Binnenland.
Rechtszaken.
nemens te zijn, om de lieden, die het
verhaal van een Amerikaansch Panama-
schandaal in de wereld hadden gebracht,
voor laster te laten vervolgen. In elk
geval zouden alle feiten bekend gemaakt
worden.
Taft zal de omgeving van het Pana
makanaal bezoeken, in Januari a. s.,
voor zyn inhuldiging als president. De
bladen meenen, dat deze beslissing het
gevolg is van ongerustheid wekkende
geruchten, betreffende de werkzaam
heden aan het kanaal. Taft wil na
zijn terugkeer een gedetailleerd rapport
uitbrengen over den stand der werk
zaamheden.
Nederland en Venezuela.
Volgens een Reuter-bericht uit New-
York van 11 Dec. zijn de Nederlandsche
oorlogsschepen Jacob van Heemskei ck en
Gelderland des morgens uit Willemstad
naar de Venezolaansche wateren ver
trokken, geheel gereed voor onmiddel
lijk optreden. Men meent dat de
schepen een betooging zullen houden
ter hoogte van La Guyara, dat het doel
is handelsschepen, voor de Venezo
laansche havens bestemd, aan te houden
en het scheepvaartverkeer met Vene
zuela te beletten.
Heden meldt de Avp.
De actie tegen Venezuela is begonnen.
De Gelderland heett Zaterdag het Vene
zolaansche kust wacht vaartuig Alix nabij
Puerto Cabello, bemachtigd. Op de
Alix werd de Hollandsche vlag gehe-
schen, de bemanning werd naar wal
gezonden. Een der Nederlandsche
marine officieren bleef aan boord van
de Alix, die naar Willemstad gesleept
werd, waar het vaartuig gistermorgen
aankwam. Ofschoon van de forten te
Puerto Cabello gemakkelijk te zien was,
dat de Gelderland, zich van de Alix
meester maakte, werd er £een vuur
gegeven.
Groot erithusiasme heerschte er door
het bericht, dat de stoomboot van
Maracaibo bracht, dat er n.l. te Mara-
caibo hardnekkige geruchten gaan, dat
er in het binnenland van Venezuela
een revolutie zou uitgebroken zijn.
De gouverneur van Curayao maakt
bekend, dat de inbeslagneming van de
Alix niet beschouwd moet worden als
een vijandelijke daad tegenover Vene
zuela. Ze is alleen een represaille
maatregel tegen Castro's Regeering.
Dergelijke inbeslagnemingen zullen be-
lelten dat Venezuela troepen en ammu
nitie brengen kan in de verschillende
havens.
Door tusschenkomst van den Duit-
schen gezant zal de Nederlandsche
Regeering aan die van Venezuela me-
dedeeling doen.
bleef in de geboorte steken, alzoo de
aangevoerde stormbrug, met verscheidene
harer geleiders, door 't kanon der onzen
verbrijzeld. Even luttel gevolgs had de
poging bij de Zoutkeet, om de stad te
scheep in te nemen want de eerste de
beste schuit werd met aanvoerder en al
in den grond geboord, en de overigen,
duchtig door de Hollandsche musketten
begroet, keerden naar 't Runhuis, van
waar zij afgevaren waren terug, en
zochten vergeefs met een luidruchtig,
uitdagend 3chalmeigeklank de geledene
nederlaag te verbloemen. Tot die neer
laag had trouwens niet weinig b: gedra
gen, dat de visschers van Schermerhorn
en 't overige toenmalige Schermer-eiland,
vari 't gevaar der stad verwittigd, zich
met hunne booten tot voor de Ton ge
waagd, en daar onder een vervaarlijk
geschreeuw van val aan en sla dood
den Spanjaards den angst op 't lijf ge
jaagd hadden, of hen soms een Geuzen-
vloot van achteren bestoken kwam, en
tusschen twee vuren brengen mocht.
Wordt vervolgd.
AXEL, 15 December 1908
Zaterdagavond werd op de flinke
ruime bovenzaal van den heer W. P,
Dieleman Wz., in café 's Land» Welvaren
alhier door de Nederlandsche Toonee
listen onder bestuur van de firma Joh
Bakker een tooneelvoorstelling gegeven
welke door een talrijk publiek werd bij
gewoond. Opgevoerd werd eerst „De
kleine Lord", een allerliefst tooneelspel
in drie bedrijven, dat zoowel om zijn
inhoud, als om de flinke wijze, waarop
de artisten zich van hunne taak kwe
ten, algemeen werd toegejuicht.
Het blijspel „wie brengt de pan weg
bracht de 1 chspieren niet weinig in
beweging en als bewijs, dat de Toonee
listen tevreden waren over de opkomst
van het publiek, werd nog een klucht
als toegift gegeven.
Wanneer de uitvoering op een ande:
ren avond in de week had plaats ge
had, zou het bezoek ongetwijfeld veel
grooter zijn geweest, daar de Zaterdag
avond voor vele menschen bezwaar
oplevert.
De collecte voor de Oude- en
Nieuwjaarsbedeeling heeft alhier opge
bracht de som van ruim J' 400.
Vrijdag had te Zaamslag de stem
ming plaats voor een lid van den ge
meenteraad vacature Van de Ree.
Gekozen werd de heer W. Scheele
met 247 stemmen.
Op den heer J. Dees Az. waren 222
stemmen uitgebracht.
Vrijdag had te Ter Neuzen de
herstemming plaats voor een lid van
de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken. Ingeleverd werden 133 biljetten.
Van onwaarde waren 5 biljetten.
Gekozen werd de heer L. J. van der
Lubbe met 69 stemmen.
Oij den heer H. W. R. Kramer waren
59 stemmen uitgebracht.
Vrijdagavond trapte de metselaar
De Smidt te Ter Neuzen, bij ongeluk
door een vloer, waaruit een plank was
gelicht. Daar die vloer juist boven
den kelder is gelegen, viel de man er
door en bleef in het gat tusschen de
planken hangen, zoodat hij een rib brak
en zich tamelijk erg bezeerde.
De vorige week maakten drie
personen de omgeving van Ter Neuzen
onveilig door gewapend met knuppels
uit bedelen te gaan en waar men niet
gaf dreigementen te uiten.
Gelukkig zijn de heeren gesnapt en
reeds naar Middelburg overgebracht.
Een ongelukkige ontmoeting had
dezer dagen de heer L. van Dixhooorn
Frz., vroeger te Ter Neuzen woonachtig,
thans student aan de veeartsenijschool
te Utrecht, toen hij zich aldaar met
een vriend naar het clublokaal begaf.
Onderweg kwamen zij een troep
dropken en half dronken lui tegen, die
het er op aan legden hen te molestee-
ren. Eerst werden zij tegen het lijf
geloopen en toen zij zich wilden ver
wijderen, begonnen de kerels op te
dringen en te stooten. Zij drongen
den heer v. D. in de portiek van een
winkel, waarop een hunner eensklaps
een flesch op zijn hoofd stuk sloeg,
hem daarop roet een gedeelte van de
flesch in het gezicht slaande. Toen er
bloed stroomde poetsten de vechters
bazen de plaat.
De heer v. D. moest per rytuig naar
het ziekenhuis gebracht worden om te
worden verbonden.
De gevolgen zijn voor den heer v. D.
zeer treurig. Niet alleen dat hij vele
bloedende wonden heeft opgeloopen,
maar het linkeroog was zoodanig ge
wond, dat dit Donderdag is moeten
verwijderd worden. Het andere oog
is gelukkig behouden.
Van- het geval is aangifte gedaan bij
de politie.
Tot onderwijzer met verplichte
hoofdakte te Graauw is benoemd de
heer J. H. Colbers te Horn, zijnde de
eenige sollicitant.
Door Ds. H. Hangelbroek te Borger
is voor het beroep naar de Geref. kerk
te Hoek bedankt.
Te Utrecht is Donderdagmiddag
eene algemeene vergadering gehouden
van den „Algemeenen Nederlandschen
Zuivelbond" onder presidium van den
heer K. J. A. G. baron Collot d'Escury
te Hontenisse.
Besloten werd o. a. bij de in 1909 af
te nemen examens geen practisch
examen af te nemen op de in 1908
gevolgde wijze en in dat jaar niet twee
maar een examencommissie te be
noemen.
In de memorie van antwoord op
de waterstaatsbegrooting deelt de Minis
ter mede, dat maatregelen zijn genomen
om de slechte aansluiting van trein 1
van Gent op trein 3 naar Mechelen te
Sluiskil (lijnen Ter Neuzen -Mechelen
en Ter NeuzenGent) te voorkomen.
Over de maand Juli is door de
spoorwegonderneming Mechelen— Terneu-
sen totaal ontvangen f92.513.21 tegen
f90.329.28 over die maand in 1907.
Van af 1 Januari tot en met ultimo
Juli 1908 beliepen de ontvangsten
f607.304.43 tegen f576.601.93 over dat
tijdvak in 1907. St. Ct.
Bij Kon. besluit is, als blijk van
goedkeuring en tevredenheid, de gouden
eerepenning voor menschlievend hulp
betoon en een loffelijk getuigschrift
toegekend aan A. de Munck, besteller
bij den Provincialen Stoombootdienst
te Breskens, wegens de door hem met
levensgevaar verrichte redding van een
drenkeling uit' de Wester-Schelde, op
1 Sept. 1.1.
Tegen 1 Januari 1909 is tot tijdelijk
hoofdkommies bij 's Rijks belastingen
te Oostburg benoemd de kommies le
klasse P. Lauret te Hontenisse.
Arrond. Rechtbank te Middelburg.
Voor deze rechtbank stond Vrijdag
terecht J. J. van R., 34 jaar, jachtop
ziener en onbezoldigd rijksveldwachter
te Axel, beschuldigd van mishande
ling.
Van R. werd ten laste gelegd dat hij
op 14 Aug. 1.1. te Axel, met het oogmerk
om Abraham van Cadsand te mishan
delen, dien man met een stok tegen
het hoofd heeft geslagen, waardoor deze
bloedend verwond is geworden.
In deze zaak waren 10 getuigen
gedagvaard en verschenen.
Als eersten getuige kwam voor de
mishandelde A. van Cadsand.
Hij was beklaagde op den Armendijk
tegengekomen en tusschen hem en
beklaagde ontstond een gesprek over
het pellen van boomen, waarvan ge
tuige verdacht werd. Van Cadsand
ontkende tegenover beklaagde het feit,
waarop deze hem toevoegdedan zal
ik je wel eens tracteeren. Hij gaf
getuige daarop met een stok twee slagen
tegen het hoofd, waardoor hij bloedend
aan 't oog verwond TVêrd.
Getuige zeide verder nog dat hij op
bevel van beklaagde een schoen had
uitgetrokkenhij ontkende echter met
dien schoen gegooid te hebben.
Beklaagde ontkende geslagen te heb
ben. In tegenstelling met getuige, zeide
hij dat wel met den schoen gegooid
was geworden.
Beklaagde had getuige den schoen
doen uittrekken, om maat te kunnen
nemen van zijn voet, in verband met
een diefstal van een bascule, waarvan
getuige verdacht werd.
Achtereenvolgens kwamen nu drie
broeders van den mishandelde, die bij
het gebeurde op -den dijk tegenwoordig
waren geweest, hunne verklaringen
afleggen.
Allen beweerden gezien te hebben
dat beklaagde Abr. van Cadsand met
een stok tweemaal geslagen had.
Door den eersten slag viel Van C.
van den dijk. Toen hij weer wilde
opstaan, kreeg hij een tweeden slag.
Adr. van Cadsand was op den dijk'
toen het gebeurde voor viel, terwijl
L. van Cadsand op een korten afstand
ongeveer 50 M., in het land stond.
Beklaagde weersprak deze laatste
verklaring. Volgens hem stond L. van
Cadsand op minstens 200 M. afstand.
Hij kon, naar uit zijn verklaringen^
voor den rechter-commissaris afgelegd'
gebleken is, niet zien, hoe beklaagde
en zijn metgezel, een brigadier, van
de rijksveldwacht, gekleed waren.
De mogelijkheid is dus niet uitge
sloten, dat getuige het gebeurde niet
goed gezien heeft.
Een der rechters ahctte getuige in
verbdnd met zijn voor den rechter-
commisöaris afgelegde verklaringen, niet
geheel betouwbaar.
Broer nummer drie, M. van Cadsand
zeide dat hij, toen het gebeurde voor
viel, samen met zijn broer L., in een
sloot gezeten had. Hij had zoo'n soort
voorgevoel dat er iets tusschen bekl.
en Abraham zou gebeurenvandaar
dat hij in de sloot gekropen was.
De brigadier C. J. Malipaard, die bij
beklaagde op den dijk was, zeide dat
hij zich met dezen in de tarwe ver
scholen had, toen Abr. van Cadsand
den Armendijk opkwam. Getuige en
beklaagde liepen Van Cadsand tegemoet.
De brigadier verzocht hem een schoen
uit te trekken, om een afdruk van zijn
voet te nemen, waaraan Van Cadsand
onder veel lawaai voldeed.
De gipsafdruk kwam overeen met
den voet van Van Cadsand.
Tijdens dit onderzoek wierp Van
Cadsand den schoen tegen den grond,
De brigadier was na het onderzoek
een eindje doorgeloopen om zijn aan-
teekeningen te maken. Hij stond op
dit oogenblik met den rug naar bekl,
en Abr. van Cadsand. Toen hij zich
omkeerde, zag hij Van Cadsand aan
den kant zittennaar hy meende was
deze bezig zijn schoen aan te trekken.
Getuige had niet gehoord dat Van
Cadsand een gil gegeven hadvan
slaan met een stok had hy evenmin
iets gezien.
De president wees getuige er op dat
drie getuigen, van wie twee op minstens
50 M. afstand stonden, een gil gehoord
hadden, en sprak daarom er zijn be
vreemding over uit dat getuige niets
;ehoord heeft.
De getuige bleef echter beslist bij
zijne verklaring.
Op een desbetreffende vraag van den
president of Van Cadsand, op den dijk,
na het slaan, tegen getuige gezegd heeft;
„Brigadier, dat hebt je gezien", waarop
hij antwoordde„Ben je bedonderd,
had hij je maar doodgeslagen", ant
woordde getuige dat dit beslist on
waar was.
Eerst den volgenden morgen had Van
Cadsand hem over de zaak gespro
ken.
Getuige was dien avond gekleed in
een oliejas, en gewapend met een stok
hij droeg geen uniform en geen sabel.
Een der heeren rechters wees getuige
nog eens nadrukkelijk op het gewicht
van den eed. Getuige bleef echter bij
zijn verklaringen.
Beklaagde werd er opgewezen, dat,
naar hij verklaard heeft, Van Cadsand
den schoen tegen een boom wierp,
welke daarna terugkaatste en tegen
het gelaat van Van Cadsand aan
kwam, waardoor hij verwond moet ge
worden zijn.
Dezelfde rechter noemde dit een
leugen.
De echtgenoote van den brigadier,
die ook als getuige optrad, zeide dat
Van Cadsand 15 Augs. 's morgens aan
haar huis gekomen was en tot haar
man gezegd had„Malipaard, je hebt
het gisterenavond gezien", waarop haar
man antwoordde het niet gezien te
hebben.
T. van Hoeve, de zevende getuige,
zeide dat de afstand, tusschen den dijk
en meergenoemde sloot waarschijnlijk