DE HE LUIMEST.
Woensdag 27 November 1907. 23e Jaarg.
;U). (li.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Yrydagnamiddag TWEE uren.
FRANKRIJK.
De Temps heeft de twee mannen
gesproken, die in den goederenwagen
waren bij den overval der drie trein-
roovers. Jean Paldin, de hoofdconduc
teur, gewond, heelt ongeveer het vol
gende verhaal gegeven van zijn weder
varen. Ik had mijn dienst begonnen
om 9 uur 34 met het vertrek van den
ivondtrein uit Limoges. Ik was in den
derden goederenwagen vooraan den
trein. Tegen 4 uur in den morgen,
tusschen Etampes en Etrechy, terwijl
de trein ongeveer 70 kilometer in het
uur liep, zag ik de rechter deur aan
den kant van de andere lijn, een deur
die nog wel op slot was, plotseling open
springen. En meteen sprongen er twee
kerels in den bagagewagen. Ik was
daar met Féline, iemand van het per
soneel. Wij waren bezig postpakketten
en aangeteekende stukken te schiften.
Verrast door dien overval sprong ik
naar de indringers toe en trachtte ze
weg te duwen en ik gaf een een trap
in de buik. Maar dadelijk knalden
revolverschoten. Onze aanvallers trof
fen mij en Féline die te hulp was ge
schoten. Ik voelde opeens hevige pijn
in mijn arm en Féline blijkt in de buik
getroffen te zijn. Ondanks zijn wond
kon Féline nog juist den rem overhalen,
de trein ging stilstaan. Zoodra de trein
stilstond, kwamen er reizigers aandra
ven om oss te helpen, maar de twee
mannen in den wagen en een derde,
die op de treeplank gebleven was,
Je bent nog zoo jong, Reintje, en
'twas immers dwaasheid nu al aan eene
vrouw te denken. Geloof me, daartoe
is 't altijd nog vroeg genoeg. Als je naar
mijn raad wilt hooren, wacht je voor
de vrouwen je kunt niet op haar rekenen
En vooral, Rein, als je trouwen wilt,
wat ik altijd afkeur voor een soldaat
die niets in de melk te brokken heeft,
zie dan nooit te hoog. Blijf maar
laag bij den weg, mijn jongen. Groote
dames deugen voor ons nietze hebben
allerlei kuren.*
»Gij spreekt, Vader, als waart ge zelf
nooit getrouwd geweest. Ge waart dus
niet heel gelukkig met mijne moeder
Waarom spreekt ge ook nooit over haar
Zeg me dat eens
Reinoud stond eensklaps stil en greep
driftig Hork's arm.
»Laat ons maar opwandelen, Rein
antwoordde Hork voortstappende
>ge hebt uw moeder immers nooit
gekend Waarom windt ge u zoo op
Uw moeder was een brave vrouwdit
is immers genoeg Maar zij was een
uitzondering, even als de Gravindie
maakt ook een uitzondering.*
vluchtten heen. De indringers hadden
inmiddels acht trommels met stukken
van waarde uit den trein gegooid, maar
die hebben de reizigers weergevonden.
Een reiziger heelt aan de Temps
verteld, dat hij de drie mannen voorbij
zijn coupé heeft zien komen. Hij had
gedacht, dat het treinbeambten waren
het was donker buiten. Even later
stond de trein stil en hoorde hij gillen
en schieten. Hij sprong uit den coupé
met de andere reizigers en holde naar
voren aan den trein, waar het hulpge
roep vandaan kwam. Bij den bagage
wagen gekomen zagen de reizigers twee
mannen vluchten. Een derde was op
den rug op den weg gevallen. Die
stond echter op en vluchtte in de
bosschen langs den weg, voordat de
reizigers hem konden pakken.
De roovers hebben een paar hand
schoenen en een revolver laten vallen
bij de vlucht. Dat is voor de justitie
veel waard. Want alles is zoo snel in
zijn werk gegaan, en dat nogwel in
den pikdonkeren nacht, dat het moeilijk
zal zijn, de misdadigers te herkennen.
De gewonde treinbeambten hebben
slechts een vage voorstelling van de
aanranders.
Volgens de laatste lezing is een van
de roovers, toen de trein al stilstond,
naar de achterste bagagewagen geloopen
en daar heeft hij twee trommels met de
ontvangsten der spoorwegmaatschappij
uitgehaald. De beambte in dezen ba
gagewagen verzette zich niet, onder
bedreiging van het revolver. Maar hij
sprong uit den trein en waarschuwde
de reizigers, die uit de portierraampjes
leunden om te zien wat er te doen was.
De reizigers kwamen te hulp en zoo
moesten de roovers vluchten. Een heg
belemmerde aanvankelijk de vlucht.
De reizigers werden even opgehouden
door een salvo en van dat oogenblik
maakten de roovers gebruik om door
de heg te ontsnappen. Volgens deze
lezing hebben de roovers de twee kisten
met geld van de maatschappij kunnen
meenemen.
CHINA.
In de Chineesche provincie Kwan-
toeng trekken reeds sinds geruimen tijd
benden oproerlingen rond. De vorige
maand deden deze lieden zelfs een
poging om zich meester te maken van
Tonginhai, welke plaats gelegen is aan
de Chineesche zijde van de rivier, welke
de grens vormt tusschen de Chineesche
provincie en Fransch Tonkin. De
Franschen versterken nu het grens
garnizoen in Monhai, vlak tegenover
Tonginhai, dus aan den Franschen
oever. Ook de Chineesche autoriteiten
treden krachtig op tegen deze roovers.
Worden er gepakt dan wacht hun de
doodstraf door onthoofding.
PORTUGAL.
Ten gevolge van de zeer strenge
maatregelen die de Portugeesche re
geering tegen de pers neemt, om de
verspreiding van berichten nopens den
werkelijken staat van zaken in het land
te beletten, ontvangen de Engelsche
kranten nu hun nieuws uit Lissabon
over Madrid of de Portugeesch-Spaan-
sche grens. Volgens een van de tele
grammen uit Madrid, zou de koning
kroonprins Lodewijk naar een afgelegen
kasteel des konings, bij Villa Vigosa,
verbannen hebben, omdat hij het ge
waagd had, bij zijn vader verzet aan
te teekenen tegen het tegenwoordige
absolutisme in Portugal, dat, naar het
oordeel van den kroonprins, de monar
chie in gevaar zou brengen, aangezien
het talrijke koningsgezinde mannen tot
republikeinen en zelfs tot anarchisten
maakt. Het heet, dat de kroonprins
meegaat met de partij van Villena, die
wil. dat de vader afstand zal doen ten
bate van zijn zoon.
Het bovenstaande wordt in hoofd
zaak bevestigd door den correspondent
van de Daily Telegraph te Lissabon.
Deze seint ook, dat vele koningsgezinden
ongetwijfeld naar de republikeinen over-
loopen, anderen zich in het particuliere
leven terugtrekken. Ondanks ambtelijke
logenstraffingen, is het waar dat de
koning als een dictator heerscht en hij
sommige officieren van het leger en
scheepsbemanningen die men wan
trouwt, naar de koloniën heeft gezonden.
De correspondent vindt de strenge
maatregelen van de regeering tegen de
pers eenigszins gewettigd door den
krassen en beleedigenden toon dien de
bladen tegen den koning en Franco
gevoerd hebben. Naar aanleiding van
de ontploffing van een bom in Lissabon,
heeft de politie vele menschen in hech
tenis genomen, o. w. matrozen en mili
tairen. Uit in beslag genomen papieren
zou gebleken zijn, dat er een uitge
breide samenspanning van dynamiteurs
bestond.
»Ja, dat is een uitstekende vrouw
zei Reinoud in geestdrift; »er is
geen geheim dat ik haar niet zou ver
trouwen, en ik ben er zeker van, dat ik
bij haar altijd troost en deelneming zou
vinden. Maar, we gaan toch niet meer
daarheen, Vader; vóór mijn vertrek
zal ik afscheid gaan nemen zoo
mogelijk als zij niet thuis is. Belooft
ge mij, Vader, geen uitnoodiging
meer aan te nemen
»Wel zeker, Rein, ik vind het ook
beter dat je er niet meer gaat.*
De verdere wandeling naar huis werd
grootendeels zwijgend afgelegdnu en
dan maakte Hork een onbeduidende
opmerking die van zijne afgetrokkenheid
getuigde, en Reinoud beantwoordde die
geheel werktuigelijk met »ja« of >neen.«
Het was donker toen zij thuis kwamen.
Krisje stond voor de deur en begon
weder hare jeremiade over het onge
regelde huishouden, waarvan de men
schen schande moesten spreken, en gaf
hare meening te kennen dat het hoog tijd
werd dat daaraan een einde kwam.
»Ja, 't is goed bromde Hork, »zorg
maar dat er licht in de kamer is.«
>Het licht brandt al sinds een half uur,
en het theewater kookt als een zee,
en er ligt een brief óp de tafel,* ant
woordde Krisje, op denzelfden knorrigen
toon, terwijl zij, de deur met nachtslot
en grendel verzelkerde.
»Een brief?* vroeg Hork verwonderd,
terwijl hij den donkeren gang door
strompelde.
Hork ontving geen andere brieven dan
die van Reinoud, dus had hij reden
vewonderd te zijn.
»Van wien kan die brief zijn
Hij gunde zich den tijd niet hoed en
degen af te leggen, maar hij greep den
brief die op tafel lag, en hield hem bij
't licht om het adres te zien. Eensklaps
begon hij te beven en het klamme zweet
parelde op zijn doodsbleek gelaat.
»Mijn God, Vader, wat scheelt u
Vroeg Reinoud verschrikt.
»Niets, mijn jongen 1* stamelde Hork
en liet zich in zijn stoel vallen. »'tls
niemendal, 't Is hier warm schuif het
raam open, en zet dien blakerenden
theeketel buiten de kamer.*
Reinoud voldeed zoo snel mogelijk
aan het bevelmaar hij begreep toch
dat het niet de warmte, maar wel de
brief was die zulk een plotseling en
buitengewoon effect te weeg bracht. Zijn
vader was tamelijk ongevoelig voor kou
en warmtevooral de warmte, al was
die nog zoo buitengewoon, hinderde hem
in 't minst. Als in het heetste van Juli
de mosschen in de goot zaten te gapen
wandelde hij met zijn htftf toegeknoopten
rok zeer behagelijk door den tuin in de
zon, en beklaagde de stomme bloemen
die van benauwdheid het hoofd lieten
hangen. Dés winters zat hij 's avonds
bij een kachel als een hel, te braden,
zoodat Krisje, die aan heete vuren
gewoon was, verklaarde »dat het was
om flauw te vallen.*
Hork zat in zijn stoel en keerde den
brief om en om, en bekeek hem van
alle kanten, zonder dat hij voornemens
scheen dien te openen.
»Rein, doe me 't plezier, en haal even
mijn sloffen en ouden rok van boven,*
zeide hij eindelijk.
Rein was gewoon, zonder hoe en
waarom te vragen, alles te doen wat ziju
vader verlangdehij ging dus heen, maar
wierp toch een angstig bezorgden blik
op den ouden Luitenant alvorens hij de
kamer verliet.
Nauwelijks was hij weg of Hork rukte
het zegel los en doorliep haastig het
geschrift. Toen Reinoud een oogenblik
later binnen trad, was de brief verdwenen,
maar hij trad van schrik een stap
terug toen hij den ouden Luitenant met
stijf-zienden blik en bleek verwrongen
gelaat terug vond.
»Ge zult mij aanstonds zeggen, Vader,
welke jobs-tijding die brief u brengt,*
zei Reinoud.
Hork richtte even het hoofd op en
vestigde zijn half-verduisterd oog op den
jongeling, 't Was kluchtig en pijnlijk
om te zieu. De oude Luitenant had,
om de uitnoodiging des Generaals eer
aan te doen, vóór het diner de gelegen
heid gevonden eventjes naar. huis te
wippen en zich in feestdosch te kleeden»