io. 98. W oensdag 17 Maart 1909. ^4e Jaarg. IJ kl IJ II ïj Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h-VI a a n deren. F. DIELEMAY, Buitenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DUITSCHLAND. Het Duit«che oorlogsluchtsohip Z 1 heeft Vrijdagochtend te Priedrichshafen [een schoonen tocht volbracht. Het •teeg '«ochtends vroeg, loodrecht als een leeuwerik, naar steeds hoogere luchtstreken. Er woei een wind uit het- Zuidwesten, waarvan het vliegsta- tion de kracht op 7 secondenmeters bepaalde. Nadat het een hoogte van 1500 M. bereikt- had, bleef het lucht schip een uur lang op een punt staaD. Daarna klom het nog hooger, tot het door wolken omhuld was. Na een tocht van drie uren, landde het. Volgens de militaire deskundigen, heeft het oorlogsluchtschip daarmee het bewijs geleverd, dat het in staat is, geruimen tijd .buiten de gevaarlijke zone, d. i. op een hoogte vau 15 00 M., te vertoeven en dan bewegiugeu van den vijand gade te slaaD. De ongeduldige Berlijners, die zich van vroeger het aantal zomersehe dagen herinneren, dat Maart moet brengen, ials hij zijn staart niet roert, matten jzich, zoo goed als de menschen elders, boos op het barometrische maximum in het hooge Noorden van Europa, dat al twee weken de komst van het voor jaar tegenhoudt. De wind blijft maar oostelijk waaien over Midden-Europa, en alleen plaatselijke omstandigheden doen den weerhaan soms even draaien. Het is precies dezelfde weersgesteld heid, die men zich herinnert uit de Maartsche dagen van 1888, van 11 tot 1 Den volgenden dag wachtten de Duit- sche veehandelaars volgens afspraak hunnen reisgenoot in de aangewezen hérberg. Marra, die zich intusschen van 'tgeld, dat zij nog over had en dat «ij te vergeefs aan Gustaaf had opge drongen, in een beter gewaad had ge- stoken, zat bij hen en trachtte hun on geduld te bedwingen, daar de vreemde- jling die' hun thans zijnen naam en zij- j nen stand zoude mededeelen, wat langer uitbleef dau hij gezegd had, toen eens klaps de deur van de kamer, in welke «ij zaten, open ging en een aanzienlijk gekleed heer, met een degen op zijde en een' fluweelen Spaanschen mantel met goud geboord om de schouders, binueutrad. I »Mijne goede vrienden,* zeide hij, welwillend, terwijl hij hun de blanke hand reikte. »Ik dank u nogmaals voor de mij bewezene hulp. Ik wil u thans mededeelen, wie ik ben. Ik heet Gus taaf Erikson, en ben de grootste vijand der Denen, die in Zweden leeft. Ik wènsch mijn vaderland van het juk te bevrijden, dat het drukt, eu zal mmm r 'vergeten, hoeveel ik aan u en aan 23 Maart, den kouden tijd met over vloed van sneeuw, waarin ie dood van den uuden Keizer viel. Hoe bedroevend het weer ook is, men moet eigenlijk dankbaar zijn, dat het niet snel omslaat, merkt een Ber- lijnsch blad op. Er ligt nog veel sneeuw in de bergen, die overdag voor een gedeelte wegsmelt, maar 's nachts weer vastvriest. Zoodoende blijft men in de dalen voor nieuwen watersnood bewaard. FRANKRIJK. Uit Toulon komt dezer dagen een bericht, dat wel geschikt is, om de politici te Parijs er even aan te her inneren, dat er aan 's lands marine nog wel wat hapert. Er is daar in de buurt weer eens een groot3 kruiser in den modder vastgeloopen. Het schip schijnt er zonder averij-uitgetrokken te zijn. il -I is gelukkig, dat de Fransche zeelui zoo vaardig zijn in het vlot maken van vastgeloopen oorlogsschepen, maar de omstandigheid, dat er voor deze bezig heid zooveel gelegenneid tot oefening en tot het verkrijgen van vaardigheid gegeven wordt, is toch niet bepaald gunstig te noemen. Minister Picard wil de vloot voorgoed uit .den modder houden. Of hem dat met behulp van millioenen gelukken zal Ook het Fransche Kamerlid Bronsse schrijft in de Matin" over het rapport der commissie uit de Kamer betreffen de marinerekeningen van 1902 tot 1907, waaruit blykt dat de spilzucht in ma rinezaken Frankrijk heel wat centimes kost. Bronsse geeft voorbeelden van de goede stad Lubek te danken heb* Met schitterende oogen had Marra den schoonen jongeling aangestaard, dien zij nn weder in een heui passend kleed zagmaar edeler en fierder, dan zij hem op Kallo had gezien. Dat hoofd, het welk zich nu vrij gevoelde, ging niet meer gebogen, dat oog, toen naar den grond geslagen, hief zich nu fier om hoog, en die haud, toenmaals slap, kon zich nu weer aan 't gevest van den degen slaan, 't Was of zij den aan staanden .koning van Zwedeu reeds voor zich zag, en zij mompelde sHoe heerlijk zou eeh kroon op die weel ierige lokken staan Marra, c zeide Gustaaf. «Hoe zit gij daar zoo neer Of. vreest gij, dat met mijn gewaad ook mijn hart is ver anderd »Ik bewonderde Zwedens wreker,* antwoordde zij, terwijl zij hem naderde en zijne hand greep, die zij kuste. »Duitsche broeders,* zeide Gustaai. Dit meisje is eene edele onder de edelen. Zij waagde haar leven om mij te redden »Dat is schoon, dat is groot,* zeide een der veehandelaars. »Eu hadden wij geweten, dat gij de held van Dufweuas en Brannkyrka waart; wij hadden u met ons leven beschermd tegen de Denen, die u zochten.* »Edele mannen hernam Gustaaf. »Ook zonder dat te weten, hebt gij zulks de buitensporige winsten, die de leve ranciers voortdurend ten nadeele van 's lands kas maken, en van het geld weggooien dat bij marine plaats heeft. Meer dan '8 millioen francs b. v. zijn besteed aan herstellingen op de oorlog schepen „Caïman", Indomptable" en „Requin". Sedert dien 2ijn die bodems in 1906 28 dagen in dienst geweest voor de groote vlootoefienjngen, waarin zij hun zwakheid en onbruikbaarheid hebben bewezen. Stoomketels van 600 tot 850 duizend francs zijn besteld voor schepen die buiten dienst zijn gesteld of ontwapend voor de ketels gebruikt konden worden. Sedert dien zijn die ketels in een hoek-van een arsenaal opgeborgen, als „oud roest". Voor 37 motoren ten dienste van onder- zeesche booten, kostende 1,056,000 fr., heeit de leverancier nog 540,480 fr. aan premies gekregen. Zijn winst stellende, als gewoonte is, op 35 pet., ,komt men, de premies meegerekend, tot een winst van 95 pet. Van 1902 tot 1907 is er, gezwegen van de bui tensporige prijzen waarvoor er geleverd is, voor ruim 5. millioen fr. aan premies uitbetaald. ENGELAND. Te Londen heersc'ht de laatste paar weken de influenza. Velen verlaten er de stad om. Een paar schouwburgen zijn gesloten, aangezien eenige van de voornaamste spelers influenza hebben. Onder de Parlementsleden zijn er do zijnen slachtoffers. Maar vooral kin deren worden er aangetast, en vélen krijgen er bronchitis of diphtherie bij. gedaan. Ontvangt daarvoor mijnen dank en de hand der vriendschap.* Acht maanden lang vertoefde Gustaaf in Lubek waar Baner, die door de vlucht van zijnen gevangene de zesduizend daalders borgstelling, welke hij voor hem betaald had, en daarbij het ver-' trouwen zijns konings kwijt was, hem' van den Raad opeischte. 't Was vooral burgemeester Gromer, die zich tegen dien eisch verzette, en zoo bleef ouze held beschermd door de machtige han zestad, bevrijd van 't geweld der dwiug- landij, maar tegen zyn wil buiten machte, iets voor zijn vaderland te doen. Reeds twee dagen na hare aankomst te Lubek verliet Marra de stad met scheeps gelegenheid, om naar Zweden terug te keeren. Hoe gaarne Gustaaf nog eenigen tijd haar bij zieh had gehouden, aan wie hij door innige dankbaarheid gehecht was, het meisje gaf hem ten antwoord, dat zij nu haar doel bereikt had, dat hij vrij was en haar plicht haar nu tot hare grootmoeder riep, naar welke zij wenschte terug te keeren. Terwijl Gustaaf in Lnbek vertoefde, kwamen hem verschillende treurige tijdingen uit zijn vaderland ter ooren. Werkelijk waren de Denen Zweden biuuengedrougen, zijn neef Sten Sture had aan het hoofd zijner troepen den vijand ontmoet op het ijs van het Asnndermeer in West-Gothland; onge lukkig werd de Rijksbestuurder reeds Eigenaardig, dat de scholen in de wijken der gegoeden meer er onder te lyden hebben dan die in het Ooiteinde. AMERIKA. Tatt is lid geworden van de Opti misten-club, een organisatie onder voor zitterschap van Carnegie, welke zieh ten doel stelt, door het verbreiden der overtuiging dat in het zakenleven van de Vereenigde Staten betere dagen aanstaande zijn, het algemeen vertrou wen en daardoor den toestand te ver beteren. Het trekt de aandacht, dat president Taft beleefdheden aanneemt en op hoffelyke wijze beantwoordt, van personen die hopeloos overhoop lagen met den vorigen bewoner van het Witte Huis. De heer en mevrouw Bellamy Storer, van wie de heer Storer al tijden geleden op ietwat smadelijke wijze door president Roosevelt gedwongen werd, ontslag te nemen als gezant te Rome, hadden sindsdien het Witte Huis ge meden, ofschoon zij in Washington waren gaan wonen. Nu dezer dagen heeft Taft hen op het Witte Huis ontvangen. Ook schout-bij-nacht Schley, die na allerlei gekibbel met Roosevelt, den dienst had verlaten en die de laatste zes jaar geen voet had willen zetten in het Witte Huis, is daar nu bij Taft zijn opwachting gaan maken. In Mexico, stad, gaat het gerucht, dat een oorlog is uitgebroken tusschen Nicaragua eu San Salvador en dat de Salvadoreesche kanonneerboot Presi dente is slaags geweest met de kanon neerboot Momotombe, welke aan Nica- bij 't begin van den strijd zwaar gewond en buiten gevecht gesteldde Denen hadden dan ook den slag gewonnen. Verder vernam hij, dat de vyanden an dermaal een zegepraal hadden behaald, dat zijn neef Sture, die aau zijne woe den te Strengnas te bed lag, hoorende dat de vijand in Upland rukte, zich, zoo ziek als hij was, in eene slede naar Stockholm had laten voeren, om krachti ge maatregelen te nemen. De vermoei enis der reis had hem 't leven gekost midden op het Melarmeer, nog voor hij de hoofdstad bereikt had, was de edele man gestorven en aijne weduwe, Chris tina Gylleustjerna, verdedigde Stockholtr., dat, met Calmar, de eenige stad was, die den Denen niet in handen was ge vallen, en welke beide steden dom vrouwen verdedigd werden. Verbeeldt u een karakter al3 Gu-staaf bij 't hooren dezer tijdingen en de be wustheid daarbij, dat hij hier werkeloos zat eu de hauden slap moest laten liau- genterwijl de vijand zijn laud ver woestte en er, nu Sten Sture niet meer aan 't hoofd stond, niemand was die den Denen weerstand durfde bieden. Reeds lang dan ook had hij bij den Raad van Lubek er op aangehouden, hem naar zijn verdrukt vaderland te laten vertrekken deze oordeelde eer3t thans den tijd gekomen. Hij vertrok dus tegen het laatst van Mei 1620 met vernieuwde beloften van hulp in geld

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1909 | | pagina 1