i Woensdag 19 1909. 25e 4aarg. Een balling op eigen grond. Il\o. 13. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELFMW, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. CÖIIÜNT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.' Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. 1 61 2 54 FRANKRIJK. Men kan de poststaking nu al als mis lukt beschouwen. Het aantal stakers was Vrijdag weer aanmerkelijk geslonken. De stakers behooren grootendeels tot den postdienst op de spoorwegen en tot het personeel dat met het onder houd der dradennetten belast is. Of de ambtelijk verstrekte gegevens mis schien geflatteerd zijn, is een vraag die haar belang verliest, nu het vast staat, dat het postverkeer en telegraaf en telefoon ongestoord werken. Hier ligt het criterium. Het doel van een staking is net scheppen van een voor den .patroon" onhoudbaren toestand. De patroon-Staat blijft zijn klanten tot tevredenheid bedienen, zonder soldaten, postduiven en automobielen. Op de meetings der stakers wordt een taal gesproken, die ons herinnert aan de taal der Chineezen in den Japansch-Chineeschen oorlog van een, jaar of veertien geleden. De heele Chineesche vloot was vernield op een afgedankte kanonneerboot na. De Chi neesche officieuse bladen schreven dat er nog wel een schip was om de Ja pansche dwergen te verdelgen. Hoort, wat Pauron gezegd heeft op de meeting van het Hippodrome. Dat de zaal niet eivol is, zeide hij, komt, omdat er zoovele stakers noodig zijn op de verschillende stakingsbureau's, waar zooveel te doen is. Het is niet waar, dat er een zekere aarzeling zou bestaan onder de postbeambten. Alles 7) ,45 i,68 <113961 iweei IW66' III. Te midden van een boschachtig oord, rondom door hooge bergen omgeven, bevond zich in een vlak dal de leg plaats der Denen. Schilderachtig ver hieven zich de tenten, waarin de forsche krijgslieden op den met mos begroeiden grond nederlagen of, op kleine bankjes aan ruwe tafels nedergezeten, zich aan 't genot van de rust en aan den drank overgaven. Onder al die tenten verhief sich boven de andere die van den Deenschen prins Guthrum, zoo door sierlijkheid van bouw als door meerdere fijnheid van linnen, ook door de veldbanier, die boven de tent was gestoken, 't Was de banier, door de drie zusters van Inguar en Ubba geweven, en waarop een raaf, de vogel van Odin, was vastgehecht, die zoo kunstig was gemaakt dat hij zijne vleugels bewoog. Wauneer hij die vler ken fladderend ophief, was 't een teeken dat de Denen overwinnaars waren, liet hij ze daarentegen hangen, dan wisten de zonen van Odin, dat 't krijgsgeluk hun tegen was. In de tent zat op eene bank de Deensche prins Guthrum aan eene ruwe gaat naar wensch, te Parijs en in het land. Als eenige mannen hun plicht niet doen is dat des te erger voor hen zelf. Wij hebben gezegd, dat als men ons trachtte om te brengen, wij een beroep zouden doen op het georgani seerd proletariaat. Gij hebt aanstonds uit te maken, of dat oogenblik gekomen is. Mannen zijn slechts wat waard door hun moed. Simonnet, een ander leider, ontslagen beambte, zeide laterDeze dag is beslissend. De regeering staat geheel verslagen. Alle machten der kapitalis tische maatschappij spannen tegen ons samen. Wij moeten de hulp inroepen van hen die slechts op een teeken van ons wachten. Het is natuurlijk niet onmogelijk, dat de Algemeene Bond van den Arbeid gehoor geeft aan een, kreet om hulp. Het oogenblik om een groote prole tariërsbeweging aan te vangen schijnt echter niet bijster gunstig. Het is moeilijk, een veldtocht, die in den beginne mislukt, tot een goed einde te brengen. Gaan de bij den Arbeidsbond aangesloten vakvereenigingen staken, dan staken dezen alleen. De staats beambten staken niet. Men kan thans enkel zeggen, dat er eenige beambten van den dienst der P. T. T. van het werk wegblijven. Er komen hier en daar berichten los over misdrijven in verband met de staking gepleegd. Een paar brieven bussen zijn in brand gevlogen, op eenige plaatsen zijn telegraafdraden doorge sneden, en zoo zyn er nog eenige be richten meer. houten tafel, waarop twee bekers ston den, van den horen van den oeros ver vaardigd, kunstig gebeeldhouwd, en met zilveren banden voorzien. Tegenover hem zat zijn eerste veldheer Ubba, de dapperste onder de dapperen en de schrik der Angelsakseu. 't Was een schoon gezicht, die beide gebaarde man nen te zien, wier gespierde en geëven- redigde ledematen kracht en behendig heid deden vermoeden en wier edele ge laatstrekken hunne hooge afkomst aan toonden en het vorstelijke bloed, waaruit zij gesproten waren. »Uwe laatste overwinning, Ubba,* zeide Guthrum, terwijl hij den drinkhoorn neerzette, »zal nu deu Angelsaksen wel voor goed den onbuigzamen nek hebben ingedrukt. Weldra zullen wij onze tenten met vaste woningen verwisselen en zal dit land ons tot een nieuw vader land worden.* »Een nieuw vaderland!» zeide Ubba met eer verachtelijken glimlach. »Ik ken geen ander vaderland dan mijn oud Denemarken, het laud waar 't gebeente mijner vaderen rust.* Waartoe u in Denemarken terug te wensehen, UbbaSchenkt dit goede land ons geen voedsel genoeg om onzen honger tè stillen en buit om onzen staat op te houden Is hiet geen roem te behalen voor den krijgsman, roem en eer En is dit land niet geschikt om in rust en stilte den behaalden buit te SERVIE. Eenige buitenlandsche bladen hebben gemeld, dat de vroegere kroonprins George met behulp van de volksver tegenwoordiging weder in 't bezit wil komen van zijn rechten op de troon opvolging. Uit Belgrado wordt thans als zeker gemeld, dat niemand in Servië er aan denkt prins George weder in 't genot te stellen van de rechten, waar van hij vrijwillig afstand heeft gedaan. Noch in parlementaire noch in militaire kringen heeft hij vrienden. De nieuwe kroonprins Alexander is ernstig bezig zich voor de hem wach tende regeertaak te bekwamen. TURKIJE. Bij de aankomst van het eerste transport vroegere muiters uit Konstan- tinopel, zoo wordt uit Uskub gemeld, trok het meest de aandacht dat alle onderscheidingsteekenen van de uni formen waren afgenomen. Velen zullen in Saloniki voor den krijgsraad komen, met name de onderofficieren die hun officieren hadden vermoord. In het wilajet Uskub zijn thans ongeveer 2500 vroegere muiters onder dak gebracht. Ze zijn over verschillende garnizoenen verdeeld. Voorloopig mogen ze geen wapenen dragen. Ze zullen, gelijk reeds gemeld, worden gebruikt voor het aanleggen van wegen. Later, na gebleken goed gedrag, mogen ze weer garnizoensdienst doen. Volgens bij het Armenische patriar chaat ingekomen telegrammen zijn in Marasj 20 Armeniërs door Koerden ver verteren Waartoe u dan terug te wenschen in het land dat wij verlaten hebben, het land waaruit onze schepen ons herwaarts hebben gedragen >Is het Guthrum, de afstammeling der Deensche vorsten, dien ik dus hoor spreken P Kan een Deensche prins, uit Deensch bloed gesproten en in Dene- marken8 vette weiden opgevoed, zoo verre zijn land vergeten, dat hij eene andere streek verkiest boven den grond zijner vaderen? Gruthrum, uw mond spreekt wat uw hart niet meent. Dene- markens helden verlaten hun land slechts om buit te halen om lauweren plukken niet om den heiligen ge boortegrond te vergeten.* »Denemarkens zonen verlaten hun land, om zich neder te zetten, waar zij een goed land vinden. Heeft Rollo zich niet in Normandye neergeslagen om er heerschappij te oefenen, en waarom zou Rollo's bloedverwant, Guthrum, zich niet hier thuis gevoelen, waarom zou hij hier geen nieuw vaderland kunnen vin den, waaraan hij zich hecht als aan zijn oud Denemarken Waartoe hebt gij dan uw land vprlaten, Ubba?* »Om met roem en buit beladen naar 't land van Odin terug te keeren,* her nam Ubba. »Om daar in den schoot der mynen de rust te genieten, die na den strijd volgt, en eenmaal mijne asch te mengen met die der edelen, die mij op de baau der eere zijn voorgegaan.* moord. Een officieel onderzoek heeft aan 't licht gebracht, dat de hoofd schuldige aan de moorden in Adana de wali van dat wilajet is. Die wali is reeds afgezet en zal streng gestraft worden. AMERIKA. Donderdag zijn in Belmont Park, te New York, groote paardenrennen ge houden. Er was voor dit sportfeest veel belangstelling van de zijde van het publiek, ook bij hen, die anders nooit naar paardenraces gaan. De zaak is, dat sinds korten tijd in den staat New York een nieuwe scherpe wet tegen het wedden in werking getreden is en de races in Belmont Park waren de eerste bij welke die wet zou worden toegepast. Het publiek, dat ten getale van meer dan 10,000 personen naar de renbaan was opgegaan, was blijkbaar gekomen om te wedden, en er is dan ook druk gewed, al geschiedde dit met behoedzaamheid en zonder luidruchtig heid. Ofschoon bookmakers hun be drijf niet mochten uitoefenen, waren zij er toch, maar zij zorgden er voor geen aandacht te trekken, al deden zij even druk zaken als bij vorige races. Maar zij gaven geen vat op zichen de aanwezige politie, die opperbest merkte wat er omging, kon geen aan leiding vinden, om zich met de zaken te bemoeien. Zet de regeering van New York den strijd tegen het wedden op de renbaan voort en dat zal zij zeker dan wacht haar nog een zware taak, voor zij er in zal zijn geslaagd, de races te zuiveren van de bookmakers Guthrum schudde het hoofd, welks rijke gouden - lokken langs zijnen hals zwier den. Op dit oogenblik trad een krijgsman de tent binnen. »Sicco,« zeide Gruthrum. »Is de zanger nog onder u, van welken, men mij heden morgen verhaalde »Hij is nog daar, heer,* antwoordde de krijger, »en verrukt menigeen door zijne liederen. Hij wilde dezen middag reeds vertrekken doch op onze bede om te blijven heeft hij getoefd.* >Laat hem hier komen, ik wensch hem te hooren.* »Uw gebod zal geschieden, heer,* ant woordde de krijgsman, terwijl hij zich boog en vertrok. »Een zanger, prins vraagde Ubba. »Een zanger, Ubba,* antwoordde Gut hrum. »En indien het waarheid is wat men van hem verhaalt,* vervolgde hij, »dan moet hij verleidelijk zingen.* »Laat het u maar niet vergaan als koning Erik den goede, prins,* zeide Ubba waarschuwend. »Geen nood, Ubba, geen nood. Wat er van zij, mij zal gezang of snarenspel nimmer zoo ver vervoeren.* Vertrouw daar niet te veel op, prins,* hernam Ubba. »Intusschen daar komt onze zanger aan wij zullen zien, wat hy zal voortbrengen Door den krijgsman geleid, trad de zanger de tent van het Deensche opper hoofd binnen. Hoe eenvoudig hij gekleed

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1909 | | pagina 1