Yan Alkmaar begint ile Victorie. So. Zaterdag 1 November 1908. 24e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Z e e u w s c h - V1 a a n d e r e n. F. IHELEMAX, Buitenland. FEUILLETON. COURANT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrtydagavoud. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. By dit blad behoort een bijvoegsel. AMERIKA. Om half negen, aldus luidde een tele gram uit New-York, was er Dinsdag avond geen twijfel meer of Taft is gekozen. Over enkele weken dus zal William Howard Taft door de Presidents kiezers wordenaangewezenals President ran de Vereenigde Staten. Zooals reeds ia opgemerkt, is Taft ook de candidaat yan Roosevelt, maar daarom nog niet diens gewillige volgeling. Taft is en zijn schitterende loop baan heeft zulks reeds bewezen een man van merkwaardige geestesgaven en iemand van een krachtig, onafhan kelijk karakter. Voor één categorie van Amerikanen zal de verheffing van Taft een kwaad ding zijnvoor de misdadigers. Want de a.s. president heeft zich meer dan eens een overtuigd voorstander ver klaard van een snelle en hardhandige strafrechtspraak. Taft werd geboren te Cincinnati in 1857. Hij promoveerde in de rechten, werd ambtenaar van het openaar mini sterie, ging over tot de belastingen en keerde weer tot de rechterlijke macht terug. Hij maakte zeer snel carrière. In 1902 zag hij zich benoemd tot Eersten Civielen Gouverneur van de Filippijnen en vertrok naar Rome om daar met den Paus te onderhandelen over den aankoop der landeryen van 'tDoet mij goed u hier te zien, vader Waterland,* zeide hij. »Uit mij zeiven had ik van uw leeftijd een dusdanige vermoeienis niet durven te vergen.* »Zeg liever, dat gij aan mij niet ge dacht hebt,* mokte de oude, wiens nete lige aard zich zelfs nu niet geheel ver loochende. »Maar dat zij ik van mijn kaut mocht of kon u niet vergeten. Gisteravond hoorde ik bij geval, dat gij afnaamt, en alschoon ik ongenood eerst niet komen wou, ik kon op mijn leger niet duren, en moest naar u toe. Gij zijt immers, al tel ik meerder jaren, mijn vader in Christus, die mij van menige jammerlijke doling hebt terug gebracht en den weg des louteren Euan geliums gewezen. Daarvoor verlangde ik u, al zullen wij wel zoo lang niet gescheiden blijven, nog eeus te danken. »Geef Gode de eer, oude vriend, en niet mij, die slechts het onwaardig werk tuig was in zijne haud,« antwoordde de kranke leeraar in ongeveinsde ootmoedig heid des harten, en zij verdiepten zich een tijdlang in herinneringen van gods dienBtigen aard uit hunue eerste kennis making, tot eindelijk Waterlauds oog op de Spaansche katholieke vereenigingen en klooster» in den Filippijnschen ar chipel. In 1904 werd aan Taft eem plaats als minister van oorlog in het kabinet te Washington aangeboden. Hij aanvaardde het ambt, maakte in het zelfde jaar een inspectiereis naar de landengte van Panama (het kanaal ressorteert onder .oorlog") en bezocht in 1905 nogmaals de Filippijnen, welke reis werd uitgebreid tot China en Japan. Later, in 1907, werden wederom de Filippijnen en Japan bezocht, en vol bracht Taft ten slotle de memorabele reis om de wereld. Door dit reizen en trekken bleef zijn naam voortdurend in de couranten en dus voor de oogen van het groote pu bliek. Maar tevens verruimden die tochten Taft's blik, gaven hem kijk op allerlei internationale vraagstukken en schonken hem gelegenheid in direct, persoonlijk verkeer te komen met vorsten en invloedrijke buitenlandsche staatslieden. Taft geniet een reputatie van kracht, niet enkel, maar ook van bezadigde bezonnenheid. In nijverheids- en han delskringen in de V. St. verwacht men van hem, dat hij bij de uitoefening van het presidentschap de trusts en groote maatschappijen niet zal bedreigen. Taft zal streven naar het wegnemen van misstanden, naar het brengen van de groote geld- en nijverheidslichamen onder staatstoezicht en contröle. Maar hij zal hen niet bedreigen in hun levens voorwaarden. William Howard Tait zal de 26e president zijn van de Vereen. Staten. Cecilia afdwaalde, en een plotselinge verbazing, die aan schrik greDsde, hem daarbij te bevaDgen scheen. »Wie is dat meisje?* vroeg hij met zekere drift, en hoezeer de oude man er voor bekend stond vreemde eigenhe den over zich te hebben, klonk toch zulk een vraag op zulk een tijdstip gewis en ongemeen vreemd. Toch, men hield destijds het gebod der SchriftVoor den grauwen haire zult gij opstaan, nog te zeer in eere, dan dat men er aan gedacht zou hebben om iemand op dien leeftijd, al waar 't zelfs bij grovere onbescheidenheid,ook maar eenigszins voor 't hopfd te stooten. Des nam de boekverkooper Hark Jans duchtende dat zijn vader zich door 'taan houdend spreken te zeer zou afmatten, en buitendien in zijn tegenwoordigen toestand en- stemming zich noode met een diergelijk onderwerp zou bezig houden, in zijne plaats het woord op, en verhaalde van Cecilia wat wij reeds weten. »De dochter van den Kransbakker, zegt ge?« herhaalde Waterland. »Ja, dan vervalt alles. Maar de gelijkenis is toch wonderlijk Daar ging de klopper opnieuw, maar ditmaal met harde, onverpoosde slagen, even of de aankloppende van geen zieke wist of althans in zijn driftigen haast niet aan hem dacht. Gerbrand verliet anderwerf het vertrek, en men hoorde, FRANKRIJK. De hoofdredacteur van de Matin zegt den Duitschen keizer te willen navol gen en ook diplomatieke onthullingen te willen doen. Hy vertelt dan In December 1904 hadden Engeland en Rusland besloten tot arbritage over het geval van Huil. Een Engelsch, een Russisch, een Fransch en een Ameri- kaansch admiraal waren tot arbiter» benoemd. Deze vier zouden zich tot den keizer van Oostenrijk richten om een vijfden arbiter aan te wijzen. Vol gens de Matin, die zegt dat de schrif telijke bewijzen ervan in de diploma tieke archieven berusten, zou de Duit- sche dipldmatie toen alles gedaan heb ben om te verkrijgen dat de vijfde arbiter een Duitsch admiraal zou zijn. Het Duitsche plan wa», dat deze Duitscher op alle punten Rusland vol komen zou steunen, zoodat de Engelsch- Rusische verzoeningsconterentie veran derd zou zijn in eeu conferentie van vernedering voor Engeland. Engeland zou dan tevens woedend geweest zijn op Frankrijk, dat het te Parijs als 't ware in een val gelokt zou hebben. De Fransch-Engélsche vriendschap en de Russisch Engelsche toenadering zou den zoo beiden een flinkeu klap hebben kunnen krijgen. Volgens de Matin had Rusland een oogenblik het oor geleend aan de Duitsche kuiperij, maar de drie andere admiraals deden het Duitsche plan eenparig ten bodem gaan. Rusland verving zijn eerstbenoemden admiraal door een ander en aan den Oostenryk- schen keizer werd uitdrukkelijk ver- hoezeer slechts voor een paar oogen- blikken, een levendige woordenwisseling. De jongman kwam alleen weer binnen, hij zag bleek en ontdaan, 't Wa3 Arjaen Franssen,* sprak hij: daar 's onraad, de Spanjaards zijn in aantocht. Op stoep kan men duidelijk hunne musketscheuten vernemen.* »Dan heb ik de alarmklok reeds ge hoord* zeide de kranke, »ik meende, dat de zwakheid mijus hoofds mij bedroog.* Er volgden eenige sekonden van adem loos luisteren, en men overtuigde zich aldra, dat het gehoor des stervenden werkelijk dat der overigen vooruit was geweest. »Wat nu te doen?* vroeg de oudste zoon des huizes beklemd. »Een zood mag zijn vader op zijn doodbed niet verlaten,* antwoordde de Pensionaris Foreest, »maar wij anderen moeten, hoe noode ook, staandevoets op onzen post.* Allen gaat gij daarheen! besliste de predikant zelf. >Zou ik, wiens uren geteld zijn, mijne consciëntie nog bezwa ren met zondige eigenlievendheid, en mijne zonen achterhouden, waar 'tde behoudenis van 't vaderland en de ge zuiverde Euangelieleere geldt Dat late de Heer verre zijn van ziju ouden dienst knecht Neen maar buigt wel eerst met mij het hoofd voor Hem, onder wieus vleugelen gij evenmin voor den schrik zocht, een Oostenrijksch admiraal te benoemen. De crisis in het Oosten. De Daily Telegraph verneemt uit Konstantiuopel, dat de onderhande lingen tusschen Turkije en Bulgarije goed vorderen en, waar er van weers kanten een geeit van toenadering blijkt, hoop geven op een vreedzame beslech ting van de kwestiën. Telegrammen uit Belgrado en Weenen bevatten alarmeerende berichten over bewegingen van Oostenrijksche en Servische troepen en over spanning tusschen Oostenrijk en Rusland, omdat Rusland, naar 't heet, de aanspraken van Servië steunt en weigert de inlij ving van Bosnië te erkennen. Voorname Engelsche bladen vinden den toestand bedenkelijk. Het gevaar voor een botsing zou, zeggen ze, alleen afgewend kunnen worden, als Oosten rijk er in toestemt Servië en Montenegro tegemoet te komen. Indien Oostenrijks halsstarrigheid een oorlog uitlokt^ zoo zegt de Daily Telegraph, en Rusland staat daarin Servië bij, zal Engeland ongetwijfeld het optreden van den tsaar steunen. Al mocht Oostenrijk 't dan winnen, dan zou 't tenslotte op den Balkan toch slechts ondervinden wat het vroeger in Italië is wedervaren. Gelijk de Italianen eindigden met de Oostenrijkers weg te jagen, zullen ten laatste de Serviërs ze uit den Balkan drijven, geholpen desnoods door an dere Balkanvolken, zelfs door de Turken. des nachts hebt te vreezen als voor den pijl, die 's daags vliegt.* »Zou ons dat niet te lang doen mar ren vroeg Albert Nolleman. Bidden is geen tijdverlies,* oordeel de Egbert Diert. »Eerst gebeden is dubbel gestredeD.* »Ik zal kort zijn,* hernam de oude leeraar, en vouwde eerbiedig de handen. Ontroerd volgden allen zijn voorbeeld de mannen ontblootten het hoofd de vrouwen snikten. Maar, den glans der geloovige geestverrukking op 't gelaat, hief de verscheidene zijue oogen opwaarts, en toen hij aldus voor 't laatst de zijnen zou voorgaan in den gebede, was zijne stem zoo helder als ooit voorheen. Almachtige Vader begon hij. »Gij hebt weleer uw volk Israël uitkomst ge geven, toen Gij Pharao's ruiteren deedt verzinken in de Sclielfzee. Ai, wees Gij ook ons thans iu onzen Dood tot een burcht en schild. Wij zijh toch ook uw volk en uw erfdeel, dat Gij uit dén dieDsthuize hebt uitgeleid. Geef ons Heere, dan niet over in de macht onzer vijanden, die het pas ont- stokene licht uwes woords weder van den kandelaar willeu wegnemen. Laat mijn lieve vaderlijke stad niet vallen in de handen dier wraakgierige vreemde lingen, wier voeten snel zijn tot verwoes ting. Behoud hier eene hui te voor de geloovigeu en godvreezenden in den lande, waar zij onverhinderd Uwen

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1908 | | pagina 1