Een balling op eigen grond.
L\o. 9.
Woensdag 5 Mei 1909.
2Se Jaari*.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. ÜIELEMAX,
Buitenland.
l.
Binnenland.
e.
FEUILLETON.
I)
wiïlsiiii;
COllliANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
TURKIJE.
Uit Konstantinopel wordt gemeld,
dat Abdoel Hamid slechts voorloopig
in Saloniki is ondergebracht. Hij gaat
naar Monastir, daar hij in Saloniki te
veel gelegenheid heeft om te ontsnappen.
Aan Niazi bei zal de byzondere op
dracht ten deel vallen den onttroonden
Sultan in Monastir te bewaken.
Mohammed V heeft Vrijdag het
Selamlik geleid. Er was zeer veel
publiek. Het gebed duurde een uur.
De Sultan droeg de eenvoudige uniform
der garde-artillerie. Onder den jubel
der bevolking reed hij na afloop naar
het paleis terug.
De Turquie maakt op grond van
opgaven van den staf de volgende
verlieslijst openbaarMacedonische
leger 97 dooden en 160 gewondende
muiters 297 dooden en 585 gewonden.
7 De Oaraanische Lloyd meldt, dal de
8 2 krijgsraad aan den minister van politie
8 5( opdracht heett gegeven Boerhan Eddin
9 2< (den lievelingszoon des Sultans, die by
yïï den staatsgreep getrokken moet geweest
93jzyn) in hechtenis te nemen.
9 41 aaHn-wHBHBRaEBaaeaBa
9 jf
9 De blijde gebeurtenis.
9 3D
ggj De buitengewone Nederlandsche
i)42 Staatscourant van Zaterdag bevat het
9 volgende
354
Oo
jdh »Hoe schoon roept Alfred uit. »Hoe
trek heerlijk schoon om zoo voor't vaderland
te strijden, om zoo in den kamp tegen
den vijand te sterven !c
»Ja, dat is schoon en edel,* geeft Ju
dith ten antwoord, terwijl zij den knaap
izen vriendelyk aanziet.
»En hoe gelukkig, als men zulke boe-
aen ken kan lezen U
>Dat is het voorrecht van de Franken
boven de andere volken van Germaan-
zen sc'ien oorgprong,« zegt Judith. »Doch
waartoe zou die kunst voor u niet te
itu». bereiken zijn,* herneemt zij, terwijl zij
izen sich tot hare drie stiefzonen wendt.
»Ziet, wie van u drieën het eerst kan
lezen, zal dit boek met zijn schoone
verzen van mij ten geschenke hebben.
Ethelbert haalt verachtelijk de lip op
en zwijgt, daarna staat hij van zijnen
zetel op en gaat, zonder een woord te
spreken, 't vertrek uit. Hij begreep
niet, waartoe een vorst zijn tijd zou
verspillen in 't aanleeremvan eene kunst,
^ie goed vooi' geestelijken en monniken
eert '8- ^üli ^theired zwijgt; hem hadden
aart de gedicuteu der Au^'isaasnone barden
zoo uiet geboeid, dat hij 't der moeite
's-Gravenhage, den lsten Mei 1909.
Omtrent den gezondheidstoestand van
Hare Majesteit de Koningin en van de
jonggeboren Prinses is door de genees-
heeren uitgegeven het navolgende bul
letin
Zaterdag 1 Mei 1909, voorm. 9 uur.
De toestand van Hare Majesteit de
Koningin en van de Prinses is alleszins
bevredigend. De nacht verliep zeer
rustig.
Prof. Dr. B. J. KOUWER.
Dr. ROESSINGH.
Geboorte-aangifte.
Hare Koninklijke Hoogheid J u 1 i a n a
Louise Emma Marie Wilhei-
mina, Prinses van Orauje-Nassau,
Hertogin van Mecklenburg enz. enz.
enz., is Zaterdag in de registers van
den burgerlijken stand ingeschreven.
Omtrent de plechtige handeling van
de geboorte-aangifte der jonggeboren
Prinses zijn wij in staat gesteld het
volgende mede te deelen.
Nadat wethouder De Wilde met den
chef der afdeeling van den Burgerlijken
Stand, den heer Meys, en de ministers
van Justitie en van Buitenl. Zaken als
getuigen, in de zaal waren aangekomen,
waar zij door den hofmaarschalk, graat
van Bijlaadtden ceremoniemeester
baron Snouckaert van Schauburg en
den lsten kamerheer jhr. van Pabst
van Bingerden werden ontvangen, ver
scheen Z K. H. de Prins, vergezeld
door kapitein jhr. Van Suchtelen, zijn
adjudant.
Z. K. H. begon met ieder der 4
heeren de hand te drukken, zeggende
zou waard hebben geacht, zich daarvoor
zoo in te spannen en uit die ziellooze
letters bezielde woorden en verzen te
ontcijferen. Ook hij staat op en verlaat
het vertrek, gevolgd door zijuen sciioouen
gunsteling. Maar Alfred is opgestaan,
legt zijne rechterhand vertrouwelijk op
Judiths schouder, beschouwt uiet bewon
dering de keurige karakters, staart haar
daarop vriendelijk aan.mei zijn zielvol
blauw oog en vraagt
Meent gij werkelijk hetgeen gij daar
zeidet? Zoudt gij dat schoone boek
willen geven aan dengene van ons die
'teerst kan lezen? O, herhaal het nog
eens, dat woord U
»Lieve Alfred,* antwoordt de koningin,
terwyi zich een glimlach over haar ge
laat verspreidt. »Wat ik gezegd heb,
waS geen scherts. Dit boek is voor
dengene van u, die 'teerst zal kunnen
lezen, 't Schijnt echter dat uwe broe
ders 't beneden zich achtea, den gestel
den prijs te verdienen. En daar er dus
geene mededinging bestaat, ziedaar- het
boek. Zoodra gij 't kuut lezen, is 't uw
eigendom.*
»Ik neem uwe voorwaarde aau,« ant
woordt Alfred. »Geet mij een onder
wijzer en gij zult zien, doe spoedig ik
de kunst zal verstaan, die Cnarfemague
aan zijn volk leerde.*
Eu Judith gaf tiem een onderwijzer,
den vroegeren leerm'.ester z jus vaders
En de knaap leerda met zooveel, y ver,
Ik ben toch zoo hartelijk verheugd."
Onmiddellijk daarop werd de jongge
boren Prinses binnengebracht. Een
pleegzuster droeg het prinsesje, dat
door Z. K. H. eerst aan den wethouder,
daarna aan de getuigen werd vertoond.
Een kind met bloozend gelaat, goed
van gewicht, was de indruk dien het
aanschouwen van de pasgeboreneachter-
liet.
Vervolgens las de heer Meys den
inhoud der geboorteakte voor, welke
daarna door partijen, werdonderteekend.
De wethouder de heer De Wilde
achtte zijn ambtelijke taak nog niet
afgeloopen. Hem werd vergund, een
enkel woord te zeggen.
De heer De Wilde dan zeide tot den
Prins, dat 't een hooge eer voor den
Burgerlijken Stand van 's-Gravenhage
was om in zijne registers te mogen
zien aangeteekend het Vorstelijk Kind,
dat zoolang door het Nederlandsche
volk verbeid werd. De wethouder
hoopte dat dit Vorstelyt Kind tot in
lengte van jaren onder de levenden
in de registers van den Burgerlijken
Stand moge zijn aangeteekend tot
vreugde van het Koninklijk Huis en
tot neil en zegen van het dierbaar
Vaderland.
Onder hartelijke dankzegging voor
dezen wensch, drukte de Prins den
wethouder de hand.
Acte van geboorte.
Dq acte van geboorte van de Prinses
is als volgt opgemaakt
Heden, den eersten Mei, negentien
honderd en negen, heeft Zijne Konink-
dat hij weldra het schoone boek had
verdiend.
Het aanleeren der Angelsaksische taal
echtet was voor Alfred slechts het voor
portaal van den tempel der wetenschap,
dien hij wensctite te betreden. De ge
leerdste mannen der Angelsaksen, Bede,
Alcuin en anderen, hadden hunne werken
iu 't Latijn geschreven en vaD vertalin-
geii was toen nog geen sprake. De taal
van het onde Roine moest dus eerst wor
den aangeleerd. Maar waar onderwijzers
te vinden? Wij lezen, dat hij zich bitter
beklaagde, en net voor zijn grootste on
geluk Hield dat hij jeugd eu ledigen tijd
bezat met den lust om te ieereu, maar
geen leermeester ko'n krijgen, ten minste
geeu goeden, die hem in de geheimen
en diepten der Latijnsche taal kou iu lei
den. Toch overwou hij die moeilijkhe
den eu gelukte het hem, de taal van
Cicero eu Cato te leeren.
Deukt eveuwel uiet dat de tot koning
gezalfde jongeling, die na den dood van
zijnen broeder Ethelbert (866) en de
troou bestijging van Echelred, tot tweeden
regent van Eugeland werd aangesteld,
zien alleen overgaf aan eene suffende
studie. Wel beeft Engeland veel te
dan keu aan Judith, die de eerste spran
ken vao geleerdheid in de borst van den
jo.igeling deed ontvlammen zij had
er tevens voor gezorgd, dat de aanstaan
de iieerscner z-icn ook oefende1 in't geen
een-ridderlijken koningszoon gaste. Hat
lijke Hoogheid, Hendrik Wladimir
Albrecht Ernst, Prins der Nederlanden,
Hertog van Mecklenburg, Vorst van
Wenden Sehwerin en Ratzeburg, graaf
van Sehwerin, heer van de landen
Rostock en Stargard, enzoovoorts, en-
zoovoorts, oud 33 jaren, aan mij, Hu-
bertus de Wilde, ridder in de Orde van
Oranje Nassau, wethouder-ambtenaar
van den burgerlyken stand der gemeen
te 's-Gravenhage, te kennen gegeven
en verklaard in tegenwoordigheid van
meester Antonius Petrus Laurentius
Nelissen, oud zeven en vijftig jaren,
ridder in de orde van den Neder-
landschen Leeuw, minister van justitie,
en van jonkheer meester Reneke de
Marees vau Swinderen, oud acht en
veertig jaren, ridder in de Orde van
den Nederlandschen Leeuw, minister
van buitenlandsche zaken, beiden wo
nende alhier, dat het kind aan ons
voorgesteld wordende en hetwelk is
van het vrouwelijk geslacht, geboren
is in het Koninklijk .Paleis, gelegen in
het Noordeinde, nummer acht en zestig,
binnen deze gemeente, op Vrijdag den
dertigsten April des jaars negentien
honderd en negen, des voormiddags
ten 6.50 uremitsgaders dat hetzelfde
kind, geuaamd Juliana Louise
Emma Marie Wilhelmina,
Prinses van Oranje Nassau, Hertogin
van Mecklenburg, eene dochter is van
hem, Hendrik Wladimir Albrecht Ernst,
Prins der Nederlanden, Hertog van
Mecklenburg, Vorst van Wenden
Sehwerin en Ratzeburg, graai van
Sehwerin, heer van de landen Rostock
en Stargard, enzoovoorts en van Zijne
edele jachtvermaak was een van Alfreds
geliefkoosde uitspanningen. Maar eene
ongekende ziekte., waarvoor de toenma
lige ge.ueesheereu geeu geneesmiddel
wisten, greep hem aan. Doch de krach
tige geest van den knaap wist zich daar
tegen te verzetten, en hoe hem die
ziekte lichamelijk ook kwelde, nooit
heeft zij hem gehinderd in zijne stu
diën, nooit hem belet de belangen van
zijn volk en zijn land voor te staan,
waardoor hij zich later den bijnaam van
den Groote heeft verworven. Ook in
zijn lust voor de .bardenzaugen van dat
laud hinderde hem die ziekte niet; zoo
groot was die lust in liucue' geestvolle
liederen, dat hij zelf gedichten vervaar
digde en ze met begeleiding van de harp
zong.
Het is hier, dat wij Alfred voor een
tijdvak van omtrent acht jaren uit het
oog verliezen. Wat hij in dien tijd
heeft gedaan, heb ik u reeds in ruwe
omtrekken gemeld. Of hij nog* zijne
stiefmoeder Judith bij haren gemaal iu
Vlaanderen heeft opgezocht de kro-
nijken van dien tijd melden ons daar
van niets alleen weten wij, dat hij
zijnen broeder Ethelred moedig bijstond
in zijne oorlogen tegen de Denen en
zich onder zijn volk eere verwierf door
zijn dapperheid. Op 20-jarigen leeftijd
huwde hij Alsewitha, de dochter van
Echelred, stadhouder van Lincolnshire,
en van Oadburgha, afstammeling van de