k Alkmaar begint ie Victorie. \o. 55, Woensdag 7 October 1 SMIS. lMe 5aarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli- V]aan deren. F. DIELEMAX, Buitenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent, Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGE VER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden n^ar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DUITSCHLAND. Japan heeft van Rusland de terug- sending gevraagd van het stoffelijk oyerschot van zijne soldaten, die in Russische krijgsgevangenschap zijn ge storven. Vrijdag zijn te Hamburg de eerste 23 lijken van Japansche officieren aan gekomen. Zy worden daar verbrand, en de urn met de asch zal later aan i familie in Japan toegezonden worden. De bekende landraad von Uslar, die met zijn „tooverroede" in Duitsch Zuid- West-Afrika naar water heeft gezocht, i« nu in Duitschland terug en heeft daar dadelijk, volgens de kranten, weer een kunststuk volbracht. Te Hoisdorf, waar men water noodig had, wees zijne roede een plaats aan, waar water op 10 M. diepte moest voorkomen. Men ging aan het boren, en men was acht meter diep, toen het boortoestel op een zeer rijke waterader stiet. FRANKRIJK. Zoetjesaan raken de dramatis perso nae van het treurspel-Rémy bij het groote publiek in vergetelheid, niet echter bij de rechterlijke macht en haar staf. De rechter van instructie zet dag aan dag en week aan week zijn onderzoek voort. Vooral het ju weelkastje en het beddegoed zijn in den laatsten tijd onderwerpen van waar neming en bespiegeling geweest. En dan weer Renard, de maltre d'hötel en dan weer Courtois, de jonge lakei, en IV. Terecht heeft Nederland ten aanzien van Haarlems beleg niet den rampspoe diger uitslag maar alleen het ingespannen pogen van burgers en bezettiDg tot maat staf genomen, en mitsdien dit beleg onder de roemrijkste wapenfeiten onzer voorvaderen gerangschikt, spijt de ge- de overgave. Die overgave, door nijpenden honger en lafheid van Duitsche huurlingen besloten, met moord en af persing bekocht, vond plaats op 13 Ju 1 ij 1573, en reeds den 16en rukte Don Frederico de Toledo, tuk om 't behaalde voordeel te vervolgen op 't naburige Alkmaar aan met een legermacht van 2500 voetknechten en 300 ruiters. Reeds lang had Sonoij, had ook Willem van Oranje begeerd, dat de stad r ze zoozeer aan den eersten aanstoot lag, meer bezetting zou innemen; doch de Regenten, v>or de woestheid en roof zucht der gewezen Watergeuzen, die toen nog het meerendeel van 's Prinsen volk uitmaakten, beducht, en enkelen ook wel in hun hart nog niet geheel van Spanje afkeerig, hadden verzocht met het door hen zeiven opgerichte vendel, meest dan weer beiden tegelijk, worden ge raadpleegd, toegesproken, uitgevraagd. Beide verdachte personen blijven bij hun oorspronkelijke verklaring. Renard zegt, dat hij met den moord niets, en ook heelemaal niets heeft uit te staan Courtois zegt, dat Renard, naakt, in den nacht bij hem is gekomen en hem uit zijn bed heeft gehaald, en dat Renard en hij samen hun ouden meester hebben omgebracht. Twee medici, doctor Vibert en doctor Balthazard, hebben als zoodanig ver slagen uitgebracht over hun bevindin gen. De rechter van instructie heeft de rapporten dezer deskundigen aan Renard en Courtois medegedeeld. Zoo wel het rapport van Vibert als dat van Balthazard is voor Renard vrij gunstig. Vibert merkt op, dat er tegen Renard geen enkel feit kan worden aangevoerd waaruit onmiddellijk van diens deel neming aan het misdrijf zou blijken, terwijl er tegen Courtois eenige stoffe lijke bewijzen voorhanden zyn. Ook al zou Courtois niet bekend hebben, dan zou het bewijs voor diens schuld te leveren zijn. Courtois heeft een bijtwonde aan den duim opgeloopen in de worsteling met Réray. Courtois heett indrukken van zijn bebloede handen achtergelaten, op het bed en in de dienkamer. Courtois is in het bez't van de juweeleu bevonden. Doctor Balthazard blijft bij de mee ning dat de moord waarschijnlijk be dreven is door de twee personen. Maar ook hij twijfelt. Het is vreemd, meent Balthazard, dat de 'heer Rémy, reeds gewond, en allicht reeds doodelijk ge uit hunne eigene burgers saamgesteld, te mogen volstaan. Zoo waren de Geuzen te Heilo en Egmond op den Hoef geble ven, eu lagen daar nog, toen de Span jaard aantoog. Zelfs nog den voorgaanden dag had men Jonkheer Japues Cabiljauw, Heer van Mulhem, die bij lastbrief des Prinsen toe krijgsgouverneur van Alkmaar was aangesteld, ronduit geweigerd, om ook maar met de compagnie, waarover hij persoonlijk bevel voerde, binnen de stad te komen, niettegenstaande hij de Regee ring een daartoe strekkend eigenhandig schrijven van Oranje, zoo wel aau haar als aan hem gericht, vertoonde. Men wilde evenzeer zijne als de Spaansche soldaten buiten houden, en eischte dwaas- seiijk, dat hij versterking vragen en daarmee ter plaatse waar hij lag aan de Spanjaards de spits zou bieden waar op Cabiljauw terecht inbracht; dat hij in 'topen veld met geen handvol volks, zoo als 't ook dan nog wezen zou, tegen Don Frederiks overmacht bestand was, en de bedreiging daarbij voegde, dat hij, zoo men hem uiet inliet, naar de andere zij der' stad trekken e«i hen aan hun lot overlaten zou. »Ik verkies met miju volk niet gelegerd te blijven, waar ik den vijand van voren heb, en eeue stad, die ik niet weet of vijand dan vriend zij, van achter." Maar nu zag men van den kaut van Heilo ia de verte reeds het bliukea der troffen, nog heeft kunnen opstaan van zijn bed en naar het midden ran de kamer loopen, waar hij den geest ge geven heeft. Als er twee moordenaars geweest zijn, dan moet men in elk geval aannemen, dat degene, die Rémy vasthield, niet op zijn hoede is geweest. ENGELAND. Men maakt zich hier en daar in Engeland ongerust dat de vreemdeling, de Duitscher met name gebruik xal maken van den stilstand in de spinnerij van Lancashire om den Engelschman klanten af te vangen. Een paar ver tegenwoordigers van Duitsche fabrieken, dezer dagen te Manchester op de beurs gezien, hebben er den schrik in ge bracht. Een bizondero verslaggever van de Daily Telegraph te Manchester 3telt zijn landgenooten gerust. Ja, als de staking twee maanden of langer duurde, dan zou 't bedenkelijk worden. Maar zoo lang, of langer dan twee maanden althans, zal zij wel niet duren. Duurt ze slechts een maand, dan zal de handel er baat bij vinden, want er was slapte. Bovendien, voor den Duitscher hoeft men niet bang te wezen. De handels geest is hem wel aangeboren, en hy zou wel graag mee den lepel in den breipot steken, maar de Engelschman heeft veel bij hem voor. De Duitsehers kunnen geen garen maken voor den Engelschen prijs. De Duitsche spinne rijen zitten op bijna de dubbele kapi- taallasten vergeleken met de Engelsche. Het loon is in Duitschland weliswaar lager en het aantal arbeiders is er Spaansche wapenen, en het Prinsenvolk had zich op hunne nadering van die zijde naar de poorten terug getrokken, voor de laatste maal, en thans onver wijld, op inlating aandringende. Voor de Friesche poort stonden met hunne compagniën Hopman Jajues Heunebaert en Dirk Duijvelanderen hadden over de Geest post gevatCabiljauw zelf en Nicolaes. Ruijchaver kwamen voor de oude Kenuemerpoort. De stad was in rep en roer, een waar toonbeeld van verwarring zoo overhaast hadden alleen zij den Spanjaard verwacht, die op hope van pardon, of wel uit besliste konings gezindheid, in 't geheim met hem onder handeld hadden, en wier afgevaardigden te dien einde, naar men elkaar vertelde, Don Frederik in zijn kwartier voor Haarlem hadden opgezocht. Riepen de zen, door de nadering hunner bondge- nooten overmoedig gemaakt, thans open lijk eu met alle teekenen van blijdschap, dat men Zijner Majesteits knechten be hoorde in te nemen, een panische schrik daarentegen maakte zich van wie andei's dachten meester, en dreef menig hunner naar de Haven van de Voormeir, waar zij iu allerijl de hoornen opbraken, en ter schuite naar Hoorn en elders ver trokken. lutusschen hield Cabiljauw door 't neer gelaten valhek der Kenuemerpoort eeu mondgesprek met de soldaten, die daar binnen de wacht hadden. Hij hield huu grooter, maar ze zyn bij lange na niet zoo goed als de Engelsche. In Duitsch land wordt er per spil minder opgele verd, en de bedrijfskosten zijn zoo hoog, dat Duitschland niet tegen Engeland op kan. De Duitsche spinnerijen kun nen ten overvloede haast niet genoeg voor de Duitsche weveryen leveren. Elders kan het Duitsche garen dus ook niet het Engelsche verdringen. Een Engelsche post wet van 1884 geeft een middel aan de hand om prent briefkaarten mét onwelvoeglijke voor stellen en taal te weren. Niet alleen bezorgt de post ze niet, wanneer de aandacht er op valt, maar de verzenders staan bloot aan gevangenisstraf tot een jaar toe, en aan boete. De postmeester- generaal herinnert het Engelsche volk nog eens aan die wet. OOSTENRIJK-HONG ARIJ E. Aan den gala-maaltijd ten Hove ter eere van het Spaansche Koninklijke paar betuigde Frans Jozef zijn hoogen gasten er zijn dank voor, dat zij hem in zijn jubeljaar hun gelukwenschen waren komen bieden hij beschouwde dit als een nieuw bewys van de banden, die Oostenrijk en Spanje vereenigden. De Spaansche koning antwoord de daarop, dat ook hy Habsburgseh bloed in zijn aderen had. Hij gevoelde tot in den grond zijns harten en met grooten trots de banden van bloedverwantschap, welke hem aan Oostenrijk's Keizer bonden. Hij beschouwde het als een groote eer Frans Jozef als eere-commau- dant van het Spaansche leger te mogen zien. voor, hoe men uit Haarlem niets dan van ophangen en onthoofden hoorde, en hoe zij dus bij zulk een exempel alle betrouwen op de Spaansche goedertieren heid* vrijelijk aan een kant kosten zetten hij maande hen aan, dat *zij de tot dus verre aan vaderland en godsdienst betoon de trouw immers nu uiet zouden ver zaken hij drukte eindelijk hun op 't hart, wat zware verantwoordelijkheid zij op zich laadden, wanneer zij hem althans niet in de mogelijkheid stelden, om een zaak, waar zooveel van afhing, nog een maal met hunnen Magistraat te bespre ken. Met al zijn mooi praten, gelijk een oud berichtgever 't noemt, zou hij nog- thans misschien luttel hebben uitgericht, indien het wachthebbend rót uiet juist onder Egbert Diert als vaandrig gestaan had. Zonder zich langer aan 't gemor van een aanmerkelijk deel zijner onder- hoorigen te storen, 't welk den Geuzen deze laatste kans van binnen te raken gaarne had afgesneden, tastte hij door, en gaf orde, om het hek voor Cabiljauw Ruichaver, en nog een paar andere be velhebbers op te halen, en hen ongehin derd hun weg naar 't stadhuis te laten vervolgen. Op dat oogeublik kwam de Commissaris Mostert aausnellen. die, door een toeschouwer van den hete'ligen stand der zaken verwittigd, besloten had al 't gezag, dat hem nog overbleef op't spel te zetten, ten einde den mat) iu te krij gen, in wiens haudeu, met verzaking

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1908 | | pagina 1