Jaarg
Alkmaar beoint de
io.
Zaterdag 12 December 1908.
lULIULllI
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-VTaanderen.
F. IHKLKMAX,
bouwen van woningen
Buitenland.
FEUILLETON.
B
COIIIUNT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
A X E L
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Burgemeester en Wethouders van
IEL maken bekend, dat door den
iemeenteraad in zijne zitting van heden,
ibesloten, aan hun College bevoegdheid
jverleenen om toestemming te geven
it het
j het zoogenaamde „Plaatje", aan hen
ie vóór I December 1908, aldaar
rond hebben aangekocht.
Axel, den 1 December 1908.
Burgemeester en Wethouders van Axel,,
L. LAMAITRE, L.B.
De Secretaris,
J. A. VAN VESSEM.
De crisis in het Oosten.
De nieuwe Turksche minister van
innen landsche zaken, Hilmi pasja,
leeit zich in een onderhoud met een
lersman uitgelaten over het boycot,
[jj zeide, dat men van de Turksche
legeering niet kon vergen, dat zij aan
lie beweging een einde zou maken.
5e Oostenrijksch-Hongaarsche vertegen
loordiger te Saloniki had hem zijn be
waren kenbaar gemaakt over het
loycot. Hij had hem geantwoord, dat
nen, als de Turksche havenwerkers
reigerden Oostenrijksche waren te
lossen, dan maar Duitsch, Italiaansch
ander werkvolk in dienst moest
13)
XIII.
Mijn lieve meester en Vrouwe. Duid
liet mii niet euvel, dat ik u. verlate
«roder oorlof. Had ik 't u niet gevraagd,
ij zoudt het uit liefde voor mij afgesla-
eu hebben, en ik moest toch gaan.
Coenraet Palingman is mijn bruidegom
roor God, en ik heb reeds te lang ver-
wiind liet en leed met hem te deelen
Su kan ik 't niet langer harden. God,
ik, zal mij bijstaan dat ik ongedeerd
linnen Alkmaar rake, en u zegenen voor
het goeds, wat ge aan my, hulpelooze
vees, gedaan hebt.c
Dus schreef Judith ter Meulen bij het
iwakke schijnsel eener nachtlamp aan
den pensionaris van Zandelijn en diens
ichtgenoote, leide het schrift op tafel,
op hare teenen het huis uit, en had
i bij 't krieken van den dag het
'eilige Amsterdam achter zich.
Om alle opmerkzaamheid te voorkomen
lad zij zich in haar slechtste kleed ge
'loken, en droeg ook niet het kleinste
tisbuudeltje bij zich. Tot Haarlem toe
efde zij intusscheu niet zoo groote
'feeze te koestereu want met de over-
gate dier stad was het oorlogstoon eel
nemen. De Turksche reg'eeriug zou in j
dit geval wel maatregelen nemen om j
dat werkvolk, zoo noodig, door politie j
of zelfs door militairen te laten be- j
schermen. Hilmi pasja verklaarde, dat
hij te Koustantinopel evenzoo zou op
treden. Men zou echter de havenwer
kers niet kunnen dwingen te werken,
evenmin als men het publiek kon
dwingen zijn inkoopen in dezen of
genen winkel te doen. Dat ging buiten
de bevoegdheid der regeering.
Hilmi pasja zeide nog overtuigd te
zijn, dat ten slotte alles zonder ver
wikkelingen zou in orde komen.
De Daily Chronicle verneemt uit
Konstantinopel, dat een ernstig voorval
de spanning tusschen Turkije en Oosten
rijk heeft verergerd. Het comité voor
het boycot tegen Oostenrijk heeft nl.
sloepen, waarin bagage van Oostenrij
kers werd overgebracht, laten zinken.
Men kan dientengevolge het vertrek
van den Oostenrykschen gezant iedereu
dag verwachten. Het roekelooze optre
den van de Jong-Turken zoo heet
het verder maakt de positie van
Kiamil pasja onmogelijk. Deze wil
dadelijk nadat Maandag de volksver
tegenwoordiging is geopend als groot
vizier aftreden-
DUITSCILLAXD.
De wijngaardeniers langs den Rijn
zullen het gewas van dit jaar den bij
naam Zeppelin geven, ter herinnering
aan de gedenkwaardige gebeurtenissen
die dit jaar in de lucht zijn voorgevallen,
en omdat het gewas 1908 hoog boven
andere staat. Dit geven van bijnamen
naar elders verplaatst, en hadden mits
dien Geuzen en Spanjaarden andere
loopplaatsen voor hunne strooptochten.
Toch overviel Judith, toen ze overi
Spaansche bezettelingen zag, eene haar
anders niet eigene beklemdheid, en was
zij blijde, dat zij aan 't huis eener nicht,
die met Cornelia Schrevel gehuwd was,
gelegenheid zou kunnen vinden om haar
verder reisplan te overleggen.
Toen zij intusschen deze hare bloed
verwante naar den welstand haars echt-
genoots vroeg, was het eerste antwoord,
dat zy ontving, een vloed van tranen.
Daarna verhaalde de bedroefde vrouw,
hoe het lot, om voor Alkmaar als schans
graver te dienen, ook op haar man was
gevallen; hoe hij evenwel onder weg uit
liefde voor zijn gezin den ruiter, die
hem geleidde, had omgekocht om hem
weer vrij te laten hoe hij toen, steels
wijze binnen Haarlem teruggekeerd, bij
kans dadelijk verklikt was geworden, en
in hechtenis gezet, het gebeurde had
moeten meldenen hoe eindelijk ten
gevolge hiervan de omgekochte zijne
inschikkelijkheid met de galg had moeten
boeten, en hij zelf opnieuw naar Alkmaar
was gezonden terwijl zij thans om de
vele gevaren, die hij daar liep, duizend
angsten uitstond. Een diergelijke toe
stand was te beklagenswaardig, dan dat
Judith er niet met hartelijk medelijden
in gedeeld zou hebben maar, daar wij
menschen niet licht onszelveu voorbijzien,
is niets ongewoons. De zure wijn, die
in 1529 gegroeid was, werd „Weder-
dooper" genoemd, het voortreffelijke
gewas van 1834 „Forscherwein", ter
herinnering van een groot internationaal
congres van natuuronderzoekers, dat
te Stuttgart vergaderd had, den wijn
van 1863, die veel beloofde en weinig
gaf, noemde men spottend: „Lihoeng-
tsang, in wien men dezelfde eigen
schappen meende te ontdekken. In
1895 werd de 80ste verjaardag van
Bismarck met geestdrift gevierd. De
edele wijn, die toen aan de oevers van
den Rijn gewonnen was, kreeg den
naam Bismarck en den wensch mee
„dat het petekind van den oud-kanse
lier mettertijcT evenveel vuur en geest
zou ontwikkelen als de peet zelf, en
op zijn ouden dag de zachtheid van
den eerwaardigen grijsaard van Frie-
drichsruhe deelachtig mocht worden."
ENGELAND.
De Londensche beurs was dezer
dagen gedrukt, want koning Eduard is
verkouden. Rij heeft het een veertien
geleden te pakken gekregen, toen hij
met den koning van Zweden op de
jacht was. Nu gaat hij te Brighton
zachte zeelucht inademen, te waard
schap bij Arthur Sassoon, uit de City,
en dat zal hem denkelijk spoedig op
knappen.
In nieuwen stads- en dorpsaanleg
gaat Engeland mede aan de spits
zijn tuinsteden, zijn modeldorpen, Port
Sunlight o. a., trekken kijklustigen en
vakmannen uit de heele wereld en
het wil vooraan blijven gaan. Het
rees in haar vluggen geest meteen de
onwillekeurige gedachte op, hoezeer de
aanwezigheid van een nabestaande in
't Spaansche leger haar te statie kon
komen. Op haar beurt maakte zij dus
hare nicht met haar voornemen bekend,
en liet zich daarvan niet afbrengen maar
verzocht alleen hare toestemming, om zich
bij de Spanjaarden in haar plaats voor de
vrouw van den gepresten Haarlemmer te
doen doorgaan.
Die toestemming werd geredelijk ver
kregen, en Judith ging dienzelfden dag
door tot aan de Beverwijk, waar zij wel
eens meer bij een oom van Coenraet
nachtverblijf had gevonden. Van hier af
zou hare onderneming meer gevaarlijk
worden want het Spaansche legerkamp
had zich zoo wijd en zijd uitgebreid, dat
reeds in de Beverwijk een veertigtal
ruiters op post waren gezet. Bij geluk
waren 't Duitsche huurknechten, gemeen
zamer en handelbaarder van aard dan
de trotsche Kastieljanen, en was een
hunner met Judith in 't zelfde huis in
gekwartierd. Bij dezen gaf zij zich in
overleg met haar gastheer en diens gezin
voor 'teerst voor de vrouw van
Schrevel pit, en deed hem een vrij ruime
geldelijke aanbieding, indien hij haar in
veiligheid bij haar gewaanden man kon
brengen. De Duitscher sloeg toehij
j herinnerde zich, dat 's anderen daags
een zijner makkers met een boodschap
j naar hunnen overste George Scheuk, die
Parlementslid Lever de man van
de Sunlight-zeep heeft aan de school
voor bouwkunde van de universiteit
van Liverpool, f 6000 geschonken om
een commissie naar het buitenland te
zenden, teneinde allerlei te zien op het
gebied van den uitleg van steden en
den bouwtrant, en daarover verslag uit
te brengen. En daarna wil Lever voor-
loopig drie jaar lang elk jaar tenminste
evenveel en zoo noodig het dubbele
dier som geven om op een of andere
manier de kunst van stedenbouw te
bevorderen.
Dezer dagen is Harry Barnato te
Londen overleden, de groote Zuid-Afri-
kaansche Croesus, niet zoo bekend als
de andere Barnato, die zich in zee
heeft verdronken, maar, zoo lezen wij,
de man die den grondslag van het fortuin
heeft gelegd, waarin later ook de neven
Joel hebben gedeeld. Barnato heette
eigenlijk Isaacs, kwam uit een Lon
densche achterbuurt, en verdiende
eertijds in Kimberley zijn brood met
goochelen. Later heeft hij met diaman
ten maatschappijen gegoocheld, met het
gevolg, dat Dinsdag zijn zaakgelastigden
bekend maakten, dat zijn nalatenschap,
voorloopig geschat, dertig millioen
gulden bedraagt. Maar volgens de
Engelsche bladen zal het fortuin, bij
latere schatting, wel een zestig millioen
blijken te tellen. Het geld gaat meest
alles naar familieledenhet aandeel
in de zaak Barnato Brothers aan zijn
neven J. B. en S. B, Joel. Drie millioen
gulden moeten dienen voor een gast
huis of andere liefdadige instelling ter
zich aan de Nieuwpoort bevond, belast
wasmet dien wilde hij de belooning
deelen. Judith van haar kant getroostte
zich bij den ruiter achter op 't paard te
zitten, en zoo bereikte zij ongedeerd de
Nieuwpoort.
't Bleek haar daar opnieuw, dat de
fortuin de stouten begunstigtwant
eensdeels bestond de hier gelegerde af-
deeling van Don Frederiks heir meest
uit Duitschers, van wie zij luttel overlast
te duchten had, en anderdeels was
Schrevel, die, van de door haar verzon
nen rol onbewust, bij een eerste onver-
hoedsche ontmoeting alles had kunnen
bederven, wel is waar in ditzelfde kamp,
maar juist met den hem opgelegden
dwangarbeid bezig. Men zeide haar dus
van te wachten, en liet haar inmiddels
gaan waar zij wilde. Daar zij zich had
voorgesteld haren neef, zoodra zij met
hem alleen zou zijn, te raadplegen, op
wat wijs zij best in de stad zou komen,
wandelde zij in den beginné zonder
eenig ander oogmerk dan tijdsverveling
en nieuwsgierigheid den weg naar de
Kennemerpoort op. Hoe nader zij echter
bij de haren kwam, zoodat zij hen reeds
op 't groote Bolwerk onderscheiden kon,
hoe meer van lieverlede de begeerte in
haar wakker werd, en de kans haar
schoon scheen, om hare ontsnapping nu
reeds dadelijk te bewerkstelligen. Zoo
lang zij nog niet geheel vast op haar
besluit was, deed die onzekerheid zelve