ïo. 92.
Woensdag 21 Februari 1909.
24e Jaarg
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeu wsch-VI aan der en.
F. Dl EL EM A
Buitenland.
FEUILLETON.
ai
DU blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor Bblgië 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeö regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De crisis in liet Oosten.
Er heerscht in vele kringen in de
inau-monarchie ongerustheid over de
innen der regeering. Men maakt
h vooral ongerust over de jongste
■klaring van den Hongaarschen mi
ter-president, bij de indiening van
wet op het rekrutencontingent in
Huis van Afgevaardigden, dat de
itenlandsche toestand onzeker was.
n verschillende zijden wordt echter
opmerking gemaakt, dat men die
orden niet al te zwaar moet opvatten,
ar ze meer bedoeld waren als een
jument om een vlotte behandeling
n het ontwerp te bewerken dan wel
een bedekte toespeling op plannen
een expeditie. Er wordt verder de
druk op gelegd, dat het aantal re
nten, dat wordt gevraagd, thans niet
hoeft te worden opgeroepen. Men
eft zich ook ongerust gemaakt naar
lileiding van de geruchten over een
handen zijnde mobilisatie van het
rende legerkorps en plannen tot
Benroeping der delegaties in buiten-
wone zitting tot het goedkeuren van
oote aanvullingskredieten voor mili-
ire doeleinden. In verband met deze
Fuchten zijn er Vrijdag twee half-
nbtelijke communiqué's verschenen
geruststelling van het publiek. In
t eene wordt verzekerd, dat er geen
rake is van een ophanden zijnde
ftvalsdaad van de Donau-monarchie
jen Servië. In het andeie wordt
zegd, dat het zevende korps alleen
Zeg mij eerst, Marra,* vervolgde
istaaf, hoe gij hier zijt gekomen. Maar
k zitten, dan kunnen wij vertrouwelij-
kr spreken.*
»Dat wij, niet lang nadat het gebeurd
as, het schandelijk verraad van den
senschen koning vernamen, zal u wel
et verwonderen, als ik u zeg, dat de
ding daarvan spoedig in 't gansche
ad bekend was. Terstond vatte ik 't
i op om naar Denemarken, te gaan
u, indien 'tmogelijk was, te verlos-
Tevergeefs trachtte mijne groot-
oeder mij van dat plan af te houden
zij zag, dat er toch niets aan te
was, en dat mijn besluit vast
and, gaf zij mij deze kleeding en pen'
lidel met geld en liet mij trekken.
zal u niet verhalen, hoe ik hier in
|tland aankwam.
En waarom begaaft gij u naar Jui-
d en niet naar Seeland daar gij
:h moest denkeu, dat men mij te Ko-
phagen gevangen hield en met koLdt
ümoeden, dat ik op 'tslot van mijnen
set' werd bewaakt.*
Ik was 'te weten gekomen, dat in 't
oorden van Jutland een bloedverwant
met 't oog op legeroefeningen versterkt
wordt.
De Temps houdt een warm pleidooi
voor een vriendschappelijke tusschen-
komst te Belgrado en te Weenen.
Frankrijk, Engeland en Duitsehland
moesten dien stap doen. Thans is daar
het oogenblik gunstig voor. De Ma-
rokko-overeenkomst tusschen Duitsch-
1 nd en Frankrijk eenerzijds en het
bezoek van koning Eduard te Berlijn
anderzijds hebben een gunstige atmos
feer geschapen. Pichon, Grey en Bülow
fyebbea thans de gelegenheid om een
mooi succes te behalen door. de Do
nau-monarchie en Servië tot elkaar te
brengen.
FRANKRIJK.
Mevrouw Steinheil heeft Vrijdag zes
uren het verhoor ondergaan van rechte!
André. Zij moet zich ui t groote energie
tegen den rechter verdedigd hebben.
Het onderhoud liep o..a. over de vraag,
ot er bij de Steinheil's geld gestolen is
in den nacht van 30 op 31 Mei.
Mevrouw riteinheil zegt, dat er 30 Mei
7500 frank was en dat de dieven en
moordenaars die hebben meegenomen
rechter André rekent haar voor dat er
geen geld in huis is geweest en ook
geen geld gestolen is. Dat geld, zegt
mevrouw Steinheil, whs voor een deel
gemaakt door den verkoop van schil
derijen, voor een deel had mevrouw
Japy het geschonken. De rechter
bracht daar tegen in, dat, zoo die som er
al een oogenblik geweest was, zij toch
dubbel en dwars noodig is geweest voor
het afdoen van dringende schulden. Me-
van u woonde, Baner genaamd zelfs
wist ik, dat hij het kasteel Kallo in
eigendom bezat. Ik besloot dus, mij het
eerst naar hem te begeven en zijne hulp
en medewerking in te roepen tot uwe
bevrijding.*
»En hebt gij dat gedaan viel Gus-
taaf haar in de rede. >Dan....«
»Luister slechts,* hernam Marra. »Ik
kwam na lang zwerven in den omtrek
van 't kasteel en sprak een landman
aan, om eenige berichten in te winneu
aaugaande den bewoner van 't kasteel,
ten einde zoo doende te weten te komen,
in hoeverre ik kans had om te slagen.
De man stond mij vriendelijk te woord
en verhaalde mij, dat er sede'it eenige
maanden een vreemde gast op't kasteel
zich bevond, een Zweedsch edelman, die
te Kopenhagen gevangen had gezeten en-
dien Baner moest bewaken, daar hij er
den Koning eene groote somme gelds
voor verpand en zelfs zijn woord als
edelman gegeven had, dat hij op herd
zou passen. Den naam van dien edel
man wist hij niet. Ik bracht uwe bloed
verwantschap tot den heer van dit slot
overeen met -het verblijf van lien onbe-
Keo'ieo e lelinan, eu 't vam' mij meer
l.Vi waars lijolyk voo\ i it de gevangene
op 'tslot Kallo niem i i.l i i Iers was
dan de man dien ik zoo it, tan Gustaaf
Erikson.*
»Eu wat dëedt gij nu
Ik nam ,eeu kort besluit. Ik verhuurde
vrouw Steinheil ontkende de juistheid
van de opgaven des rechters en beriep
zich bovendien op het paarlensnoer
dat in de bank van leening was ge
bracht. Maar rechter André maakte
haar opmerkzaam op den datum dat
dit snoer was beleend. Die valt in
1902 of 1903. Onmogelijk dat het geld,
zooveel jaren geleden van de bank van
leening ontvangen, nog aanwezig zou
zijn in 1908.
Over een heerenhandschoen, gevon
den 31 Mei bij het lijk van Steinheil,
hebben André en mevrouw Steinheil
ook vau gedachten gewisseld. Vroeger
beeft mevrouw Steinheil gezegd, dat zij
bij sommige huiselijke bezigheden wel
eens oude handschoenen aan had, maar
deze handschoen is geen oude werk
handschoen van haar geweest.
De instructie heeft uitgevonden, dat
de handschoen afkomstig is van een
der beschermheeren van mevrouw
Steinheil. Mevrouw Steinheil weet er
verder niet van. De handschoen is
zeker door de inbrekers achtergelaten,
veronderstelt zij.
Mevrouw Steinheil moet er vermoeid
uitgezien hebben.
ENGELAND.
Het vlot nog maar niet met het vlieg
toestel van het Engelsche leger. Don
derdag is het te Aldershot opnieuw
gewogen en te zwaar bevonden. Eerst
liet Cody, de luchtschipper, zijn toestel
over den grond loopen, waarbij de
wielen dieper en dieper in den drassigen
grond drongen, tot het zich vastwerkte.
Toen een troep soldaten het uit de
mij als keukenjongen op het slot, het
welk mij terstond gelukte, daar ik den
hofmeester scheen te bevallen.*
*Eu hoe lang zijt gij reeds hier
»Eerst sedert eene maand. Spoe
dig wist ik, dat gij het waart dien de
heer Baner uit den Kopenhakgschen ker
ker had doen ontslaan, eu, al had ik
dat ook niet uit hunnen mond verno-
meu menigmaal heb ik u gezieq, zon-
dei dat gij mij bamerktet. Ik heb uwe
droefgeestigheid gadegeslagen, ik zag het,
dat gij kwijndet als de vogel in zijne
kooi, als de arend die, in ketenen ge
slagen, naar zijn dierbaar vaderland en
de vrije lucht op de bergen verlangt..
En 't heeft mij moeite gekost, mij zelf
niét te verraden. Toch is 't mij gelukt.
Dau Deenen- héb ik vertrouwen inge
boezemd door op uw volk te smalen
ik moest dat doen, indien ik u wilde
redden
»Maar hoe wilt gij dat doen, Marra?
Ik ben hier een gevangene op vertrou
wen. Dat vertrjuwen kan ik niet
schenden.*
»Gij'een gevangene, heer! Ik meen-
:de, dat eeu gijzelaar slechts dan ge-
vangen man was, als het verdrag dat
men had aangegaan door de zijnen
was geschonden. Gij hebt toch uw
woord van eer niet gegeven om hier
te blijven
*Gij hiebt gelijk, Marra. Geen eerlijk
-mau kan mij met eenigeu grond bewij-
modder had getrokken, besloot Cody
>het in de hoogte te beproeven. Het
voorscherm werd opgebogen, en het
toestel verliet inderdaad den vasten
wal. Over een afstand van een honderd
meter spoedde het zich even boven de
aarde voort, toen dook het, als des
Schoolmeester's bezopen snip, omlaag
en stond weer op zijn wielen, maar op
een verbogen wiel en een ander met
een gebarsten luchtband. Daarmede
liep de proef af. Het bericht over het
Engelsche leger-vliegtuig, dat weldra
alle andere zou overtreffen, is blijk
baar van een fiauwen grappenmaker
afkomstig.
BELGIË.
Het plan vras, dat er in Februari een
vergadering zou plaats hebben in den
Haag van de Nederlandsch-Belgische
toenaderingscommissie. Die vergade-
ring is uitgesteld tot eind Maart of begin
April.
AMERIKA.
De Engelsche bladen publiceeren een
bericht uit New York, naar luid waar
van alle voorbereidende maatregelen
voor een luchtvaartdienst tusschen New
York en Boston zijn getroffen. De
dienst zal 1 Mei a.s. worden geopend.
Reeds zijn de terreinen voor de eind
stations in beide steden aangekocht.
Langs de 200 Eng. mijl lange route
Boston-New York worden stopplaatsen
aangelegd. Men rekent er op, in nor
male omstandigheden den afstand in
zes uur te kunnen afleggen.
Morse, de veroordeelde New Yorksche
bankier, wien zonderlingerwijs was toe
zen, dat ik een gevangene ben, maar
een gijzelaar, met de andere goede
heeren, mijne medebroeders gekomen
tot den koning van Denemarken, volgens
zijnen wensch, naar zijnen eed en zijne
belofte, brief en zegel, dat wij zonder
gevaar en hindernis terug zouden komen
bij onzen heer, den rijksbestuurder Sten
Sture. Laat er niemand opkomen, die
mij rechterlijk en in waarheid kan be
wijzen bij welk gevecht men mij ge
vangen nam, en wie het waren die ons
aanvielen. Daarom betaamt het Diet
ons gevangenen te noemen, maar over
vallenen, verrasten, bedrogenen. Want
met welk recht kan hij een gevangen
man zijn, die nooit een kerker verdiend
heeft, dien noch verplichting, noch wet,
noch recht in de gevangenis heeft ge
bracht. Ook heb ik hem volstrekt mijn
woord niet verpand.*
»Goddank,« zeide Marra. »Dan wil ik
u redden.*
»Maar hoe Hoe wilt gij mij, 's konings
gevangene, al is het dan ook tegen recht
en wet, uit het midden van Denemarken
voeren
»Laat dat aan mij over, Gustaaf. Ik
weet, tot welke hooge bestemming de
Groote Geest daarboven u heeft uitver
koren....*
»Gij gelooft nog aan eene voorspelling,
die.
»Die zal vervuld worden, heer f* zeide
Marra. »En 't vertrouwen op die ver-