ïo. 12.
Een balling op eigen grond.
Zaterdag 15 Mei 1909.
25e Jaar
- Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
le
FEUILLETON.
AXELSU
COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor Bïlgië 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en VrjJdagnamiddag TWEE uren.
+51
RUSLAND.
71
7:
7i Gelijk Reuter Dinsdagnacht reeds
^beidde, heeft de Tsaar de bekrachtiging
8van het ontwerp betreffende de be-
8fcrooting voor den marine-staf geweigerd.
?Deze weigering is echter, volgens
8üadere berichten uit St. Petersburg,
gepaard gegaan met het uitdrukkelijk
verzoek aan Stolypin om aan te blij ven.
Uit het vleiende Keizerlijke rescript
.aan Stolypin blijkt trouwens wel dat
g4e Tsaar Stolypin nog immer genegen
i *is. Dinsdagnacht heeft een minister-
8 raad plaats gehad ten huize van Stolypin,
•jwaarin nog geen definitief besluit is
gjgenomen, maar verscheidene stemmen
i 9;verhieven zich tegen het aftreden van
èihet kabinet. Men weet, dat Stolypin's
reactionnaire vijanden in den laatsten
tyd meer dan ooit doende waren zijn
Slpositie te ondermijnen. De reaction
s'toaire leiders hebben geen poging on-
jj®beproefd gelaten om den Tsaar tot de
^overtuiging te brengen dat Stolypin
9 er naar streefde inbreuk te maken op
10-de bijzondere rechten der Kroon.
Het keizerlijk rescript, dat aan
'enStolypin is toegezonden en waarvan
5fcierboven sprake is, luidt alsvolgt
g' Daar ik het wetsontwerp nopens de
ejbegrooting van den marine-staf niet
8 kan bekrachtigen, draag ik u en den
9<tainisters van oorlog en marine op in
vier weken tijds, binnen de door de
94fundamenteele wetten aangegeven gren
zen, wettelijke bepalingen uit te werken,
6 «waarin wordt voorgeschreven, welke
51
,351
,05 6)
,05
ódli Toen de nasporingen der Denen, om
trelAlfred te vinden, begonnen te verslap
pen, waagde de koning het, Denulfs
gastvrije woning te verlaten en zich
weder bij de zijnen te voegen, 't Was
omtrent Paschen van 't jaar 878, dat het
lzelhem gelukt was met zijnen trouwen
Sommer8etschen adel eene soort van
izets'er'J''e °P te werpen op eene plaats, die
door moerassen en 't woud werd beveiligd,
op een klein eilandje dat men Ethelings-ei
izen'e''an(* ^er ®de'en) noemde en dat nog
den naam van Athelney draagt. Daar
itusöok werd de koning met zijne gade en
zeufcijne kinderen vereenigd, en 't is hier
dat wij hem nogmaals willen op
zoeken.
Al is het niet in koninklijke pracht,
wij vinden er den gezalfden van Euge-
land toch in een beter en passender ge
waad dan bij Denulf in 't kleed eens
ridders, 't Is winter. Om de sterkte
heen zijn de moerassen bevroren en de
grocd is met een wit kleed van sneeuw
sen#v?rc'e'il;' '100=e toppen der dennen
jertruischt de snijdende Oostenwind en
jsrtwerpt van tijd tot tijd de stukken sneeuw
sn rijm af, die zich aan de takken hebben
marine-aangelegenheden, in overeen
stemming met art. 96 der fundamen-
teele wetten, aan mijn onmiddellyke
beslissing zijn onderworpen en welke
mij ter bekrachtiging moeten worden
voorgelegd. Nadat bedoelde bepalingen
in den ministerraad zijn vastgesteld,
moeten zij aan mij worden voorgelegd
en, na door mij bekrachtigd te zijn,
stipt worden opgevolgd. Het gansche
streven van den ministerraad, waarvan
gÜ voorzitter zijt, dat mijn volle in
stemming verdient en gericht is op de
bevestiging van de grondslagen der
door mij onwrikbaar vastgestelde staats
orde, is mij een waarborg dat ook deze
mijne opdracht overeenkomstig mijn
bedoelingen zal worden volvoerd. Ik
verblijf uw steeds toegenegen Nikolaas.
PERZIE.
De omkeer te Teheran ten gunste
van een regeeringssysteem in consti-
tutioneelen zin schijnt volkomen te zijn.
De Sjah zit blijkbaar danig verlegen
met zijn vroegeren staatsgreep, waarbij
de grondwet werd ingetrokken en het
parlement met geweld van wapenen
uiteengedreven.
in de stad zijn op ruime schaal strooi
biljetten verspreid waarin wordt bekend
gemaakt, dat de Sjah reeds als kroon
prins zijn invloed liet gelden bij zijn
vader om dezen gunstig te stemmen
voor een grondwet.
Eenmaal zelf als Sjah opgetreden,
had de vorst op strafbare wijze onder
den drang van schurken, die op eigen
voordeel uit waren, het parlement tijde
lijk gesloten. Echter achtte hij het tijd-
vastgezet en rammelend naar beneden
vallen. De koning zit voor een knappend
vuur aan den vlammenden haard, bezig
met het lezen van een boek. Hij leest
dat gedeelte der Heilige Schrift, waarin
de Evangelist ons verhaalt van de won
derlijke spijziging der vijfduizend men-
schen met vijf brooden en twee visschen.
Met eerbied leest de vorst dat verhaal
en het treft hem want ook zijn gezin
heeft behoefte aan zulk een wonder.
Zij toch hadden niets om van te leven
dan hetgeen zij bij hunne aanvallen op
de Denen konden buit maken, of wat
zy in het aan wild rijke woud en in de
vischrijke poelen door jacht en visehvangst
konden machtig worden. Thans echter
was de nood ten top gestegen voor het
geheele hofgezin was er niets in huis
dan een enkel brood. Daarom ook waren
allen, behalve de koning, de vrouwen
en kinderen, het woud in, om zich van
voedsel te voorzien.
Aan den haard dan zit de koning te
lezen, terwijl zijne gade snel haar spinne
wiel doet draaien, luisterend uaar de
troostende taal van het heerlijk Evangelie.
Terwijl men in de kamer niets ver
neemt dan de stem des lezers, en het
eentoonig gesnor van het spinnewiel,
wordt er aan de deur geklopt. Alsewitha
wil open doen.
»Blijf, Alsewitha,* zegt Alfred, terwijl
hij zijn boek nederlegt. »'t Is geen zaak
voor eene vrouw om de deur open te
stip aangebroken om de oude grondwet
in haar vollen omvang te herstellen.
Een nieuwe kieswet zou spoedig ver
schijnen. De afgevaardigden zullen
bijeenkomen, zoodra twee derden van
het aantal leden zullen zijn gekozen.
De restauratie van het oude parle
mentsgebouw, dat door kanonvuur erg
gehavend was, wordt bespoedigd. De
plaatselijke bevolking nam kennis van
den inhoud der biljetten, zonder daar
voor bijzondere opgetogenheid aan den
dag te leggen.
CHINA.
De tegenstrijdigheid, die ter zake van
het voorgenomen vergelijk nopen» de
Chineesche spoorwegconcessies heeft
bestaan tusschen de berichten in de
Duitsche en die in andere buitenland-
sche bladen, behoeft nu niet langer ver
warring te stichten. Ook de correspon
dent te Peking van de Londensche
Times stuurde een telegram over het
vergelijk, en men mag wel aannemen,
dat de daarin meegedeelde feiten juist
zijn al zijn de daaraan vastgeknoopte
beschouwingen niet bepaald onpartijdig.
Het vergelijk, dat trouwens nog nadere
bekrachtiging behoefde van een inter
nationale financiers-conferentie te Parijs
schijnt de goedkeuring te hebben
erlangd van de Britsche regeering. De
Duitschers krijgen (als alles definitief in
orde komt) het volledige recht op de
concessie voor een spoorweglyn, die
Hankou zal verbinden met de grens
van de provincie Tse-sjoean. Dat recht
was tot dusver krachtens een overeen
komst, in 1903 gesloten door prins Tsjing
doen in dezen perikuleuzen tijd. Men
kan niet weten wie 't is.«
Bij deze woorden heeft de vorst eene
strijdkolf genomen, die aan dan haard
stond en begeeft zich naar de deur, ge
reed om, mocht er onraad zijn, terstond
toe te slaan. Nauwelijks echter heeft hij
open gedaan, of hij laat de kolf zakken.
Een pelgrim staat voor hem, een arme
pelgrim.
»Om Christus wil, heer! een stuk
brood!* smeekt hij. »Ik heb sedert
gisteren niets geproefd en verga van den
honger.*
»Alsewitha,« zegt de koning, »zieeens
in de broodkast, of er nog iets voor den
armen man is.*
De koningin voldoet aan zijn ver
zoek. Zij kout met -een eikel brood
terug.
»Ziedaar alles wat ons rest,* zegtzy.
»Doch dat kunnen wijnietgeven. Denk
aan onze krygslieden, onze edelen en
onze kinderen.*
Vrouw,* antwoordde Alfred, ernstig
doch liefderijk. »Gezegend zij God voor
zijne gaven Om Christus wil bid ik
u, geef hem de helft van het brood. Of
is 't u vergeten, wat wij zoo even
lazen Hij, die met vijf brooden en
twee visschen vijf duizend menschen
kon voeden, kan ook maken, wanneer
't Hem gevalt, dat dit halve brood voor
ons allen genoegzaam is.*
De koningin, door de woorden van
eu Sir Ernost Satow, voorbehouden aau
Engeland. M. a. w. mochten de Chi-
neezen zeiven niet in staat zijn het
geld voor dien spoorweg bijeen te bren
gen, dan zouden Engelsche financier»
de voorkeur hebben.. Van dat recht
nu zal door de Engelschen afstand wor
den gedaan ten gunste der Duitschers.
Daartegenover trekt Duitschland zich
terug uit de mededinging om het
recht van aanleg der noordelijke sectie
van den Kanton-Hankau-spoorweg. Die
sectie zal nu door een Britsch-Fransche
financiersgroep worden gebouwd, onder
leiding van een Engelschen hoofdin
genieur.
De Times-man te Peking noemt het
voorgenomen vergelijk een prijsgeven
van BriWche belangen.
AMERIKA.
Het is den laatsten tijd veel voorge
komen in de Vereenigde Staten, dat
kinderen van rijke ouders, of weezen,
die erfgenamen zijn van een groot
fortuin, werden gestolen en verborgen
gehouden met het doel, van de ouders
of voogden eèn groot losgeld af te
dwingen Ook uit anderen hoofde,
komen veel dergelijke kinderdiefstallen
voor. B.v. in gevallen waar tusschen
de ouders echtscheiding is uitgesproken,
en waar de kinderen aan een der beide
vroegere echtgenooten zijn toegewezen,
waarmee dan door de(n) andere(n) geen
genoegen wordt genomen. Meestal
echter zijn het eenvoudig pogingen tot
geldafpersing. De driestheid eu talrijk
heid, waarmee dergelijke schakingen
den laatsten tijd plaats vinden, heeft
haren gemaal bewogeu, sneed het brood
in tweeën en gaf den armen pelgrim
een der stukken.
Nadat deze de deur had verlaten en
de koning die weer gesloten had, begaf
Alsewitha zich op nieuw aan den arbeid,
terwijl Alfred met lezen voortging.
Nu echter las hij zacht en sluimerde
onder 't lezen in. Ook Alsewitha viel
iu slaap.
Eensklaps meent de koning, dat hij
zich in een schoonen tuin bevindt. Als
in 't midden van den zomer, zoo staan
de bloemen te bloeien eu de heerlijkste
geuren waaien hem tegen. Groenende
boschjes wiegen hunue met frisch loof
versierde takken, door een zachten,
koelen wind bewogen en schijuen hem
toe fluisterende eugelenstemmen te zijn,
terwijl het liefelijk gekabbel eener heldere
beek, die over kittelsteentjes heenrolt,
met dat windgelispel eene heerlijke har
monie vormt, die de ziel van den vorst
met zoete verrukking bevangt. Zijne
gade Alsewitha is bij hem eu spreekt
met hem over de schojuheid van het
tooueel en de verheffende gevoelens, die
ook in haar hart oprijzen.
»Hoe schoon,* zegt zij, »mijD Alfred,
hoe heerlijk is dit landschap. Wie zou
hier niet gaarne toeven onder die liefe
lijke schaduwen, op die weelderige
grastapijten, omgeven door die geurige
bloemen
Liefste mijn,* antwoordt de koniug.