Landbouw.
Gemengd Nieuws.
Mond- en Klauwzeer.
De directeur-generaal van den land
bouw brengt ter kennis van belangheb
benden dat aan de Rijksseruminrichting
thans serum tegen mond- en klauwzeer
bereid en in voorraad gehouden wordt.
De resultaten met eenige proeven
verkregen, doen vermoeden, dat dit
serum een doelmatig hulpmiddel kan
zijn bij de bestrijding der ziekte, wan
neer het kan aangewend worden bij
runderen, die, ofschoon blootstaande aan
de besmetting, de ziekte nog niet onder
de leden hebben.
Met de seruminspuiting zal slechts
dan een gunstig resultaat te verkrijgen
zijn, wanneer de veehouder, bij het
optreden der eerste ziekteverschijnselen
de aangetaste dieren d a d e 1 ij k afzon
dert en onverwijld aangifte doet
bij den burgemeester.
Als maatregel van voorzorg kan de
veehouder de plaatsen, waar de aan
getaste dieren gestaan hebben, met kalk
melk (l deel gebrande kalk op 10 dee-
len water) reinigen.
Zoodra het bestaan der ziekte door
den districtsveearts of door den veearts
die hem vervangt, geconstateerd is,
worden de gezonde dieren, indien de
eigenaar het verlangt, kosteloos met
serum ingespoten.
Deze operatie kan ook geschieden
bij het vee, dat zich op aangrenzende
erven bevindt
A. R. Ct.
AXIL. 28 Januari 1908.
Alhier is eene Onderafdeeling voor
Axel en omstreken van de „Vereeniging
tot bevordering der Pluimveehouderij en
Tamme Konijnenteelt in Nederland"
kortheidshalve „V. P. N." genoemd,
opgericht met aanvankelijk 32 leden.
Deze vereeniging stelt zich ten doel
het bevorderen van de Pluimveeteelt
en Tamme Konijnenteelt in haar ge-
heelen omvang en de bevordering van
den handel daarin en wat daarmede
in nauw verband staat.
Het Bestuur bestaat uit de heeren
J. M. Oggel Voorzitter, Sal. Scheele
Onder Voorz. J. A. Dregmans Secret-
Penningm., K. de Feijter, W. Koster
alhier en J. M. Dregmans Hoek en
Abr. de Koeijer Terneuzen Bestuurs
leden.
de schitterendste partijen afsloeg 't was
eene gewoonte geworden. Ik had in
Spanje met haar broeder bij hetxelfde
regiment gediend en in 't begin van 12
ontmoetten we elkaar weer voor 't eerst.
Ik was toen met verlof tot herstel mijner
gezondheid, even als Frederik Linden.
Hij nam mij mede naar zijne familie, en
daar zag ik Hermance. Ik zag ook den
ganschen zwerm van vlinders om haar
heen, de een al bonter en schitterender
dan de ander, en ik voelde mij daarbij
zoo klein en ellendig, dat ik mijue oogen
niet tot haar durfde opheffen en toch
had haar schoonheid en lieftalligheid
my reeds betooverd, en droomde ik, arme
dwaas, van het geluk dat pronkjuweel
te bezitten. De eenvoudigste mensch
heeft, geloof ik, zijne vlagen van toome-
Inoze eerzucht. Ik moet haar recht
doen zij toonde zich jegens mij steeds
als de oprechte, ongekunstelde vriendin,
geheel anders dan tegenover den
vlinderzwerm, die om haar heen flad
derde; zij sprak met mij over haar
broeder, dien zij hartelijk liefhad, uren
achtereen en" liet mij verhalen van onze
veldtochten en onze ellenden dan luis
terde zy aandachtig en schreide van aan
doening. en zeide dikwerf terwijl zij
mijne hand drukte: »Hoe gelukkig als
men vrienden in den nood heeftWij
vrouwen kennen dat niet, en alles wat
men ons zegt, is maar bedrog U Dat
waren woorden uit het hartde tranen
Om lid dier Vereeniging te zijn be
taalt men eene jaarlijksche contributie
van 1,terwijl ieder lid om de 14
dagen ontvangt: „de Pluimgraaf" Geïl
lustreerd Weekblad voor liefhebbers
van Zang-, Sieraad- en Volière vogels,
Pluimvee, Duiven, Konijnen, enz.
Toen we j.l. Vrijdag de heer A. M.
Peeters-Vincken met zijn woonwagen
en materiaal door onze gemeente zagen
trekken, dachten we eerst verstoken
te blijven van zijn bezoek met „The
Electro Royal Americ. Bioscoop".
Thans echter vernemen we uit ver
trouwde bron, dat a. s. Donderdag,
Vrijdag en Zaterdag ook te Axel voor
stellingen zullen worden gegeven en
wel op de bovenzaal van den heer
P. Koole, des avonds om 5 en 8 uur.
Ook deelde men ons mede, dat de
prijzen waren 50 en 25 cent, zoodat
ieder die wil, van de gelegenheid kan
gebruik maken om eens naar hartelust
te genieten van de tafereelen, die ge
noemde heer op het doek brengt.
Zooals verschillende bladen meldden
vielen de stukken te Middelburg, Vlis
singen, Ter Neuzen en Hulst zeer in
den smaak.
Tot hoofd der school te Heikant,
St. Jansteen, is benoemd, om met 15
Maart in functie te treden, de heer A.
Eggermont te Woensdrecht.
Tot gemeente-geneesheer aldaar werd
benoemd de heer D. C. J. van Rompu,
tot ambtenaar van den burgelijken
stand de heer O. IJsebaert, burgemeester.
Verder werd de betrekking van on
derwijzer aan de doi^sschool opgehe
ven, wijl het getal schoolgaande kinde
ren tot beneden 25 gedaald is. In het
dorp staat dus het hoofd alleen. Te
Heikant is het getal schoolgaande kin
deren tot beneden 91 gedaald en wordt
de vacature Bartz dus onvervuld ge
laten. Er blijft het hoofd met een on
derwijzer.
Aldaar is alweder een schuurtje of
stal met den inboedel verbrand.
Het behoort aan Henry de Laat.
Alles is verzekerd M. Ct.
De schipbreukelingen gered.
De angstige spanning, waarin, we
mogen wel zeggen ieder, de beide laatste
dagen heeft verkeerd over het lot der
23 schipbreukelingen van de „Amster
dam", omtrent wie men niets wist, is
zooals den lezers reeds bekend zal zijn,
verdwenenVrijdag 12 uur heelt de
reddingboot „De Gouwzee" de vermisten
stonden in haar schoone oogen als zij dat
zeide, en ik dacht wederhoe gelukkig
de man die zulk een vrouw heeft
Zij wist niet en vermoedde niet, dat de
stijve, stroeve Hork met zijn rood haar
en kurken gezicht, ook een hart had en
dat hij dag en nacht aan niets dacht en
van niets droomde dan van de prachtige
bloem, waarop al die vlinders aasden.
Toen kwam eensklaps de kapitein Van
Lichtveldt, mijn voormalige luitenant,
in den Haag en ik moet zeggen,
de brave man was allerhartelijkst. Hij
had een massa hooge vrienden, die hem
links en rechts trokken, maar hij wilde
Hork niet loslaten. »Wij hebben samen
van dezelfde korst brood gegeten,* zeide
hij, »en dat is meer waard, Hork,
dan al die mooiè praatjes. Als ik
daaraan deuk, zijn me de pasteien hier
niets meer waard. Hadden we nog maar
een zak van dien bruinen Spaanschen
wijn, hè, oude jongen Kom-aan, van
middag zullen we feestvieren we eten
den kastelein de ooren van den kop, en
drinken den besten wijn uitzijn kelder!»
en we dineerden als maarschalken,
en hielden elkaar stevig vast toen we
naar huis gingen, zoodat niemand aan
ons kon zien dat we 't zoo druk over
den Spaanschen oorlog hadden gehad.
Wordt vervolgd.)
aan den Hoek binnengebracht, die ge
lukkig maar een uur hebben rondge
dreven en toen door het Noorsche schip
„Songa" 5 Eng. mijlen N.-N.-W. aan
den Hoek werden opgepikt.
't Gaf een gevoel van verademing,
van innige voldoening, deze gelukkige
afloop, dien wij niet durfden vermoeden.
En al is het, dat nu alles waarschijnlijk
heel eenvoudig' en kalm is verloopen
en er geen mooie daden van zelfop
offering en moed vallen te bewonderen,
daartegenover staat de veel grootere
voldoening, welke de zekerheid schenkt
dat er weinig of niet is geleden.
Wat Donderdag en Vrijdag al werd
beproefd en overwogen om hulp te
verleenep is niet in een paar woorden
te zeggen. Dokters om de schipbreuke
lingen te verplegen, automobielen om
hen te vervoeren, ziekenverpleegsters,
een reddingsbrigade uit IJmuiden,
kortom alles was reeds voorhanden om
de ontvangst zoo heilzaam mogelijk te
maken. Plannen waren reeds beraamd
om 5 booten, met bevaren zeelieden
bemand, naar verschillende richtingen
te doen uitstoomea.
Aan den minister van Marine was
verzocht torpedobooten met zoeklicht
uit te zenden, waaraan was voldaan
door het zenden van 2 torpedo's en 2
loodsvaartuigen.
Ook Prins Hendrik was met een
adjudant naar den Hoek van Holland
gekomen en bracht een bezoek aan de
„Amsterdam", waar hij Sperling nog
ontmoette als een „oude kennis."
Dit reisje in bijzonderheden te be
schrijven zou ons te ver voeren evenals
te vermelden alle reclames en maat
regelen, die men aanvoert ter voorko
ming van dergelijke gebeurtenissen.
Over de aankomst der geredden,
lezen we in een particuliere correspon
dentie van de Avp. nog het volgende
Dat wa3 'n blijde tijding toen Vrijdag
middag tegen 12 uur ineens van mond
tot mond gingDe verloren passa
giers zijn terecht Ze zijn op de
„Songa"
Als een loopend vuurtje werd 't ver
spreid en velen zagen de „Gouwzee"
uitstoomen om de schipbreukelingen
af te halen.
Het weer was erg opgeklaardde
mist was gedeeltelijk opgetrokken men
kon tenminste weer een paar honderd
meters voor zich uitzien. Als schimmen
doken de zeebooten op, die aldoor somber
fluitloeiend den Maasmond binnen
kwamen.
Weldra was de „Gouwzee" terug met
de reeds verloren gewaanden, die zich
naar het station en vandaar per trein
zoo spoedig mogelijk naar hun bestem
ming begaven.
De heer Salomonsky uit Nijmegen
bleef nog een poosje achter. Hij ver
telde, dat hij, kalm man als hij is, de
leiding in de sloep op zich had genomen.
Een fluitje hij liet 't zien, een gewoon
hondenfluitje gebruikte hij om on
ophoudelijk teeken van hun aanwezig
heid op het water te geven. En 't geluk
diende de afgedwaalden. Circa 2 uur
nadat de aanvaring had plaats gehad,
hoorde de Noorman „Songa" zijn gefluit
en pikte de boot op.
We spraken ook nog den len luite
nant Stelling van de Schütztruppen in
Z.W. Afrika. Deze was voor zijn ge
zondheid in Londen geweest en ging
naar Amsterdam, waar zijn vader
voorzitter is van de Duitsche kolonie.
Toen de botsing had plaats gehad, heeft
hij zich eerst kalm aangekleed en begaf
zich daarna aan dek, waar hij bemerkte
dat de meeste booten reeds waren af-
gestooten. Hij stapte daarom met de
rest van de passagiers, waaronder drie
vrouwen, in de bewuste boot. Verder
deed hij ons hetzelfde verhaal als de
heer Salomonsky. Ook hij was vol lof
over den kapt. der „Songa", John Erland
en de bemanning die voor hen hebben
gedaan wat zij konden. Door een ge
schenk in geld hebben de schipbreuke
lingen van hun dankbaarheid doen
blyken.
Allen hadden de koude uren goed
doorstaan en eerst nadat ze aan boord
van de „Songa" waren, zijn twee der
vrouwen, beiden echtgenoote van een
scheepskapitein, in onmacht gevallen.
Doch maar voor 'n kort oogenblikje.
De passagiers hebben op de riemen
gezeten, terwijl ook het stuur dooreen
passagier werd gehouden. De zeeman
in de boot was, zeide hij, geen echte
zeemanslechts een kwartiermeester.
Aan boord van de „Songa" heeft
men zich den tijd gekort met conver
satie en kaartspel. Men zou wel ge
zongen hebben, als er maar iemand
was geweest die 't kon
In de boot was geen proviand ge
weest. Water dat wist hij niet zeker,
maar eten had hij niet kannen vinden.
Te kwart overeen zagen we de „Son
ga" binnenkomen, de sloep der „Am
sterdam" langszij, ze stoomde door naar
Rotterdam.
Vrijdagmiddag omstreeks half vier
bemerkte men, dat de telephoonpaal
aan den Zeedijk te Hilversum door het
trekken der zwaar met rijp belaste
draden onrustbarend begon te hellen.
Om hem weer recht te krijgen, moest
de werkman W. Levendag naar boven
om aan den top een draad te bevestigen,
die in tegenovergestelde richting aan
den grond werd vastgemaakt. Boven
bij de draden gekomen en bezig zijnde
met het lastige werk, knapten plotse
ling onder een heidensch lawaai alle
draden in de richting Heerenstraat af,
waardoor de telephoonpaal zoodanig
heen en weer begon te zwiepen en
over te hellen, dat de werkman zijn
houvast verloor en van eene hoogte
van ongeveer 20 meter naar beneden
tuimelde. Onder het vallen had hij
echter de zeldzame tegenwoordigheid
van geest een der ijzeren klimtrappen
te grijpen en vast te houden. Onge
deerd en bedaard bereikte hij toen den
beganen grond. (Hbld.)
Uit Roermond meldt men aan de
A. R. Ct.:
De familie van een 22-jarig meisje
aldaar, genaamd K., verkeert sedert
acht dagen omtrent het verblijf van dit
kind in gestadige onrust. Na met
eenige dagen verlof aldaar vertoefd te
hebben, vertrok ze Zaterdag der vorige
week weer naar Antwerpen, teneinde
aldaar hare betrekking als dienstmeid
weer te hervatten. Sedert zijn acht
dagen verloopen. Tot heden weet men
nog niet, waar het meisje gebleven is.
De familie te Antwerpen, bij wie ze in
dienst was, heeft haar, sedert ze met
verlof naar huis gegaan is, niet weer
gezien.
Een ingesteld onderzoek heeft geleid
tot het vinden van een haar toebehoo-
rend handkoffertje aan den oever der
Schelde in meergenoemde stad. In dit
koffertje was haar portret geborgen.
Vermoed wordt, dat hier schakinj
in 't spel is.
Te Dantumawoude (Fr.) zou de
weduwe F. H. begraven worden. De
familie en andere genoodigden waren
reeds in de kamer tegenwoordig, toen
plotseling de vloer boven den kelder
brak, zoodat sommigen naar beneden
vielen. Een der vrouwen geraakte be
kneld onder een kastje, dat eerst ver
wijderd moest worden om haar te be
vrijden. Gelukkig was de kist met het
lijk vooraf nog verplaatst, zoodat de
begrafenis kon doorgaan.
De miit. De mist heeft ook op
't land heel wat ongelukken veroor
zaakt. Te Brussel werden verscheidene
personen omver geworpen door wagens
of auto's die zij niet hadden zien aan
komen. Ook hadden er eenige botsin
gen plaats.
Tot nu toe waren er wel gewonden
maar geen dooden bij te betreuren.
Het gilde der langvingers vond het
ideaal weer. Verscheidene diefstallen
hadden te Brussel plaats, zonder dat
men er in den mist iets van bemerkte.
Iu de Laekenschestraat kwam een kerel
in een juwelierswinkel, pakte een hand-