Landbouw.
Rechtszaken.
I
dat van een gezonde. De ernstige
crisis, die wij hebben doorleefd, heeft
ook in Amsterdam wonden geslagen,
die sleQht» langzaam kunnen genezen.
Zoo maakt de voor de hoofdstad zoo
belangrijke diamantindustrie, die af
hankelijk is van de welvaart buiten
de grenspalen van ons vaderland, moei
lijke tijden door. De hechte grond
slagen, waarop die industrie gevestigd
is, wettigen echter de verwachting, dat
zy die moeilijke tijden met glans zal
kunnen doorstaan.
Van verschillende andere takken van
bedryf en handel zijn de uitkomsten
bevredigend. Een gunstig verschijnsel
is het, dat onze scheepvaart blijft toe
nemen niettegenstaande de algemeene
depressie zijn ook dit jaar het aantal
en de tonnenmaat der schepen, die van
de Amsterdamsche haven hebben ge
bruik gemaakt, weer grooter dan in het
overeenkomstige tijdperk van het vorig
jaar. Is derhalve niet alles zooals wij
wel zouden wenschen er zijn ook licht
punten, die het vertrouwen rechtvaar
digen in den verderen bloei van de
Nederlandsche hoofdstad."
De Koningin antwoordde op de ge
bruikelijke wijze. Zij verzekerde met
genoegen de voltooiing van de werken
ter verbetering van het Noordzeekanaal
geconstateerd te hebben en sprak de
hoop uit, dat deze verbetering moge
strekken tot hoogeren bloei in handel
en industrie.
Het deed Hare Majesteit leed, dat op
duistere punten moest worden gewezen,
maar met des te meer genoegen nam
H. M. kennis van de lichtpunten, die
vertrouwen geven in de toekomst van
de hoofdstad.
Woensdagmiddag maakten H. M. de
Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik, na
het houden van audiënties, een rijtoer
door de stad en werd een bezoek ge
bracht aan de tentoonstelling van leden
der Maatschappij „Arti et Amicitife" in
de zalen van het gebouw op het Rokin.
Na bezichtiging van het tentoonge
stelde, werd langs een omweg naar het
Centraal-station gereden, waar H. M.
de Koningin-Moeder omstreeks half zes
van Den Haag aankwam, om een paar
dagen ten paleixe te vertoeven.
Langs alle straten, die de stoet pas
seerde, stonden duizenden geschaard,
die de Vorstelijke bezoekers luide toe
juichten.
Tijdens de audiëntie hield de heer
Van Eeghen, voorzitter van de Kamer
van Koophandel te Amsterdam, een
toespraak tot de Koningin, waarin hij
den toestand van Amsterdam schetste
in den geest van het door den Burge
meester gesprokene.
Ook op deze toespraak antwoordde
de Koningin op de gebruikelijke wijze.
Aan de leden der Staatscommissie
voor het Reddingswezen langs de Noord
zeekust, waarvan de Prins eere-voorz.
is, en die dus als zoodanig zeer eigen
aardig, met de leden bij H. M. ter
audiëntie ging, betuigde de Koningin
hare ingenomenheid, met de wijze waar
op de commissie haar taak uitvoert.
Walter henengiDg, om, als beiden man
nen van eer en trouw, openhartig over
de zaak te spreken. Maar nog vreem
dere diagen vernam hii het grondgebied
van sir Walter was door eene bende
Schotten atgeiet en beschermd geworden
tegen iederen overval, waarbij de vijan
den zelfs handgemeen geworden waren,
maar de beschermers de sterksten waren
geweest.
Wat kon de reden zijn, waarom men
de bezittingen van Beaufort ontzag, zoo
deze niet in verstandhouding stond met
den vijand Deze inval was zeker niet
anders geweest dan het voorspel van
eeaen grooteren in den tijd des oogstes,
zoo al niet, in plaats van enkele benden,
het geheele Schotsche leger den Tweed
overtrok.
Wordt vervolgd.)
Prins Hendrik en de Landbouw.
Men meldt uit Amsterdam aan de
N. R. Ct
Donderdagmiddag werd ten paleize
onder presidum van Prins Hendrik de
aangekondigde vergadering gehouden
van afgevaardigden der verschillende
landbouworganisaties hier te lande.
Deze vergadering, waartoe Z. K. H.
persoonlijk het initiatief nam, had ten
doel bespreking van de grondslagen
eener organisatie, wier taak het o. m.
zal moeten zijn, de landbouwtentoon
stellingen voor de toekomst op zoo
danige wijze voor te bereiden en te
leiden, dat zij, zoowel uit een weten
schappelijk als uit een practisch oogpunt
tot leering strekken aan landgenoot en
vreemdeling. De regeering was ver
tegenwoordigd door minister Talma, den
directeur-generaal van den landbouw,
den heer H. J. Lovink, den inspecteur
van den landbouw, den heer F. B. Löhnis
en den inspecteur van het landbouw
onderwijs, den heer P. van Hoek. Wij
merkten verder opalle provinciale
landbouwmaatschappijen en het Ned.
Landbouwcomité; het Nederlandsch
Paardenstamboek, en het Nederlandsch
Rundveestamboekde Boerenbonden,
de Ned. Heidemaatschappij, de Provin
ciale regelingscomraissies voor de Paar
denfokkerij en de provinciale commis
sies voor.de veefokkerij de Vereeniging
tot bevordering van de pluimveehouderij
en de tamme konijnenteelt, V. P. N.
de Vereeniging tot bevordering van de
bijenteelt, en de federatieve Nederland
sche zuivelbond F. N. Z., totaal onge
veer 70 afgevaardigden. Allen zijn
genoodigd voor het bal dat Donderdag
avond ten paleize gegeven wordt.
Omtrent het verloop der vergadering
vernemen wij, dat Prins Hendrik, na
elk der afgevaardigden, een welitom
uitsprak, en uitvoerig, uiteen zette het
hiervoor geschetste doel dar vergade
ring. Iu het bijzonder legde Z. K. H.
er den nadruk op, dat niet bedoeld
wordt het scheppen van concurrentie
met bestaande landbouwvereenigingen,
maar dat gestreefd wordt naar centra-
Nadat jhr. Ruys de Beerenbrouck,
voorzitter der Nederlandsche Heide
maatschappij het woord had gevoerd,
werd onder applaus aangenomen het
voorstel van den Prins tot stichting
eener nieuwe landbouworganisatie,
welke de naam zal dragen van Konink-
lijke Nederlandsche Landbouwvereeni-
SiQS" u
Een commissie van voorbereiding,
waarvan de heer Löhnis secretaris is,
zal het beginsel nader uitwerken.
Tot leden dier commissie werden be
noemd de heeren Westerdijk, Groningen
baron Van Rengers, Leeuwarden Blom,
Meppelbaron Van Dedem, Oud-Leus
den ridder Van Rappard, Laren
Kneppelhout, DriebergenBreebaart,
Winkel Korteweg, Den Haagbaron
Collot, Hontenisse Verhey, Noord-Bra
bant Ruys de Beerenbrouck, Maas
tricht.
In het tweede gedeelte der vergade
ring deed Z. K. H., die met groote ge
makkelijkheid de groote vergadering
presideerde, voorlezing van een rede
van den Oostenrijkschen n&inister van
Landbouw, waarin de concentratie op
gelijke gronden wordt aanbevolen.
Minister Talma wees er op, dat de
nieuw gestichte vereeniging niet slechts
in naam, maar door het initiatiet van
den Prins ook inderdaad, Koninklijk is.
De volgende vergadering der com
missie wordt gehouden zoodra de com
missie van voorbereiding met haar
arbeid gereed is.
AXEL. 24 April 1908.
Gistermiddag had de opening plaats
van het nieuwe schoolgebouw in de
nieuwe straat alhier, dat ten behoeve
van het christelijk onderwijs is verre
zen. Velen waren opgekomen om bij
deze plechtigheid tegenwoordig te zijn.
Na het zingen van Psalm 1055 en
24 werd de samenkomst door den voor
zitter der vereeniging ds. E. H. Broek
stra met gebed geopend.
Daarna gaf hij lezing van een ge
deelte uit Gods woord, en wel uit Psalm
78. Het zou ou3 te ver voeren, wan
neer we de openingsrede in zijn geheel
gingen weergeven. We zullen ons daar
om bepalen tot de hoofdtrekken. Spr.
wees op het heuchelijk feit, dat in zoo'n
korten tijd een gebouw, als dit, voor het
christelijk onderwijs noodig bleek en
zelfs daarnaast in deze gemeente nog
zusterscholen bestonden. Het deed hem
genoegen te kunnen melden, dat op
deze school ondanks den strijd die er
voor gestreden was en nog gestreden
moet worden, meer dan 200 leerlingen
gingen, terwijl op de andere bijzondere
scholen in deze gemeente ook al meer
dan 100 kinders onderwijs ontvangen.
Te verwonderen is zulks volgens hem
niet, daar het geen menschenwerk,
maar het werk Gods was.
Het „God alleen de eere" was ook
hier op zijn plaats. Maar des te hooger
is het genot, aldus te zien, hoe het
werken der broederen in Axel door
Zijn gunst bekroond wordt. Spr.
spoorde aan tot dankbaarheid en
nieuwen werklust voor dat onderwijs,
dat zij naar Gods leer verlangden.
Achtereenvolgens wenschte hij het
hoofd der school en de onderwijzers
geluk met de school, die zooveel
mogelijk aan de eischeu des tijds voldoet.
Vooral het hoofd der school, die reeds
grijs was geworden in dienst van het
onderwijs bracht hij dank voor den
steeds getoonden ijver. Geheel het
personeel werd een langdurigen arbeid
toegedacht.
Varder werden architect en am
bachtslieden gefeliciteerd met de vol
tooiing en ieder, die geldelijken steun
had verleend dank gebracht.
Voor zijn tegenwoordigheid werd dank
gezegd aan den Edelachtb. heer Bur
gemeester, die als overheid genoodigd
was, daar de school thans ook aan de
wetten der overheid is onderworpen..
Afgevaardigden der Ned. Herv. Kerk,
der Geref. Kerken, schoolbesturen uit
de omgeviug en alle aanwezigen dankte
de voorz. voor hunne belangstelling.
Hierna werd gelegenheid gegeven
om het woord te voeren, waarvan ge
bruik werd gemaakt door dhr, r. Alten
van Hoek. Deze gaf een kijkje op de
geschiedenis van de verbreiding van
den godsdiensthoe die eeuwen gele
den werd tegengewerkt, niet het minst
tijdens den 80-jarigen oorlog, vergeleek
ons volk met sommige volksstammen
uit de Heilige schrift.
Hierna kwam aan het woord de heer
H. Koelmans, van Ter Neuzen. Hy
wenschte eveneens bestuur en perso
neel geluk en wees ook op de vooruit
gang van het bijz. onderwijs, dat in
1858 in deze omgeving onder leiding
van den heer Mulder begonnen met 17
leerlingen, thans aanl300 kinderen werd
gegeven. Bij die vooruitgang mag men
niet stilstaan, maar moet gestuurd wor
den naar christelijk middelbaar onder
wijs. Hier kan een christelijke hooge
burgerschool verrijzen.
De heer Van Vliet het woord nemend,
gaf als hoofd der school een practisch
kijkje op het bijz. onderwijs en de
vooruitgang der leermiddelen. Ook hij
bepleitte chr. onderwijsen evenals
zijn voorganger roerde hij even aan de
tegenwerking en smaad, die hun onder
wijs ook in deze omgeving, zooals zij
meenen, ondervond. Hij noemde den
bouw een zegen voor de onderwijzers
en leerlingen voor wat de school be
treft en zijn vrouw, voor wat de wo
ning aangaat. Hiervoor dankte hij het
bestuur.
Ook de heer P. Le Feber dankte
kortelijks als eerste onderwijzer de ver
schillende sprekers voor het hun toe-
gesprokene en drukte wederzijdsche ge-
lukwenschen uit mede namens zijne
collega's.
Nadat nog gezongen werd van Psalm
34 3 sloot ds. Mulder van 's Hertogen
bosch met dankzegging het feest, dat
nu voor de kleintjes begon.
Met ongeduld stroomden zij de lokalen
binnen verlangend met begeerige blik
ken naar het genot dat hun wachtte.
Onder het zingen van enkele versjes
voor deze gelegenheid geleerd, werden
de jeugdige gasten onthaald op melk
met broodjes.
Maandag werd te Zaamslag bij
den Heer L. J. G., onder gewone om
standigheden het middagmaal gebruikt.
Behalve genoemde heer, zijn eohtge-
noote en zoontje waren aan tafel de
dienstbode en een nichtje, dat daar
logeerde. Ongeveer 3 ure in den na
middag vertoonden zich bij het zoontje
hevige brakingen, die steeds toenamen.
Eenige oogenblikken later kwam ook
het nichtje thuis die onder dezelfde
verschijnselen hare wandeling had on
derbroken. Kort daarop vertoonden
zich bij het geheele gezin dezelfde ver
schijnselen. Een voorbijganger aange
klopt, deze waarschuwde de familie en
nu werd spoedig de hulp van een ge
neesheer ingeroepen, die vergiftiging
constateerde.
De toestand van het nichtje was
eenige uren beslist gevaarvol.
Daar het keukengeriei en het ge
nuttigde vleesch ook eea vorigen maal
tijd waren ter tafel geweest, zonder
dat daarvan nadeelige gevolgen waren
onderronden, werd in de allereerste
plaats gedacht aan vergiftiging door het
gebruik van busjes erwten
Het keukengereedschap, de gebruikte
spijzen en de bus, waarin de erwten
waren vervat, zijn door den burge
meester in beslag genomen en voor
scheikundig onderzoek opgezonden naar
het laboratorium van den heer E. H. T.
van Borssum Waalkes te Ter Neuzen.
Thans is bij alle leden van het gezin
het gevaar geweken.
Tern. Ct.
Woensdag slaagde te Middelburg
voor het onderwijzers-examen de heer
J. D. Bareman te Hoek.
Vrijdag liet een werkman op het
Groot Eiland onder de gemeente St.
Jansteen een weinig vuur iu het droge
gras vallen bij het aansteken van zijn
pijpje, zonder daarop acht te slaan.
Het vonkje stak echter de dorre gras
halmen aan, het vuur werd aangewak
kerd door den feilen wind, zoodat spoe
dig eene groote oppervlakte weiland
en daarop staande houtmijten vlam vat
ten en een begin van boschbrand ont
stond. Door het krachtig optreden der
bewoners van de hofstede bleef de brand
tot een vijftal houtmijten en enkele
boomen beperkt en was men tegen den
avond het vuur meester.
Zaterdagmiddag vergezelde te
Stoppeldijk een elf-jarig jongetje eeu
landbouwer, die met zijn rolblok van
zijn akker kwam.
De jongen kwam voor het zware
werktuig te vallen dat hem over een
been ging, welk lichaamsdeel ernstig
boven den enkel werd afgebroken.
-- In de week van 15 tot en met
21 April 1908 zijn in Zeeland voorge
komen 2 gevallen van typhus en f'ebris
typhoidea, 3 van roodvonk en 1 van
diphtheritis te Kruiningen te wetan
van typhus en febris typhoidea 1 geval
te St. Maartensdijk en 1 te Tholen
van roodvonk 1 geval te Aardenburg,
1 te Kruiningen en 1 te Vlissingen.
Arrond. Rechtbank te Middelburg.
Heden Vrijdag zijn veroordeeld
wegens
wederspannigheid J. O., 26 j., varens
gezel te Neuzen, tot 1 m., P. H., 40j.,
varensgezel te Neuzen tot 3 w. ge
vangenisstraf.