6
Landbouw.
Gemengd Nieuws.
Deze laatste heeft Vry dag een groote
receptie gehouden yoor de Amerikaan-
•che zeeofficieren. Bovendien is als
hulde aan de nagedachtenis van George
Washington, deze Zaterdag tot een alge-
meene vacantiedag verklaard.
Er is in de buitenlandsche bladen
eenige tegenstrijdigheid, wat betreft de
berichten over admiraal Evans. In
Fransche couranten leest men, dat de
vlootvoogd nog steeds ongesteld is en
niet in persoon zal deelnemen aan de
teesten te Callao en Lima.
Andere bladen weer verzekeren dat
de admiraal allang volkomen hersteldjs.
De teelt van haver.
Ofschoon haver op allerlei gronden
groeien wil, zoo verkiest ze toch een
tamelijk vochtigen bodem boven een
anderen. Reeds uit de omstandigheid,
dat er gedurende haren groei zeer veel
water uit hare stengels en bladeren
verdampt (2,9 tot 4,9 m.M. tegen 0,7
tot 1,4 m.M. uit aardappelplanten) laat
zich dit afleiden, terwijl de ervaring
xulks bevestigt.
Overigens gevoelt ze zich recht goed
thuis op gronden, rijk aan stikstof, zooals
b. v. pas ontgonnen gronden en ge
scheurde weiden.
In de gewone vruchtwisseling volgt
ze het best na een hakvrucht, die den
grond vry van onkruid achterlaat. Ook
kan ze, als diepwortelend gewas, goed
na de vlakwortelende gerst, doch minder
goed na tarwe en vooral na rogge ver
bouwd worden.
In ons land, alsmede in België wordt
by na alleen zomerhaver verbouwd. In
Engeland, in Frankryk en andere meer
zuidelijk gelegen landen worden ook
wintervariëteiten geteeld, in Frankrijk
met name de grijze en de zwarte winter-
haver, die beide in vruchtbare gronden
sterk uitstoelen en een grooten zware
korrel, benevens langstroo voortbrengen.
Een proet, onder de gemeente St.
Jansteen met de zwarte winterhaver
genomen is, naar we vernemen, door
de hevige winterkou mislukt.
De meest aanbevelenswaardige ver
scheidenheden zomerhaver voor onze
streken zijnde Lentowitzer en de
Jubiléehaver voor alle gronden, de
Probsteier voor lichte, de Ligowo, de
Anderbecker en Heine's Estragreichte
voor zware gronden. Van vroeg ge
zaaide haver ia het hectoliter-gewicht
alsmede de korrelopbrengst steeds groo-
ter dan van laatgezaaide.
Haver heeft veel behoefte aan stikstof
bij talrijke proeven, in potten genomen,
gaf de bemesting zonder stikstof slechts
de helft, soms zelfs niet meer dan een
derde van de opbrengst verkregen met
volledige bemesting. Daarvandaan dat
men, met stalmest alleen die vóór
Kerstmis in den grond dient te zijn
gebracht voor dat gewas niet kan
voorzien in de behoefte, die een flink
gewas haver aan stikstof heeft. Men
moet dus doorgaans ook stikstof houdende
hulpmeststoflen aanwenden.
Daar onder de haver zeer dikwijls
roode klaver uitgezaaid wordt, vermijde
men evenwel een zware bemesting met
stikstofhoudende kunstmeststoffen, ten
einde te voorkomen, dat die zich weel
derig ontwikkelt en de haver de onder
vrucht verstikt.
In vele streken wordt, en met zeer
goede resultaten, het te kort aan stikstof
gegeven in den vorm van de snelwer
kende Chilisalpeter. Men doet het dan
op deze wijze Bij eene volledige be
mesting met stalmest geeft men als de
haverplantjes het derde of vierde blad
hebben, niet meer dan 100 K.G. Chili
salpeter per H.A. bij half om half d.i.
halt stalmest en half kunstmest geeft
men 100 K.G. Chili even vóór het zaaien
der haver en na het opkomen nog eens
100 K.G., terwijl men, als niet met
stalmest bemest wordt, even vóór het
zaaien 100 K.G. en na het opkomen
nog 200 K.G. Chilisalpeter per H.A.
aanwendt. Het vermogen der haver
wortels om die kali nog te kunnen op
nemen, welke voor andere planten te
vast zit is vrij groot. Daarom wordt
vaak gezegd, dat de aanwending van
een kalihoudende meststof op haver
alleen voordeel geeft op zand en veen
grond doch op kleigrond niet rendeert.
Om die uitspraak eens aan de werke
lijkheid te toetsen werd in het voorjaar
van 1907 in den Kruispolder onder de
gemeente Hontenisse op land van mej.
de wed. Pateer en wel op lichte klei
een bemestingsproefveld op haver aan
gelegd, waarbij een der perceelen be
mest werd met 400 K.G. patent kali
per H.A. Op dit perceel werd dus per
H.A. aan het gewas zooveel kali ver
strekt als aanwezig is in 840 K.G.
kaïniet. Hoewel patent-kali vrij duur
is (100 K.G. kost pl. m. 6,75 tegen
100 K.G. kaïniet pl. m. 2,39 bleek
het toch dat de aangewende kalibe
mesting winstgevend gewerkt had.
Waarschijnlijk worden er wel meer
kleigronden aangetroffen, die, mogen
1 zij oorspronkelijk ook al rijk aan kali
geweest zijn, tengevolge van een inten-
tief gedrevensuikerbieten-mangelwortel-
en aardappelencultuur niet meer genoeg
van deze plantenvoedende stof bevatten,
om nog uit zichzelf rijke oogsten, zelfs
van de gemakkelijk de kaliopnemende
haver te geven.
Op zand- en veengrond geve men
by volle stalmestbemesting 400 K.G.
kaïniet per H.A. bij half om half 600
K.G. en, waar men uitsluitend van
kunstmest gebruik maakt 800 K.G.
Op kleigrond neme men eens een
proef met de aanvaending van 200 K.G.
kaïniet bij volle stalmest, van 400 K.G.
bij half om half en van 600 K.G. per
H.A., waar geen stalmest wordt aan-
Frita vsrzonk in diep nadenken. In
weerwil van Hork'a verbod, vertoonde
hij sijn vader de quitantie en beloofde
daarbij plechtig nimmer meer te ïallen
■pelen. De Generaal waa verwonderd
hij fronate het voorhoofd en vroeg wat
dat te beduiden had Op sijn beurt
waa Frita ook verwonderd en vroeg of
sijn vader dan geen order aan Hork had
gegeven om zijn achuld met De Muacadin
te vereffenen. Het gevolg hiervan waa,
dat Hork ter verantwoordiug werd ge
roepen en, spoedig in de engte gedreven,
bekende dat hij gemeend had geen beter
gebruik te kunnen maken van het geld
door den Generaal aan Reinoud ge
schonken, en dat deze nu niet meer
noodig had, dan er de laatste speelschuld
van Frita mede te betalen. »Uwe Ex
cellentie, eindigde Hork, >heeft mij
bevolen haar heden nog een verzoek te
doen. Ik neem thans die vrijheid en
vraag met alle bescheidenheid dat er
over die zaak niet meer gesproken wordt.*
>Je maakt misbruik van je positie,*
zei de Generaal; »maar het zij zoo!
Het blijft nu in de familie; Frita en
Reinoud worden broeders de een mag
thans van den ander wel een geschenk
aannemen, al is het ook niet zeer ver-
eerend voor hem die 't ontving. En
hierbij sullen we het nu laten.*
Wat er van De Muscadin is geworden,
weten we niet. In de Belgische revolutie,
diS kdri daarop volgde, is hij verdweuau.
Hork nam zijn pensioen en verkree
daarbij den rang van kapitein. Hij werd
koolplanter op groote schaal, daar zijne
vrouw hem een allerliefst buiten in de
omstreken van Baarn ten geschenke gaf.
Dobber volgde natuurlijk zijn ouden
meester en zijn nieuwe meesteres, en
Krisje, op hare beurt, volgde weer Dobber.
In welke functie de oude soldaat zich
op den huize Hork's-Lust bevond,
moeilijk te bepalen dit weteïi we echter,
dat Krisje het hoofd was van de keuken
en dat zij die keuken, met het bijbe-
hoorend personeel, kant en in orde hield.
Zij heette ook niet meer »Krisje«, maar
»juffrouw Dobber.* Daar Hork zich,
behalve op den akker- en tuinbouw, ook
op de jacht en visscherij toelegde, was
er voor Dobber een ruim veld van be
moeiingen geopend. Er zijn echter zaken,
die men op zekeren leeftijd öf zeer slecht
óf in 't geheel niet leert. Dit heeft
Dobber bewezen want de baron Vai
Lichtveldt zei gedurig, dat hij nooit
grooter stoethaspel op de jacht had gezien
dan denzelfden Dobber, die het grootste
gedeelte van zijn leven met den »suap-
haan had omgegaan. Hij was niet in
staat een koe te raken, veel minder een
haas of konijn Hork zelf eaf hern in
dat opzicht niet veel toe maar wat liet
visschen betreft, dat is iets anders. lede
oud soldaat heeft een natuurlijken aanh
voor die edele kunst. De grootste en
gevaarlijkste vijautien der visschen-we-
Ofschoon de haver ook in staat is,
de moeilijk opneembare phosphorzuur-
verbindingen van den grond los te
maken en op te nemen, zoo leert toch
de ervaring, dat ze zeer dankbaar is
voor een lichte bemesting met een
phosphorzuurhoudende kunstmeststof.
Daarom wende men op alle gronden,
jonge zeepolders uitgezonderd bij volle
stalmest 300 K.G. superphosphaat (van
14 °l0) per H.A. aan, bij half om half
500 K.G. en 700 K.G. waar haver ver
bouwd wordt met uitsluitend kunstmest.
Op zuurachtige gronden gebruike men
liever thomazmeel (van 17 °/0) en wel
in hoeveelheden, die D/2 zoo groot zijn
als de opgegeven hoeveelheden super
phosphaat.
Bij de in Zeeland gehouden voor-
jaarspremiekeuringen zijn premiën en
aanhoudingsbijdragen toegekend aan de
navolgende paarden, en wel f 500 aan
de hengsten van 36 jaar 269, Tam
bour, H. F. Aernaudts, Sluis 152, Fran
cois, Koningin EVnmapolder, Hulst264,
Parfait, Em. F. Bonte, Sluis 183, Cam-
brinus, De Toekomst, W. Dieleman, Axel
188, Carlo, Wed. Jos. Daelman, West-
dorpe268, Consul, H. F. Aernaudts,
Sluis 43, Sultan, P. Dees, Krabbendijke
52, Icarus, W. Kakebeeke, Fredericap
257, Leon, A. Moggré, Schoondijke, en
280, Joris, A. Hoste, St. Kruis;
Verder 200 aan de 7—12 jaar oude
hengsten; 283, Cesar, Em. F. Bonte;
157, Robinson, L. Stallaert, Hontenisse
284, Oranje, C. Vermeulen, Watervliet
(B.)55, Keizer II, F. van Hoeve, Axel
192, Lion Beige II, Ph. J. v. Dixhoorn,
idem 93, Bara, Wed. Jos. Daelman
285, Gerfaut, P. de Muijnk, St. Kruis;
94, Fleuret, Wed. Jos. Daelman134,
Bredan, Chr. Hartog, Scherpenisse en
159, Mamir, P. Vael Ysebaert, te St.
Janzteen.
Ten slotte nog 100 aan de navol
gende in 1906 geboren merries175,
Julia, G. Verstraaten, Graauw 227,
Martha, Aug. de Milliano, Philippine
239, Jvonne, Wed. Jos. Daelman 303,
Vos, H. F. Aernaudts, Sluis 238, Ethel,
Wed. Jos. Daelman; 161, Diena, C. J.
Vael, Hontenisse 318, Nora, J. B. Been.
de Hullu, Groede165, Mousse, Kon.
Emwapolder 244, Lotte, Dom. Onghena,
Koewacht; 296, Fleur, Wed. A. Plas-
schaert, Sluis; 196; Souvenir, Ph. J. v.
Dixhoorn206, Belle, C. Th. Coene,
Axel46, Bertha, Wed. v. Hootegem,
Kruiningen, 171, MarieA. J. Cammaert-
Buijsrogge, St. Jansteen320, Rabbie,
Ch. L. Wijffels, IJzendijke, 129, Luttre
le Beige, P. Mol Mz., St. Philipsland 76,
Cigale, A. N. v. Langeraad, Colijnsplaat
8, Cigarette, N. M. Tazelaar, idem 242,
For tuna, C. van Waes, Zuiddorpeen
102 Ninove, C. J. v. d. Have, Oosterland.
De vóór de namen van de paarden
geplaatste getallen geven het aantal
verkregen punten aan.
reld, zijn de leegloopende en afgedankte
krijgslieden. Zet een vorentje van
één vinger laDg in een vischloozen plas
zoo groot als de Zuiderzee, en aan den
kant een gepensionneerden soldaat met
een hengelstok, dan kunt ge er zeker
van zijn dat hij naar 't vorentje visschen
zal, en dat hij op de vraag of »de vangst
nog al goed gaat,* zal antwoorden
»Slecht. Ik weet dat hier visch is, maar
ze wil niet bijten.*
Een schooner paar dan Reinoud en
Mary in hun tijd waren, zult ge ons,
waarde Lezer, moeilijk kunnen toonen,
en liever kinderen dan de Reinoudjes,
Marytjes, Fritsjes, Louises ec Hermances,
die om hen heen sprongen, waren nergens
bekend, dit kunnen we u verzekeren.
Mary's broeder, Frits, de peetoom
van haar oudsten jongen, is tegen
woordig een deftig, oud heer, die nooit
speelt en zijn peetekind aanhoudend
voorpreekt, dat het spel een uitvinding
is van den duivel.
EINDE.
AXEL, 25 Februari 1908.
Voor de akte nuttige handwerken
slaagden dezer dagen o. m. de dames
M A. P. Herrijgers van Neuzen en D.
van Nuenen te Axel.
- Bij kon. besluit is aan J. A. P.
Geill, burgemeester van Neuzen, ver
gunning verleend tot het aannemen
van de Versierselen van ridder in de
Leopoldzorde, hem door Z. M. den
Koning der Belgen geschonken.
Te Westdorpe zal in Mei een
feztival worden gehouden, ter viering
van het 25-jarig bestaan van het mu
ziekgezelschap «Eikels worden Boomen.
Donderdagavond zijn door de
ambtenaren van Sas van Gent aange
slagen paard, wagen en een dertigtal
biggen van zekere F. J. van Westdorpe.
De voerman werd verdacht van frau-
duleuzen invoer.
Dienzeltden dag zijn ook door Zuid-
dorpsche ambtenaren biggen aange
slagen. Af. Cf.
Met ingang ran 1 April a. s. is
op verzoek eervol ontslagen als brieven
gaarder E. M. F. Vermandei te Koewacht.
Dierenmishandeling.
Dezer dagen werd melding gemaakt
van een geval, van ergerlijke dieren
mishandeling te Alkmaar, waar een
eigenaar zijn paard aan een kennis had
ter leen gegeven, en deze het koppige
dier de tong uit den bek trok. De
man was er zoo door onthutst, dat hij
na een rusteloozen nacht reeds 's mor
gens vroeg bij den eigenaar zijn schuldig
gemoed ging ontlasten. Het beest werd
natuurlyk afgemaakt.
Naar aanleiding van dat feit, schrijft
de Avondpost het volgende, dat ons niet
overbodig voorkomt ook hier een
plaatsje te geven.
Het wil ons voorkomen, aldus begint
genoemd blad, dat het niet bij dien
man in de bedoeling heeft gelegen om
dat beest de tong uit te trekken. Het
is ons van nabij te goed bekend, dat
dergelijke praktijken maar al te dik
wijls worden uitgeoefend. Een schichtig
paard, en onwillig paard, het is van
algemeene bekendheid, is byna onhan
delbaar. Het bij de tong vatten wordt
dan helaas veel te baat genomen, on
bekend als men is met het groote gevaar.
Men vergeet, dat een kwaadaardig
paard, bij de tong gegrepen, door de
pijn nog lastiger wordt, nog wilder en
in zijn wildheid de pijn niet meer voelt.
Als men nu weet, dat de tong als
't ware los in den bek ligt, dat door
het rukken, de eene vezel na de andere
loslaat, dan kan het geen verwondering
baren, dat zij ten laatste heelemaal
losscheurt, waarbij weinig bloedverlies
is te bespeuren, omdat het grootendeels
wordt doorgeslikt.
We kunnen ons de verslagenheid
van den bedrijver voorstellen, toen hij
de losse tong in zijn hand hield, wyl
hij het misschien eene „onschuldige
handeling" vond, die duizenden malen
voorkomt. Zoo ook het slaan met de
zweep in de liezen en op den kop
langs de ooren, het z.g. „snokken aan
de teugelB, waarbij het tandvleesch en