J- No. 4. Zaterdag 17 April 1909. 25e Jaarg rm i m jiJ LI U Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. in F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. vin. bij Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor Bilgiï 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. FRANKRIJK. Te Parijs heeft de rechtbank voor 'P> correctioneele zaken vounis gewezen in een ongewone zaak. Een waschvrouw of strijkster, ongeveer veertig jaar oud, was verliefd geraakt op een man. Ze was in de plaatsing harer genegenheid niet gelukkig geweest, want de man harer keuze was gehuwd en huisvader. Zoo groot was echter de liefde van juffrouw Blanche Lefèvre, dat zij in het bestaan van vrouw en kinderen geen bezwaar vond om te trachten, haar beminde voor zich te winnen. De beminde was met de warme gevoelens van Blanche Lefèvre jegens hem niet op de hoogte. Om zekerheid te krijgen omtrent de pijnlijke vraag, of zij op wederliefde mocht hopen, ging Blanche naar een kaartlegster. De kaartlegster raad pleegde de kaarten, maar de kaarten gaven een onbestemd antwoord. Blanche gaf toen de kaartlegster een gouden speldje en een zilveren servetring. De kaartlegster ging daarop de geesten "n raadplegen en de geesten antwoordden, dat er niet aan te twijfelen viel of Blanche werd vurig bemind door den man dien zij in stilte lief had en deze man was bereid, zijn vrouw en kroost voor Blanche op te offeren. Doodgelukkig ging Blanche naar het huis van haar minnaar om hem af te halen. De minnaar behandelde haar ongeveer zoo als het paard den wolf deed, toen deze, op raad van Reintje h Eenige der uitgezonden boden vonden ik Gustaaf in het dorp Saln, juist toen hij op hst punt stond om, ondanks alle vertoogen van Marra, de Zweedsche grenzen over te trekken, om in Noor wegens gebergten betere tijden voor zijn in vaderland af te wachten. In triomf keerde hij naar Mora terug, a en hier werd hij door de voornaamste en machtigste boeren uit alle kerspelen »tot heer en hoofdman hunner gemeente a en al de gemeenten van het geheele rijke gekozen, een lijfwacht van zestien on- s. verschrokken mannen hem toegevoegd terwijl eenige honderden jonge mannen i zich wapenden, huis en hof verlieten en zwoeren hem te volgen, waar hij hen zou voeren. Aan 't hoofd van deze moedige en door jde woeste natuur, die aan beide zijden >der Dalelf heerscht, geharde mannen', trok Gustaaf naar Fahiun, waar hy in Februari 1521 aankwam. Daar. greep Q hij den bergvoogd Christoffer Olsson, een t zijner ergste vijanden en hevigste ver- t volgers, aan, nam hem gevangen, kreeg de opgebrachte belastinggelden en eene de vos, kwam vragen, of hij asjeblieft het veulen zou mogen hebben. De geesten bleken gejokt te hebben. Maar het gouden speldje en de zilveren servetring waren voor de kaartlegster, want er was afgesproken, dat zij die voorwerpen zou houden, als Blanche den minnaar dienzelfden dag uog zou zien. De kaartlegster is tot twee maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens misbruik van vertrouwen. TURKIJE. We zijn het in Turkije in den laatsten tijd langzamerhand gewend geraakt, dat wijzigingen op het gebied der binnen- landsche politiek worden tot stand ge bracht met behulp van de militaire macht. Want dat het bij de huidige troebelen niet louter een muiterij, maar wel degelijk een staatsgreep geldt, laat na de jongste berichten geen twijfel. We denken bij de gebeurtenissen van thans onwillekeurig terug aan de laatste Juli-week van het vorige jaar. Toen werd bij Keizerlijke iradé de grondwet van 1876 hersteld en de bijeenroeping van het parlement gelast, nadat ge bleken was dat het door de jong-Turken bewerkte leger meester was in den lande. Thans is bij een Keizerlijke iradé een ministerie naar huis gezonden, nadat gebleken was dat de hoofdstad in de macht was der troepen. Het onderscheid is, dat, terwijl in Juli 1908 de jong-Turksche leiders zegevierden, thans hun tegenstanders de mannen van de zoogenaamde unie hun wil hebben weten door te zetten. We menigte Deensche koopwaren in handen, verdeelde geld en goed onder zijn volk en liet door Marra van de veroverde zijden stoffen de eerste vaandels vervaar digen, die hem op de baan der over winning zouden leiden. Deze gelukkige uitslag en de behaalde buit moedigden anderen aan, het voorbeeld hunner broe deren te volgen en binnen weinige dagen had Gustaaf eeti leger van drie duizend man bijeen. Nu begaf hij zich naar Gestrikland, waar men hem trouw zwoer. Hier vernam hij de tijding, dat zijn leger, hetwelk hij onderden machtigen bergman Peder Svensson had achtergelaten, dooi de Deenen bij de overvaart van Brunns- bück geslagen washij spoedde zich ijlings terug, doch bemerkte dat het bericht onwaarheid bevatte en dat integen deel het Deensche leger van zes duizend man, door Gustaaf Trolle en eenige andere aanhangers, van Christiaan onder Sven Nisby afgezonden, eene volkomene neder laag had geledeD. Toen het bericht vau d§ze nederlaag- te Stokholm aankwam, was de Deensche macht aldaar niet groot genoeg, om een tweede leger tot demping van den opstand uit te rusten. Hierdoor had Gustaaf den tijd, den opstand uit te breiden, zjjne troepen te versterken eri vooral hen aau geregelde orde en krijgstucht te onder werpen. Hunne wapens (want zij konden geen schietgeweer hauteeren) bestonden in strijdbijlen, bogen, pieken en slingers, moeten hier intusschen niet uit 't oog verliezen, dat het niet tegen de consti- tutioneele beginselen was dat deze jong ste beweging zich richtte, doch tegen de huidige (jong-Turksche) bewindvoer ders, tegen wie reeds lang in den lande een steeds wassende strooming gaande was. Even snel en krachtig als in Juli door het jong-Turksche comilé de zege praal werd bevochten, is thans door zijn tegenstanders de zege behaald. De opstandelingen eischten het ontslag van den grootvizier, de ministers van oorlog en van marine en van den Kamer voorzitter, alsmede straffeloosheid. En zie, binnen vier-en-twintig uur ver schijnt een iradé, waarin het optreden van een nieuw kabinet wordt aange kondigd en straffeloosheid wordt toege zegd. Sneller kan het al niet! Het is trouwens nog niet zoo lang geleden, dat we in Turkije getuigen waren van een even snel opkomende en even spoedig opgeloste binnenland- sche crisis. Men zal zich nog wel her inneren, hoe half Februari van dit jaar zich plotseling een binnenlandsche crisis ontwikkelde de beweging was toen tegen den toenmaligen grootvizier Kiamil pasja gericht die eveneens met verbijsterende snelheid tot een oplossing werd gebracht door het af treden van den 82-jarigen Kiamil pasja. Hy moest plaats maken voor Hilmi pasja, den vroegeren inspecteur-gene raal der hervormingen in Macedonië, die thans dan op zijn beurt het veld heeft moeten ruimen voor Tewfik pasja, den oud-minister van buitenlandsche zaken. met welke laatste zij ook stukken gloeiend ijzer wierpen. Hij leerde zijn volk de pijlen doeltreffender smeden en gaf aan de spiesen een meerdere lengte van vier tot vijf voet. Ook liet hij te Hedemora, waar hij zijn hoofdkwartier had gevestigd, eene noódmunt slaan van koper met een weinig zilver er onder en waarop aan de eene zijde een gewapend man, aan de andere twee kruiselings over elkander gelegde pijlen met drie kroonen zich bevonden. Den 23sten April monsterde hij zijn leger bij Roinfertuna de kronijken geven liet aantal zijner soldaten van vijftien tot twintig duizend man op. Hij verdeelde nu zijne troepen onder zijne twee veld oversten Lars Olofson en Lars Erikson, zond koning Christiaan eene oorlogsver klaring, trok tegen Westeras op, en sloeg den Deenschen leenman Hendrik van Melen tweemalen op de vlucht. In Westeras heerschte Died eri k Slaghek, de gewezen barbier, als 's konings stad houder met onbeperkte macht. Hij had al wat boom heette in den omtrek der stad laten vellen, om zijne ruiterij tegen de boeren te kunnen gebruiken. On danks het verbod van Gustaaf, die voor nemens was de stad eerst den volgenden dag te bestormen, rukte zijn volk den 29sten April tegen de stad op, uit welke hun ruiterij en voetvolk met kanonnen tegemoet trokken. Gustaaf hoorde deze tijding, toen hij zich nog te Ba'.undsas, Zooals de telegrammen melden, is de rust tham in Konstantinopel hersteld en zyn er in 't geheel 17 dooden en 30 gewonden gevallen. Tot de dooden behooren de minister van justitie en het Arabische Kamerlid Emir Moham med Arslan, die werd aangezien voor een jong-Turksch ij veraar. Volgens gerucht is de minister van marine gewond. Al vallen er dooden te betreuren, voor de rampen Van een groot bloedbad is jong-Turkije, dat zich niet zonder schokken schijnt te kunnen ontwikkelen bij de jongste crisis tenminste gespaard gebleven. Ook dit biedt een trek van overeenkomst met de Juli-omwenteling van 1908, die wel met op zichzelf staande moorden, maar niet met een algemeen bloedbad gepaard ging. Onder de oorzaken, die tot de onte vredenheid over het beleid van den afgetreden minister van oorlog geleid hebben, noemt men nog het ontslag, dat door den minister gegeven was aan een groot aantal officieren. Hij had n. 1. zeer vele officieren, die feitelijk onbekwaam waren maar die onder het oude regeeringstelsel, dank zij hooge bescherming, hooge posten hadden ge kregen, zonder complimenten ontslagen. Die maatregel was zoowel uit zuinigheid als op grond van de eischen van een goede leger-organisatie genomen. Maar de ontslagen officieren vormden natuur lijk een gevaarlijk element van gisting in den lande. op eene halve mijl van de stad bevond. Hij snelde ter hulp, en vond zijn volk reeds in den strijd gewikkeld. Zoo goed wisten zijne boeren hunne lange pieken te gebruiken, dat er meer dan vier honderd paarden op de plaats bleven. Het duurde niet lang of de vlucht onder de Deenen werd algemeen en Westeras was gewonnenniet echter het slot, waarop zich Slaghek verschanst had. Gustaafs manschappen verstrooiden zich nu om te plunderen, kregen den voorraad van wijn in de Domkerk in handen, plaatsten zich om de vaten heen en begonnen te zingen en te drinken. Hiervan maakten de Deenen gebruik door nieuwe benden uit het slot versterkt, rukten zij op de drinkebroers aan, die hunne wapenen reeds hadden wegge worpen, en zouden hen overwonnen en de stad heroverd hebben, had Gustaaf niet Lars Olofson te hunner hulp ge zonden, die na een nieuwen strijd, de Deenen andermaal op de vlucht joeg. Ik zou te wijdloopig worden, wanneer ik u alle krijgsbedrijven wilde meldeu genoeg zij het, dat langzamerheid het grootste deel van 't land Gustaaf toaviel en dat de aanzienlijkste edellieden zich onder zijne vanen schaarden. Den 18den Mei bevond hij zich met zijn leger vóór Upsala en eischte de stad op. Daar zij weigerde, liet Gustaaf haai den volgenden dag stormenderhand in nemen.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1909 | | pagina 1