a
Woensdag 12 Mei 1909.
25e Jaarg,
Jen balling op eigen grond.
p
11
t r
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscb-Vlaanderen.
F. UIELE.UA V,
Buitenland.
e. FEUILLETON.
Binnenland.
D't blad verschijnt eiken Dinsdasr- en Vrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren.
5 35
55
52j FRANKRIJK.
De Temps heeft inlichtingen inge
sponnen over de houding, die de re
ft peering denkt aan te nemen tegenover
8131e Donderdag opgerichte vakvereeni
ging van postbeambten. De regeering
83taat voorloopig aan de justitie de taak
>ver om tegen de vakvereeniging op
;e treden. Het openbaar ministerie
leeft voor de Parijsche rechtbank ge-
iiicht dat de rechtbank deze vakver-
7 5{ieniging ontbonden zal verklaren.
8 08 Het openbaar ministerie acht haar
Oprichting in strijd met de wet. Immers
9 23n artikel 2 der vakvereenigingswet
9 3iran 1884 staal, dat zonder machtiging
9 35/an de regeering vakvereenigingen
9%Unnen worden opgericht door personen,
iie hetzelfde vak of verwante vakken
jeoefenen, samenwerkende tot het ver-
trijgen van bepaalde producten.
g Aan deze voorwaarde voldoen de
9 postbeambten niet.
9 3a Is de vakvereeniging eenmaal ont
bonden verklaard, dan mogen haar
3™eden niet meer vergaderen in hun
___ioedanigheid van leden der vakver-
n> leniging. De algemeene wet op het
5 rereenigingsrecht, die van 1901, be-
5 ilre|St met boete en gevangenis de
9 oprichters of bestuurders eener vereeni-
6 Oófing, die zich na het vonnis van ont-
y 3|nding mocht handhaven. Ook zij,
tie de leden eener ontbonden vereeni-
;ing gelegenheid verschaffen tot ver-
j 4i;*deren worden met straffen bedreigd
loor de wet van 1901.
8 50-
35 Aan den rand van 't woud, waarin
dfred met de zijnen eene schuilplaats
rebezocht had, stond tan jare 878 eene
rmoedige hut, waarin een van 's konings
oeherders, Denulf genaamd, woonde.
Iet was in deze geringe hut, dat koning
IeJlfred, als herder verkleed, eene schuil-
laats had gevonden. Om veiliger te
ijn, had hjj zich van de zijnen ge-
seaeheiden en sleet daar, onbekend bij
ijn gastheer en diens vrouw, een ar-
loedig leven, vol smart over 't lot van
zen'jn vaderland, vol onrust over dat der
ijnen.
tui. jj vinden hem er op zekeren dag
!euin den brandenden haard gezeten, bezig
iet het snijden van pijlen voor zijn
oog. De herder is met zijn vee naar
uitendiens vrouw is druk aan de
ezigheden van haar huishouden, juist
ad zij koeken voor brood gekneed en
ie op de heete asch gelegd om ze te
akkeo.
»Hoor eens, landsman,had zij te^en
lfred gezegd, terwijl ik mijne huïse-
;enike bezigheden verricht, kan jij wel
ertins op mijn brood passen. Zoodra je
«rtemerkt, dat het aan den eenen kant
BULGARIJE.
Het Wiener Korrespondenz-bureau
meldt
Naar verluidt, hebben Turkije en
eenige mogendheden van de Bulgaar-
sche regeering opheldering gevraagd,
met welk recht koning Ferdinand den
titel heeft aangenomen van .Koning
der Bulararen" (in plaats van .Koning
van Bulgarije"). Die titel kan tot
moeilijkheden aanleiding geven met de
Bulgaren in Macedonië. De Bulgaar-
scho regeering is voornemens in een
rondschrijven aan de mogendheden de
rechtmatigheid van dien titel historisch
te bewijzen.
TURKIJE.
De Liberté zegt, dat de Frausche en
de Engelsche regeering besloten hebben
te Konstantinopel vertoogen in te dienen
wegens de gevaren, die de christelijke
bevolking in Klein-Azië bedreigen. De
Fransche en de Engelsche regeering
zouden laten doorschemeren, dat Frank
rijk en Engeland zich genoodzaakt
zullen zien tusschenbeide te komen als
de slachtingen zich mochten herhalen.
Uit Konstantinopel wordt gemeld,
dat er weer nieuwe vondsten in het
Jildis-paleis zijn gedaan.
Het Selamlik is Vrydag nog een
voudiger gehouden dan de vorige maal.
De Sultan werd levendig toegejuicht.
PERZIE.
Dat in Perzië alleen al met de af
kondiging van de grondwet al wat door
jarenlang wanbeheer en onafgebroken
gaar is, moet je 't omkeeren op de
andere zij.*
»Zeer goed, vrouw,* had Alfred ge
antwoord. iGa maar gerust aan je
werk.«
En, gerust op die belofte, had de
vrouw de hut verlaten en was naar bui
ten aan haar werk gegaan. Koning
Alfred had, toen hij de vrouw beloofde
om op haar brood te passen, zich vast
voorgenomen om aan zijne belofte te
voldoen, en, terwijl hij de pijlen sneed,
zag hij van tijd tot tijd naar het brood.
Maar de sombere gedachten, die door
zijne ziel gingen, overmeesterden hem
langzamerhand.
»Ik, koning Alfred van Engeland,*
begon hij, bij zich zelf, >ik in 't werk
gesteld door de vrouw van een mijner
herderp, om op haar brood te passen
Groote God! Wat. kan er van den
memch worden! Is dat dan de glorie,
die mij de kroon moest schenken, mij
door mijne landslieden opgedragen
Mijne landslieden! O, mijne dapperen,
die naast mij gesneuveld zijt, uw lot is
benijdenswaardig bij het mijne. Ware
ik ook maar gesneuveld, met eere ge
storven 1
En mijne Alsewitha, mijne dierbare
gade!- Waar zwerft gij thans om met
mijue kinderen Zijt ook gij de buit
geworden van den trouweloozen Deen,
en gebruikt hij u voor zijne slavin, om
zijn water te putten en zijn brood te
onderdrukking en onverstand was in
de war gestuurd, plotseling in het reine
zou zijn gebracht, heeft natuurlijk
niemand kunnen hopen en vermoeden.
En inderdaad is ook niets van dien
aard geschied. Moge al te Tabris de
strijd met de wapenen voorloopig zijn
gestaakt, zoo is dat meer toe te schrijven
aan de aanwezigheid daar ter plaatse
van een Russische krijgsmacht dan
wel aan een plotselinge zucht om zich
nu maar gedwee te verzoenen met den
Sjah. In andere plaatsen in Perzië,
waar de Russen nog niet zijn ver
schenen, duurt de strijd tegen den
Sjah ook nog na de afkondiging
der grondwet voort. De Londensche
Times ontving van haar correspondent
te Teheran een uitvoerig telegram van
den 6en, waaraan het volgende is
ontleend
Een eskadron Perzische kozakken is
van Teheran naar Kerratsj, 30 E. M.
westelijk van de hoofdstad, gezonden
om daar een belangrijke brug te ver
dedigen. Dit, wijl er bij Kevende, een
plaats op 15 E. M west van Kaswin,
een talrijke bende opstandelingen bijeen
was, die het voornemen koesterde, naar
Teheran op te rukken.
De troepenmacht van den Sjah, die
bij Kerratsj staat, wordt aangevoerd
door een Russisch officier en beschikt
over twee maxims.
Te Kaswin zijn de revolutionairen
meester van den toestand. Woensdag
morgen om twee uur trokken zij de
stad binnen. De vrij talrijke bezetting
regeeriugstroepeu had bij de nadering
der revolutionairen de stad ontruimd,
bakken En mijne kinderen, afstamme
lingen van den grooten EgbertWaar
zij' gij Slavenjongens bij Guthrum,
of
»Wel, luie vlegel 1* klonk eensklaps
eene krijschende stem, die den armen
koning deed opschrikken uit zijne mijme
ring. »Ruik je dan niet dat het brood
aan 'taanbrauden is? Is 'tje dan no°-
te veel, om er eens naar te kijken
je was waard, dat ik je de deur
uitjoeg !c
Alfred zag de toornige vrouw meteen
treurigen blik aan.
Vergeef mij, goede vrouw,* ant
woordde hij zachtmoedig, »dat ik mijue
belofte zoo kwalijk vervuld heb. Maar
als ik je tot last ben, zal ik wel ter
stond vertrekken.*
»Dat behoeft nu juist niet,* hernam
de vrouw. »Mijn man en ik, wij hebben
eenmaal gezegd, dat je hier zoolang
kondt blijven als je wildet, en we zullen
je niet verstooten, zoo lang als we uog
een stuk brood hebben om met je te
deeleu. Zie zoo,* vervolgcfe zij, »nu
heb ik de koeken gekeerd en zal er zelf
maar 'toog op houden.*
»Ik zal er anders nu beter oppassen,
vrouw,* hernam de koning.
»Neen, dat is niet noodig. Ik zou
't uiet durven wagen, je mocht het eens
weer vergeten 1 Maar zeg mij,* ver
volgde zij, «zeg mij nu ee 13 oprecht,
watje scheelt, je bentaltijdzoo verdrietig.*
zonder een poging tot verdediging te
wagen, ofschoon de troepen van den
Sjah de revolutionairen in aantal sterk
overtroffen.
Toen de opstandelingen Kaswin waren
binnengerukt wierpen zij bommen naar
het huis van den gouverneur. Daarbij
werden tien soldaten en een aantal
inwoners der stad gedood.
Vanwege de Russische legatie te
Teheran zijn vertegenwoordigers ge
zonden naar de opstandelingen te
Kaswin, om dezen er toe over te halen,
het voornemen om naar Tabris op te
rukken niet ten uitvoer te brengen.
In Tabris hebben Donderdag de
Russische soldaten, ter viering van
den naamdag van keizerin Alexandra
voedsel uitgedeeld aan de gebreklij-
dende inwoners.
De minister van financiën maakt
bekend, dat binnen eenige dagen ge
reed zullen zyn de aan 's Rijks Munt
in bewerking zijnde stempels voor een
gedenkpenning naar aanleiding van de
geboorte van Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Juliana.
De penning, gemodelleerd en afge
werkt door den stempelsnijder bij 'sRijks
Munt J. C. Wienecke, met een middel
lijn van 65 m.M., is op aanvraag, te
richten aan den waarnemenden munt
meester van 's Rijks Munt te Utrecht,
verkrijgbaar tegen den prijs van pi. m.
10 voor een zilveren exemplaar en
van 3.25 voor een bronzen exemplaar,
»Laat mij de oorzaak mijDer smart in
mijnen boezem verborgen houden, goede
vrouw,* hernam Alfred. »Gij zoudt die
toch niet begrijpen, al deelde ik haar u
mede.*
»En toch begrijp ik uwe treurigheid,*
hervatte de vrouw. »Of denkt gij niet,
dat ik het weet, dat gij een van koning
Alfreds krijgslieden zijt, die over 't lot
van uwen vorst en uw land treurt? En
als ik uwe edele trekken en uwe fijn
gevormde handen aanzie, dan houd ik
het er voor, dat uwe tegenwoordige
kleediug slechts eene vermomming is en
dat gij
»Houd op!« riep Alfred uit. »Doch
neen,* hervatte hij, kalmer en op zijn
gewonen zachten toon, »zeg mij, goede
vrouw, voor wien of wat houdt gij mij
»Voor wien, ja, dat weet ik niet.
Wij arme lieden hooren zoo weinig van
't geen er in de wereld omgaat. Maar
ir wat. Gij zijt een van 's kouings
aanzienlijke heeren, een van zijne edelen,
die hem in den nood niet hebt willen
verlaten, u niet, zooals de anderen, aan
de Denen hebt willen onderwerpen en
die nu omzwerft als een vogel zonder
nest, als een vos zonder hol, in gevaar
van door den eersten den besten Deen
die u ontdekt, te worden doodgeschoten.
»En als ik dat was
»Dan zijt gij veilig bij ons,* hernam
de vrouw. »Noch Denulf noch zijne
vrouw zullen immer verraders worden.