. Antwoord, heb je daar geen peren gestolen »Ik heb van een overhangenden tak een paar peren afgeslagen »Dat noem ik stelen »Dat is tot uwe dienst, sergeant!'* speldeprikken. De drie aangehoudenen zijn drie gebroeders Oscar, Edgard en Gaston C Waldamkaai. Zij behoo- ren tot een deftige familie. Het zöu heel goed mogelijk zijn dat zij bij toeval de kurk uit het water haalden. Zij ontkennen alle schuld. Zij hadden de kurk zien drijven en hadden haar uit hieuwsgierigheid opgehaald. De Koningin. Men schrytt uit Apeldoorn aan het Hbld Sinds haar verblijf op Het Loo, rijdt de Koningin bijna dagelijks uit; door gaans naar de Hoog-Soerensche dn Wiesselsche bosschen. Slechts bij uit zondering strekt H. M. hare uitstapjes, die gewoonlijk niet langer dan anderhalf of twee uur duren, uit tot het dorp. De Prins vergezelt H. M. op deze rij toeren. Dan gaat geen gevolg mede en ment de Prins zelf de schimmels. Gisteren bijv. reed de Koningin te half twee met een hofdame uit naar Hoog-Soeren, waar het Juliana-feest met kinderspelen,, wedstrijd van versierde rijwielen, muziekuitvoeringen enz., wordt gevierd. H. M. ziet er in de laatste dagen b\j- zonder opgewekt uit. Het hoofdbest. van den Volksbond, tegen drankmisbruik heeft zich tot den Minister van Waterstaat gewend met het verzoek de algemeene voorwaarden voor de uitvoering en het onderhoud van werken, onder het beheer van dat »En ik noem jou een genieenen dief Op dat gezegde wierp Richter zijne kleederen, die hij in de handen had genomen, weer op den grond, en met van woede bevende stem riep hij »Dat laat ik mij niet zeggen, door geen mensch, al was 'tde Koning!* »Kom,« sprak Gijsbert, »nu is 'tal wel »Niet brutaal, hoor je hernam Kno kers, zonder zich aan het pussende woord van Gijsbert te storen, en, dichter op zijn vijand toegetreden, herhaalde hij »Gemeene dief!* Nauwelijks was dat woord uitgespro ken, of Knokers deinsde achteruit. Richter had hem met zooveel kracht in het aangezicht geslagen, dat het bloed uit neus en mond stroomde. Met een afgrijselijken vloektrektdealdusgetroffene zijn sabel. Maar oogen blik kelijk daarna steekt hij die weer in de schede, en, schijnbaar bedaard, zegt hij: De heeren zijn getuigen van deze verregaande insubordinatie »Gij weet, hoe ik getergd ben sprak Richter. »Nu zul je dan eens zien, hoe gauw we je naar Leiden hebben, achter de tralies grijnsde Knokers. »Lafaard, die zich in 't aangezicht laat slaan in tegenwoordigheid van zijne kameraden 1* riep Richter. »Ja, sla nu maar door, en meet de maat vol !c

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1909 | | pagina 1