Rechtszaken. het eefi en ander rernomen te hebben aangaande een actie van particulieren ten gunste eener vredelievende oplos sing van ons geschil met Venezuela.; Volgens onzen berichtgever zou deze beweging haar steunpunten vinden o. a. te Amsterdam, Deventer, Bussum, Apel doorn, in welke plaatsen de leiding in handen is van voorstanders der Vredes- idee. Men moet bezig zijn gegevens aangaande het conflict te verzamelen zoowel in Venezuela en West Indië als hier te lande. O. a. wil men aantoonen, dat de schuld van bet geschil niet alleen bij Castro ligt, maar voor een belangrijk deel ook aan onze zijde. Zoo moet o. a. door handelaren sterk geïntrigeerd zijn tegen den persoon van den President, en dat moet Castro niet onbekend zijn gebleven. Men heelt zich reeds in verbinding gesteld met Venezuela en den Presi dent een in 't Engelsch gesteld uitvoerig schrijven toegezonden, waarin onder betuiging van hoogachting, wordt aan gedrongen op een. tegemoetkomende houding in het belang van den vrede. De actie hier te lande zal dienen om regeering en volksvertegenwoordiging voor een vredelievende oplossing te winnen, bijv. in dien zin, dat de be slissing worde opgedragen aan een in ternationaal scheidsgerecht. Weldra zullen de leiders der bewe ging een vergadering van gelijkgezinden bijeenroepen, die vermoedelijk te 's-Gra- viuüage zal worden gehouden". AXEL, 24 November 1908. Heden werd onder de gemeente Ter Neuzen nabij Sluiskil- op de hofstede van den landbouwer J. v. C. een om streeks 20-jarig meisje, N. genaamd en op Stroodorpe woonachtig, door eene dorschmachine gegrepen, zoodanig, dat de dood er op volgde. Door Ged. Staten van Zeeland is bepaald dat de zitting van den Militie raad te Hulst zal aanvangen op 12 Jan. a. s., voor de gemeenten Axel, Boschkapelle, Clinge, Graauw, Hengst dijk, Hontenisse, Hulst, St. Jansteen, Koewacht, Ossenisse, Stoppeldijk en Zuiddorpe. Te Ter Neuzen zal de zitting aan vangen 13 Jan. a. s., voor de gemeepten Ter Neuzen, Hoek, Philippine, .Sas van Gent, Westdorpe en Zaamslag. Te Oostburg zal de zitting aanvangen op 19 Jan. a. s., voor de gemeenten in het voormalig vierde district. Jeldert Wijgers. »Gij had plaisant gezel schap gekozen, Heer Pastoor, om u hier den tijd te korten,* voegde hij er bij, terwijl hij zijne makkers op Brigitta wees. Waar' ik geen Christen, 't zou mij om nws zwarten ondanks wille deeren, dat mijne voorspraak eens den kerkschender van de galge redde,* sprak HeerEilard. »Voor 't overige ging de priester voort »deze man spreekt de waarheid, al zegt hij ook niets anders dan wat ik buitengewoon zelf zou verklaard hebben. Ja, ik ben Eijlard van Waterland, die eenenvijftig weken lang voor de uwen verborgen heeft moeten blijven. Eeu moede pelgrim ben ik, wien't eer nutten dan schaden zal, zoo hij door uwe han den het doel van zijn tocht een weinig vroeger bereikt. Maar zwaarlijk alleszins zou 't mij bekommeren, iodien ik ook nog voor andere onschuldigen een oor zake van verdrukking werd. Deze jonge dochter en hare ouders hebben geen ander kwaad begaan, dan dat ze mij een hoeksken hunner woning vergund heb ben. Smoort dan, door hen te straffen, de stem der menschelykheid niet, die u zeiven zou kunnen ten goede komen die gij zeiven in hunne plaats zoudt heb ben opgevolgd. Zoo gij mij zoekt, hier ben ik; maar laat dezen heengaan.» »'t Spijt mij, Heer Pastoor* antwoordde de Provoost »dat ik uw verzoek niet mag inwilligen maar mijne orders lui- Mej. M. A. P. Herreijgers, tijdelijk onderwijzeres aan school B te Ter Neuzen, is benoemd tot onderwijzeres te Ossenisse. Bij kon. besluit is benoemd tot plaatsvervangend dijkgraaf van het waterschap Groot- en Klein Isabella, de heer A. de Milliano te Philippine. Tot kapelaan te Lams waar de is benoemd de heer E. Adriaansens, priester van het seminarie. Bij Kon. Besl. is met ingang van 16 December benoemd tot adjunct-in specteur der posterijen en telegraphie te 's-Gravenhage, A. J.Vergroeseu, thans directeur van het post- en telegraaf kantoor Je Hulst. In de Vrijdag door de Provinciale Staten van Zeeland gehouden zitting zijn de voorstellen van Ged. Staten grootendeels aangenomen. Verworpen is dat betreffende Brou wershaven. In plaats daarvan is aangenomen een voorstel van den heer Bolle om die gemeente een renteloos voorschot van 5000 te verleenen. Het verzoek van A. van Leeuwen te Wolphaartsdijk om meer dan twee paar den te mogen bezigen voor het vervoer van een dorschmachine is aangehouden. Ged. Staten zijn uitgenoodigd een wijziging in het wegenreglement te brengen in den geest van adressant's verzoek. -- Zondagmorger om 8V2 uur is te Middelburg op het bolwerk door een wandelaar het lijk gevonden van eene ruim 40-jarige vrouw A. de L. genaamd, welke zich veel aan drankmisbruik schuldig maakte. Naar men verneemt is verstikking in jenever geconstateerd. PREDIKBEURTEN TE AXEL Donderdag 26 November 1908. (DANKDAG VOOR HET GEWAS.) Gereformeerde Kerken. Kerk A. Voorm. 9 ure Ds. E. A Groenewegen. Nam. 2 ure Dg. E. A. Groeuewegeo. vvan Westmaas.) Kerk B. Voorm. 9 ure Ds. R. v. d. Kamp. Nam. 2 ure Ds. R. v d Kamp. Gereformeerde Kerk. (Lange Weststraat.) Voorm. 9 ure Dhr. Fraanje. Nam. 2 ure Dhr Fraanje. 's At. 5*/j ure Dhr. Fraa je. )van Goes.) Arrond. Rechtbank te Middelburg. Voor bovengenoemde rechtbank stond Vrijdag terecht J. de B., 40 jaar, polder opzichter, geb. te Hontenisse, wonende den, om, ingeval eenig suspect persoon door mij in dit huis ontdekt wierd, al de bewoners in vei zekerde bewaring te brengen. Ziju zij echter met der daad onschuldig, 't zal hun dan licht vallen zich voor den Gouverneur te verantwoor den. Voor my, zonder mijn ambt te kort te doen, mag ik niet eens van de handboeien verschoonen. De jonge vrijster hier kan ons ongebonden volgen.* »Bind mij liever en laat dezen heiligen man vrij riep de hartstochtelijke Brigitta. »Kan ik u niet veeleer ont komen dan hij P ziet ge niet, hoe de opsluiting, waartoe gij hem genoodzaakt hebt, hem geen kracht meer tot vluchten heeft gelaten De Provoost keek haar aan met eenige verwondering, zonder dat evenwel hare driftige woorden een zoo gunstigen in druk bij hem teweeg brachten als de bedaarde van Eijlard. Hij voltrok zijn plicht; en onder de luidruchtige be schimpingen van het te hoop geloopen graauw werden (je gezamelijke gevange nen naar de oude Kennemerpoorf, die destijds een gevangenpoort was en heette, overgebracht. Wordt vervolgd. te Clinge, ter zake dat hij in den nacht van 15 op 16 Juli 1908 onder Clinge, toen hij gerommel aan zijn deur hoorde, roekeloos en onvoorzichtig, zonder te onderzoeken wie dat gerommel veroor zaakte en zonder aanroepen of waar schuwen, zijn met twee hagelpatronen geladen jachtgeweer heeft afgeschoten in de richting, waar hij dat gerommel hoorde, tengevolge waarvan hij J. van Hoorn, die destijds bij hem inwoonde, in den arm heeft getroffen, waardoor deze eene tijdelijke ziekte aan diens arm heeft bekomen, daardoor geruimen tijd in de uitoefening zijner beroeps bezigheden is verhinderd en ongeveer negen weken onder geneeskundige be handeling is geweest. In deze "zaak waren twee getuigen gedagvaard. De eerste getuige, Van Hoorn, deed een verhaal van het gebeurde in den nacht van 15 op 16 Juli. Hij was 's nachts van den zolder gekomen om zich naar buiten te begeven, voor een noodzakelijke behoefte. Toen hij pro beerde de chterdeur te openen, waarbij hij vóór de zoldertrapdeur stond, hoorde hy schoten. Het eerste schot ging hem over het hoofd het tweede trof hem in den arm. Na de schoten kwam De B. de zolder trap af en bij hem. Getuige is den volgenden morgen door een geneeskundige behandeld. Tengevolge van de verwonding is getuige nog niet in staat zwaar werk te verrichten. Door beklaagde is aan getuige schade vergoeding betaald. Er werd een verklaring voorgelezen, waarin beklaagde verzekert dat het feit te wijten is aan een ongeluk, het on verhoeds afgaan van het geweer, en dat hij bereid is Van Hoorn 9 weken schadevergoeding uit te keeren. De verklaring werd door Van Hoorn onderteekend, daar hij er mede te vreden was. Bij -de verklaring was een kwitantie gevoegd, groot ƒ90, het bedrag der schadevergoeding voor 9 weken. Op een vraag van den president wie de verklaring geschreven had, ant woordde beklaagde, na eenig wijfelen, dat deze door een advocaat was ge schreven. Ook werd een kwitantie overgelegd van den geneesheer, zijnde de verple- gingskosten, door den beklaagde voor Van Hoorn betaald. De verdediger, mr. Adriaanse, merkte, naar aanleiding van getuige's bewering, dat hij niet goed kon werken, op, dat deze nog kort geleden in de bieten had gewerkt. De tweede getuige deskundige dr. A. M. E. van Haelst arts te Kieldrecht die Van Hoorn behandelde, gai een beschrijving van de wond. Hij had verscheidene hagelkorrels uit den arm gehaald. Op een desbetreffende vraag ant woordde de deskundige dat de hagel korrels weinig verspreid waren, wat er op wijst dat het schot op korten afstand gelost was. Het verloop van de wonde was zeer gunstig. Op een vraag van den president of de wond een blijvend nadeelig gevolg zal hebben, antwoordde de getuige ont kennend. De hagelkorrels, die nog in den arm zitten, zullen geen hinder veroorzaken. De getuige zeide nog dat de rekening, ten bedrage van II6V2 francs, door De B. betaald was. De verdediger vroeg aan getuige of Van Hoorn tegen hem gezegd had dat deze zelf schuld aan de zaak had. Getuige kon hierop niet bevestigend antwoorden. Beklaagde nu ondervraagd, zeide dat hij in bedoelden nacht lawaai hoorde. Hij was opgestaan en had zijn geweer genomen en het geladen. Door zijn zenuwachtigheid ging zijn geweer twee maal af zonder dat hij het zelf wilde. De president nam de verklaring van beklaagde aan, maar vond het toch onvoorzichtig van hem, dat hij niet eerst, een onderzoek had ingesteld. Beklaagde betuigde zijn spijt dat het feit gebeurd was. De ambtenaar van het O. M. achtte het feit wettig en overtuigend bewezen. Z. i. was het van beklaagde een zeer onvoorzichtige handeling daar er meer. dere personen in huis waren. Het O. M- eischte de veroordeeling van beklaagde tot 14 dagen hechtenis. De verdediger wees op de plaats waar beklaagde woont, een uitgestrek- ten polder, den Hedwigepolder, die zeer eenzaam is. Bovendien ligt de polder deels op Nederlandsch, deels op Belgisch gebied. Beklaagde woont dus vlak aan de grens waar misdaden en diefstallen vaak voorkomen. Het is dus te begrijpen dat de be woners des nachts zeer angstig zijn wanneer iets verdachts gehoord wordt. Ten tijde dat het feit plaats had, was De B. de eenige bewoner van den polderop een uur afstand in het rond woonde niemand. Toen in den nacht van 15 op 16 Juli de bewoners lawaai hoorden, lag het voor de hand dat zij dachten, dat er inbrekers waren. Pleiter noemde het onverantwoorde lijk van Van Hoorn dat hij zoo stil naar beneden was gegaan zonder iets te zeggen. De schuld is dus ook aan hem. Verder heeft Van Hoorn direct ver klaard dat het geen opzet was. Beklaagde werd dadelijk bereid ge vonden schadevergoeding toe te kennen. Van Hporn heett later, op aandringen van anderen, een klacht bij de justitie ingediend en meende dan tevens nog meer schadevergoeding te kunnen krij gen, dan hij reeds had. De bedoeling was feitelijk om dus onbezorgd den winter door te komen. Het doel is evenwel niet bereikt, daar hij met zijn aanvrage om meerdere schadevergoeding, te laat kwam. Pleiter kwam ten slotte tot de con clusie dat de schuld van beklaagde, volgens de dagvaarding, niet is bewezen. Z. i. kan op deze dagvaarding dat door de schuld van beklaagde Van Hoorn is gewond, Van B. niet veroor deeld worden. Volgens pleiter heeft beklaagde het gevolg van zijn daad niet kunnen over zien en heeft zijn daad een onvoorzien verloop gehad, daar hij niet wist dat Van Hoorn achter de deur stond. Ook achtte pleiter hier overmacht in den zin der wet aanwezig, daar be klaagde in een zenuwachtigen toestand verkeerde. Hij wees er Dog op dat heklaagde z. i. een groot ongeluk heeft gehad. Een groot deel van de schuld komt daarbij voor rekening van Van Hoorn. Verder heett beklaagde Van H. liefderyk verpleegd. Pleiter vroeg, wanneer beklaagde veroordeeld mocht worden, eeu lichtere straf of een geldboete. Vrijdag a. s. zal in deze zaak uit spraak gedaan worden. r Midd. Crt, Verder werd behandeld de zaak van M. B., 19 jaar, landbouwersknecht, geb. te Zuidzande, wonende te IJzendijke, ter zake dat hij op 7 September j. 1. onder IJzendijke met het opzet om drie bij elkander staande personen, waar onder zich bevond P. van Renterghem, te mishandelen, een met een hagel- patroon geladen geweer op die menschen heett aangelegd en daaruit in hunne richting een schot heeft gelost, tenge volge waarvan genoemde Van R. hagel korrels in zijn oogen heeft gekregen en a.an een zyner oogen zoo zwaar is ver wond, dat hij aan dat oog bijna blind is geworden en door dat oog wel nooit goed meer zal kunnen zien. Door den ambtenaar van het O. M. werd tegen beklaagde 1 jaar gevange nisstraf geëitcht.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1908 | | pagina 2