Binnenland.
Landbouw.
Rechtszaken.
(iemengd Nieuws.
te voren hadden een 500 studenten een
landbouwtentoonstelling in de war ge
stuurd verscheiden uitstallingen wer
den vernield. Te Port Said was een
kwetsuur, die een Egyptisch speler in
een voetbalwedstrijd opliep, het sein
voor de menigte om zich op het Euro-
peesche elftal te werpen. Met bereden
politie moesten de Europeanen wegge
bracht worden. De correspondent ziet
in deze en dergelijke voorvallen een
teeken van de gisting, die er onder de
bevolking heerscht, en verwijt de
Engelsche regeering, dat zij door haar
slappe houding het kwaad verergert.
Maar ons dunkt vooreerst, dat ook
onder de liberale regeering de hand
van Engeland in Egypte strat is ge
bleken, en voorts dat er ten bewijze
van een oproerigen geest onder het
Egyptische volk, zoo die er is en
we achten dat niet onwaarschijnlijk
toch treffender bewijzen aangehaald
moeten worden dan studenten die ergens
den boel opscheppen en voetbalspelers,
die tegen de verbolgenheid van partij
dige toeschouwers beschermd moeten
worden. Beide dingen komen, om van
andere landen te zwijgen, in Engeland
ook herhaaldelijk voor.
Het Regentschap.
De Staatscourant no. 63 bevat een
koninklijk besluit van 15 Maart, waarbij
het volgende wordt bepaald, gelet op
de artt. 32, 33 en 37 der Grondwet
lo. de leden der beide Kamers van
de Staten-Generaal uit te noodigen zich
op heden Vrijdag 19 Maart, te 1"2 uur,
in de vergaderzaal van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal te ver
eenigen
2o. te bepalen, dat door de Ministers
van Binnenlandsche Zaken en van
Justitie in de alsdan te houden openbare
vereenigde vergadering der Staten-Ge
neraal zullen worden ingebracht een
ontwerp van Wet tot voorziening in
het Regentschap in geval van troons
opvolging tijdens de minderjarigheid
van den Troonsopvolger, en een ont
werp van Wet tot regeling van de
voogdij over den minderjarigen Koning.
Toestand van H. M. de Koningin.
De Koningin, profiteerende van het
gunstige weer, maakte Donderdag
middag weder een wandeling in de
straten der residentie.
Hoeveel Chili kan men suikerbieten
met voordeel geven
Met het doel deze vraag te beant
woorden, werd in 1908 in Oostelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen door een drietal
landbouwerszoons, leerlingen van de
landbouwcursus in hunne respectieve
lijke gemeenten, eene proef genomen
en wel door Al. Wesepoel te Hontenisse,
Langemunt, Alph. de Nijs te Hontenisse,
Lepelstraat en Dom. Misseghers te Koe
wacht, Oudenmolen.
De inrichting dezer prosven was
aldus
De akker waarop ze genomen werden,
was geheel van de naburige akkers en
van de greppels gescheiden door een
pad van 1 Meter breedte en in perceelen
verdeeld. Deze waren eveneens door
greppels van 1 Meter breedte van elkaar
gescheiden en respectievelijk groot 1,
3, 3, 3 en 3 Are. Alle perceelen ont
vingen 675 K.G. superphosphaat (van
14°/0) en 675 K.G. kaïniet per H.A.
Perc. I bleef verder onbemest, perc.
II ontving daarenboven, per H.A. be
rekend 400 K.G. Chilisalpeter, perc III
600, perc. IV 800 en perc. V loxO K.G.
De superphosphaat en de i, i.
werden ongeveer 3 weken, vóó;
zaaien der suikerbieten uitgestrooid en
riink ingeëgd. Een vierde deel van de
hoeveelheid Chili, op elk perceel aan
te wenden, werd even voor het zaaien
door eggen in den grond gebracht en
de rest in twee keer op de in de streek
gebruikelijke tijden als overbemesting
gegeven.
1908 was, zooals ieder weet, een zeer
goed bietenjaar, zoodat alom opbrengsten
verkregen werden, als nog nimmer te
voren. Ook de drie proefvelden gaven
rijke oogsten, zooals uit onderstaand over
zicht der verkregen resultaten blijkt.
Op proefveld Wesepoel bracht perc. I
(niet met Chili bemest) op 36000 K.G.
wortels en 16200 K.G. koppen met
bladeren, perc. II 43000 K.G. wortels
en 22275 K.G. k. en bl., perc. III 49330
K.G. wortels en 24975 K.G. k. en bl.,
perc. IV 53670 K.G. wortels en 31725
K.G. k. en bl. en perc. V eindelijk 60670
K.G. wortels en 40500 K.G. k. en bl.
Op proefveld De Nijs verkreeg men
de volgende uitkomsten
Perc. I 31725 K.G. wortels en 17550
K.G. k. en bl., perc. II 43875 K'.G.
wortels en 20925 K.G. k. en bl., perc.
III 45900 K.G. wortels en 27000 K.G.
k. en bl., perc. IV 49950 K.G. wortels
en 31725 K.G. k. en bl. en perc. V
49950 K.G. wortels en 29700 K.G. k.
en bl. De grond van dit laatste perceel
was van mindere kwaliteit dan die der
overige perceelen.
Het proefveld Misseghers eindelijk
leverde den volgenden uitslag op
Perc I 33500 K.G. wortels en 21000
K.G. k. en bl., perc. II 45600 K.G.
wortels en 22000 K.G. k. en bl., perc.
III 54000 K.G. wortels en 34170 K.G.
k. en bl., perc. IV 58170 K.G. wortels
en 36670 K.G. k. en bl. en perc. V
62130 K.G. wortels en 39170 K.G. k.
en bl. Alles per H.A.
Deze cijfers zijn meer pakkend dan
de meest welsprekende woorden. 1000
K.G. Chilt kan men dus zeker aan suiker
bieten met voordeel geven. En nog meer
ook. Wie wil dat eens nagaan
AXEL, 19 Maart 1909
Onze vroegere stadgenoot, de heer
L. B. A. Rolff Jz., thans onderwijzer
te Medemblik is benoemd als zoodanig
aan de school voor m. u. 1. o. te Weesp.
Tot onderwijzeres aan school B
te Neuzen is benoemd mej. B. P.
Ridderikhoff te Voorburg
De heer J. Scheele te Neuzen is
benoemd tot rijksklerk bij de adminis
tratie van 's rijks schatkist te 's Gra-
Met 2 April worden bij de mare
chaussee verplaatst de brigadier J. Pe
ters van Neuzen naar Nieuw-Namen
en de brigadier L. van Eek van Nieuw-
Namen naar Asten.
Aanstaanden Dinsdag wordt te
Vlissingen Prins Hendrik verwacht om
de plechtige opening bij de wonen der
De Ruijttrschool, waarvan Z. K. H.
vóór 2 jaren op denzelfden datum den
eersten steen heeft gelegd.
Het te verwachten bezoek is thans
officieel geregeld als volgt
Z. K. H. vertrekt dien dag, vergezeld
door zyn adjudant luit. t.,z. 2e kl. Bijl
de Vroe, te halt negen voormiddags
per Hollandsche spoor naar Vlissingen,
alwaar de trein te twaalf uur aankomt.
Na aankomst begeeft Z. K. H. zich
onmiddellyk naar het gebouw, alwaar
de Prins ontvangen zal worden door
het bestuur en den directeur der in
stelling.
Z. K. H. zal in persoon de instelling
openen op uitnoodiging van den voor
zitter der Zeevaartschool, den heer J.
Smit Azn.
Vervolgens wordt de inrichting be
zichtigd.
Na afloop van dat bezoek gaat Z. K.
H. met het bestuur per rijtuig naar
het Badhotelhlwaar men zich aan een
lunch zal vereenigen.
i den trein van vijf uren keert
i.- Prins nau, u Haag terug.
Voor de aa itaande examens ter
verkryging der u*te lager onderwijs,
te Middelburg af te nemen, zijn als
deskundigen benoemd de heeren
A. R. Breetvelt te Goes, W. H. Hassel-
bach te Middelburg, P. Landsman te
Vlissingen en M. L. de Keyser te
Graauw, voor taal en lezen
J. J. J. de Lange te Scherpenisse en
R van der Welle te Grijpskerke, voor
rekenen
G. den Toom te Aardenburg en J.
Vreeken te Middelburg, voor teekenen
en schrijven
J. de Hoogh te Goes en H. Koelmans
te Neuzen, voor aardrijkskunde
P. van der Have te Zierikzee en A.
Kok te Zaamslag, voor geschiedenis
S. de Graaf te Zierikzee, F. Maijs te
■Wilhelmiuadorp, J. de Meijer te Schoon-
dijke en B. van Ruijven te Axel, voor
kennis der natuur
A. Lysen te Middelburg en A. F.
Wisse te Breskens, voor zang.
Mej. A. S. Beugel en de heer J. H.
van der Bel, beiden te Middelburg,
voor vrije- en ordeoefeningen der gym
nastiek en
mej. M. J. de Haan te Middelburg
en mej. W. P. Pal te Tholen, voor
nuttige handwerken. M. Cl.
In de week van 10 tot 16 Maart
1909 zijn in Zeeland voorgekomen 9
gevallen van roodvonk, waarvan 1 te
Middelburg, 2 te Rilland-Bath, 2 te
Stavenisse en 4 te Vlissingen; 11 van
diphtheritis, waarvan 1 te Clinge, 2 te
Goes, 1 te Hontenisse, 2 te Neuzen en
5 te Stavenisse.
PREDIKBEURTEN TE AXEL
Zondag 21 Maart 1909.
Ned. Herv. Kerk.
Voorin. 97i ure Ds. J. B. T. Hugenholtz.
Nam 2 ure Ds. J. B. T. Hugenholtz.
Gereformeerde Kerken.
Kerk A.
Ds. A. Voogel
Ds. Voogel
(van Putterihoek.
Kerk B.
Ds. E. v. d. Kamp.
Ds. R. v d. Kamp.
Gereformeerde Kerk. (Lange Weststraat.)
Voorm. 9 ure Leeskerk.
Nam. 2 ure Leeskerk.
Voorm. 9 ure
Nam. 2 ure
Voorm. 9 ure
Nam. 2 ure
Arrond. Rechtbank te Middelbars;.
Zitting van 19 Maart 1909.
A. H., 28 j., visscher te Breskens,
is wegens vernieling veroordeeld tot
5 boete of 5 dagen hecht.
C. G., 25 j., arbeider te Hoofdplaat,
is wegens beleediging van een ambte
naar veroordeeld tot f 10 boete of 10
dagen hecht.
P. M., 28 j., polderwerker te Stop
peldijk, is wegens alsvoren veroordeeld
tot j 10 boete of 10 dagen hecht.
C. v. D., 45 j., arbeider te West-
dorpe, is wegens diefstal veroordeeld
tot 7 dagen gevang.
R. d. D., 16 j., en J. D. v. d. V., 13 j
zonder beroep te Ter Neuzen, zijn
wegens alsvoren veroordeeld, ieder tot
j 1 boete of 1 week tuchtschool.
J. A v. L., 36 j., bakker te Sluiskil
(Ter Neuzen) is wegens beleediging
veroordeeld tot j 5 boete of 5 dagen
hecht.
J. C., 34 j., I. C., 24 j., A. C., 21 j,,
werklieden te Schoondijke, zijn wegens
mishandeling veroordeeld ieder tot 3
weken gevangenisstraf.
De opening van het krankzinnigen
gesticht Vrederust te Bergen-op-Zoom
is thans voorloopig bepaald op Woens
dag 5 Mei.
De schipbreuk van de Margaretha.
Het Rott Aieuwsbl. heet uit den mond
van een der geredden van de Margaretha
te Rotterdam vertoevend, de volgende
bijzonderheden opgeteekend
„Wij hadden een moeilijke reis ge
had. Al zooveel maanden waren wij
op weg. Den 30en October van het
vorig jaar was ons schip met bestem
ming naar onze „Heimath", naar Ham
burg, van Iquique in Chili, weggezeild.
Bijna voortdurend hebben wij moeilijk
weer gehad en van de zeemanskunst
van onzen kapitein werd veel geëischt.
„Den 8en Maart voeren wij van
Dover, ons laatste station, weg, en wij
zouden morgen of overmorgen in Cux-
haven kunnen binnenloopen. En toen
is dit gebeurd, deze afgrijselijke ramp.
Onze beste kapitein met vrouw en
kind en vijftien makkers in de wilde
zee verdronken
„Het was goed dienen aan boord.
Zoo „gemuthlich". Het tweejarig kindje
van kapitein Wohlers was als het
„schëepskind" bekend, wij hielden er
allen dol veel van en menig uur van
de maandenlange en soms eindelooze
vaart heeft 't ons opgevroolijkt. En
onze trouwe, ijzersterke doghond, aan
wien één onzer nu nog zijn leven te
danken heeft.
„Nu Zaterdagavond om negen uur
geschiedde de aanvaring. Dwars op
de Margaretha in voer de vreemde,
wreede boot en dadelyk sloeg de zee
in golven binnen. Er was geen gadachte
aan redding.
„Wij kunnen zoo moeilijk vertellen
wat er gebeurd is," zeiden de overle
venden. „Ieder dacht slecht aan zich
zelf. Wij weten slechts, dat er van
maatregelen onder leiding geen sprake
kon wezen. Het ging te snel.
„Toch hebben enkeien onzer nog een
reddingsgordel te pakken kunnen krij
gen en dien omgedaan. Ook de kapi
tein en zijn vrouw hebben dat kunnen
doen. Maar of zij te lang naar hun
kind hebben gezocht, dan wel of zij
van het dadelijk overhellende schip
zijn afgegleden, weten wij niet.
„Van de geredden hebben de meesten
vrijwillig den sprong in het water ge
daan. Zij konden allen goed zwemmen.
Op één na. En deze was reeds zin
kende, hij zou het lot deelen van de
omgekomenen. Toen plotseling voelde
hij zich krachtig bij den kraag gegrepen,
woest .bijna, dat het pijn deed. Maar
hij werd bovengehouden.
„Het was de hond, de trouwe, moedige
scheepshond. Hij heeft den zeeman
meer dan een kwartier met het hoofd
boven water gehouden, zoolang tot van
een der sloepen het heftig geplas, dat
de sterke hondenpooten in het water
maakten, werd gehoord.
Toen werden man en hond in de
boot getrokken. Man en hond tegelijk,
want het dier liet niet los, eer beiden
veilig in de sloep waren
Men ontroert bij het denken aan het
edele instinct, dat zulk een dier zoo
volkomen eigen gevaar doet vergeten
en den wil geeft te redden wat in nood
verkeert. Hij zou mee verdronken
zijn, liever dan los te laten, wat zyn
reddingsmoed heeft aangegrepen.
De prachtige hond was Maandag
in het Duitsche zeemanshuis. Zijn
baas, de kapitein, is dood, maar de
man, dien hij gered heeft, behoudt hem
voor zich en zal hem ongetwijfeld zijn
leven lang in liefde als kameraad by
zich houden, hetzij thuis, hetzij op een
nieuwe reis, in nieuw gevaar.
Vijftien minuten ongeveer hebben
de meeste schipbreukelingen rondge
zwommen tot zij de lichten op de
booten in het oog kregendan hielden
zij daarop aan en werden gered.
Maar zoolang konden de meesten het
niet volhouden. Zy moesten de reddings
poging opgeven en zonken weg in het
koude graf.
„Wij hebben ze hooren schreeuwen
en kreunen," vertelden ons de over
levenden. „Maar aangrijpender, onver-
getelijker, zoo droef, dat we er nu nog
om huilen kunnen, was het geroep
van een kinderstemmetje, dat we allen
gehoord hebben, even tot het verstierf
Mama, mama
Het was het kind van den kapitein.
Vader en moeder waren reeds verdron
ken. Het stond op het zinkende schip
en riep nog om moeder l