Binnenland. Rechtszaken. Landbouw. In noordelijke richting trachtte men het vuur af te dammen. Auto's en rijtuigen doorkruisen Hamm en ver voerden gewonden. De straten, die naar de plaats der ramp leiden, waren vol menschen. Een bericht, dat de ontploffing was bevorderd door de buitengewone droogte van het kolenstof, is niet bevestigd. De kolen uit de Radbod-mijn bevatten veel gas maar vormen weinig stof. De keizer heeft een hartelijk telegram van deelneming aan den burgemeester van Hamm gezonden. In den Ryksdag heeft het centrum een interpellatie in- gediend, waarin gevraagd wordt welke maatregelen de Regeering denkt te nemen om dergelijke rampen voor het vervolg te voorkomen. Daar de mijnwerkers voor't meeren- deel uren ver van de mijn woonden, bereikte het bericht der ramp de na bestaanden betrekkelijk laat. Het grootste aantal der bij den ramp omgekomen zijn Duitschers, Tsjechen, Polen en Italianen. Het is nog onbekend of er Hollanders zijn omgekomen. Vrijdag zijn de maatregelen genomen om de mijn onder water te zetten, en de 300 man daar beneden te verdrinken, zooals de mijnwerkers zeggen. Het is afschuwelijk, maar er is niets aan te doen. Redden kan men hen toch niet. Vermoedelijk en hopelijk zijn ze reeds allen gestikt door den rook of verbrand. Maar het denkbeeld is verschrikkelijk. Van Donderdagmorgen om tien uur af, was reeds alle hoop dat er nog menschen konden leven in de bran dende en van gassen vergiftigde gangen uitgesloten. De hoofddirecteur met zijn technischen staf was zoo ver moge- lyk doorgedrongen in de schacht, om zich te overtuigen. De feiten bewezen het. De eersten, die boven gebracht werden, waren ongedeerd, maar bij iedere nieuwe afdaling vonden de man schappen de mijnwerkers ernstiger ver brand. En weldra waren er geen leven den meer te bespeuren. Toch zijn hun makkers en familie leden nog altijd in verklaarbaren twijfel, schrijft de correspondent van de AR. Ct. Onder hen gaan de schrikkelijkste ver halen. Zoo zou de directie Donderdag avond met alle geheimzinnigheid een telefoontoestel in de schacht hebben neergelaten en toen huilen en kermen, ja, nog zwak sprekende stemmen door het geloei van de vlammen heen ge hoord hebben. Maar de autoriteiten noemen het alles „Blödsinn" en zijn in hun uitspraak beslist. Daarom, heeft de overheid Donderdagavond verlof gegeven de mijuingangen luchtdicht af te sluiten. Volgens de officieele waarheid, was dat om te Voorkomen, dat de lyken tot asch zouden verpoederen. In elk geval ech ter, was het natuurlijk oók in het belang van de mijn zelf, dat het vernielende vuur werd gedoofd. Ook de toestem ming van de overheid om de mijn te verdrinken, werd eerst in het belang van de nabestaanden uitgelegd. Het water zou de lijken voor geheel ver schroeien bewaren. Belangrijker gevolg alw;eer van dezen maatregel is het blusschen van de verterende vlammen in de mijn. Bovendien, de neerslag van de giftige gassen en al die lijken ste. van hebben.* Welke woorden zoo euvel werden opgenomen, dat zij Maerten dreigden achteraf te brengen. Doch de zaak werd bijgelegd door eenen Frederik Otteus, die, oordeelende dat liefde en medelijden tot zijne medeburgers 's mans hart outroerde en de tong losmaakte, den timmerman zeer vriendelijk onthaal de. Er werden dan middelen beraamd om door andereu den belegerden brieven toe te schikken, behelzende nieuwe be loften tot ontzeten Maerten met no" mi gen zond men naar den Prins te inwoner., Mevrc" nu 72 ja in de ge. Wordt vei nolgd. bederven daar in die gangen de lucht zoo zeer, dat de arbeiders er in de verpestende atmosfeer wellicht nooit meer zouden kunnen doordringen. Dit noemden de officieele heeren het ge zondheidsbelang voor de toekomstige mijnwerkers. Het verdrinken van de mijn duurt veertien dagen, dan duurt het weer leegpompen vermoedelijk even lang, waarop de driehonderd lijken kunnen worden geborgen. Vrijdagavond heeft Prins Eitel Fritz een bezoek aan de mijn gebracht. Bij het bericht van zyn komst had zich een menigte voor het kantoor van de mijn verzamelden toen hij kwam, hadden er treffende tooneelen plaats. In dien vollen samendrang voor -het kantoor, binnen de poort, mokte een onheilspellende stilte. Zoodra de slanke gestalte van den prins zichtbaar werd voor het smalle kantoordeurtje, ontstond een gemompel. En terwijl Eitel Fritz even de dringende massa verbaasd aanziet huilen en krijten vloeken en gillen de verknepen kreten woest los. De rampzalige vrouwen stemmen, de schor wilde mannengelui- den tot een jammerende opstandigheid, een brullend beklag zoo schrikkelijk schrijnende, dat ik het nooit meer zal kunnen vergeten, schrijft bovengenoem de correspondent. Als de prins, van gevolg en autori teiten vergezeld, in het werkkantoortje verdwenen is, duurt het jammerend hoongeklag, het buitenzinnig gebrul onverminderd voort. Vrouwen als witte furies zich op- wringend in het witte licht, en met gebalde vuisten huilen: De lijken van onze mannen en zonen liggen onder de aarde redt ze dan toch Wij hebben er allen lijken liggen.Twee mannen heb ik in de mijn verloren, den eerste en nu hem! Dan gaat hun gegil in een jammerlijk snikken over. Er zijn mannen, die roepenOnze kameraden zijn er in Er wordt niets om te redden gedaan De gendarmen commandeerén en sussen zijn machteloos tegen het gedrang. Ze hebben de schacht toegestopt om hen te verstikken! Wij wenschen ons rechtMeer loon Beangstigde kinderen klemmen zich vast aan de moedersWie geeft ons werk Ik mis mijn man en vier broeders.Wij moeten onze kame raden hebben hoera Ik blij.f achter met negen kinderen! snikt een vrouw uit.Dan komt een der heeren met 's prinsen gevolg in 't portaal, wil de ontdane menigte toespreken, maar zij brullen over zijn rede heen. Prin& Eitel Fritz heeft zich na de afgrijselijke uitbarstingen van jammer en opstandigheid wel flink gehouden. Donderdagavond nog is hij de gewonden in de ziekenhuizen gaan bezoeken, van wie er een stierf' terwijl hij aan het bed stond. In zijn hotel hier hebben de conferenties met de hoogste mijn- autoriteiten en de bestuurderen van de mijn tot laat in den nacht geduurd. Vrijdagmorgen heeft de jonge prins zich onder de mijnwerkersgezinnen in de kolonie begeven. Er waren nu opzichtig^ politie-maat- regelen genomen. Uit de steden in den omtrek waren gendarmen en agenten bij taliën hierheen gerequireerd. Zij maakten het heele mijngebied van ar beiders schoon. In de woningen, waar de meeste getroffenen wonen, ging hij binnen, drukte de vrouwen de hand, streelde de schuwe kinderen over de hoofdjes. Na de ramp zijn daar in de kleine kolonie nu 139 wed uwen achtergebleven. Vervolgens is de prins naar de mijn werken gereden en heeft er zich alles uitvoerig laten verklaren over het my sterie, daar cjiep in de aarde. De mijn- autoriteiten waren in zijn gevolg. Deze heeren beijverden zich, om de journa listen tegelijkertijd naar hun inzichten in te lichten, blijkbaar ter geruststelling van het publieke geweten, dat zich zoo schril had gelucht. Zij deelden mee, dat de mijnbouw maatschappij Trier be sloten heeft 60,000 mark beschikbaar te stellen, om in de toekomst te zorgen voor de nagelaten betrekkingen. De Keizer had telefonisch 25,000 mark ge schonken en de openbare weldadigheid wordt overal ingeroepen. Maar finan-' cieele nood bestaat- er voor hen niet wegens de rijksuitkeeringen van we duwen- en weezen-pensioenen. Waar al deze menschen echter het gezins hoofd missen, wordt het publiek uitge- noodigd vooral de kinderen later zoo goed mogelijk te helpen, om door het leven te kothen. Voor opleiding, uit rusting enz. zijn deze giften bestemd. CHINA. Zaterdagavond is de keizer van China op 36-jarigen leeftijd overleden, terwijl de keizerin-weduwe, onder wiens in vloed de keizer stond, den volgenden morgen stierf. Zij zou heden 74 jaar geworden zijn. Het is wel opmerkelijk, dat tegelijk met den jongen man, wiens zwakheid zij gebruikte om meesteres te blijven, ook haar einde nabij was. Vanwege het Hof en dtfRegeering is aan den Paus een officieele betuiging van belangstelling gezonden naar aan leiding van het Pauselijk feest. Aan de Chineesche regeering is een telegram van rouwbeklag gezonden met het overlijden der vorstelijke per- AXEL, 17 November 1908. Door de classis Axel der Geref. kerken is, na atgelegd peremptoir examen, de candidaat M. Uytenhoudt, beroepen predikant bij de Geref. kerk B. te Zaamslag, tot het predikambt in de Geref. kerken toegelaten. Bij Kon. besluit is o. m. aan de gemeente Koewacht voor behoorlijke inrichting van haar lager onderwijs een buitengewone rijkssubsidie ver leend van 2000. De vorige week was voor Ter- neuzen een week vol ongelukken. Dinsdag viel bij het laden van hout in een waalschip de 30-jarige werkman A. A. de Smet in het ruim van het schip, doordat de plank die over het ruim lag brak, terwijl hij zich daarop bevond. Hij viel met het hoofd naar beneden maar kon zich tusschen twee kameraden te voet nog naar huis begeven. Later werd zijn toestand onrustwekkend en Zaterdag is hij overleden, eene weduwe met 5 kinderen palatende. Voorts werd bij een familie aldaar bericht ontvangen dat de matroos C. van Dijke, varende op het stoomschip River Thames, te Londen in het ruim van dat stoomschip was gevallen en op papier terecht gekomen. Hij is te Londen naar het gasthuis gebracht. Vrijdagavond is de stadswerkman A. de Bruyoe aldaar, die belast is met het toezicht op de stedelijke beerruiming, zittende op den bok van de machine bij het binnenrijden der remise, door te laat bukken, met het hoofd en boven lijf beklemd geraakt tusschen de machi ne en den bovendorpel van den inghng der remise. Hij bezeerde zich daarbij zoodanig, dat hij per brancard huis waarts moest worden gebracht. Zater dag liet zijn toestand zich niet gunstig aanzien, doch Maandag was eenige verbetering gekomen. M. Crt. Tot rijksklerk 3e klasse bij de directe belastingen, invoerrechten en accijnzen is o. m. benoemd de heer H. A. Sikkelerus te Hulst, terwijl de rijks klerk 2de klasse B. P. Verhoef is verplaatst van Hulst naar Leiden. Te Breda zijn o. m. geslaagd voor de. akte vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek de heeren A. M. A. Mast van Hontenisse en P. H. Castenmiller te Stoppeldijk. De nieuw benoemde ambtenaar van het openbaar Ministerie bij de Kanton gerechten Hulst, Terneuzen enOostburg standplaats Middelburg, Mr. H. W. e! graat Schimmelpenninck zal morgeii (Woensdag), als zoodanig voor de Arrondissements-Rechtbank te Middel burg worden beëedigd. De Zeister moord. Het gerechtshof te Amsterdam deed Zaterdag in hooger beroep uitspraak in bovengenoemde treurige strafzaak. Wij brengen even in herinnering dat door de rechtbank te Utrecht veroordeeld werden Van Vaalen tot 12 jaar, Van Ee tot 20 jaar, Kors tot 6 jaar en Overhorst tot 8 jaar, onder aftrek van den tijd, in preventieve hechtenis doorgebracht. De Procureur Generaal bij het Hof had vernietiging geëischt van het vonnis wat den straftijd betrof, en veroordeeling vanVan Vaalen en Van Ee tot levenslange gevangenisstraf en Kors en Overhorst tot 10 jaren en 8 maanden gevangenis, ook onder aftrek der pre ventieve hechtenis. Het Hof legde- op aan Van Vaalen 20 jaar, en aan Van Ee levenslange gevangenisstraf. Het veroordeelde Kors tot 3 en Overhorst tot 5 jaar, beide laatsten met 8 maanden aftrek van preventieve hechtenis. Het Hot achtte de schuld van alle beklaagden wettig en overtuigend be wezen. Van Vaaleü werd volkomen toereken baar geacht en geoordeeld niet in delirium gehandeld te hebben. Van Ee werd schuldig verklaard aan moord en berooving van ongeveer 1250. Kors en Overhorst werden geacht behulpzaam te zijn geweest bij den moord op Hendrik Drost en heling door het aannemen van een gedeelte van het geroofde geld, wetende dat het door misdaad was verkregen. Overhorst werd bovendien schuldig verklaard als hebbende in het begin van November Van Vaalen inlichtin gen verstrekt over de voorgenomen misdaad. Is ze goed, houdt ze goed De resultaten, dit jaar in Oostelijk- Zeeuwsch-Vlaanderen verkregen met de aardappelvariëteit Industrie (zou dit niet dezelfde zijn als de Silezische Magnum Bonum zijn werkelijk zeer bevredigend, ja hier en daar zelfs schitterend ge weest. Er is veel kans, dat we in die variëteit een soort aarappels zullen ge vonden hebben, die, zooveel wat hoe danigheid als opbrengst aangaat zeer goed kan optreden als plaatsvervanger van onze Watten, ondersteld, dat deze zich niet herstellen kunnen van de slagen, die de ongunstige weersgesteld heid der laatstvoorgaande voorjaren en wellicht nog andere oorzaken er aan hebben toegebracht. En ondersteld ook, dat men de moeite nemen wil ze door zorgvuldige teeltkeus te verbeteren of dat diè veredeling niet lukken, wil, iets wat we ons evenwel niet kunnen voorstellen Inderdaad^de Industrie is een aanbevelenswaardige aardappel variëteit gebleken. Doch we hebben al meer van die nieuwe aardappel- soorten weten invoeren, die de eerste jaren rijke opbrengst gaven om ver volgens zoetjesaan achteruit te gaan en ten slotte terug te vallen tot een variëteit zonder beteekenis. Of is het, om een voorbeeld aan het laatste tiental jaren ontleend, zoo niet gegaan met de z. g. „Kletters alias Richters Imperator"? Hebben belanghebbenden zich al eens afgevraagd, wat de oorzaak wezen kon van dit ontmoedigend verschijnsel, dat, vreezen we zich ook bij de Industrie openbaren zal. Zooals wij de zaak in zien, kan die oorzaak geen andere wezen

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1908 | | pagina 2