\o. 24e Jaarg. Zaterdag 13 1909. II er Nieuws- en Advertentieblad H. Buitenland. F. DIKS ,EMA\, ^oor een wsch-Vlaanderen. FEUILLETON. D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. De crisis in het Oosten. r& 35 5 58 6 03 7 04 716 7 36 742 747 7 541 Hoewel het meerendeel der bericht je94 gevers de zaken thans hoopvol inziet, 8l5 zijn er enkelen die nog steeds pessi mistisch blijven. Zoo de Weensche correspondent der Berliner Lokal-An- zeiger. Volgens berichten uit goede 7 56 !bf,°n> 200 zeSt hij, staan de zaken thans 807 zot») dat men met negen-en-negentig 8 39[procent waarschijnlijkheid aannemen jj39 moet, dat Oostenrijk-Hongarije reeds in 915 de eerstvolgende dagen een beslissenden 9 2opiplomatieken stap zal doen, en het zal 9?6 dan in de laatste dagen van Maart of 9 34 [begin April tot het uitbreken van vijan- Idelijkheden komen. Voorzoover bekend ■lis, zal Oostenrijk-Hongarije alle korpsen 855 aan de grenzen en ook eenige in Bo •jjójhemen mobiliseeren. De meening, dat 9gojeen oorlog onvermijdelijk is, is vporal 9 27[versterkt na den terugkeer van aarts- 9 31 [hertog Frans Ferdinand. Deze zal in 9 45 geval van oorlog het bevel voeren over |de Oostenrijksche troepen. Dat de JU. oorlog onvermijdelijk is, zou men ook 510 opmaken uit het heele optreden van ■jolden chef van den generalen staf der J, von HötzendorfF, die een vtn den aartshertog-troonop- DRUKKER- AX -UITGEVER EL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. 9 031 chef gj9 infanterie, 806 intimus volger is. En vooral denkt "men, dat een oorlog moeilijk uit kan blijven, omdat men wel inziet dat het ten slotte 944 tot een conflict tusschen Rusland en 650 Oostenrijk-Hongarije moet komen over 5 04 de hegemonie op den Balkan; en men is van oordeel, dat voor die beslissing het huidige tijdstip zeer geschikt is. G. 905 114) »Ziet gij daar ginds die mannen ?c rraagde Marra, toen zij dicht bij Flens- borg waren, en zij eenige mannen met ken troep üeensche ossen gewaar Irerden. »Wij moesten ons bij hen koegen.t Waarom vraagde Gustaaf. »'t Zal linzen tocht slechts vertragen.» »Maar ons ook minder aan gevaar tan ontdekt te worden blootstellen. Daarenboven, die menschen weten den heg beter dan wij want ofschoon wij tot hiertoe niet gedwaald hebben Wie zal bepalen, wat er gebeuren kan »Gij hebt gelijk, Marra,» zeide Gus- fcaaf, en dit zeggende, begaf' hij zich net haar naar de mannen, die de ossen Breven, 't Waren Duitsche veehande laars, die in Jutland rundvee gekocht ■adden. I »Waar gaat de reis heen?» vraagde [Gustaaf. »Naar Lu bek,» antwoordde een hunner in slecht Deensch. I »Gij schijnt geen Deen te zijn,» rervolgde Gustaaf', in gebroken Duitsch. I Wij allen zijn vrije Duitsche man ken,» gaf de aangesprokene ten antwoord. Alle toebereidselen tot een snelle mo bilisatie zijn reeds getroffen. Eenige bladen melden, dat Bulgarije thans openlijk tot mobilisatie, althans een gedeelte zal overgaan. Men zal zich herinneren, dat ook vroeger geruchten over een gedeelte lijke mobilisatie in Bulgarije verbreid werden, doch dat ze vervolgens weer werden tegengesproken. Het is ook niet duidelijk, wat Bulgarije met die mobilisatie voor zou hebben. ENGELAND. Het Iersch Parlementslid MacNeill laat niet af. Telaens bestookt hij den minister van buitenlandsche zaken met de vraag of het grondwettelijk geoor loofd is, dat de koning buitenslands gaat en daar politieke zaken behandelt zonder een verantwoordelijk minister bij zich te hebben. Zoo vroeg Mac Neill Dinsdag weer, in verband met het verblijf van den koning in Frankrijk, waar hij, naar 't heet, met minister Pichon zal samenkomen. Grey antwoordde, dat de koning nu incognito reist en alle gesprekken, die hij mag voeren, dus geen officieel of politiek karakter zullen hebben. En de gesprekken dan die de koning in Rusland en Duitschlaud, buiten een minister om, had gehoudenHadden die dan geen officieel karakter? vroeg MacNeill weer. Alle buitenlandsche aangelegenheden worden door het ministerie van buiten landsche zaken behandeld, was Grey's ontwijkend antwoord. MacNeill zal op de zaak terugkomen. »En wij rekenen ons gelukkig, dat wij onder geen koning staan, die in alles den raad eener Hollandsche appelvrouw volgt.» »Gij zijt Duitsche mannen,» hernam Gustaaf. »Ik ben geen Duitscher maar evenzeer vrij man als gij. Ik ben een Zweed en wordt daarom door de Denen vervolgd, die mij mijne broodwinning ontnomen hebben.» »Schandelijk riep de Duitscher. Verfoeielijkriep een ander. Welnu ik tracht met mijne zuster uit dit onherbergzame land te komen. Gij ziet het, ik vertrouw mijn lot en mijn leven aan uwe Duitsche trouw en rechtschapenheid. Wilt ge mij redden of mij aan mijne vijanden overleveren ik heb mij in uwe macht gesteld.» »Wij willen u reddeu,» zeide de Duitscher. »Maar gij zijt niet, waarvoor gij u uitgeeft. Uwe spraak is niet die van hem, wiens kleed gij draagt Gij zijt vermomd.» Welnu ja, dat beu ik. En ik beloof u heilig, dat ik u, als wij binnen Lubek zijn, mijnen naam zal noemen. Gewich tige redenen beletten mij, dat nu te doen. Wilt gij mij op mijn woord ver trouwen Of zal ik dat woord met een eed bevestigen »Wij gelooven u op uw woord,» zei den de Duitschers. »Ouze hand er op, dat wij voor uwe veiligheid zullen wa ken. Gij zijt thans onze tweede koe- Er wordt gemeld, dat een Duitsch stoomschip, van Oost-Afrika komende, te Aden kapitein Hardy had aan wal gezet. Deze was met een expeditie tot onderzoek van de slaapziekte uit geweest en had de ziekte zelf gekregen. Aan boord was 't zoo erg met hem ge worden, dat men beter vond'hem aan -land te brengen. Nu is hij gestorven- BELGIË. De minister van oorlog, generaal Hellebaut, heeft Dinsdag in de verga dering van de Kamer zijn leedwezen betuigd over het ongeluk, dat verleden Zondag is voorgekomen bij het Palais du cinquantenaire, tijdens een militaire vertooging binnen het gebouw. Men zal zich herinneren, dat er buiten het gebouw een kanon is afgeschoten en dat een wandelaar door het schot doodelijk is getroffen. De getroffene bleek een Fransch reserveofficier te zijn, die met zijn familie in Brussel aan het wandelen was. Minister Hellebaut kon zich over de verantwoordelijkheidskwestie niet uit laten. Een nauwgezet onderzoek wordt ingesteld. Hij meende in den geest der Kamer gehandeld te hebben door alvast aan de weduwe van den ge troffene een jaargeld toe te kennen. De Kamer gaf teekenen van in stemming. ZWITSERLAND. Te Neufchatel hebben belangheb benden bij de Zwitsersche uurwerk nijverheid kort geleden een vergadering gehouden, waarin, in verband met den herder. Ludwig geef hem een stok van den wagen.» Ludwig, de koeherder, nam een stok vau den wagen, en zoo trok de man, wien eene kroon voorspeld was, met de veehandelaars mede. 't Was een moeie- lijke en gevaarvolle tocht. Een paar malen waren hem de Denen op het spoor en moest hij zich op den boeren wagen onder het stroo verbergen. Ik behoef u dan ook niet te zeggen, hoe vurig hij God den Heer dankte, toen hij in den morgen van den laatsten September de poort van Lubek met hare beide spitse torens en zware muren voor zich zag. Zoodra Gustaaf binnen de vrije hanze- stad was, herinnerden hem zijne Duit sche redders aan zijne belofte.. Hij ver zoent hun echter geduld te oefenen, tot hij zich in eene herberg van de hem ver mommende verw had ontdaan en zich aan den Raad der stad had bekend ge maakt. Daarop bepaalde hij hun °de plaats, waar zij hem den volgenden mor gen zouden vinden. De trouwe Marra bleef achter in de herberg, waarin Gustaaf voorloopig zijn intrek wilde nementerwijl hij zich naar het raadhuis begaf, dat oude, eer waardige gebouw met zijne zeven spits- toeloopende torens en zijn' prachtigen hoofdingaug, met keurig beeldhouwwerk versierd. Zijne vraag om bij den Raad der stad achteruitgang van die nijverheid, uit voerig is gesproken over de toelating van buitenlandsche leerlingen op de Zwitsersche vakscholen, met name de uurwerkmakersscholen. Het departement van handel en nij verheid heeft nu den raad gegeven, vertegenwoordigers van alle Zwitser sche uurwerkmakersscholen uit te noo- digen tot een conferentie, om te be spreken, welke maatregelen er zijn te treffen ten opzichte van de toelating van leerlingen uit het buitenland. Den heer Q,uartier-la-Tente, lid der kantonnale regeering van Neufchatel, is opgedragen, in de kringen van be langhebbenden een onderzoek in te stellen en daarna de bedoelde confe rentie te beleggen. OOSTENRIJK-HONGARIJE. In de dalen van de Dolomieten aan de Tirolsch-Italiaansche grens ligt de sneeuw op v.ele plaatsen twee meters hoog. In Noord-Tirol heerscht sinds een paar dagen dooi, waardoor het ge vaat- voor lawines vergroot wordt. CHINA. De correspondent te Parijs van de Londensche Globe bericht, dat de Chineesche regeering binnenkort groote bestellingen voor kanonnen, geweren en wapentuig zal plaatsen in Frankrijk. De leden van de Chineesche bijzon dere missie, die op het oogenblik in Frankrijk vertoeft, hebben met dat doel bezoeken gebracht aan de voornaamste Fransche fabrieken van wapentuig. te worden toegelaten, wilden beu, de deurwachters weigeren toen hij er echter op aandrong, met die waardigheid, welke den man deed herkennen, gewoon aan gebieden, werd hij in de Raadszaal gelaten. »Wie zijt gjj, en wat is uw verlan gen vraagde hem de burgemeester Nicolaas Broms, op een toon, waaraan men het opperhoofd der vrije stad, de machtigste der hanzesteden herkende, en die op zich zelf een koning in zijn gebied was. Gustaaf was er de man niet naar, om zich door den hoogen tooD des burgervaders uit het veld te laten slaan. »Ik ben Gustaaf Erikson Wasa,« be gon hij, met welluidende stem, en die den Raad van de waarheid zijner woor den scheen te overtuigen. »Ik bea Gustaaf Eriksqn Wasa, de neef van deu Zweedschen rijksbestuurder Sten Sture II. Mijn naam is in Denemarken gè~- noegzaam bekend, als dien van den ge zworen vijand des Deenschen vrouwen- slaafs. Ik ben door Christiaan II ver raderlijk gevangen genomen, voor eenige dagen in deze vermomming uit het slot mijns bloedverwants, Erik Baner, ont vlucht en kom uwe medewerking vra gen ter volvoering mijner oogmerken.» »Weik bewijs kunt gij ons leveren, jongman,» vraagde Nicolaas Broms, »dat gij de persoon van Gustaaf Erikson zijt?» »Kan een gevangene die vermomd

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1909 | | pagina 1