mi &mi>
23.
Zaterdag 20 Juni 1909.
25e Jaariï
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
AXELSCHE
COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKERUITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrtydagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
In deze week, vermoedelijk gisteren,
zou het rijksluchtschip Z. I aan het
meer van Konstans opstijgen en naar
Metz stevenen, waar het voorgoed ge
stationeerd zal worden. Aangezien het
schip in 24 militaire tochten zijne bruik
baarheid bewezen heeft, zal het geen
proeftochten meer doen.
De tocht naar Metz zou, naar men
verzekert, 's avonds ondernomen wor
den, zooveel mogelijk langs de oever
van de Rijn gaan en ongeveer 13 uren
duren.
Een ingenieur Boerder te Dusseldorp
heeft patent genomen op een uitvinding,
die het mogelijk maakt, dat luchtsche
pen, volgens het stijve 3telsel gebouwd,
die nu niet loodrecht op kunnen stijgen,
maar in schuine richting omhoog gaan,
voortaan loodrecht de hoogte in zullen
gaan. Het Pruisische ministerie van
oorlog heeft zich met den uitvinder in
verbinding gesteld. Boerder is van plan,
in Juli met den bouw van een lucht
schip volgens zijne uitvinding te be
ginnen. Met een model moet hij al
goedgeslaagde proeven genomen hebben.
ENGELAND.
De lijkschouwer en zijn gezworenen
te Grimsby hebben de doodsoorzaak
moeten onderzoeken van een telegrafist,
overleden aan tetanus gevolgd op brand
wonden, die hij had gekregen bij de
inrichling van een station voor drade-
looze telegrafie voor de vloot te Hum-
berstone. De telegrafist had zich bij
8)
IV.
»Lading in elf tempoos laadt ge
weer O jij, No. 5, wat gaat dat weer
ellendig met jou van daag, grooter
stommerik als jij bent zal er nog geboren
worden houdt je kop recht, vlegel....
wat sta je daar weer te pruttelen Pas
op, hoor je.eens heb je er van gelust,
maar als je nu weer brutaal bent, dan
loopt het zoo goed niet met je af.
Dan kun je naar Leiden opmarcheereu 1«
Sergeant Kuokers hijgde naar lucht
toen hij deze lange strafpredikate tegen
No. 5 had uitgebulderd. No. 5 stond
daar met een strak onbewegelijk gelaat
en liet door niets bemerken, dat hij iets
van die hartige toespraak verstond.
Alleen toen hij de woorden»naar
Leidenhoorde, ja, toen frousae hij de
wenkbrauwen even en ontroerde. Was
er dan in die woorden iets zoo
vreeselijks
Naar Leiden Voor velen onzer lezers
klinken die woorden als eene aangename
muziek. Leiden, de stad, waar we met
der tijd zullen studeeren. eene kamer
op de Breestraat, rijden en rossen en
io vivat zingen, en altijd zoo vrij als
een vogeltje in de luchtMaar dat woord,
vergissing begeven in een vertrek, dat
electrisch geladen was. Hij viel dadelijk
op den grond. Zijn arm, zij en borst
waren zwaar verbrand. De deur, die
tot „de gevaarlijke kamer" leidde, had
gesloten moeten zijn, zei een getuige.
Het onderzoek werd in het station ge
houden, maar de gezworenen kregen,
op streng verbod van de admiraliteit,
geen verlof de noodlottige kamer te
bezien. Zij werden zorgvuldig bewaakt,
opdat zij niets zouden zien van wat de
admiraliteit verborgen wil houden.
Men herinnert zich, dat onlapgs een
troep EngelscheJonge Verkenners
jongens die zich vrijwillig in den ver-
kenningsdienst oefenen op bezoek
in Duitschland zijn geweest en daar
hun kunsten van hard en lang loopen,
padvinden enz. hebben vertoond. Aan
die jongens is toen, naar men ten slotte
algemeen in Duitschland vond, al te
veel aandacht geschonken. Maar nu
zal men van Duitschen kant het bezoek
terugbrengen. Duitsche Jonge Ver
kenners komen in Juli te Edenburgen
zullen een maand lang Schotland en
Engeland doorkruisen.
Het is voor vele Engelschen een
leelijk geval. Hun eerste aandrift zal
zijn, te roepennog meer Duitsche
verspieders in het landen in de
kranten tegen dat bezoek te protestee
ren. Maar zij zijn zelf begonnen der
gelijke verkenners in den dop naar
Duitschland te zenden, en die zijn daar
buitengewoon gastvrij ontvangen. Men
kan nu toch die Duitsche gasten niet
werenHet Engelsche comité, dat
dat den aanstaanden student idealen doet
scheppen van vrijheid en vroolijkheid,
roept schrikbeelden voor den geest bij
den jeugdigen krijgsman, die, zoo hij
naar Leiden wordt getransporteerd, alle
vreugd en vrijheid vaarwel moet zeggen.
Wanneer ge met den spoortrein bij de
Akademiestad aankomt, dan zjetge, niet
verre van het station, een hoog en tamelijk
groot gebouw tusschen de boomen door
schemeren. Dat is de militaire straf
gevangenis, Onze No. 5 had, wanneer
hij Leiden passeerde, meer dan eens een
blik naar dat gebouw geworpen. Nog
niet vele jaren geleden had iemand, die
tegenover hem in den wagon zat, op
dat huis gewezen met de verklaring
»zie daar de treurigste gevangenis uit
Nederland, want in andere dergelijke
gebouwen vindt men misdadigers, maar
daar, daar zucht er menigeen en wordt
voor zijn leven bedorven, ofschoon hij
nooit eene misdaad heeft begaan.En
toen No. 5 den spreker daarbij verwon
derd had aangezien, had deze op lang-
zamen toon gevraagd»hebt gij nooit
van insubordinatie gehoord welnu, menig
fatsoenlijk jongeling maakte zich aan die
insubordinatie schuldig; maar ik beweer,
dat iemand, die in drift brutaal werd,
daarom nog niet rechtstreeks misdadig
is geweest. Toch kan hij wegens zulk
een vergrijp daar in dat gebouw opge
sloten worden dus, zoo ge ooit soldaat
mocht worden, denk aan Leiden U
voor de Duitsche jongens zal zorgen,
heeft reeds in de Engelsche bladen
de plattelandsbevolking opgeroepen om
schuren ter beschikking te stellen, waar
de jongens na hun zwerftochten over
nachten kunnen. De radicale Star geeft
een spotprent van een patriottischen
Engelschen boer, die een Duitsch ver-
kennertje met de hooivork achterna
zit, en de Westminster Gazette houdt
zich het hart vast over het lawaai dat
er in de gele pers zal opgaan.
Men heeft in Engeland angst uitge
staan over het lot van 26 man van de
bemanning van den kruiser Sappho,
die in een eigen boot van boord waren
gegaan maar niet te Dungeness aange
komen. Ten slotte vernam men echter,
dat het stoomschip Montenegro ze in
het Kanaal had opgepikt. Ze zijn te
Middlesbrough geland.
Bezoekers van Londen van 17 tot 24
Juli kunnen daar op de Theems 150
oorlogsschepen zien van de grootste
linieschepen tot onderzeesche booten
toe. De admiraliteit wil dus de inge
zetenen van de hoofdstad een kijk geven
op Engelands stalen wallen.
ZWITSERLAND.
In het kanton Bazel is een wet be
treffende den openbaren rustdag bij
volksstemming aangenomen met 670Ö
tegen 2771 stemmen.
Alle politieke partijen hadden zich
verklaard voor aanneming van de wet.
RUSLAND.
De Daily News publiceert eenige
bijzonderheden over Vera Figner, van
Aan al die waarschuwingen dacht No.
5, toen sergeant Knokers hem dreigde,
en voor een stommerik uitschold. Was
No. 5 zulk een domoor? Dat geloof ik
niet. Hij ziet er ten minste niet naar
uit. Als wij hem goed aanzien, dan
zullen we in hem een ouden bekende
weervinden. Inderdaad, No. 5 heet
eigenlijk: Ferdinand 'Richter. Onze
vriend, de weldoener .van Jan Abels?....
Dezelfde
Richter had een laag nummer getrok
ken zijne ouders vonden, dateenrem-
placant te duur was en de patroon had
gezegd: >'t Spijt me, maar wie weet
waar 't goed voor is, dat je eens voor
eenige maanden soldaatje spelen gaat, je
doet daar misschien nog wat menschen-
kennis op.« En zoo staat hij daar nu
op 't exercitieveld en moet zich laten
drillen door sergeant Knokers en consor
ten. Van die consorten, de overige
onderofficieren, had Richter zooveel niet
te lijdeneen zelfs was er onder hen,
die hem, zooveel hij kon, steeds hielp en
begunstigde. Hendrik Abels namelijk,
was destijds van zijne ziekte herstelden
lag uu in garnizoen te X, dus in de
zelfde plaats waar Ferdinand vertoefde.
Zooveel werk echter als Abels er van
maakte om het lot van Ferdinand te ver
zachten, en zijn leven te veraangenamen,
zooveel moeite gaf Knokers zich, om den
armen loteling te grieven, en zijn leven
te verbitteren. Geen dag ging er voorbij,
de hand van mevrouw Krapotkin. Vera
Figner is 23 jaren opgesloten geweest
in de Schlüsselburg-gevangenis. Zij
werd geboren in 1852, als kind van
adellijke ouders. Zij werd een ijverig
aanhangster van de vrijheidsbeweging
en heeft haar strijden voor de volks
vrijheid met vreeselijke kerkerstraf
moeten boeten. In 1882 werd zij ver
raden door een zekeren Degaef. De
aanvankelijk over haar uitgesproken
doodstraf werd veranderd in levens
langen dwangarbeid, doch ze werd in
1905, bij de uitvaardiging van het am
nestie-manifest ter gelegenheid van de
geboorte vau een troonopvolger, in vrij
heid gesteld. Gedurende 13 jaren heeft
zij noch brieven mogen ontvangen noch
schrijven, zelfs niet aan haar oude
moeder. Mevrouw Krapotkin beschrijft
hoe de gevangenen meermalen bedreigd
werden met onthouding van alle lectuur,
hetgeen den zelfmoord van menig ge
vangene tengevolge heeft gehad. Eens
heeft Vera de epauletten afgerukt van
den gevangenis-directeur om een dood
vonnis uit te lokken, hetgeen echter
achterwege bleef. Het aantal vrouwe
lijke gevangenen moet in Rusland zeer
groot zijn en duizenden hunner blijven
onbekend. De wereld hoort niets meer
van haar. Vera Figner houdt thans
lezingen in Engeland.
Van bevoegde zijde wordt medege
deeld, dat Prinses Juliana voorspoedig
opgroeit en gestadig in lichaamsgewicht
vooruitgaat.
of Knokers wist onzen goeden Richter
ter loops te knoeien. De oorzaak van
den haat, dien de sergeant tegen dezen
manschap koesterde, moeten wij met een
enkel woord vermelden.
üp zekeren dag was er een klein
hondje de groote plaats voor de kazerne
komen oploopeu. Juist stond Knokers
tegen het niet zeer wijde poortje, dat
toegang tot het plein gaf. Het duurde
niet lang, of een van de daar rondloo-
pende soldaten kreeg het arme dier in
't oog, en liep er op toe, om het weg te
jagen. Ijlings vluchtte het beest weg,
en trachtte door het straks genoemde
poortje te ontsnappen. Maar sergeant
Knokers versperde den weg, en toen de
hond onder zijn bereik kwam, gaf hij hem
een duchtigen schop, zoodat het dier
jankend terug liep. Maar nu viel het
weer in de handen zijner vroegere ver
volgers, die het beest, op het voorbeeld
van sergeant Knokers, nu ook gingen
schoppen en slaan. Een jongeling als
Richter kon dat natuurlijk niet onver
schillig aanzien. Fatsoenlijke jougelui
dulden niet dat een dier mishandeld
wordt. Reeds had Ferdinand dan ook
tot de soldaten, die den hond vervolgden,
gezegd >Toe, houd ap, en laat dat
arme beest met vredeMaar hij werd
woedend, toen hij Kuokers met een val-
sehen lach halfluid hoorde zeggen zeg,
heb je niet een bezem of een ouden
ketel bind hem dien aau den