Het kruis yan Innesmore. \o. 22. Zaterdag 20 1908. udJk} Uil flj 2ie Jaar<r. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. SHFLFM W. Buitenland. FËUl LLETON. 1 Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor Bïlgiï 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor elkeD regel meer 5 Cent Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal* Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. FRANKRIJK. De Speelduivel. De Parijsche correspondent van de N. R. Cr. schrijft. De .groote week van het paard" is ten einde. Zoo beeten namelijk de af- geloopen dagen, dagen van ongebonden spel in alle lagen der bevolking, van schreeuwende internationale luxe, van laatste modes van japonnen van 3000 en hoeden van 1000 franken, van door- eenwarreling van ,demi monde" en .monde", van parvenues, snobs, avon turiers en aristocraten, van echte en valsche weelde; dagen van handig ge ëxploiteerde en officieel aangemoedigde speelzucht, van opgeschroefde kwasi- bolangstelling over het afjakkeren van eenige paarden op een renveld. Dit alles onder motto aanmoediging van de paardenteelt. Ironie van het lotnooit ziet men zooveel uitgeputte, overwerkte, armzalige fiacrepaarden onder vloeken en zweepslagen moeten ze ofschoon te moe om op hun pooten te staan, onmogelyk volle fiacres naar de uren ver gelegen renvelden sleepen. Nooit ziet men de arme dieren in zulk een deerniswekkende toestand, als in deze dagen van aanmoediging van de paardenteelt. Nooit leert men zooveel wenschen uitspreken voor de definitive vervanging van paarden door automo bielen. De „Grand-steeple" van Auteuil van Zondag voor acht dagen de dag van verleden Vrijdag en de .Grand Prix NOVELLE. 21) Slot. X. Beaufort vermoedde nog niets van dat alles, toeQ hij met vrouw en kind naar Heron-Castle terugkeerde, om daar den sluier van een geheim op te lichten, die reeds te lang bedekt gebleven was. Hoe schitterden de oogen van Archi bald, toen hij in de verte den naderen den stoet bemerkteHij ijlde naar be neden over de slotbrug en begroette den man, die hij eens naar het leven had gestaan met een gevoel, waarvan hij zich geene rekenschap afleggen kon. Was de hoop weer levendig in hem geworden, als de pheniks opstaat uit zijne asch en zijne glanzende vederen gedurig weer hooger in de blauwe lucht verheft. »Wees gegroet!* sprak Beaufort en reikte hem nog op het paard gezeten, de hand toe. De blikken der jonge lieden ontmoetten elkanderhet hart van Anna ondervond een wondervreemd gevoel, want zij wist alles reeds De moeder zag met innige deelneming op deu jongeling. de Paris" van Zaterdag, dat zijn de drie laatste groote rendagen, die het Parijsche seizoen heeten te sluiten. Na den .Grand Prix" is het ,van goeden toon" Parijs te verlaten of althans te zeg gen enkel nog bij toeval of door bijzonde re omstandigheden in de stad te zijn. De laatste jaren begint echter het Parijsch seizoen zich iets te verlengen en is er een, men zou kunnen zeggen, republi- keinsche regeering om het tot den veer tienden Juli, den nationalen feestdag te rekken. De .Grand Prix" is de drukst be zochte maar minst sjieke der groote rennen. De Grand steeple van Au teuil is sjiek. De dag van den Drags, die niet een Zondag is, is erg sjiek en elegant. Bejaarde duchesses gaan er vaak zelfs heen en groote rijke mail- coachen voeren er de beau-monde en de deftigste demi-monde aan. De Grand Prix daarentegen krijgt steeds meer het karakter van een volksfeest. Een ontzaglijke menschenmassa trekt er 's morgens met proviand beladen door het Bosch van Boulogne reeds heen, dejeuneert langs deu weg in het gras, en overstroomt vroeg in den middag het groote middenterrein van de ren- vlakte van Longchamps. Een aanzien lijk gedeelte van het volk, in sommige klassen en bedrijven bijna zonder uit zondering, speelt het geheele jaar op paarden. Voor den Grand Prix neemt het spelen een kolossalen omvang aan. De schrielste keukenmeid en het laag ste klerkje schrapen nog enkele fran ken bijeen om hun geluk te beproeven »Nu moeten wij met elkander spre ken, Archibald Mac IunistnoreU zeide Beaufort toen hij afgestegen was. De vrouwen verdwenen door de deur, die langs de wenteltrap na&reene der toren kamers den toegang gaf, en de mannen gingen zwijgend voort door den langen gang tot zij in de groote zaal gekomen waren. »Spreek, sir Walter! Spreek nu mijn vonnis uit!* riep Archibald. »Zoo laat mij met één woord'zeggen, wat mij het eerst op het harte ligt,* sprak Beaufort, terwijl hij zijne hand vatte, »gij staat tot mij in nauwe be trekking, gij zijt de zoon van mijn kind »Ha!« riep Archibald en sprong achteruit, terwijl hij met ongeloof in zijnen blik den ouden man aanzag. »Uwe moeder was mijn kind het kind uit eene vroegere verbintenis.* »Maar mijn vader, mijn vader riep Archibald, de man van uw kind En in dat woord lag een gruwzaam verwijt. >Hij ruste in vrede!* zeide Beaufort. »Hoor mij aan mijn zoon De wereld mag het niet vernemenik heb mijn geheim tot hiertoe alleen toevertrouwd aan het trouwe vriendenhart, maar ook u ben ik eene volledige verklaring schuldig. Uwe moeder rust nu in de koele aarde zij zal veel geleden heb ben. O mijn zoon Ik had haar lief op het paard, waarvan een of ander vertrouwelijk bericht vau een „goed ingelicht" persoon, of enkel een pro- nostiek van een krant, hun de „schoone kansen" heeft doen kennen. Arme fran ken, arm geluk. Er is geen dwazer en belachelijk-jammerlijker spelen dan dit „speciaal ingelicht" spelen van het Parijsche volk op de paardenrennen. Kolossale sommen worden er jaar lijks door opgeslokt. De staat doet niets om dit tegen te gaan. Integen deel, hij strijkt -met voldoening de mil- lioenen op die de „pari rautuel" jaarlijks in de schatkist brengt Maar met het spelen op paardeil houdt de' speelzucht en speelgelegen- heid niet op en eeu andere tak, die der loterijen, neemt onder de werkelijk on verdedigbare machtigingsgulheid der regeering een onrustbarenden omvang aan. Het beursspel, het rennenspel in de clubs, was gezamenlijk reeds om vangrijk en in alle lagen di#p door gedrongen genoeg om het daar maar bij te laten. Bij een hoogst enkele ge legenheid, voor een belangrijk liefda- dadig dpel, machtigde men zoo nu en dan wel eens loterijen, maar dit wa* hooge uitzondering. De laatste jaren bijzonderlijk, is dit veranderd. De re geering verleent steeds meer machti gingen voor loterijen. Dit. was een nieuwe wijze van parlementsleden aan zich verplichten en hun stemmen aan zich verbinden, een nieuwe wijze om met de staatsmacht politieken handel te drijven. Naast de kaartjes, de de coraties, de tabaksbureaux kwam de machtiging voor een loterij, te houden gelijk een vader zijn kind liefhebben kan, maar slechts zelden zag ik haar, want zij werd in Frankrijk opgevoed. Wie hare moeder was, dat heb ik slechts aan eenen enkelen gezegd, die hare hooge geboorte na aangingHet meisje groeide op, zij was opgeruimd en vroolijk van hart!* »0, zij kon zoo vroolijk zijn sprak Archibald diep bewogen, »maar het was als een zonnestraal die even haar pad verlichtte.* Beaufort aarzelde een oogen blik. Vrede zij haar!* sprak hij toeu weder. Vraag mij niet, hoe uw vader baai- bewogen heeft om alles te vergeten, alles Hij was in Frankrijk, daar won hij het hart van het zorgelooze kind en zij verdween met hem Ik hoorde in vele jaren niets van haar, eiudelijk ont ving ik langs een' geheimziunigen weg eenige tijding. Het was eener andere, wier hart hing aan het verloren kind hare moeder na ongeloofelijke moeite, gelukt haar verblijf uit te vorschen. Ik was nu reeds lang gelukkig gehuwd en had haar sedert jaren niet weder gezien. Toen liet zij mij van haar sterfbed eene P laatste bede toekomen, de bede om ons kind haren zegen te brengen en mij te overtuigen of het gelukkig was. Ik ge hoorzaamde, want mijn hart dreef ook mij daartoe. Met een vrijgeleide van koning David en van de hoofdlieden van Abthol en B&denoch, kwam ik ten bate van een of andere instelling uit het district van een kamerlid. Ook hier dus een manifestatie van den on gezonden politieken toestand, van een van de leelijkste zijden van de „crisis van het parlementarisme." Zoo talrijk werden de aan alle kanten van het land gemachtigde loterijen, dat om el kaar niet te veel schadelijke concur rentie aan te doen, een aantal zich in syndicaten vereenigden, welke syndi caten met een kolossale en brutale re clame in het geheele land, met ver lokkingen van extrapremiën die in nietswaardige prullen bestonden, een schandalige eh ongezonde aanzetting en exploitatie van de speelzucht tot in de onderste lagen des volks onder han den genomen hebben. Hét kan waar lijk aan da aandachtige opmerkers niet meer ontsnappen dat men b'ézig i» den speelduivel op alle wijzen in te halen dat de regeering, met de gemakkelijk heid van vergunning voor loterijen als het ware de moreele volksgezondheid verhandelt. Er moge wat waarheid zijn in de redeneeringen der bittere tijdsfllosofen, die zeggen dat deze on gehoorde speelzucht een teeken des tijds is bij den harden, zwaren strijd om het bestaan, bij de armoede aan geestelijke idealen, bij het losraken van de oude maatschappij, bij de verwar ring en de opstand in de gemoederen, den opstand tegen den arbeid en de jacht naar weelde, willen allen zich aan het rad van de blinde fortuin klem men, die hen in een. slag moet bevry- den maar dit kan slechts een reden te meer zijn voor degenen aan wien's be- in de Hooglanden, kwam nabij Innis- rpore.* Verder, verder?* riep Archibald. »Met eenen Hooglaodschen gids ging ik langs deu oever van het meer en had den bupcht reeds in het gezicht, waar ik mijn kind zou wederviuden. Daar treedt mij een hoofdman te gemoet. Zijn blik verjoeg mijnen gids. Het was uw vader, wij kenden elkander niet en eerst later vernam ik, wie hij geweest was. Trotsch vroeg hij naar mijne be geerte en dreigde den vreemden indrin ger, gelijk hij mg noemde. Ik iiad toen vurig bloed in de aderen en zal hem trotsch hebben beantwoord. Hij greep mij aan, maar ik vatte, hem met de linkerhand bij de burst, terwijl mijn rechter naar liet zwaard zocht, en ik hield het kleiuood, dat hij droeg, in mijne hand. Wij streden de noodlottige zege was mijne!* Archibald boog het,hoofd en sprak geen woord. "Nu daalden zijne getrouwen de ber gen af. Mac In nismore is verslagen Klonk hun geschrei en ik wist alles Bidderend vlood ik en was spoedig in veiligheid, bij eene naburige clan, die Innisinor.e vijandig wasmaar ik nam de verschrikkelijke bewustheid mede, dat ik den echtgenoot van mijn kind had verslagen. Begrijpt gij nu mijn kleinzpon waarom ik eeu3 uw leven verschoonde

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1908 | | pagina 1