De Voorz.Ja. Dhr. De Feijt-r En heeft B. en W. het reeds behandeld. De Voorz. antwoordt ontkennend. Dhr. De Feijter zou er voor zijn om het verzoek van Fermont te behandelen. 2. h. s. wordt daartoe besloten. Dit verzoek houdt in hoofdzaak in dat door de nalatigheid van B. en W. zij die daar grond hebben gekocht gedupeerd zijndat door hem het houtwerk voor de twee te bouwen huizen reeds lang gemaakt ligt, en het daarom hem grootendeels zou ruïneeren, wanneer zijn verzoek niet wordt ingewilligd. Dhr. De Feyter zegt op het „Plaatje" een onderzoek te hebben ingesteld, en daardoor tot andere inzichten gekomen te zijn. Het is bekend dat die wan toestand aldaar is ontstaan, doordat B. en W. indertijd de wacht niet bij de deur hebben gehouden. We moeten ons eens in de plaats van die menschen stellen, hoe het ons bevallen zou. Ik heb er geen bezwaar in om die menschen voort te laten bouwen. Het is ook niet de „kom" der gemeente, het is als 'tware een gehucht. Ik stel voor om het verzoek in te willigen. De raad kan toch dispensatie verleenen, Bouw verordening eu Woningwet zijn toch geen wetten van Meden en Perzen. We moeten ons eens indenken in den toestand van Fermont, die man zit er nu mee, en het gevoeligste raakt men iemand in zijn portemonuaie. De Voorz. deelt ook wel in het ge zegde van den heer De Feijter, en als hij alleen de bevoegdheid had om toe stemming te geven, hij zou de menschen gaarne helpen, maar we stuiten hier op de verordening, de Raad kan geen toestemming verleenen. Dhr. Kruijsse: Dhr. De Feijter zegt dat het „Plaatje" niet tot de kom be hoort, maar indertijd is er door mij bezwaar gemaakt om voor buiten de zelfde regeling te treffen als voor bin nen doch door Ged. Staten werd daarop alwijzend beschikt. Dhr. De Feijter De Raad kan toch ten allen tijde dispensatie verleenen volgens art. 5. Dhr. Kruijsse ziet dat niet in. Met Fermont is het een exceptioneel geval. Ik zou alvorens toestemming te ver leenen eerst de zaak willen bespreken met gezondheidscommissie en Gedep. Staten. Ik ben echter niet ongenegen om de menschen te helpenwant we zitten hier niet als scherprechters, en hebben geen plagerij op 'toog. We .mochten willen dat we de menschen! helpen konden. Maar laat ze een wegje leggen van 4 M. breedte evenwijdig aan het kanaal en de zaak kan worden topgelost. Nu ben ik er echter niet voor om. een besluit te helpen uitvoeren dat lijnrecht in strijd is met de woningwet. Wanneer de Raad eens toestemming i-mocht verleenen, en de rioleering was niet in orde, dan kregen B. en W. het aan den stok met de gezondheidscom missie, en mij lust het niet om later van deze en ook van Gedeputeerden op de vingers getikt te worden. Dhr. De Feijter: Och, dat is zoo erg niet, zoo'n aanmerkingetje vandegez.- commissie daar moet men zich niet aan storen. Ja, ja hm Dhr. Dieleman stelt voor aan B. en W. over te laten een onderzoek in te stellen en met Ged. Staten en gez.- commissie te onderhandelen. Z. h. s. wordt hiertoe besloten. Naar aanleiding van een verzoek van Adr. de Jonge, die plan heeft te bouwen in het „weitje" van No3ke tusschen de Geref. kerk B en P. Dieleman, zegt de Voorz. dat terrein een3 te hebben be zocht met den wethouder Kruijsse en dhr. Smies, wat tot resultaat heeft, dat door B. en W. wordt voorgesteld de rooilijn vast te stellen van af den hoek der doleerende kerk tot aan den hoek van het huis van P. Dieleman. Uit het verslag van den Bouwmeester blijkt, dat om de rioleering daar in orde te maken aan den bestaanden put eene put bij te maken van cement en ijzer van 1 bij 2 meter bij eene diepte van 50 cM. De Voorz. zegt dat de Jonge hem kleiner zou willen maken, maar stelt voor om zich te houden aan het advies van den Bouwmeester. Dhr. Kruijsse zest ook dat de Jonge zich vergalloppeerd heeft door daar grond te koopen alvorens te weten waar de rooilijn komen zal, daarom zou hij nu vooruit willen bouwen, en om die reden stelt spr. voor om reeds nu te bepalen dat de rooilijn komen zal van af den hoek der doleerende kerk tot aan den hoek van het huis van P. Dieleman, teneinde te voorkomen dat aan den Raad 7 rekwesten worden gericht om vooruit te mogen bouwen, want daar kunnen 7 huizen gebouwd worden. Daar de Secretaris het woord „do leerende" kerk wil noculeeren, maakt dhr. De Feijter de opmerking dat deze uitdrukking niet meer bestaat, maar sedert eeuigeiï tijd is vervangen door den naam Gereformeerde Kerk B. Dhr. Kruijsse zegt dat de gemeente' hiervan nooit officieel kennis heeft ont vangen, dat is misschien officieus gegaan. VII. Aangehouden verzoek van de atd. Axel, Z. L. M. om gebruik te mogen maken van het gymnastieklokaal der o. 1. s. Z. h. s. wordt de vergunning verleend met de bepaling dat de weer baarheid des Zaterdags niet voor 4 ure des nam. het lokaal zal mogen in ge bruik nemen. Hiervan zal aan de weerbaarheid worden kennis gegeven. VIII. Verzoekschrift van de vereeni- ging van ged. oud-leerlingen van land- bouwcursussen Excelsior afd. Axel, om gebruik te mogen maken van eeü lokaal der o. 1. s. tot het geven van les in het landfneten met de ketting. Dhr. Kruijsse zegt dat de vereeniging nog niet kan opgeven op welke dagen en uren zij van het lokaal wenschen gebruik te makeu, doch willen zich gaarne onderwerpen aan de regeling van B. en W. Nu is het te verwachten dat de Weerbaarheid er tegen op zal komen. Deze laat n.l. iedere Maandag morgen op haar kosten het gymnastiek lokaal schoonmaken, dus zal Excelsior het met „Weerbaarheid" moeten zien te vinden. Dhr. De Feijter zou het beter achten dat het schoonmaken geschiedde op kosten van de gemeente. Dhr. Smies zou het laten zooals het is, de Weerbaarheid is daar nu eeumaal mee begonnen, en ik zou dat zoo maar laten. Het zijn weer al kosten voor de gemeente, en daareven hebben we pas uit deu mond van De Feijter ge hoord, dat op iedere gulden moet gelet worden. Dhr. De Feijter zegt dat men niet terugdeinzen moet voor uitgaven, wan neer het eene vereeniging betreft die het gemeentebelang raakt, en dat doet deze vereeniging. Z. h. s. wordt besloten het te laten zooals het is. IX. Voorstel van B. en W. om ad- haesie te verleenen aan het adres van de Vereeniging van Burgem. en Secr. in het voormalig 4e District van Zeeland, gericht aan de Prov. Staten vau Zeeland, om het daarheen te leiden dat door tusschenkomst van de prov. Zeeland, of althans met medewerking een ver binding tot stand komt tusschen het Westelijk en Oostelijk deel van Z.-Vl., zonder op Belgisch grondgebied te be hoeven te komen. Dhr. Smies acht het zeer gewenscht dat zulk een weg tot stand komt. De Voorz. ze£t dat ook het Dag. Bestuur van het zelfde gevoelen is en stelt daarom namens dit college voor adhaesie te betuigen waartoe z. h. s. wordt besloten. X. Voorstbl van dhr. P. Dekker Fz. om geen draaiorgels voor dansmuziek toe te laten. Dhr. Wolfert vraagt of andere orgels dan draaiorgels mogen spelen, die houden toch evenveel leven. Dhr. Lamaïtre Mocht later blijken, dat zulks het geval is dan kan er weer met een ander voorstel] aangekomen worden. Dhr. Smies zegt ook dat die groote draaiorgels nog al veel leven houden, de buren hebben er last van en klagen er over. Dhr. Kruijsse zegt dat hieromtrent nog nooit een klacht is ingekomen, bovendien bedoelt mijnheer Dekker zulke personen niet, maar wel diegene die de inrichtingen bezoeken, waar die draaiorgels staan, maar dan moeten ze thuis blijven, dan hebben zij er geen last van. Het voorstel wordt hierna aangeno men met 8 tegen 1 stem Tegen dhr. Kruijsse. XI. Verzoekschrift van het Bestuur der Ziekenverzorging te Ter Neuzen om verhooging van subsidie. Genoemd bestuur vraagt de subsidie tot 125 te verhoogen. B. en W. stellen voor hierop niet in te gaan wat z. h. s. wordt goedgevonden. Dhr. de Feijter zou het bestuur van Ziekenverzorging willen aanraden bij de commissie der Huisvlijttentoonstelling te Ter Neuzen aan te kloppen, die weten met hun centen geen raad. XII. Verzoekschrift van A. Butler om verhooging van jaarwedde als klok kenist. Adressant geeft te kennen dat hij steeds met ijver en nauwgezetheid de stadsklok heeft bediend. Dat het uur werk oud wordt, en de gebreken zich overal sterk vertoonendat de klok aanhoudend toezicht en dikwijls her stelling behoeftdat hij de klok dagelijks 2-maal moet opwinden en daarvoor een salaris erlangt van 81/2 cent per dag, ot f £0 per jaar. Redenen waarom hij verzoekt zijn tractement te willen bren gen op 120. Dhr. de Feijter vraagt wat B. en W. hieromtrent hebben besloten. De Voorz.Afwijzend te beschikken. Dhr. de FeijterMag ik de reden weten waarom?' Dhr. Kruijsse zegt dat Butler in zijn rekwest mis is en hij niet 8l/2 cent maar 171 2 cent per dag verdient. Daarvoor moet hij 2-maal per dag de klok opwinden wat iederen keer onge veer 5 minuten duurt, d. i. dus'17V2 cent per 10 minuten dat is per uur ruim 1. Me dunkt dat iemand met 1 per uur tractement niet mag klagen. Als er reparaties zijn dap moet de smid er toch bij gehaald worden, want dat kan de man niet. Dhr. DregmansZouden we er niet toe kunnen besluiten om er iets bij te doen. Niemand steunt dit voorstel, weshalve wordt besloten tot dat van B. en W., en het verzoek z. h. s. wordt afgewezen. XIII. Vaststellen Gemeentebegrooting voor 1909. Omtrent den aangehouden post schoon houden, meubileeren, enz. Gemeente huis" wordt besloten tot aanschaffing van een cocoskleed op den vloer ko mende tot aan de balustrade en ],idem van een nieuw tafellaken, tot een ge zamenlijk bedrag van f 60. Voor stemden de hh. P. Dekker, Smies, de Feijter, Kruijsse, Dregmaus eu Dieleman, tegen de hh. Wolfert, Van Driel en de Voorz. De Voorz. zegt dat de post „Briefport" zegels enz. ad 75 door de commissie wel wat scherp is genomen en wenscht dezen te behouden op 100. Dhr. Smies zegt dat de uitgaven daarvoor toch ieder jaar verminderen. Dhr. Kruijsse De reden waarom de commissie dezen post met 25 ver minderde is deze: Als er over 100 beschikt kan worden dan is er ook kans dat er 100 uitgegeven wordt, omdat die post zoo rekbaar is. De Voorz.Er is nog al wat noodig, ik hoop dat u nu als wethouder eens getuige zult zijn van de uitgaven. Dhr. KruijsseIk kau ze dan des te gemakkelijker controleeren. De Voorz. stelt voor deu post op /*100 te houden. Voor stemden de hh. Van Driel, P. Dekker en de Voorz., tegen de hh. Wolfert, Smies, de Feijter, Kruijsse, Dregmans en Dieleman. Z. h. s. wordt aangenomen het voor stel van B. en W. om dat gedeelte der boomen die dood zijn op de begraaf plaats te rooien en daar eene nieuwe haag te planten, terwijl het voorstel om op het straatmest boomen te planten op advies van dhr. Kruijsse wordt in getrokken. Het bedrag van de kosten van het maken van een riool aan de doleerende kerk wordt z. h. s. op de begrooting gebracht ter somma van 225. De Voorz. vraagt of genoegen kan genomen worden met de benoeming voor één jaar van de beide straatvegers en lantaarnopstekers zonder eene op roeping te doen. Hiermede wordt ge noegen genomen. Dhr. Kruijsse stelt voor om de be noeming van den 2en beambte ter secretarie met 2 jaar te verlengen wat eveneens z. h. s. wordt aangenomen. De hoofd, omslag wordt vastgesteld op 15500 tot een maximum bedrag van 20000, en de begrooting alsnu in zijn geheel goedgekeurd. De Voorz. stelt voor, met het oog op eene spoedige indiensttreding over te gaan tot het benoemen van een onder wijzer, wat z. h. s. wordt goedgevonden. De zitting wordt voor 10 minuten gesloten. Na heropening deelt de Secr. mede dat hebben gesolliciteerd de h.h. D.-van Maris van Driewegen, J. C. P. Jansen Verplanke van Rilland-Bath, Neeteson van Breskens en Anth. Zuring van Zutphen. Alleen de laatst» sollicitant komt niet op de voordracht voor. M. a. s. wordt benoemd dhr. D. van Maris te Driewegen. Punten XIV, XV en XVI betrekkelijk kohieren hoofd, omslag en schoolgelden, worden met gesloten deuren behandeld. Omvraag. Dhr. Dekker zegt dat de straat aan Corn. Scheele zich in een slechten toestand bevindt, dat er zulke diepe groeven naast liggen en men bijna onder door het fondament van het huis van Kee Wijna in huis kan kijken. Sp„r. vraagt of hier geen ver betering zou kunnen worden aange bracht. De Voorz. zegt toe het te zullen onderzoeken. Dhr. Wolfert vraagt of er ergens aan den Vaartdijk (gehucht De Meestoof) niet een brandput van de gemeente ligt. Hoe moeten die menschen daar aan water komen ingeval van brand. De Voorz. zegt zulks niet te weten. Dhr. Smies zegt dat daar altijd een putje gelegen heeft dat de „meestoof" daar had latep graven. De Voorz. meent dat het bezwaarlijk gaat daarvoor van gemeentewege te zorgen. Men kan van Kijkuit ook wel kbmen. Hij zegt evenwel toe de zaak te zullen onderzoeken. Dhr. de Feijter komt met klachten van O. Fermont dat de lantaarn yoor zijne woning eenige malen niet h&eft gebrand, ofschoon toch verlicht moest worden, hij vlraagt hoe dat komt. De Voorz. zegt dat heel goed te kunnen aannemen. De lantaarnopsteker heeft het in den laatsten tijd niet af gekund en zal daarom een paar lan taarns die hij gedacht heeft dat minder noodig was, hebben overgeslagen. Het zelfde is in den buitenweg ook gebeurd. Dhr. de Feijter Dan moet hij maar een half uur lauger er over werken. Mijns bedunkens legt de lantaarnop steker geen grooten ijver aan den dag. Fermont zeide mij dat hy er Hottinga over gesproken had, en dat hij van dezen nog een stevigen uitbrander kreeg. Dhr. KruijsseIn de volgende ver gadering zullen we met de nieuwe in structie komen voor de lantaaropstekers. Dhr. de FeijterDaar schieten we niet veel mee op als we met koppige personen te doen hebben. Niemand meer het woord verlangende wordt de vergadering gesloten.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1908 | | pagina 3