T
Landbouw.
Rechtszaken.
Gemengd Nieuws.
dat hij de versnaperingen alleen maar
als middel tegen den hoest heett ge
bruikt, gelijk men hem vroeger, met
toestemming van de directie van den
schouwburg, ook een middel tegen
kiespijn had toegediend.
Met dat al is 's mans roem natuurlijk
naar de maan en zal hy óf een ander
beroep moeten kiezen óf zijn naam weer
moeten veranderen.
Een eigenaardige werking van kaïniet.
Op de proefvelden, die dit jaar in
Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen werden
aangelegd en waarbij de werking der
twee kalihoudende meststoffen patent-kali
en kaïniet op suikerbieten werd nagegaan,
werden de genoemde meststoffen aan
gewend in respectievelijke hoeveelheden
van 600 en 1200 K.G. per H.A. en in
den grond gewerkt ongeveer 8 tot 14
dagen vóór het uitzaaien der bieten.
Dat in den grond werken geschiedde
door flink te eggen.
De chloorverbindingen, waaraan kaï
niet zoo rijk is (volgens Maercker be
draagt het chloorgehalte van kaïniet
gemiddeld ongeveer 30 °/0), bevonden
zich dus zeker nog in de bovenste lagen
van de bouw voor, toen het bietenzaad
reeds in den grond lag. Dat zaad,
benevens de onkruidzaden, welke er
zich op ongeveer gelijke diepte mede
bevonden, hebben dus bij hunne kieming
gewis den invloed van die chloorver
bindingen ondervonden.
En wat is nu ten opzichte van dien
invloed gebleken
In hoofdzaak dit
Het bietenzaad werd bij en na de
kieming door de chloorverbindingen in
het minst niet benadeeld, ja, wat meer
is, die verbindingen hebben op de eerste
ontwikkeling van het gewas, in kwestie
blijkbaar zelfs gunstig gewerkt, immers
op de kaïniet-perceelen, kwamen de
bieten niet alleen vlugger en regel
matiger op dan op de andere perceelen,
maar hare aanvankelijke ontwikkeling
was ook sneller.
Wat daarentegen de onkruidzaden
betreft, deze ontkiemden op de niet
met kaïniet bemeste perceelen normaal,
zoodat die perceelen al spoedig met
een grooter of kleiner aantal onkruid-
planten .prijkten." Op de kaïniet-
perceelen bleven aanvankelijk de on-
kruidplanten geheel achterwege, zoodat
óf wel dezer zaden niet konden kiemen
óf wel de jonge kiemplanten spoedig
ten gronde gingen. Waarschijnlyk is
het laatste geschied. Laatstgenoemde
perceelen moesten, als gevolg daarvan,
niet zoo spoedig en niet zoo vaak be-
hakt worden als de overige.
Op gewassen dus, waar de kaïniet
mag aangewend worden korten tijd vóór
het uitzaaien zooals dit het geval is
met suikerbieten, mangelwortels en
wellicht ook met koolzaad, schijnt ge
noemde meststof niet alleen gunstig te
werken door de kali, doch ook door liet
chloor, dat zé bevat en wel wat laatst
genoemde stof betreft ook'in dien zin,
dat ze de ontwikkeling van onkruid
tegengaat.
De verklaring van dit eigenaardig
verschijnsel dient o. i. gezocht te worden
in de omstandigheid, dat de suikerbieten
imet de mangelwortels) tot stamvorm
hebben een plant die aan de zeekusten
thuis behoort, dus op gronden, van nature
zeer rijk aan chloorverbindingen, terwijl dit
met de op onze gewone kleigronden voor
komende, onkruiden volstrekt niet het geval is.
Bij de Woensdag te 's- Gravenhage
plaats gehad hebbende uitreiking van
prijzen, behaald op de dezen zomer al
daar gehouden landbouwtentoonstelling,
werd het lidmaatschap van verdienste
der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw aangeboden aan minister
Veegens, den Directeur-Generaal van
het departement van Landbouw, den
heer Lovink, eu aan den inspecteur van
hetlandbouwonderwys,denheerLoehnis.
Medegedeeld werd dat de Fransche
regeering had benoemd tot-commandeur
in de orde van verdienste voor den hand-
bouw baron Collot d'Escury te Honte-
nisse, voorzitter, eu tot officier in die
orde, de heer F. E. Posthumus, secretaris
van den Algemeenen Nederlandschen Zuivel-
bond. M. Crt.
Met 178 tegen 169 stemmen is naar
men uit Oostburg meldt uitgemaakt dat
de tentoonstelling door de afdeeling
Oostburg der Zeeuwsche landbouw-
maatschappij in 1908. te Oostburg zal
gehouden worden.
(Ingezonden.)
„Excelsior" vereeniging van Oud-Leer
lingen van Landbouwcursussen
te Axel.
Vergadering van 16 Dec. 1907. Na
eenige huishoudelijke zaken te hebben
afgedaan trad voor de bovengenoemde
vereeniging als spreker op de heer L.
van Dixhoorn, lid der vereeniging met
het onderwerp .Gezondheidsleer."
De heer Van Dixhoorn begon met te
zeggen dat de gezondheidsleer omvat
alles wat strekken kan, om het dier
zoo gezond mogelijk te houden. Onder
gezondheidsleer verstaat men een on
gestoorde regelmatige werking van alle
levensprossen, komt er nu storing in
die werking dan kan dat lijden tot
ziekte of ongesteldheid van grooten
invloed zijn, ook leefregel-voeding en
gesteldheid van de lucht. Zoo ook wan
neer bedorven voedsel wordt genuttigd,
of bij plotselinge verwisseling van
luchtstreek, treedt dikwijlsongesteldheid
op. De dieren mogen ook niet te
mager en opgepapt zijn, beide toestan
den zijn abnormaal, men heeft hierbij
uitzonderingen, het eene dier gevoeliger
voor bijzondere prikkels als het andere.
Men kan de dieren ook harden tegen
verschillende weersinvloeden, waar-
door het behoed zal blijven voor on
gesteldheden.
Vroeger werd als voorbehoedsmiddel
in 't voorjaar veel adergelaten, het is
echter gebleken dat zulks geen invloed
op de gezondheid heeft, het beste is
regelmatige levenswijs en goede ver
pleging.
Verder is van grooten invloed op de
gezondheid de temperatuur, men spreekt
daarbij van warm koud en gematigd.
Bij 20" C. is het warm van 15 tot 18
gematigd, terwijl 15 en daar beneden
koud is, de dieren gevoelen zich best bij
gematigde temperatuur, men moet
steeds zorgen dat de temperatuur niet
te hoog wordt, men ziet daardoor de
eetlust verminderen in de paardenstal
is een temperatuur van 16° C. te
wenschen, pasgeboren veulens met
hunne moeders van 18 tot 20° C.
De koestal moet vrij wel overeen
komen met de paarden, voor varkens
15 tot 18 voor biggen iets hooger.
Verder zegt spreker dat de inrichting
der stallen ook grooten invloed heeft op
het wel zijn der dieren. Een groot
bewijs daarvoor is dat bij de oude
stalinrichting in de kazerne in Frankrijk
de sterfte der paarden 9c/0 bedroeg
in de nieuwe de sterfte daalt tot 5%.
Ook in Engeland daalde men van
13 pCt op 2 pCt.
Wanneer men een nieuwe stal wil
bouwen moet men op vele zaken letten.
1. Men moet o. a. een hoog terrein
zoeken is men verplicht lager te bouwen
dan zal men die draineeren..
2. De bodem moet vrij zijn van
schadelijke stoffen, zooals schimmel
planten en bacteriën.
3. De stal moet in een bepaalde
richting worden gebouwd, en wel
zoo, dat ze in de winter warm en in
de zomer koel is.
Voor paarden en koestal verdient het
aan beveling dat het front naar het
Oosten staat. Spreker zegt dat men
dan wel wat last kan hebben van koude
Oostenwind. Doch beweert dat de
nadeelen der andere windstreken noch
talrijker zijn n. 1. N. is te vochtig,
't Zuiden te warm en 't Westen komen
's avonds te veel insecten binnen.
4. Beweert spreker dat het vooral
niet goed is te bouwen in nabijheid
van hoenderhokken doordat de hoender
luizen het meestal de paarden lastig
maken. Verder wijst spreker er op
dat van groot belang is de natuurlijke
ventilatie die ontstaat door de poreusheid
der muren en van groot gewicht is
voor de gezondheid der dieren, zoo is
b. v. af te keuren het teeren of in
oliën van de muur het beste is gewoon
te witten. Het nadeel van niet venti-
leerende muren is dat deze vochtig
blijven en er zich schimmelplanten
ontwikkelen welke in de lucht kunnen
komen en zoo worden ingeademd.
Verder besprak spreker de verschil
lende systeemen van zolders, daken,
muren en vloeren en wees er op dat
het groot voordeel voor de dieren is
zoo ze zich in den stal makkelijk kunnen
bewegen, zoo moef in een gewone
paardenstal één paard een ruimte heb
ben van 1.50 breed en de stand van
de krib tot achter 3 M. 3.50 zijn.
Boxen voor veulens merriën en heng
sten gebruikt moeten een oppervlakte
hebben van 10 k 15 M?.
Verder dient de stal goed van versche
lucht voorzien te kunnen worden en
verdient het aanbeveling om cement
ijzeren kribben en rechtstaande ruiven
te plaatsen, dit laatste omdat het vuil
dan niet meer in de oogen en manen
der paarden kunnen vallen.
Verder besprak spreker de verschil
lende inrichting van koe en varkens
stallen en wees erop dat van groot
belang voor de gezondheidstoestand der
dieren is de zindelijkheid van de stal
en de zorgvuldige verpleging der dieren.
Ten slotte eindigde spreker wegens
vergevorderde uur zijn rede en stelde
zich beschikbaar voor een volgende
maal.
Op de vraag van de voorzitter of
nog iemand iets wilde vragen werd
door eenige leden en donateurs om
trent verschillende punten aangaande
de lezing aan spreker vragen gesteld,
die zooveel mogelijk werden beant
woord.
Hierna bracht de voorzitter een woord
van dank aan spreker die geen moeite
heeft gespaard om de vergadering een
gezellige avond te bezorgen, door de
zeer nuttige en goed geslaagde lezing.
En spreekt de hoop uit dat dit goede
navolging mag hebben.
AXEL, 20 December 1907.
Wij ontvingen de dienstregeling
voor het winterseizoen van den spoor
weg MechelenTer Neuzen, welke met
3 Januari a. s. in werking treedt. In
den loop der treinen is geen verande
ring gebracht, dan dat de trein, die om
5.59 uit Brussel N. vertrekt, te Meche
len 2 minuten langer oponthoud heeft
en dus vandaar om 6.40 zal vertrekken,
in plaats van om 6.38.
Blijkens de verschenen dienst
regeling van den Prov. stoombootdienst
treedt de zomerdienstregeling reeds met
1 Jan. a. s. in werking.
Het onderzoek naar de voorge
oefendheid van de miliciens, bestemd
voor de lichting 1908, zal te IJzendijke
op 10 Jan. en te Ter Neuzen op 14 Jan.
a. s. plaats hebben. In de commissie
hebben zitting de majoor Zanino, kapi
tein Geill en de le luitenant Van der
Lijke.
Bij koninklijk besluit is herbe
noemd als burgemeester van Koewacht
de heer C. P. J. Dierick aldaar.
Jhr E. A. O. de Casembroot, lid
van Gedeputeerde Staten van Zeeland,
is benoemd tot Nederlandsch commis
saris betrekkelijk het onderzoek van den
toestand der afwatering in Vlaanderen.
Door de vereeniging Uit het volk
voor het volk" te Middeldurg is tegen
15 Augustus a. s. een festival uitge
schreven, met daaraan veroonden
Marsch- en Banjerwedstrijd.
Onder de deelnemende vereenigingen
zullen verschillende prijzen worden
verloot, loopende van 100 tot 10 gulden
ook zullen zilveren herinneringsmedail
les worden uitgereikt.
Voor den marsch wedstrijd worden me
dailles en diploma's toegekend, benevens
nog een tweetal medailles voor de
schoonste baaieren.
Het fanfaren-gezelschap „Concordia''
alhier heeft reeds eene uitnoodiging
ontvangen.
In de week van 11 tot en met
17 December 1907 zyn in Zeeland voor
gekomen 8 gevallen van roodvonk en
11 van diphtheritis'; te weten van rood
vonk 1 geval te Biervliet, 1 te Oroede,
2 te Middelburg, 1 te O. en W. Souburg,
1 te Schore, 1 te Slui» en 1 te Vlissingen
van diphtheritis 2 gevallen te Axel, 3
te Goes, 1 te Hoek, 2 te Neuzen, 1 te
Oud-Vossemeer, 1 te Zierikzee en 1 te
Zuiddorpe.
PREDIKBEURTEN TE AXEL
Zondag 22 December 1907.
Ned. Herv. Kerk.
Voorm. 9'/t ore Ds. J. B. T. Hugenholtz,
Nam. 2 are De. J. B. T. Hngenholtz.
Gereformeerde Kerken.
Kerk A.
Voorn. 9 are
Nom. 2 are
De. E. H. Broeketra.
Ds. E. H. Broekstra.
Kerk B.
Voorrn. 9 ure Ds. R. v. d. Kamp.
Nam. 2 are Ds. R. v. d Kamp.
Gereformeerde Kerk. (Lange Weststraat).
Voorm. 9 ure Leeikerk.
Nam. 2 are Leeskerk.
Het gerechtshof te 's Gravenhage
heeft de ƒ25 boete of 10 dagen hecht.,
door de Middelburgsche rechtbank op
gelegd aan V., redacteur-uitgever te
Sas van Gent wegens opneming van
een artikel, beleedigend voor Van Z.
te Hulst in de Zeeuwsche Koerier, ver
anderd in 15 boete of 12 dagen.
Ook werd bevestigd de veroordeeling
van L. V., wagenmaker te St. Jansteen
tot één maand, wegens diefstal van
een boom. M. Ct.
De gemeenteraad van Biervliet
benoemde tot onderwijzeres aan de
Drieweegsche school mej. W. M. J. Goor
te Hoek.
De redders geëerd.
Dinsdagavond werd te Vlissingen, op
initiatief van den beer J. G. de Jonge,
voorzitter van het harmouiegezelschap
Ons Genoegen, door dat gezelschap eene
serenade met fakkellicht gebracht aan
de leden der familie Schroevers, die
zich zoo kranig gedroegen bij de redding
der schipbreukelingen van de bij West-
kapelle gestrande Engelsche schoener
Doris.
Van de Groote Markt trok het gezel
schap, omstuwd door een talrijke raasss
menschen, al spelend* naar de woning
van Schroevers op de Beurskade, waar
al de redders, ook de kleine Jacob van
de Ketterij, vereenigd waren.
Daar waren ook de geredden, die er,
behalve de kapitein, goed uitzagen, de
heer Ceulen, vertegenwoordiger van
den vice-consul van Engeland, de heer
M. de Kan uit Koudekerke, die de
schipbreukelingen na hun redding van
overjasseu voorzag, benevens enkele
belangstellenden.
Zoodra het muziekgezelschap bij de
woning was gekomen, kwamen allen
naar buiten, de kleine Jacob, die eerst
een beetje van streek was, gezeten op
de schouders van een zijner ooms.
Nadat de muziek eenige noramers
had gespeeld en de hoera's van het
publiek waren verstomd, sprak de heer
J. G. de Jonge de redders als volgt toe