No.
25e Jaarg.
Woensdag 21 JpnY 1909.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIEiLeMAN,
AXEL.
i
Buitenland.
e. FEUILLETON.
D<t blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor Bblgiï 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Centvoor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren.
FRANKRIJK.
Volgens de Liberté heeft er 9 Maart
een vry ernstige muiterij plaats gehad
aan boord van den Franschen kruiser
Du Chayla, op weg naar Dakar, aan
de westkust van Afrika. De bemanning
was ontevreden over de bestraffing van
eenige matrozen, die zich over den
zwaren dienst hadden beklaagd. Zij
brulden om eten en riepenweg met
den kommandant.
Den volgenden dag werd de dienst
eenigszins gewijzigd en daarop was de
orde hersteld.
Koning Eduard is Vrijdagavond te
Parijs op den trein gestapt en naar
Bourget gereisd, niet ver van Parijs.
Te Bourget ontmoette hij een gezel
schap vorstelijke dames, die eenige uren
tevoren te Calais waren geland met de
Empress. Het waren koningin Alexan
dra, zijn gemalin, prinses Victoria, zijn
dochter, en de keizerin-weduwe van
Rusland.
Na een onderhoud, dat ongeveer een
kwartier duurde, nam de Engelsche
familie afscheid van de Russische
vorstin. Koning Eduard vertrok met
vrouw en dochter naar Genua, de
keizerin-weduwe van Rusland vertrok
even later ook naar Genua, maar langs
een anderen weg.
TURKIJE.
Tot den opmarsch van Macedonische
troepen naar de hoofdstad is het op
'toogenblik nog niet gekomen. Wel
15 d 24)
(Slot.)
Begeven wij ons aan den avond van
rek dien dag naar de hut in 'tRymin-
gerwoud.
Op eene armoedige legerstede uitge
strekt, ligt Marra, met eene bleekheid
die door de donkere huid heenschijnt en
seB daaraan dieu valen tint geeft, welken
men wel bij stervenden opmerkt. De
;en bewoonster der hut heeft op hare aan
wijzing eenige kruiden in het bosch ge
zocht en die op de wond gelegd. Zij
•en thans alleen, Marra, en staart met
hare donkere, nu matte oogen naar de
•us. deur, als verwacht zij iemand. Nu en
ten dan drukt zij de koude, bevende hand
tegen de borst, die haar vreeselijk pijn
doet. Maar op haar gelaat ligt eene
kalmte verbreid, die getuigt van de
tevredenheid harer ziel, en om haar
mond speelt nu en dan een glimlach
die bewijst, hoe gelukkig zij is, da
ZÜ maS lijden voor den zoo innig
j geliefde.
Eindelijk gaat de deur open en Gu»
ien taaf Erikson treedt de hut binnen. Hij
ert werpt zijnen Spaanschen mantel af en
ert plaatst zich op eene bank nevens het
hebben zich eenige bataljons op eigen
gelegenheid per spoor naar Konstanti-
nopel begeven, maar van een gszamen-
lijken opmarsch der aan het oude
bewind trouw gebleven troepen, onder
aanvoering van jong-Turksche officie
ren, werd nog niet gemeld. Als dat
geschiedde, zou het tot een bloedige
botsing komen tusschen het eerste leger
korps, dat te Konstantinopel den staats
greep heeft helpen volvoeren, en het
derde korps (in Macedonië) dat geheel
onder jong-Turkschen invloed staat.
Een streep door de rekening van de
bevelhebbers van het derde korps is
zeker geweest, dat de officieren van
het tweede korps hebben moeten melden
dat ze van hun troepen niet zeker
waren.
Intusschen kwam een telegram uit
Konstantinopel met de verrassende
mededeeliug, dat op een conferentie
van gedelegeerden van alle comité's
besloten is tot een wapenstilstand tot
de volgende parlementaire zitting. Dat
telegram geeft niet veel hoop op blij-
venden vrede in Turkije.
Wat de Kamerzitting betreft, brengen
we in herinnering dat volgens de grond
wet de Kamerzitting elk jaar op 1
November moet worden geopend en
einde Februari gesloten. Daar de
huidige Kamer echter eerst op 15 De
cember is bijeengekomen, werd in de
laatste heltt van Februari besloten de
Kamerzitting voorloopig tot een nader
te bepalen datum te verlengen. Overi
gens was in den laatsten tijd juist een
Kamercommissie doende met het uit
werken van een ontwerp tot het aan-
bed der gewonde, die hem zoo vriende
lijk en zoo gelukkig aanziet en hem de
kille hand reikt.
»Hoe gaat het, Marra?* vraagt hij.
»Hoe het gaat, Gustaaf,* antwoordt
het meisje. »Ik ben gelukkig.*
>Gelukkig En gij lijdt. Gij lijdt-
om mijnentwil.*
»Juist daarom ben ik gelukkig,* geeft
zij met een opgeruimd gelaat ten ant
woord. »Ik heb mijne schuld betaald
leven om leven. Ik heb u gered, en als
ik sterf.
»Gij moogt niet sterven, Marra,* zegt
Gustaaf met bewogen stem. »Gij zult
blijven leven.*
»Zooals de groote Geest daar boven
dat wil, mijn vriend,* antwoordt zij
kalm. >Ik kan nu tevreden heengaan
want ik heb u de eerste trede op den
trap des troons zien zetten, en als
Zweden een koning krijgt is het dien aan
mij verschuldigd.*
»Te duur gekocht, als gij er voor
moet sterven, Marra,* zegt Gustaaf
somber.
»Nooit te duur gekocht, mijn vriend.
Wat is mijn leven anders geweest dan
eene toewijding aan u, die mijD leven
hebt gered? Welnu, mijn gehetSa aan
zijn behoorde u toe. Ik heb dat opge
offerd, toen 'tnoodig was.*
»Houd u thans bedaard, Marra. Ik
heb naar Upsal gezonden, om een der
bekwaamste wondartsen. Met Gods
brengen van wijzigingen in de grondwet
en o. a. ook van de grondwettelijke
bepalingen nopens den duur der Kamer
zitting.
Zooeven zoo luidt bericht uit
Konstantinopel van Vrijdagmiddag
is in een der drukste wijken van Per*
een nieuwe paniek ontstaan. Een troep
rondtrekkende matrozen, die voorbij
gangers beroofden, werd door een troep
jagers uit Saloniki achtervolgd. De
matrozen zetten het op een loopen,
waarop de jagers vuurden. Een on
schuldige voorbijganger werd getroffen.
Alle teekenen wijzen er op, zoo zegt
deze berichtgever, dat de minister
van oorlog moge zeggen wat hij wil
de bevoegde macht nog altijd machte
loos staat tegenover de troepen en dat
de opwinding onder de bevolking zeer
groot is.
In den loop van Donderdag zijn in
de straten drie officieren doodgeschoten.
Wolf verneemt uit Konstantinopel,
dat eenige bladen overdreven berichten
hebben verspreid over bedreven onge
regeldheden. Zoo moet het bericht over
de vernieling van de vrouwenclub
volgens Wolf op een dwaling berusten.
De sombere berichten uit Adana
houden aan. Er moet verschrikkelijk
gemoord zijn en een gedeelte der stad
moet in brand gestoken zijn. Er is
geschoten op een trein van de lijn
Adana—Mersina. De Duitsche kolonie
heeft de bescherming der Duitsche
regeering ingeroepen. De Deensche
gezant heeft daarop krachtige maat
regelen toegezegd.
hulp hopen wij u in 't leven te behouden.*
>De wond is te diep, Gustaaf,* ant
woordde het meisje. Marra zal niet
weer aan de zijde van Zwedens wreker
strijden zij zal sterven, sterren voor
u, haren redder.*
Gustaaf smeekte haar, zich bedaard
te houden, en toen den volgenden dag
de woudheeler kwam, verklaarde hij, dat
Marra de waarheid had gesproken en
dat zij er aan sterven zou. Toch be
haalde hare gezonde natuur voor het
oogenblik de overhand; maar haar gestel
was geknakt en hare krachten namen
gedurig af. Marra kwijnde.
Omstreeks Sint Jan (21 Juni) 1521
sloeg Gustaaf het beleg voor Stockholm,
en dat ondanks de tijding welke hij
ontving, dat Christiaan zijne moeder en
beide zusters mede naar Kopenhagen
had gevoerd en zoo zijne dierbaarste be
trekkingen in handen had, met welker
dood of leren hij Zwedens verdediger
meende te kunneu dwingen. Daar
echter de belegering om de reeds door
mij genoemde radenen slechts langzaam
vorderde, begreep hij, dat het voor't be
lang van 't land noodzakelijk was, de
Stenden bij elkander te doen komen, en
riep die op, om in Augustus 1521 op
een rijksdag te Wadstena Ce verschijnen,
't Was hem eene ware voldoening te
zien, dat men zoo gewillig en met zooveel
belangstelling aan zijne oproeping gehoor
gaf. Niet alleen verschenen er zeventig
Andere berichten zeggen, dat de
troepen onmachtig zyn de orde te her
stellen. De soldaten zijn zeiven aan
het plunderen geilagen.
Een bepaald verband tusschen de
moordtooneelen in Adana en den
jongsten staatsgreep is er niet. Men
zou in zooverre een verwijderd verband
kunnen zoeken als het gezag der re
geering in de Aziatische provincies door
den jongsten staatsgreep natuurlijk
geleden had.
Adana is de hoofdstad van het Klein-
Aziatische wilajet van dien naam, dat
de streken ten zuiden van den Taurus
omvat, en telt ongeveer 40,000 inwo
ners. Met de kust is Adana verbonden
door een lijn naar Mersina. Tusschen
de Mohammedanen en de Armeniërs
heeft in die streek altijd een verbitterde
vijandschap bestaan.
De Kölnische Zeitung verneemt dd.
Zaterdagochtend uit Konstantinopel, dat
er een scheiding onder de afgevaardig
den valt waar te nemen in twee groepen,
van welke de eene den ommekeer
erkent, en een andere, die nog terug
houding bewaart en het zelfs voor on
mogelijk verklaart, dat de Kamer aan
het werk gaat.
Een teeken des tyds is de toenadering
tusschen de liberalen en de mannen van
het comité voor eenheid eh vooruitgang.
Ongeveer veertig afgevaardigden
hebben naar provinciale districten kal-
meerende telegrammen gezonden, met
de mededeeling dat de ommekeer niet
gericht was tegen de grondwet, die als
heilig te beschouwen was.
edelliedenalle provinciën haddeD afge
vaardigden gezonden. Groot was op
deze vergadering de geestdrift voor den
held van Zweden allen beloofden, hem
tot in den dood te zullen volgen en
smeekten hem zelfs, de kroon van Zwe
den aan te nemen.
Maar Gustaaf weigerde dit.
»Neen, mijne vrienden,* zeide hij.
»'t Zij verre van mij, dat ik op den
troon van Zweden zou willen stijgen,
te meer, daar 't vaderland nog niet vrij
en onafhankelijk is. Laat ons eerst de
Denen ten onder brengen. Dan, wan
neer er geen vijand meer is, kunnen
wij een waardigen koning kiezen.*
Toen men zag, dat hij volstandig de
kroon weigerde, maakte men hem rijks
bestuurder (24 Augustus 1521).
»En gij hebt de kroon van Zweden
geweigerd,* zeide Marra, toen Gustaaf
haar den uitslag van den rijksdag te
Wadstena verhaalde. »Gustaaf Erikson,
gij kuut weigeren zooveel gij wilt
wat bij den grooten Geest is besloten,
zult gij niet veranderen.*
Eerst den 23sten Juni 1523 werd
Gustaaf meester van Stockholm, en wei
niet, voor de Deensche bezetting verno
men had, dat er in Denemarken een op
stand tegen Christiaan was uitgebroken,
waardoor deze vorst van den troon was
gestooten, en de Denen (den 26sten
Maart 1523) in zijne plaats Fredfcrik I
tot hunnen koning verkozen hadden.