Binnenland. Landbouw. gens werden huiszoekingen gehouden, waarbij meer dan 100 personen in hechtenis werden genomen, waaronder 14 terroristen. JAPAN. Te New York is bericht ontvangen hit Tokio, dat de Japanners op Formosa met koortsachtigen spoed laten arbeiden aan de voltooiing van marine-haven en verdedigingswerken aan de oostkust en de zuidkust. De Japanners willen op Formosa een oorlogshaven hebben, ge schikt voor oorlogsschepen van de grootste afmetingen. Verder willen zij op het eiland stations bezitten voor een torpedoboot-eskader. Ook worden op het eiland enorme voorraden van allerlei aard opgeslagen. Een nieuw Ryks-Krankzinnigengesticht. De minister van binnenlandsche zaken heett ingediend een suppletoire begrooting voor het dienstjaar 1907, waarop als eerste termijn wordt aange vraagd een som van 1 135,000 in de kosten aan oprichting van een nieuw rijkskrankzinnigengesticht verbonden. De minister herinhert er aan dat de regeering haar voorstellen doet omdat lo. in de verpleging van de gevaarlijke krankzinnigen behoort te worden voor zien en 2o. omdat io de verpleging van de overige rijkspatiënten noodzakelijk verbetering moet worden gebracht. Bij de in dit jaar gehouden examens voor onderwijzer(es) zijn geslaagd 523 mannelijke en 826 vrouwelijke candi- daten. Er hadden zich aangemeld 1343 meisjes en slechts 826 jongens. Over het geheele land slaagde daarvan 63,3 pet. van de jongens en slechts 61,5 pet. van de meisjes. Gerekend kan er worden, dat we binnen korten tijd weer zullen staan voor een zeer groot tekort aan onderwijs krachten, niet slechts bij het bijzonder, maar ook bij het openbaar onderwijs, want het getal candidaten neemt nog steeds af, terwijl het aantal schoolkin deren toeneemt en de klassen kleiner worden. Te 's Gravenhage is overleden de heer G. Verkerk, inspecteur der tele grafie in algemeenen dienst, chef der afdeeling telefoondienst bij het hoofd bestuur. Dhr. V. was iemand van groote werk kracht enontwikkelingoptelefoongebied. hij u ook te doen. Ik verzoek je, mevrouw, hem nog eens duchtig te kapittelen, want hij verdient het.* Daarop ging hij heen en liet Hork verlegen, met zijne rolletjes in de hand, tegenover de Gravin staan. »Wat heb-je daar, Horkvroeg zij nieuwsgierig. »Mevrouw,« antwoordde Hork, de rolletjes op zijne vlakke hand toonende, »het geld valt ons sinds eenige dagen op het hoofd, gelijk Danaë de goude.n regen. Reinoud komt met de zakken gevuld thuis, nadat hij zich paarden en uitrusting heeft aangeschaft, en het is niet genoeg dat ik hier kom om te vernemen dat noch den Generaal, noch u, mevrouw, daarvan iets bewust is, maar ik word door Zijne Excellentie gedwongen dit ook nog aan te nemen. Mevrouw, ik bid u, bewijs mij één dienst, en ontlast mij van dat geld ik kan het niet ge bruiken.* »Wel, Horkje bent een gelukkig mensch,* zei de Gravin lachend. »Zoo'n goucUn regen valt niet op ieders hoofd. Ik zou dien voordeeligen moesson maar niet laten voorbijgaan. Het schijnt dat Reinoud rijke vrienden heeft. »Ja, - dat schijnt zoo,* zei Hork, steeds de rolletjes als op een presenteer blaadje de Gravin aanbiedende. >Had hij maar alleen den Generaal en u, maar nu komen er anderen ook in 't spel, en dat is minder aangenaam.* Naar aanleiding van een brief. Dezer dagen ontvingen wij van een ons overigens niet bekend landbouwer het volgende episteltje: „Mijnheer! Een half uurtje van mij af ligt, een proefveld, een veldje suikerbieten, dat op een zijner onderdeelen een bemesting met kaïniet ontvangen heeft en wel 1200 K.G. per H.A. De gunstige werking dezer meststof is duidelijk te zien. Daarom ben ik van plan het volgende jaar op mijne suikerbieten ook kaïniet aan te wendten. Om die reden zou ik U willen vragen hoe die meststof aangewend moet worden en of 1200 K.G. per H.A., dat is ongeveer 535 K.G. per gemet, niet te veel is. En als ik nu kaïniet gebruik, kan ik dan met minder chili- salpeter toe Zit er ook stikstof in Achtend" enz. We hebben den briefschrijver het volgende antwoord gezonden: „Geachte Heer. Het is ons een genoegen, U omtrent de ons gestelde vragen van antwoord te kunnen dienen. Sta ons toe uw laatste vraag te beginnen. In kaïniet is volstrekt geen stiksto aanwezig. Gij kunt dus, deze meststof aanwendende, volstrekt de chilisalpeter niet sparen, al werkt kaïniet vaak op de ontwikkeling van het loof der bieten op eene wijze, die aan de werking van genoemde snelwerkende, stikstofhouden- de meststof herinnert. Wat meer is, wij gelooven dat, waar men op bieten kaïniet aanwendt, men met voordeel nog wat meer chilisalpeter kan uitstrooien. In kaïniet is geen stikstof doch een andere, voor den groei der planten eveneens geheel onmisbare stof aanwezign.l. kali, die ook in stalmest (6.3q/,l0) gier van stalmest (4.90IW), en houtasch 6-10*,/0) voorkomt en oorspronkelijk ook in kleigronden in kleinere of grootere hoeveelheid aanwezig was. Door de intensieve cultuur, d. w. z. door de groote opbrengsten, waartoe men in de laatste tientallen jaren den grond wist te dwingen, terwijl men hem in hoofd zaak toch slechts bemestte met stikstof- en phosphorzuurhoudende meststoffen, kon het o. i. wel niet anders, of de kali begon in vele gronden (ook kleigronden) in te kleine hoeveelheden voor te komen, dan dat de overige meststoffen, chilisalpeter, superphosphaat e. d. nog hunne volle werking konden doen. U zult mij toestemmen dat dit zoo Gravin had slag van uithooren. Rein dischte gemoedelijk alles op wat een levenslustige, onbedorven knaap aan eene belangstellende moeder vertellen kan, en hij deed dat met de ongedwongenheid en het vuur der jeugd eigen. Hij was juist bezig het menu van een zijner dagelijksche maaltijden te geven, waarin, tot groote verbazing der Gravin, gebakken kalfslever de voornaamste plaats innam, toen de kamerdeur werd geopend en eene rijzige jonge dame binnentrad. Reinoud bleef midden in zijn relaas steken, en rees overeind van zijn stoel, als had een stalen veer hem doen opspringen. Eerst werd hij* bleek en toen vuurrood hij boog werktuigelijk, en had noch den wil, noch het besef om eeo woord te spreken of een schrede te doen om de binnentredende te begroe ten. De dame bleef in de deur-opening staan en kleurde niet minder dan Reinoud. »Ik geloof waarlijk,* zei de Gravin, »dat ge elkander ontgroeid zijt. Ken-je Reinoud niet meer, Mary >Wel zeker, Mama, ik kende hem aanstonds,* antwoordde Mary, van hare verrassing bekomen. Zij reikte den jongen officier de hand en heette hem welkom bood vervolgens de hand aan Hork en zeide dat het haar zoo'n genoegen deed eindelijk papa Hork weder te zien. »Ik dacht waarlijk,* voegde zij er op on gedwongen toon bij, »dat ik u moest komen opzoeken. lederen dag, sinds noodzakelijk worden moet, als. ge be denkt, dat b.v. alleen een oogst mangel- wortels van 75000 K.G. wortels en 16000 K.G. bladeren per H.A reeds niet minder dan 432 K.G. kali aan den grond onttrekt, tegen b.v. slechts 183 K.G. stikstof. Waar men nu op ge noemd gewas met voordeel 600 a 700 K.G. chilisalpeter per H.A. aanwendt, zou daar een ruime gift kaïniet, b.v. van 1000—1200 K.G. per H.A. geen winst opleveren Waar men aldus den grond rijkelijk met kaïniet bemest, zoodat de kali weer in voldoende hoeveelheid aan wezig is, daar zullen de overige mest stoffen de resultaten geven, waartoe zij in staat zijn en zal zelfs een verhoogde gift b.v. van het door U mede genoemde chilisalpeter, door de meerdere op brengst, die ze teweeg brengen kan, nog voordeel opleveren. Ten opzichte van suikerbieten en mangelwortels heeft de aanwending van kaïniet dit bijzonderedat men hem gerust ten allen tijde kan uitstrooien. Ware het niet, dat de kali zich slechts moeilijk door den grond verspreidt, ('tis er dus anders mede gesteld, dan met de stikstofverbinding, die in chilisalpeter voorkomt) men zou hem zelfs als overbemesting kunnen geven. Wil men er de volle uitwerking van zien, dan is het, het doeltreffendst, hem flink door den grond te werken, wat het best geschieden zal, door de helft der aan te wenden hoeveelheid over de wintervoor aan te wenden en, na het ploegen, de andere helft uit te strooien, om die flink in te eggen. Zooals we reeds zeiden, mag de aan te wenden hoeveelheid 1000—1200 K.G. per H.A. bedragen. Aanvaard". Enz. Tot zoo ver ons antwoord. Wellicht kan het, in ruimer kring verbreid, nog eenig nut stichten, dachten we, en gaven het daarom aan de Redactie van dit blad over, met verzoek, het te publiceeren, als zij zulks der moeide waard acht. AXEL, 5 November 1907. Zaterdag had alhier ten raadhuize de aanbesteding plaats van de levering van 22 M. bombazijn, 61 M. keterbaai, 51 M. drol, 125 M. geel katoen, 6,50 M. asch- grauw diemet en 16 M. gebloemd katoen aan het algemeen burgerlijk armbestuur. Inschrijvers waren de heeren P. J. Wiest voor 206 en Joz. de Feijter Pz. voor 205, aan wien de levering werd gegund. »Ik zie er voor Reinoud niets onaan genaams in,« meende de Gravin, »het tegendeel. Maar men moet Hork heeten om alles van den donkersten kant te bezien. Luister daar komt bezoek Ik hoor een sabel in de gang Hork was wel genoodzaakt zijne hand terug te trekken en hij was nog bezig de rolletjes weg te moffelen toen de deur werd geopend en Reinoud binnentrad. De Gravin slaakte een kreet van verrassingzij snelde den jongen officier te gemoet en omarmde hem met moeder lijke innigheid. »Kijk me zoo'n jongen eens aan riep zij, hem met opgetogen blikken opnemende, terwijl zij zijne beide handen vasthield. „Hij is zijn vader over 't hoofd gegroeidEn wat ziet hij er goed uitKom hier, mijn jongen Laat ik je eens goed in 't licht zien Hork stak niet weinig de borst in de hoogte, en hij zette zich schrap met de armen in de zijden om zijn lieveling eens goed op te nemen, die met een schitterenden glimlach, en met den gezondheids-blos op de wangen, voor de schoone vrouw stond en verlegen zich de monstering liet welgevallen. »'t Is nog hetzelfde gezicht, Hork, zei de Gravin. »Zie, hij kleurt nog als een meisje! Maar, dat is niets, mijn jongen. Kom zet je eens bij me En Reinoud werd in een grooten stoel geplaatst en moest aan 't vertellen. De Zaterdag had in het logement „Het Gulden Vlies" alhier ten overstaan van den notaris P. Dregmans en ten verzoeke van F. Dieleman Mz., de her veiling plaats van een woonhuis en aanhoorigheden, staande op de markt alhier en groot 1 are 75 centiaren. Kooper hiervan werd J. H. van Dix- hoorn, winkelier alhier, voor de som van 2210. Zaterdag slaagden te Breda voor het examen vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek A. J. Steppe te Axel en A. C. de Pauw te Ter Neuzen. De in ons vorig nummer (onder rubriek rechtszaken) genoemde T. te Zaamslag is, Donderdag door het ge rechtshof te 's Gravenhage veroordeeld tot één en niet tot twee maanden ge vangenis. Ook de rechtbank te Middel burg had één maand opgelegd. Nadat men geruimen tijd niets meer van haar hoorde, heeft de Ver- eeniging tot oprichting eener ambacht school te Neuzen besloten hare pogingen weer te hervatten. Aan den gemeente-» raad zal worden verzocht zich in be ginsel omtrent die oprichting te willen uitspreken, en of de raad bij instemming met het voornemen eene gemeentelijke subsidie wil verleenen en het bouw- kapitaal verstrekken, of wel zelf de school bouwen en deze tegen eene billijke vergoeding ter beschikking van de Vereeniging stellen. Er zal binnen kort ook weder een spreker worden uitgenoodigd, teneinde voor de oprich ting propaganda te maken. Er zal een afdeeling Ter Neuzen van den „Volksbond, vereeniging tegen drankmisbruik", worden opgericht. Op uitnoodiging van het Hoofdbestuur zul len de hh. D. Buijze, I. de Groot, J. L. Jurrij, H. Koelmans, J. de Mul, jhr. J. W. Pompe van Meerdervoort en mr. M. P. Sipkes het voorloopig bestuur vormen. De Bond telt hier reeds een 150-tal leden. Het plan is, een propa- ganda-spreker te doen optreden. Tot agent van politie te Ter Neuzen is, uit ruim 30 sollicitanten, benoemd E. Tange, pakhuisknecht te Middelburg. De Koningin schonk aan Leonard Bogaert te Hengstdijk, die ongeschikt is geworden voor handenarbeid, 20 om zich kar en hond te kunneD aan schaffen. Met ingang van 1 November zijn bij de directe belastingen invoerrechien en accijnzen bevorderd tot de 2de klasse de kommiezen der 3de klasse J. Q,uist te Philippine, G. Verhoek en W. van Liere te IJzendijke, en P. A. Hubregtse te Aardenburg. mijne tehuiskomst, dacht ik nu zal hij toch wel komen maar wie er kwam, vader Hork niet.* Terwijl Mary sprak, had Reinoud gelegenheid zijne kleine vriendin van vroeger die hem werkelijk »ontgroeid* was op te nemen. Wel is waar had hij haar met den eersten opslag herkend, maar toch, hoe was zij veranderd Het kind was eene schoone jonkvrouw geworden, zoo schoon, zoo voornaam in houding en manieren, dat hij, telkens als haar blik vluchtig den zijnen ont moette, onwillekeurig het hoofd om wendde, uit vrees dat zij in hem nog altijd den halfwassen, onhandigen knaap van vroeger mocht zien, thans ter nauwernood hare aandacht meer waardig. Zijne verlegenheid vermeerderde, toen Mary, na plaats genomen te hebben, voortging met veel gemakkelijkheid met Papa te keuvelen, en naar 't scheen niet voornemens was eenige notitie van haar voormaligen speelkameraad te nemen. De arme jongen zat op heete kolen het hart zat hem, zoo te zeggen, in de keel, en hij had de grootste moeite om nu en dan op de vragen der Gravin een benauwd »ja« of »neen* uit te brengen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1907 | | pagina 2