Binnenland.
Rechtszaken.
Het Selamlik is Vrydag zeer plechtig
geweest. De Sultan verscheen eerst
aan een venster van het paleis, om de
troepen te schouwen. Een priester las
voor het front van de troepen een
gebed voor, waarna de naam des Sultans
geestdriftig werd toegejuicht. De Sultan
bleef een half uur aan het venster staan.
Voor de periodieke verkiezing van
leden der Tweede Kamer, welke 1 Juni
plaats heeft, zal zoo noodig de stemming
worden gehouden Vrijdag 11 Juni en
de herstemming Woensdag 23 Juni.
AXEL, 20 April 1909
In de op heden alhier gehouden
zitting van den Raad werd de rekening
van het Algem. Burgerl. Armbestuur
vastgesteld met een passief van 373,09.
De kerkeraad der Ger. Kerk B te
Zaamslag, die eene bijdrage vroeg van
125 om een kind te doen opnemen
in een doofatommeninstituut te Dord
recht werd met haar adres verwezen
naar het Burgerl. Armbest. van Axel.
Op een verzoekschrift van J. Meijer
te Axel, houdende beroep op den raad
om eene bouwvergunning werd afwy-
zend beschikt.
Werd besloten in vereeniging met
de gemeente Zaamslag op het gehucht
.Zoute Spui" 4 lantaarns te plaatsen.
Ingesteld werd eene commissie be
doeld by art. 166 gemeentewet.
Een voorstel van B. en W. tot rio-
leering van verreweg het grootste ge
deelte van de kom der gemeente werd
z. h. s. aangenomen.
Een verzoekschrift van de Concours-
Hippique Vereeniging om subsidie werd
aangenomen voor kennisgeving.
Het volledig verslag volgt in het
nummer van 23 April a. s.
Bij gelegenheid van den 33en ver
jaardag van Z. K. H. Prins Hendrik
der Nederlanden, wapperde gisteren de
driekleur van de openbare gebouwen
en hadden zeer vele ingezetenen het
dundoek uitgestoken.
Des avonds liet Concordia zich op de
markt op de muziektent hooren, wat
een zeer talrijk publiek op de been
bracht, dat blijkbaar genoot van de
opgewekte muziek welke ten gehoore
werd gebracht.
Bij de Geref Kerk B alhier is
beroepen ds. E. Schouten predikant bij
de Geref. Kerk te Bolnes.
Alvorens echtar de hoofdstad aan den
Zweedschen rijksbestuurder overging,
had deze op den 7den Juni van ditjaar
te Strengnas andermaal een rijksdag
gehouden.
Marra, wier krachten al meer en meer
achteruit gingen, had hem naar Streng
nas vergezeld. Toen Gustaaf gereed
stond om zich naar de vergadering te
begeven, trad zij in een wit gewaad in
zyne kamer. Langzaam en statig na
derde zij hem't was alsof een uit het
graf verrezene in haar doodsgewaad daar
tot hem trad.
«Gustaaf EriksoD,» zeide zij. »Ik heb
dezer» nacht een droom gehad. Ik heb u
gezieD, met den koninklijken mautelom
de leden en de koninklijke kroon op
't hoofd. Mijn vriend, heden zult gij
tot koning van Zweden gekozen worden
zult gy die waardigheid aannemen Pc
>Marra, gij vraagt mij meer, dan ik
kan beantwoorden,c zeide Gustaaf.
«Denkt gij, dat ik, de eenvoudige edel
man, geschikt ben tot koning over een
land, waarin geen edelman zijns gelijke
boven zich duldt P van een land,
waarin. c
»Ik ken uwe tegenwerpingen, Gus
taaf^ antwpordde Marra met zwakke
stem. »Gij hebt ze mij dikwijls genoeg
herhaald. En toch zeg ik u, dat gij heden
koning van Zweden zult worden.c
Gustaaf glimlachte en reikte Marra
de hand.
Voor de eerste maal werd gisteren
alhier een voorjaarsmarkt gehouden
voor vee, hoofdzakelijk rundvee. De
aanvoer was niet grootslechts 16
stuks rundvee «tonden aan de lijn,
terwijl het getal kooplieden ook niet
groot kan genoemd worden.
Op Zondag 25 April a. s. des n. m.
2 uur zal Ds. R. van de Kamp, predi
kant bij de Geref. kerk B alhier, zijn
afscheidsrede houden.
Voor een beroep als predikant
by de Geref. kerk A alhier is door den
kerkeraad het volgende alphabetisch
tweetal opgemaaktDs. De Boer van
Grijpskerk (Groningen) en Ds. Lam-
mertsma van Tholen.
Met 1 Mei is overgeplaatst naar
Tiel de heer J. C. de Masier, opzichter
van 's Rijks Waterstaat te Neuzen.
Daardoor ontstaat een vacature in
den raad, waarin de heer De Masier
sinds September 1905 zitting had.
Ook in verschillende colleges en
corporaties zal -het heengaan van den
heer De Masier een niet gemakkelijk
te vervullen plaats doen openkomen.
Blijkens resolutie van den Minister
van Financiën wordt Sas van Gent
gerangschikt onder de gemeenten waar
particulier entrepot voor ruwe suiker
kan worden opgericht.
Bij bevelschrift der Arrondisse-
ments-Recbtbank te Middelburg is
rechtsingang met last tot instructie ver
leend tegen A. C. v. d. S., 19 j., geboben
te Biervliet thans in verzekerde bewa
ring te Middelburg, beklaagd van ver
nieling, mishandeling en poging tot
doodslag gepleegd te IJzendijke op 10
en 12 April 1909.
Tot deurwaarder van het kanton
gerecht te Oostburg, vacature wijlen
den heer J. A. Weistelt, is benoemd
de heer A. Brevet, rijksklerk ten kantore
der registratie en domeinen aldaar.
Arrond. Rechtbank te Middelbars.
Jachtovertreding.
Voor bovengenoemde rechtbank werd
Vrijdag behandeld de zaak van J. F.
K 43 jaar, agent bij den Provincialen
Stoombootdienst op de Wester schelde, te
Neuzen, die door den kantonrechter
aldaar wegens jachtovertreding was
veroordeeld tot twee geldboeten, elk
van f 10, subs. 4 d. b., tegen welk
«Wees slechts gerust, mijne lieve,
zeide hij. »En begeef u naar uwe
kamer. Gij weet, dat de dokter u vol
strekte rust heeft aanbevolen.»
»Alsof Marra zou kunnen rusten, ter
wijl het lot van Gustaaf zal beslist wor
den,» antwoordde het meisje, terwijl zij
Gustaaf de hand reikte.
Gustaaf begaf zich naar den rijksdag.
Met algeuieene stemmen begreep men,
dat het rijk een koning noodig had en
dat niemand de kroon waardiger was
dan Gustaaf. Men droeg dus hem de
kroon op. Maar hij weigerde haar stand
vastig en verklaarde dat hij, nn Zweden
vrij was, tot den stand van ambteloos
burger wenschte terug te keeren. Op
die woordeD verstomde eensklaps het
vreugdegejuich, dat de benoeming van
den rijksbestuurder tot koning had ver
gezeld. Aandoenlijk was het te zieu,
hoe velen van de Steuden naar Gustaaf
toetraden, oor hem op de knieën vielen
en hem smeekten, de kroon aau te nemen.
Ook de pauselijke nuntius (afgezant)
vermaande hem daartqe. Nog altijd
weigerde Gustaaf. Eindelijk gaf hij toe;
terwijl de tranen over zijne wangen
stroomden. »Nu daD,« zeide hij, in
'8 Hemels naam, en vol vertrouwen op
Gods hulp en nauwelijks had hij den
eed gezworen dat hij Zwedens wetten
en rechten zou handhaven, of de gansche
zaal weergalmde van het donderend ge
juich der vergadering «Leve Gustaaf
vonnis beklaagde appèl had aange-
teekend.
In deze zaak waren 5 getuigen ge
dagvaard.
Als verdediger trad op mr. P. Die-
lsman.
Getuige C. Klaassen, inspecteur van
politie te Neuzen, surveilleerde 1 Janu
ari jl. by de Oosthaven, hoorde een
schot, zag een vlucht vogels opvliegen
en klom toen den dijk op. Hij zag
toen op het water een bootje, waarin
gezeten waren twee bestellers van den
Stoombootdienst en beklaagde.
Getuige gelastte beklaagde naar den
wal te komen, waaraan deze echter
niet voldeed.
Daarop vroeg hij een der bestellers
naar den wal te roeien, wat beklaagde,
naar gebleken is, verbood.
Beklaagde erkende, desgevraagd, ge
schoten te hebben, echter niet op water
wild. Hij loste het schot met een soort
buks, op het water. Daarbij was het,
volgens beklaagde, mistig, waardoor
het hem niet mogelijk was de slikken
te zien.
Getuige Klaassen deelde nog mede,
door den kantonrechter gemachtigd te
zijn te verklaren, dat deze ook reeds
éénmaal beklaagde had gesnapt, toen
hij bezig was met schieten.
Getuige A. J. van Minne, een der
bestellers, die in het bootje zat, hoorde
het schot vallen en zag toen dat de
beklaagde het geweer met de kolf op
de knie liet rusten.
De loop was gericht in de richting
van de slikken.
Op een vraag van den officier van
justitie, mr. J. J Carsten, zeide getuige
dat beklaagde hem gelast had den mist
hoorn te nemen en met hem mee naar
buiten te gaan.
Getuige De Pauw, die ook in 't bootje
zat, had, toen het schot gevallen was,
de vogels zien vliegen. Hij wist echter
niet of ze van de slikken opvlogen.
Verder verklaarde hij niet gezien te
hebben dat beklaagde schootwel keek
hij om toen het schot gevallen was en
zag toen beklaagde met het geweer
zitten.
De volgende getuige, F. de Blaaij,
was door den verdediger gedagvaard
in verband met de geruchten omtrent
het uitoefenen van pressie door be
klaagde op de getuigen Van Minne en
De Pauw.
Beklaagde had zich door die praatjes
beleedigd gevoeld en nu de Blaaij laten
dagvaarden. Deze moet gehoord hebben
Wasa! de koöing ran Zweden level»
Niemand had, bij 't geen er had plaats
gevonden, gemerkt dat eene witte ge
daante de zaal was binnengeslopen en
zich achter een der pilaren verborgen
had. Daardoor zag men ook niet, hoe
't rood en bleek op haar gelaat afwissel
den, hoe hare borst hijgde en hare leden
trilden. Men merkte ook niet op, hoe
hare oogen vlammen schoten, evenmin
als men gewaar werd hoe zy met moeite
tegen den pilaar aanleunde, die haar
voor Gustaafs blikken verborg.
Toen eindelijk Gustaaf de kroon had
aangenomen, het volk in vreugdekreten
uitbrak, en het »leve da koning» door
de saai weergalmde toen wankelde de
witte gedaante nader, begaf zich naar
den troon, richtte de rechterhand ten
hemel, greep met hare linker de hand
vaD Gustaaf en riep met krachtige
stem uit
»Leve Gustaaf Wasa, leve Gustaaf de
Eerste, leve de koning van het vrije
Zweden
't Was Marra. Met een blik, glinste
rend van bovenaardschen glans, zag zij
haren aangebeden held aan, hief toen
haar oog ten hemel en zonk levenloos
aan dp,voeten van Zwedens koning neder.
Ik behoef u niet te zeggen, hoe deze
te moede was. Wel hadden de doktoren
hem sedert lang voorspeld, dat Marra's
dagen geteld waren. Maar hij maakte
zich immer diets, dat men zich bedroog.
dat beklaagde tegen bedoelde getuigensoodat
gezegd heeft„Spreekt de waarheid,iat hi
liegt er niet om, want de zaak is veelvoelde
te klein en dat zou je je brobd kunnen Plei:
kosten." de uit
Getuige verklaarde dit gehoord tete ziei
hebben. Uits
De laatste getuige, ter ontlasting, J,
Westerbeeke, had, toen de zitting van jQ
het kantongerecht te Neuzen, waarin^ g,
K. terechtstond, was afgeloopen, cellieren
gesprek aangehoord tusschen beklaagdeboete
en Van Minne. zjjn f
Beklaagde zeide dat het nog al
spannen had en voegde er tevens aan toe,"
dat de getuigen als 't ware gedwongen
werden onwaarheid te spreken.
Beklaagde verwijderde zich, Vat
Minne zeide het laatste eveneens tegen Te
getuige en voegde er nog aan toe daiin kc
beklaagde er bij hem meermalen opgeplee
aangedrongen had de waarheid 11 Het
spreken. „De
Beklaagde, nog eens gehoord, verban b<
klaarde niet op waterwild geschoten t(hier
hebben, louter en alleen in 't wilde wegeen d
Hij had niet de minste bedoeling opjaGge
vogels te schieten. Polan<
De president trok de waarheid vaiDeze
deze verklaring in twijfel. betrek
De ambtenaar van het O. M. achttfjarig
de verklaring van beklaagde, zondeihij M
doel te hebben geschoten, niet aannezÜ> m
melijk. dikwe
Verder heeft niemand beklaagde zieiErger
schieten. het le
Beklaagde is ten laste gelegd he ^oe
schieten op waterwild. langei
Nu hebben twee getuigen verklaari^rouv'
dat zij zeemeeuwen hebben zien op^ree^
vliegen. Deze vogels worden niet ge ir
rekend te behooren tot waterwild. ™et 1
In verband met deze verklaringen ,w
en die van de andere getuigen achthT. r'
de ambtenaar van het O. M. het tei~?
laste gelegde: het schieten op water^Voen
wild, niet bewezen. "e at
Verder meende hij, wegens een on™n
juistheid, vernietiging te moeten vrager
van het vonnis van den kantonrechter
Ten slotte requireerde hy vryspraal.
van den beklaagde. langs
De verdediger, zich refereerende aarmet
het requisitoir van den officier vaij>eu,
justitie, hield nog een kort pleidooi
waarin hij wees op de z. i. tegenstrjj
dige verklaringen, door enkele getuigeir,ea
afgelegd. Toller
Ook trachtte hij aannemelijk te maker D®'
het beweren van beklaagde, dat hj
zonder doel schoot. ^an
Deze is een goed scherpschutter,
bespit
Tru
Thans besefte hij de volle waarheid. Pt schrik
vreugde over Gustaafs verheffing, bij Mol 1
't gevoel dat nu haar taak volbracbl krach
was, had haar gedood. streek
Gustaaf liet haar eenvoudig en stilontsto
begraven en een steen op haar gral sloeg
plaatsen, waarop slechts deze woordet juffro'
waren gegriftOp
HIER RUST i MARRA. kwaiE
ZIJ WAS GUSTAAF WASA EENE TROUW! Schiet
VRIENDIN EN STIERF TOEN ZIJ HARE den
taak had volbracht. luit, C
Maar de tijd heeft die letters uitge weerc
wischt, te vergeefs zou de reiziger t< moest
StreDgnas naar 't graf van Marra zoeken, agent
Gustaaf Erikson kwam, zooals ik politit
reeds zeide, den 23sten Juni van dal brach
jaar in 't bezit van Stockholm en werd Int'
ook in de hoofdstad van Zweden tol geste;
koning uitgeroepen. Hij was een edel te ba
voigt, wiens hoogste streven was, hel café
welzijn van zijn volk te bevorderen et bloed
zijne onderdanen gelukkig te maken; ten, e
terwijl hij zijne dankbaarheid betoonde eerste
aan hen, die hem gedurende zijne vluchl steyn
hadden bijgestaan. Alleen Marra kon kund:
hij niet beloonen hoe zou hij 't harei zijn,
waardig hebben kunnen doen Hare verlie
nagedachtenis bleef hem eene treurige; branc
de zijne is in Zweden nog in eere et huis
zijne tijdgenooten hebben er nooit bfr dadel
rouw over gehad, dat zij hem tothuDnei bondi
vorst hebben uitgeroepen, want hij wsi doorg
onder allen de waardigste tot het drages behoi
EENER KONINGSKROON. Zeer